Gehoorzaam, gehoorzaamheid, gehoorzamen Zie ook Geboden van God; Luisteren; Vreugde; Wandelen, wandelen met God; Wet; Zegen, zegenen, zegening In geestelijke zin betekent gehoorzaamheid Gods wil doen. Noach deed het overeenkomstig alles wat God geboden had, Gen. 6:22. Abraham was gehoorzaam aan de Heer, Gen. 22:15–18. Alles wat de Heer gesproken heeft, zullen wij doen, Ex. 24:7. Luister dan, Israël, en neem [de geboden] nauwlettend in acht, Deut. 6:1–3. Heb de Heer lief en gehoorzaam zijn stem, Deut. 30:20. Gehoorzamen is beter dan slachtoffer, 1 Sam. 15:22. Vrees God en houd u aan zijn geboden, Pred. 12:13–14. Niet ieder zal binnengaan in het koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van de Vader, Matt. 7:21 (3 Ne. 14:21). Als iemand de wil heeft om zijn wil te doen, zal hij weten of dit onderricht uit God is, Joh. 7:17. Men moet aan God meer gehoorzaam zijn dan aan de mensen, Hand. 5:29. Kinderen, wees je ouders gehoorzaam, Efez. 6:1 (Kol. 3:20). Ik zal heengaan en de dingen doen die de Heer heeft geboden, 1 Ne. 3:7. Ik gehoorzaamde de stem van de Geest, 1 Ne. 4:6–18. Indien de mensenkinderen de geboden van God onderhouden, voedt Hij hen, 1 Ne. 17:3. Pas op dat u de boze geest niet gehoorzaamt, Mos. 2:32–33, 37 (LV 29:45). De mensen oogsten hun beloning volgens de geest die zij gehoorzamen, Alma 3:26–27. De mensen dienen vele dingen uit eigen vrije wil te doen, LV 58:26–29. In niets geeft de mens God aanstoot, behalve wanneer zij zijn hand niet belijden en zijn geboden niet gehoorzamen, LV 59:21. Ik, de Heer, ben gebonden wanneer u doet wat Ik zeg, LV 82:10. Iedere ziel die mijn stem gehoorzaamt, zal mijn aangezicht zien en weten dat Ik ben, LV 93:1. Mijn volk moet worden gekastijd totdat het gehoorzaamheid leert, LV 105:6. Wanneer wij enige zegening van God ontvangen, is het door gehoorzaamheid aan die wet waarop zij is gegrond, LV 130:21. Adam was gehoorzaam, Moz. 5:5. Wij zullen hen beproeven om te zien of zij alles zullen doen wat de Heer hun ook zal gebieden, Abr. 3:25.