Studiewijzers
Gebed


Gebed

Een eerbiedig communiceren met God om Hem te danken en te vragen om zegeningen. Gebeden worden tot onze hemelse Vader gericht in de naam van Jezus Christus. Ze kunnen overluid of stil zijn. Iemands gedachten kunnen ook een gebed zijn als zij tot God zijn gericht. Het gezang van de rechtvaardige kan een gebed tot God zijn (LV 25:12).

Gebed is niet bedoeld om de wil van God te veranderen, maar om voor onszelf en voor anderen zegeningen te verkrijgen die God bereid is te schenken, maar waarom gevraagd dient te worden, willen wij ze ontvangen.

Wij bidden tot de Vader in Christus’ naam (Joh. 14:13–14; 16:23–24). Wij zijn in staat werkelijk in Christus’ naam te bidden wanneer onze verlangens samenvallen met die van Christus (Joh. 15:7; LV 46:30). Wij vragen dan om datgene wat goed is en wat God ons dus kan geven (3 Ne. 18:20). Sommige gebeden blijven onverhoord omdat zij in het geheel niet samenvallen met de wil van Christus, maar voortspruiten uit de zelfzucht van de mens (Jak. 4:3; LV 46:9). Als wij God vragen om onrechtvaardige zaken, zal zich dat zelfs tot onze veroordeling keren (LV 88:65).