Liefde

Grote toewijding en diepe genegenheid. Liefde voor God omvat onder andere toewijding, aanbidding, eerbied, tederheid, barmhartigheid, vergeving, deernis, goedertierenheid, dienstbetoon, dankbaarheid en goedheid. Het grootste voorbeeld van Gods liefde voor zijn kinderen is de oneindige verzoening die door Jezus Christus is teweeggebracht.

Zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, Joh. 3:16 (LV 138:3).
Heb elkaar lief zoals Ik u liefgehad heb, Joh. 13:34 (Joh. 15:12, 17; Moz. 7:33).
Als u Mij liefhebt, neem dan mijn geboden in acht, Joh. 14:15 (LV 42:29).
Niemand heeft een grotere liefde dan deze, namelijk dat iemand zijn leven geeft voor zijn vrienden, Joh. 15:13.
Petrus, hebt u Mij meer lief dan dezen? Weid mijn schapen, Joh. 21:15–17.
Niets zal ons scheiden van de liefde van God in Christus, Rom. 8:35–39.
Geen oog heeft gezien wat God heeft bereid voor hen die Hem liefhebben, 1 Kor. 2:9.
Dien elkaar door de liefde, Gal. 5:13.
Mannen, heb uw eigen vrouw lief, Efez. 5:25 (Kol. 3:19).
Heb de wereld niet lief, 1 Joh. 2:15.
God is liefde, 1 Joh. 4:8.
Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefhad, 1 Joh. 4:19.

Christus lijdt wegens zijn goedertierenheid jegens de mensenkinderen, 1 Ne. 19:9.
Streef voorwaarts met liefde voor God en voor alle mensen, 2 Ne. 31:20.
U zult uw kinderen leren elkaar lief te hebben en te dienen, Mos. 4:15.
Indien u gestemd was het lied van de verlossende liefde te zingen, kunt u nu zo gestemd zijn, Alma 5:26.
Word geleid door de Heilige Geest en word geduldig en vol liefde, Alma 13:28.
Beteugel al je hartstochten, opdat je met liefde vervuld zult zijn, Alma 38:12.
Er was geen twist wegens de liefde voor God die de mensen in hun hart koesterden, 4 Ne. 1:15.
Alles wat uitnodigt om God lief te hebben, is door God gegeven, Mro. 7:13–16.
Naastenliefde is de reine liefde van Christus, Mro. 7:47.
De volmaakte liefde drijft vrees uit, Mro. 8:16 (1 Joh. 4:18).