In de Schriften worden deze termen op twee manieren gebruikt. Enerzijds zijn wij allen letterlijk geestkinderen van onze hemelse Vader. Anderzijds duidt zonen en dochters van God op allen die wedergeboren zijn door de verzoening van Jezus Christus.
Geestkinderen van de Vader
Wij zijn van Gods geslacht, Hand. 17:29 .
Wees onderworpen aan de Vader van de geesten, Hebr. 12:9 .
Kinderen wedergeboren door de verzoening
Allen die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden, Joh. 1:12 (Rom. 8:14 ; 3 Ne. 9:17 ; LV 11:30 ).
Nu zijn wij kinderen van God, 1 Joh. 3:1–2 .
U zult de kinderen van Christus worden genoemd, zijn zonen en zijn dochters, Mos. 5:7 .
Het gehele mensdom moet worden wedergeboren, waardoor zij zijn zonen en dochters worden, Mos. 27:25 .
Zij zullen mijn zonen en mijn dochters worden, Ether 3:14 .
U zult zeker een kind van Christus worden, Mro. 7:19 .
Allen die mijn evangelie aanvaarden, zijn zonen en dochters, LV 25:1 .
Zij zijn goden, ja, de zonen van God, LV 76:58 .
Aldus kunnen allen mijn zonen worden, Moz. 6:68 .
Velen hebben geloofd en zijn de zonen van God geworden, Moz. 7:1 .