Bibliotheek
Les 4: Titelblad, inleiding en het getuigenis van getuigen


Les 4

Titelblad, inleiding en het getuigenis van getuigen

Inleiding

Uw onderricht in het Boek van Mormon zal uw cursisten waarheden doen ontdekken waardoor ze dichter tot God komen. Vanaf het begin van het boek is het duidelijk dat de schrijvers van het Boek van Mormon het wilden laten getuigen dat Jezus de Christus is. Bovendien bevestigt het boek het verbond dat God met het huis van Israël heeft gesloten en toont het aan dat alle kinderen van God heilige verbonden moeten sluiten en nakomen. Als de cursisten het Boek van Mormon gebedsvol bestuderen, zal hun getuigenis van het evangelie van Jezus Christus en van de herstelling van zijn kerk in deze laatste dagen toenemen. Daarnaast leren zij meer geloof te oefenen in Jezus Christus en in zijn verzoening.

Onderwijstips

De onderwijstips voor deze les zijn mogelijk niet allemaal binnen de beschikbare tijd te behandelen. Denk met een gebed in uw hart na bij welke onderdelen uw cursisten het meest gebaat zijn.

Titelblad

Vraag de cursisten het titelblad van het Boek van Mormon op te slaan. Dit blad begint met de woorden: ‘Het Boek van Mormon — een verslag geschreven door de hand van Mormon op platen ontleend aan de platen van Nephi.’ De profeet Joseph Smith heeft de oorsprong van het titelblad verklaard:

‘Het titelblad van het Boek van Mormon is een letterlijke vertaling van de laatste bladzijde aan de linkerzijde van […] het boek der platen, waarop het verslag staat dat vertaald is […]. En dat titelblad is helemaal geen moderne tekst van mij of van enig ander mens die in deze generatie leeft of heeft geleefd.’ (In: History of the Church, deel 1, p. 71.)

Vraag de cursisten het titelblad van het Boek van Mormon door te lezen. Laat ze letten op zinsneden die de doeleinden van Boek van Mormon verwoorden. (Geef de cursisten eventueel de hint dat die doeleinden van het Boek van Mormon te herkennen zijn aan wat het de lezer wil ‘tonen’.) Laat verscheidene cursisten hun bevindingen op het bord schrijven. Vraag de cursisten vervolgens de tweede alinea nog eens door te lezen en daarbij hun eigen naam in plaats van ‘het overblijfsel van het huis Israëls’ te lezen.

  • Welke doeleinden zijn door het lezen van het Boek van Mormon in je eigen leven vervuld? Hoe zijn ze in vervulling gegaan?

  • Welke kracht put je uit de kennis dat wie verbonden met de Heer hebben gemaakt ‘niet voor eeuwig zijn verworpen’?

Vertel de cursisten dat ze zich wel eens eenzaam of ‘verworpen’ kunnen voelen.

  • Waarom is het belangrijk dat je op die momenten beseft dat je ‘niet voor eeuwig [bent] verworpen’?

  • In welk opzicht blijkt uit die belofte Gods liefde voor jullie?

Laat een cursist de volgende uitspraak van president Ezra Taft Benson voorlezen om ze het primaire doel van het Boek van Mormon op waarde te leren schatten:

Afbeelding
President Ezra Taft Benson

‘Het belangrijkste doel van het Boek van Mormon is volgens het titelblad “ter overtuiging van de Joden en de andere volken dat Jezus de Christus is, de Eeuwige God, die Zich aan alle natiën openbaart”.

‘De eerlijke zoeker naar waarheid kan het getuigenis krijgen dat Jezus de Christus is door onder gebed de geïnspireerde woorden van het Boek van Mormon te overpeinzen.

‘Meer dan de helft van alle verzen in het Boek van Mormon verwijst naar onze Heer. Sommige vormen van Christus’ naam komen per vers zelfs vaker voor in het Boek van Mormon dan in het Nieuwe Testament.

‘In het Boek van Mormon komen meer dan honderd verschillende namen van Hem voor. Die namen hebben een bepaalde betekenis. Zij beschrijven zijn goddelijke aard.’ (‘Come unto Christ’, Ensign, november 1987, p. 83.)

Geef uw getuigenis dat het Boek van Mormon ervan getuigt dat Jezus de Christus is.

Inleiding van het Boek van Mormon

Teken op het bord een gewelf (zie de bijgaande illustratie) of maak een gewelf uit hout of ander materiaal.

Afbeelding
gewelf

Laat een cursist de uitspraak van Joseph Smith in de inleiding van het Boek van Mormon voorlezen (zesde alinea). U kunt de cursisten in overweging geven om die uitspraak in hun Schriften te markeren.

  • Wat is het doel van een sluitsteen?

Leg uit dat deze sluitsteen de middelste steen in een gewelf is. Als een gewelf wordt gebouwd, worden de twee zijden met steunstukken opgebouwd. De bovenzijde van het gewelf wordt zorgvuldig uitgemeten, en dan wordt de sluitsteen bewerkt zodat die precies in de open ruimte past. Als de sluitsteen is geplaatst, kan het gewelf zonder steunstukken blijven staan.

  • Wat gebeurt er met het gewelf als de sluitsteen wordt verwijderd? (Als u zelf een voorbeeld hebt gemaakt, laat dan zien wat er gebeurt door de sluitsteen te verwijderen.)

  • In welk opzicht fungeert het Boek van Mormon met betrekking tot het herstelde evangelie als een sluitsteen?

Laat een cursist de volgende uitspraak van president Ezra Taft Benson voorlezen. (U kunt de cursisten eventueel een uitreikblad met de uitspraak geven die ze in hun Schriften kunnen bewaren. U kunt de cursisten ook aanmoedigen om de uitspraak van president Benson in hun exemplaar van het Boek van Mormon te schrijven, boven of onder de eerste pagina van de inleiding.)

‘Het Boek van Mormon is in drie opzichten de sluitsteen van onze godsdienst. Het is de sluitsteen van ons getuigenis van Christus. Het is de sluitsteen van onze leer. Het is de sluitsteen van ons getuigenis.’ (‘The Book of Mormon — Keystone of Our Religion’, Ensign, november 1986, p. 5.)

Laat een cursist de volgende uitspraak van president Benson voorlezen om de klas te laten inzien in welk opzicht het Boek van Mormon de sluitsteen van ons getuigenis is:

‘Het Boek van Mormon is de sluitsteen van ons getuigenis. Net zo goed als een gewelf instort wanneer de sluitsteen weggehaald wordt, zo staat of valt de kerk bij de waarheid van het Boek van Mormon. […] Als het Boek van Mormon waar is […] dan moet men de aanspraken op de herstelling en alles wat daarbij hoort ook aanvaarden.’ (‘The Book of Mormon — Keystone of Our Religion’, p. 6.)

  • In welke zin heeft je getuigenis van het Boek van Mormon je getuigenis van de leerstellingen en beginselen van het evangelie versterkt?

  • Hoe ben je door het Boek van Mormon dichter bij God gekomen?

Vertel de cursisten eventueel hoe uw studie van het Boek van Mormon uw getuigenis heeft versterkt en u dichter bij God heeft gebracht.

Nodig cursisten uit om aan een rollenspel deel te nemen. Vraag ze om zich voor te stellen dat ze een exemplaar van het Boek van Mormon geven aan iemand die geen lid van de kerk is. Laat de cursisten zich in twee groepen op het rollenspel voorbereiden. Laat de eerste groep de tweede, derde en vierde alinea uit de inleiding van het Boek van Mormon lezen. Laat de tweede groep de vijfde tot en met achtste alinea lezen. Vraag beide groepen te letten op informatie die ze belangrijk achten om het Boek van Mormon toe te lichten.

Nadat de cursisten zich hebben kunnen inlezen en voorbereiden, vraagt u een cursist om naar voren te komen en de rol te spelen van iemand die geen lid van de kerk is. Vraag ook een cursist uit beide groepen naar voren te komen. Leg uit dat deze twee cursisten zendingscollega’s gaan spelen. Zij gebruiken de informatie die hun groep in de inleiding heeft ontdekt om de eerste cursist over het Boek van Mormon te vertellen.

Vraag de rest van de klas na het rollenspel eventueel of zij nog meer informatie uit de inleiding besproken zouden hebben als zij een van de zendelingen waren.

Wellicht moet u erop wijzen dat het Boek van Mormon niet beweert dat het de geschiedenis beschrijft van alle volken die vroeger op het westelijk halfrond leefden. Het is een verslag van de nakomelingen van Lehi (de Nephieten en de Lamanieten) en van het volk van Jared. Mogelijk hebben andere volken de continenten op het westelijk halfrond bewoond vóór, tijdens en na de gebeurtenissen die in het Boek van Mormon zijn opgetekend.

Vraag de cursisten Moroni 10:3–5 door te lezen.

  • Hoe kunnen we volgens Moroni te weten komen dat het Boek van Mormon waar is?

Laat de cursisten de achtste en negende alinea uit de inleiding van het Boek van Mormon lezen. Vraag ze nog drie waarheden aan te duiden waarvan ze een getuigenis zullen krijgen als ze op de uitnodiging van Moroni ingaan.

Getuig tot de cursisten dat als we het Boek van Mormon lezen, overwegen en erover bidden, de Heilige Geest zal getuigen dat het waar is, dat Jezus de Christus is, dat Joseph Smith een profeet van God was, en dat De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen het koninkrijk van de Heer op aarde is.

Het getuigenis van de drie getuigen en van de acht getuigen

Vraag de cursisten zich voor te stellen dat ze iemand iets kostbaars zien stelen uit de woning van de buren.

  • Waarom is het belangrijk dat er getuigen zijn om een misdaad op te lossen?

  • Waarom zou het nuttig zijn om meer dan één getuige te hebben?

Laat de cursisten ‘het getuigenis van drie getuigen’ doorlezen. Vraag ze te letten op woorden die bijzondere betekenis voor ze hebben. Laat ze die woorden desgewenst markeren.

  • Welke woorden heb je gemarkeerd? Waarom zijn die belangrijk voor je? (Wijs er eventueel op dat de stem van God tot de drie getuigen verkondigde dat de platen door de gave en de macht Gods waren vertaald.)

Laat een cursist ‘het getuigenis van acht getuigen’ voorlezen. Laat de rest van de klas letten op verschillen tussen het getuigenis van de drie getuigen en van de acht getuigen.

  • Welke verschillen hebben jullie opgemerkt?

Laat de cursisten hun eigen getuigenis van, of gevoelens over, het Boek van Mormon opschrijven. Ze kunnen die in hun Schriftendagboek schrijven. Sommige cursisten zijn wellicht nog niet zeker dat het Boek van Mormon waar is. Moedig ze aan om er dit jaar naar te streven een getuigenis te krijgen.

Toelichting en achtergrondinformatie

Titelblad

De volgende definities zijn nuttig bij de bestudering van het titelblad van het Boek van Mormon.

Het huis Israëls slaat op de nakomelingen van Abraham, Isaak en Jakob. Abrahams kleinzoon Jakob, die de naam Israël ontving, had twaalf zonen. Hun nakomelingen staan bekend als de twaalf stammen van Israël. Als het nageslacht van Abraham was het huis van Israël tevens het verbondsvolk van de Heer. Tegenwoordig omvat het huis van Israël allen die verbonden sluiten met de Heer en zijn geboden onderhouden. ‘De naam Israël kan dan ook slaan op (1) de man Jakob, (2) de letterlijke nakomelingen van Jakob, en (3) zij die waarlijk in Christus geloven, ongeacht hun afstamming of geografische locatie.’ (Bible Dictionary, ‘Israel’; zie ook Gids bij de Schriften, ‘Israël’.)

Joden waren oorspronkelijk de leden van de stam van Juda (een van de twaalf stammen van Israël). De term is later gaan verwijzen naar de inwoners van het koninkrijk Juda (in de tijd van het Oude Testament het zuidelijke gedeelte van het verdeelde koninkrijk Israël), ook als ze niet tot de stam van Juda behoren. Tot slot worden hiermee aangeduid ‘mensen die de godsdienst, de levensstijl en de tradities van het Judaïsme aanhangen, maar niet noodzakelijkerwijs Joods van geboorte zijn’. (Gids bij de Schriften, ‘Joden’, scriptures.lds.org.)

Andere volken zijn ‘de natiën’. Die term slaat op (1) hen die niet van het huis van Israël zijn, (2) hen die niet geloven in de God van Israël of die het evangelie niet hebben, ongeacht hun afstamming, en (3) mensen die niet van Juda of uit het land Juda zijn. Pelgrims en kolonisten worden bijvoorbeeld andere volken genoemd in 1 Nephi 13:3–13. Zij die het Boek van Mormon tevoorschijn brachten, worden andere volken genoemd in 1 Nephi 13:34. De Leer en Verbonden en de Parel van grote waarde werden eveneens door de andere volken voortgebracht (zie 1 Nephi 13:39). De Verenigde Staten van Amerika worden een natie van andere volken genoemd in 1 Nephi 13:34, 39.

Een samenvatting is een verkorte versie van iets.

Een overblijfsel is een resterend deel. Op het titelblad van het Boek van Mormon verwijzen de woorden ‘het overblijfsel van het huis Israëls’ naar het verstrooide volk van Israël en hun nakomelingen. Toen Moroni zijn verslag eindigde en de gouden platen verzegelde om in de laatste dagen tevoorschijn te komen, was hij in het bijzonder de overlevende Lamanieten en hun nakomelingen toegedaan, die zijn vader een ‘overblijfsel van het huis Israëls’ had genoemd (Mormon 7:1). Moroni keek uit naar een tijd waarin de Lamanieten het evangelie van Jezus Christus wederom zouden kennen en aannemen (zie Moroni 1:4).

Inleiding. Hedendaagse afstammelingen van de Lamanieten

De Lamanieten zijn voorouders van de Amerikaanse indianen. Het Boek van Mormon beweert echter niet dat alle Amerikaanse indianen van de Lamanieten afstammen. President Anthony W. Ivins van het Eerste presidium heeft verklaard:

‘We moeten voorzichtig zijn met conclusies trekken. Het Boek van Mormon doet verslag van drie afzonderlijke volken […] die van de oude wereld naar dit werelddeel kwamen. Er staat niet in dat er niemand vóór hen hier was. Er staat niet in dat er geen mensen ná hen kwamen. Mochten toekomstige ontdekkingen dus wijzen op verschillen in etnische afkomst, dan is daar een eenvoudige en aannemelijke verklaring voor: we geloven immers dat er nog andere volken naar dit continent kwamen.’ (Conference Report, april 1929, p. 15.)

Het getuigenis van drie getuigen. ‘Vertaald door de gave en de macht Gods’

Ouderling Neal A. Maxwell van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft verklaard dat het Boek van Mormon weliswaar door de gave en de macht van God is vertaald, maar dat we niet precies weten hoe het vertaalproces verliep:

‘Velen die het Boek van Mormon lezen, willen begrijpelijkerwijs graag meer weten over het tevoorschijn komen ervan, met inbegrip van het feitelijke vertaalproces. Bij de trouwe en getrouwe Hyrum Smith was dat klaarblijkelijk ook het geval. Hyrum deed navraag bij de profeet Joseph en kreeg te horen dat “het niet de bedoeling was om de wereld alle bijzonderheden rondom het verschijnen van het Boek van Mormon uit de doeken te doen” en dat “het niet raadzaam voor hem was om die dingen te vertellen” (History of the Church, deel 1, p. 220). Wat we dus wél weten over het daadwerkelijke verschijnen van het Boek van Mormon is afdoende, maar niet volledig. […]

‘Alleen de profeet Joseph Smith kende het hele proces en was met opzet terughoudend om de details prijs te geven. Wel kunnen we iets opmaken uit de woorden van David Whitmer, Joseph Knight en Martin Harris. Zij keken echter toe en vertaalden zelf niet. David Whitmer gaf aan dat de profeet de door God aan hem gegeven instrumenten gebruikte, waarbij “de hiërogliefen verschenen plus de vertaling in het Engels […] in heldere, duidelijke letters”. Joseph las de woorden vervolgens aan Oliver voor. (Geciteerd in: James H. Hart, ‘About the Book of Mormon’, Deseret Evening News, 25 maart 1884, p 2.) Martin Harris vertelde over de zienersteen: “Er verschenen zinnen, die de profeet voorlas en Martin opschreef.” (Geciteerd in: Edward Stevenson, ‘One of the Three Witnesses: Incidents in the Life of Martin Harris,’ Latter-day Saints’ Millennial Star, 6 februari 1882, pp. 86–87.) Joseph Knight kwam met soortgelijke bevindingen. (Zie Dean Jessee, ‘Joseph Knight’s Recollection of Early Mormon History’, BYU Studies 17 [najaar 1976]), p. 35.)

‘Oliver Cowdery heeft naar verluidt in de rechtbank getuigd dat de Urim and Tummim Joseph in staat stelde “om in het Engels te lezen wat er aan hervormd Egyptische tekens op de platen was gegraveerd”. (‘Mormonites’, Evangelical Magazine and Gospel Advocate, 9 april 1831.) Als deze berichten kloppen, duiden ze op een proces waarbij God Joseph “het zicht en de macht ter vertaling had gegeven” (LV 3:12). […]

‘Het proces van openbaring vereiste kennelijk niet dat de profeet deskundig werd in de oude taal. De voortdurende stroom van openbaring was van groter belang dan de voortdurende aanwezigheid van geopende platen, die immers, op aanwijzing, toch uit het zicht van onbevoegde ogen moest blijven.

‘Hoewel het gebruik van door God gegeven hulpmiddelen ook het snelle tempo van vertalen kan verklaren, volgde de profeet mogelijk wel eens een procedure die minder mechanisch was. We kennen gewoonweg niet alle details.

‘We weten echter wel dat dit proces geloof vergde en niet gemakkelijk was. Dat kwam duidelijk tot uiting bij Oliver Cowdery’s eigen poging om te vertalen. Oliver slaagde daar niet in, omdat hij niet was “doorgegaan zoals [hij] was begonnen”, en omdat hij door gebrek aan geloof en werken “niet verder dacht dan alleen […] te vragen” (LV 9:5, 7). Hij was er niet goed op voorbereid. […]

‘Hoe het proces ook precies verliep, Joseph moest zich er in elk geval intensief en persoonlijk voor inzetten naast de aanwijzingen van de hulpmiddelen voor openbaring. Het proces werd misschien aangepast naarmate de capaciteiten van Joseph toenamen, waarbij de Urim en Tummim wel werd gebruikt maar de profeet minder op dergelijke hulpmiddelen hoefde terug te vallen in later vertaalwerk. Ouderling Orson Pratt van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd dat Joseph Smith hem vertelde dat hij de Urim en Tummim gebruikte toen hij nog weinig of geen ervaring had met vertalen, maar dat hij die later niet meer nodig had, wat het geval was bij Josephs vertaling van vele verzen uit de Bijbel. (Zie Latter-day Saints’ Millennial Star, 11 augustus 1874, pp. 498–499.)’ (‘By the Gift and Power of God’, Ensign, Januari 1997, 39).