Dankbaarheid voor de zegeningen die wij van God ontvangen. Het uiten van onze dankbaarheid is God welgevallig. Hem danken is een essentieel onderdeel van ware aanbidding. Wij behoren de Heer voor alles te danken.
Het is goed om de Heer te loven, Ps. 92:2 .
Laten wij zijn aangezicht tegemoet gaan met een loflied, Ps. 95:1–2 .
Loof Hem, prijs zijn naam, Ps. 100 .
Houd niet op te danken, Efez. 1:15–16 .
Wees dankbaar, Kol. 3:15 .
De lofprijzing, de heerlijkheid, de dankzegging en de eer is aan onze God, Openb. 7:12 .
O, hoezeer behoort u uw hemelse Koning te danken, Mos. 2:19–21 .
Leef met dagelijkse dankbetuiging, Alma 34:38 .
Wanneer je ’s ochtends opstaat, laat je hart dan vol dankbaarheid zijn jegens God, Alma 37:37 .
Doe alle dingen onder gebed en dankzegging, LV 46:7 .
U moet God danken, LV 46:32 .
Doe die dingen met dankzegging, LV 59:15–21 .
Ontvang deze zegen uit de hand van de Heer met een dankbaar hart, LV 62:7 .
Wie alle dingen met dankbaarheid ontvangt, zal worden verheerlijkt, LV 78:19 .
Dank bij alles, LV 98:1 (1 Thess. 5:18 ).
Loof de Heer met een gebed van lofprijzing en dankzegging, LV 136:28 .