Les 49

Enos

Inleiding

Nadat hij over de woorden van zijn vader had nagedacht, bad Enos om vergeving van zijn zonden, en kreeg hij die ook. Vervolgens bad hij voor het geestelijke welzijn van de Nephieten en de Lamanieten, en spande hij zich zijn hele leven voor hun eeuwig heil in.

Onderwijstips

Enos 1:1–8

Na over de woorden van zijn vader te hebben nagedacht, bidt Enos om vergeving van zijn zonden, en krijgt hij die ook.

Zet de woorden mijn ziel hongerde op het bord. Vraag de cursisten of ze weleens erge honger hebben gehad.

• Hoe zou je dat hongergevoel in enkele woorden kunnen omschrijven? (De cursisten kunnen honger omschrijven als een gevoel van leegte, pijn, zwakte of verlangen om gevuld te worden.)

• Wat kan iemand bedoelen met de woorden ‘mijn ziel hongerde’? (Een gevoel van geestelijke leegte, pijn, zwakte of verlangen om geestelijk gevuld te worden.)

Enos Praying

Vraag de cursisten of hun ziel weleens heeft gehongerd. Leg uit dat ze vandaag de ervaring onder de loep nemen van iemand wiens ziel hongerde. Laat de plaat ‘Enos bidt’ zien (62604; Evangelieplatenboek [2009], nummer 72).

• Wat weet je over de persoon op de plaat? (Leg indien nodig uit dat deze plaat Enos uitbeeldt, die een kleinzoon van Lehi en Sariah en een zoon van Jakob was. Hij kreeg de kleine platen kort voor zijn vaders dood onder zijn hoede [zie Jakob 7:27].

Vraag een cursist Enos 1:1, 3 voor te lezen. Laat de klas letten op de invloed die Jakob op Enos had. Vraag enkele cursisten naar hun bevindingen.

Laat het volgende schema op het bord zien. (U kunt het schema eventueel vóór de les al op het bord schrijven om tijd te winnen.) Het schema is bedoeld om groepen cursisten bij het lezen van Enos 1:2–8 op verschillende details van Enos’ ervaringen te laten letten.

Wat Enos verlangde	Wat Enos deed	Resultaten van wat Enos deed
Enos 1:2 Enos 1:3	Enos 1:2 Enos 1:4 Enos 1:8	Enos 1:5 Enos 1:6 Enos 1:8

Leg uit dat toen Enos over de leringen van zijn vader nadacht, hij geestelijke gevoelens kreeg die hem tot bepaalde dingen aanzetten en die op hun beurt weer bepaalde resultaten in zijn leven teweegbrachten.

Deel de klas op in drie groepen. Lees Enos 1:2–8 voor. Laat groep één letten op de verlangens die Enos had. Vraag groep twee te letten op wat Enos deed. Laat groep drie letten op de resultaten van Enos’ verlangens en daden. (Wijs erop dat de verzen op het bord informatie bevatten over de opdracht van elke groep.)

Details zoeken in lange passages uit de Schriften

Sommige cursisten vinden het moeilijk om op meerdere details te letten in lange passages uit de Schriften. Deel de klas in meerdere groepen op om die cursisten te helpen. Laat elke groep op een ander detail in een lange passage letten. Zo kunnen de cursisten zich tijdens het lezen op belangrijke punten richten. Zij krijgen zo ook de gelegenheid om de belangrijke details die ze in de Schriften ontdekken aan elkaar over te brengen.

Nadat u Enos 1:2–8 hebt voorgelezen, vraagt u de cursisten uit de eerste groep te verwoorden welke verlangens Enos had. Laat ze de betreffende woorden op het bord zetten. U kunt de cursisten deze woorden desgewenst laten markeren in hun Schriften. De cursisten kunnen woorden noemen zoals: ‘vergeving van mijn zonden’, ‘het eeuwige leven’ en ‘de vreugde der heiligen’.

Nadat de eerste kolom is ingevuld, vraagt u de klas om het begin van Enos 1:4 te lezen. Enos schrijft: ‘De woorden [van mijn vader] aangaande het eeuwige leven en de vreugde der heiligen drongen tot diep in mijn hart door’ (Enos 1:3). Wat ondervond hij daardoor? Maak de cursisten indien nodig attent op de woorden ‘en mijn ziel hongerde’. (U kunt de cursisten deze woorden desgewenst laten markeren in hun Schriften.)

• Hoe kan nadenken over de leringen van een profeet aangaande het eeuwige leven en de vreugde der heiligen iemands ziel doen hongeren? (Iemand kan daardoor het verlangen krijgen om waardig voor de Heer te worden en naar het geluk verlangen dat uit naleving van het evangelie voortvloeit.)

Wijs erop dat Enos ook naar de vergeving van zijn zonden verlangde. Leg uit dat de woorden ‘mijn ziel hongerde’ kan duiden op een gevoel van geestelijke leegte ten gevolge van zonde. Ze kunnen ook iemands verlangen aangeven om dichter bij de Heer te komen en van Hem te leren.

• Waarom brengt zonde een gevoel van geestelijke leegte in ons teweeg? (Zonde leidt ertoe dat de Heilige Geest Zich aan ons onttrekt en wij ons van de Heer vervreemd voelen.)

Help de cursisten de ervaring van Enos op zichzelf te betrekken door ze te laten nagaan of ze de geestelijke honger die Enos beschreef ook wel eens hebben gevoeld.

Om de klas te laten inzien wat Enos deed om zijn geestelijke honger te stillen, laat u de cursisten in groep twee hun bevindingen naar voren brengen en op het bord zetten. Zij behoren onder meer het volgende te noemen: ‘worsteling […] voor het aangezicht van God’, ‘riep Hem aan in machtig gebed’ en ‘[oefende] geloof in Christus’.

• Hoe kunnen de woorden ‘worsteling […] voor het aangezicht van God’ iemands inspanningen weergeven om vergeving van zonden te ontvangen? (Wijs erop dat Enos niet in gebed worstelde met God, maar voor het aangezicht van God. Deze worsteling duidt op Enos’ strijd om onze hemelse Vader de oprechtheid van zijn verlangens te tonen en zijn bereidheid om zich te bekeren door de noodzakelijke veranderingen in zijn leven aan te brengen.) Waarom is worsteling een goed woord om onze bekeringsinspanningen te beschrijven?

• Welk bewijs zie je in Enos 1:4 dat Enos oprecht naar vergeving van zijn zonden zocht? (Wijs de cursisten er indien nodig op dat smeking betekent dat iemand nederig en met een groot verlangen om iets vraagt.)

• Hoe kunnen wij onze oprechtheid tonen als we de Heer om vergeving vragen? (U kunt erop wijzen dat onze gebeden misschien niet zo lang als die van Enos hoeven te zijn, maar wel oprecht.)

Om de klas de resultaten te laten inzien van wat Enos deed, laat u de cursisten in groep drie hun bevindingen naar voren brengen en op het bord zetten. Zij behoren onder meer het volgende te noemen: ‘uw zonden zijn u vergeven’, ‘mijn schuld [was] weggevaagd’ en ‘uw geloof heeft u gezond gemaakt’. (U kunt uitleggen dat gezond gemaakt in dit geval gereinigd van zonde betekent.)

• Wat zorgde er volgens Enos 1:7–8 voor dat Enos vergeving ontving en gezond werd gemaakt? (Zijn geloof in Jezus Christus.)

• Welke lessen kunnen we van Enos leren over het proces om vergeving van onze zonden te ontvangen? (Zie erop toe dat de cursisten naast andere mogelijke waarheden die ze noemen begrijpen dat we door ons geloof in Jezus Christus te oefenen vergeving van onze zonden kunnen ontvangen en gezond gemaakt kunnen worden.) Waarom is geloof in Jezus Christus oefenen noodzakelijk om deze zegeningen te ontvangen? (Jezus Christus heeft verzoening gebracht voor onze zonden. Alleen door de verzoening kunnen we gezond worden gemaakt.)

• Hoe wist Enos volgens Enos 1:5–6 dat hij vergeving had ontvangen? (U kunt duidelijk maken dat de genoemde stem in Enos 1:5 in Enos’ binnenste klonk [zie Enos 1:10].)

• Hoe kun je weten dat je vergeving van je zonden hebt ontvangen?

Lees als onderdeel van de bespreking van de laatstgenoemde vraag het volgende citaat van president Dieter F. Uchtdorf van het Eerste Presidium voor:

‘Als we ons eenmaal oprecht hebben bekeerd, zal Christus de schuldenlast van onze zonden wegnemen. Dan kunnen we te weten komen dat we vergeven en gezuiverd zijn. De Heilige Geest zal dat aan ons openbaren, want Hij is de Heiligmaker. Er is geen groter getuigenis van vergeving te vinden.’ (‘Het punt van veilige terugkeer’, Liahona, mei 2007, p. 101.)

• Waarom is het goed om te weten dat Christus de schuldenlast van onze zonden zal wegnemen nadat we ons oprecht hebben bekeerd?

Laat de cursisten de volgende vragen overdenken:

• Wanneer heb je gevoeld dat de Heer je van je zonden vergaf?

• Hoe heb je geloof in de verzoening van Jezus Christus geoefend?

• Hoe wist je dat je vergeving had ontvangen?

• Heb je onlangs gemerkt dat de Heer je vergeving heeft geschonken?

Getuig dat we vergeving ontvangen als we geloof in Jezus Christus oefenen en ons oprecht van onze zonden bekeren. Dankzij de Heiland kan onze schuld worden weggevaagd en kunnen wij gezond worden gemaakt.

Enos 1:9–27

Enos bidt voor het geestelijke welzijn van de Nephieten en de Lamanieten, en hij spant zich ijverig voor hun eeuwig heil in

Teken het volgende schema op het bord. Leg uit dat Enos na zijn gebeden voor zichzelf ging bidden voor het welzijn van anderen. Laat de klas zich opsplitsen in koppels. Vraag de cursisten in elk koppel beurtelings verzen uit Enos 1:9–14 voor te lezen. Laat ze de twee groepen benoemen voor wie Enos bad en waar hij in beide gevallen voor bad. Zet de woorden Nephieten en Lamanieten op de plek van de vraagtekens in het schema als de cursisten hun bevindingen naar voren brengen.

schema gebed

• Wat waren de Lamanieten volgens Enos 1:14 van plan om de Nephieten aan te doen?

• Wat komen we uit zijn gebed voor de Lamanieten over Enos te weten?

Lees het volgende citaat van president Howard W. Hunter voor. Laat de cursisten letten op het verband ervan met wat Enos deed:

‘Iedere keer dat we de zegeningen van de verzoening ervaren, moeten we wel begaan zijn met het eeuwig welzijn van anderen. […]

‘In welke mate iemand zich met zendingswerk bezighoudt, is een goede indicatie van zijn of haar bekering.’ (The Teachings of Howard W. Hunter, bewerkt door Clyde J. Williams [1997], pp. 248–249.)

• Wat heeft dit citaat met Enos te maken? (Enos liet ons zien dat wie de zegeningen van de verzoening van Jezus Christus ervaren, anderen zullen helpen om eeuwig heil te verkrijgen. U kunt de cursisten dit beginsel desgewenst in hun Schriften laten noteren.)

Laat de cursisten Enos 1:12, 15–20 bestuderen en letten op het verband dat Enos tussen gebed, geloof en ijver liet zien.

• Wat betekent het om in geloof te bidden?

• Hoe legde Enos volgens Enos 1:12, 19–20 tijdens en na zijn gebed ijver aan de dag?

• Wat kunnen wij uit het voorbeeld van Enos over gebed leren? (De cursisten behoren in te zien dat de Heer onze gebeden volgens ons geloof en onze ijver verhoort.)

Laat de cursisten aan de hand van de volgende uitspraken (op het bord of als uitreikblad) overwegen hoe ze het voorbeeld van Enos kunnen volgen. Vraag de cursisten een van de uitspraken te kiezen en daar in hun Schriftendagboek op te reageren.

1. Net als Enos verlang ik ernaar om vergeving van mijn zonden te ontvangen. Ik laat de Heer zien dat mijn verlangen oprecht is door …

2. Net als Enos verlang ik ernaar om mijn familieleden en vrienden te helpen tot Christus te komen. Ik ga proberen de volgende persoon te helpen … Ik ga deze persoon helpen door …

3. Enos bad voor de Lamanieten, die men als vijanden beschouwde. Net als Enos wil ik de liefde van de Heer tonen aan mensen die onvriendelijk tegen me zijn. Ik ga dat onder meer doen door …

Laat een cursist daarna Enos 1:26–27 voorlezen Laat de klas letten op bewijzen van de vreugde die Enos vanwege zijn inspanningen ontving. Vraag de cursisten naar hun bevindingen en moedig ze aan om wat ze in hun Schriftendagboek hebben geschreven ten uitvoer te brengen. Getuig dat als we geloof in Jezus Christus oefenen, vergeving en vreugde ons deel zullen zijn, en dat ons verlangen om anderen te helpen tot Christus te komen zal toenemen.

Toelichting en achtergrondinformatie

Enos 1:2. ‘Voordat ik vergeving van mijn zonden ontving’

Enos liet niets los over de aard of ernst van zijn zonden, maar beschreef wel het proces van bekering dat ieder van ons moet doormaken om vergeving van God te ontvangen. President Spencer W. Kimball heeft gezegd:

‘Het verhaal van Enos, die in grote nood zat, heeft mij altijd aangesproken. Net als wij allemaal — want niemand van ons is volmaakt — was hij afgedwaald. Ik weet niet hoe ernstig zijn zonden waren, maar hij schreef: ‘Ik zal u vertellen van de worsteling die ik heb gehad voor het aangezicht van God voordat ik vergeving van mijn zonden ontving’ [Enos 1:2]. […]

‘Wat is het een zegen en een vreugde voor ieder van ons om te weten dat onze Vader leeft en dat Hij ons liefheeft, dat Hij ons vergeeft als wij ons bekeren, dat Hij altijd bereid is om zijn geliefde kinderen te helpen en liefde te schenken.’ (‘Pray Always’, Ensign, oktober 1981, p. 6.)