Bibliotheek
Les 35: 2 Nephi 25


Les 35

2 Nephi 25

Inleiding

Nephi bleef het belang van Jesaja’s profetieën beklemtonen. Hij legde uit dat ieder die de geest van profetie heeft Jesaja’s woorden kan leren begrijpen en waarderen. Hij vertelde waarom hij dit alles schreef: ‘teneinde onze kinderen, en ook onze broeders, ertoe te bewegen in Christus te geloven en met God te worden verzoend’ (2 Nephi 25:23). Hij nodigde allen uit om in Jezus Christus te geloven en ‘Hem [te] aanbidden met geheel [hun] macht, verstand en kracht, en met geheel [hun] ziel’ (2 Nephi 25:29).

Onderwijstips

2 Nephi 25:1–8

Nephi legt uit dat wij de woorden van Jesaja kunnen begrijpen als wij de geest van openbaring hebben

Laat een hangslot zien dat zonder sleutel niet geopend kan worden (of teken een hangslot en sleutel op het bord). Leg uit dat mensen waardevolle bezittingen vaak achter slot en grendel bewaren. Zij houden dan de enige sleutel voor het slot bij zich of geven wellicht een kopie van de sleutel aan een vertrouwde vriend(in) of een familielid.

Afbeelding
hangslot en sleutel

Leg uit dat Nephi wist dat de profetieën van Jesaja ‘zeer waardevol’ waren (2 Nephi 25:8). Hij hield ze echter niet geheim. Hij sprak zelfs over een sleutel voor iedereen die de betekenis van Jesaja’s woorden wil ontsluiten. Vraag een cursist de eerste zin in 2 Nephi 25:4 voor te lezen. Vraag de klas te letten op de sleutel waarmee wij de woorden van Jesaja kunnen begrijpen.

  • Welke sleutel heb je gevonden? (‘De geest van profetie.’)

Maak de cursisten duidelijk wat ‘de geest van profetie’ hebben betekent door de volgende verklaring in de Gids bij de Schriften voor te lezen:

‘Een profetie bestaat uit door God geïnspireerde woorden of geschriften die iemand ontvangt door openbaring van de Heilige Geest. Het getuigenis van Jezus is de geest der profetie (Openbaring 19:10). Een profetie kan betrekking hebben op het verleden, het heden of de toekomst. Wanneer iemand profeteert, spreekt of schrijft hij datgene wat God bekend wil maken voor zijn eigen welzijn of voor dat van anderen. Ieder mens kan profetie of openbaring ontvangen voor zijn eigen leven.’ (Gids bij de Schriften, ‘Profeteren, profetie’, scriptures.lds.org.)

Maak de cursisten duidelijk dat hun begrip van Jesaja’s woorden zal toenemen als zij (1) de leiding van de Heilige Geest zoeken en (2) een getuigenis hebben van Jezus Christus en een verlangen om van Hem te leren. Als zij Jesaja’s woorden op die manier beschouwen, als zij altijd zoeken naar manieren waarop zijn profetieën van de Heiland getuigen, kunnen zij leren wat God ze bekend wil maken, voor hun eigen welzijn of dat van anderen.

Wijs erop dat Nephi ook andere ideeën aandroeg waardoor Jesaja’s woorden meer betekenis voor ons kunnen krijgen. Vraag de cursisten 2 Nephi 25:1 te lezen en na te gaan waarom velen uit het volk van Nephi Jesaja’s profetieën moeilijk te begrijpen vonden.

  • Wat heb je gevonden? (Zij kenden ‘de wijze van profeteren onder de Joden’ niet.)

  • Wat zijn op basis van wat je van Jesaja’s woorden hebt gelezen enkele kenmerken van de wijze van profeteren onder de Joden van weleer? (Mogelijke antwoorden: Jesaja en andere profeten gebruikten symboliek en poëtische taal.)

  • Waarom is het bij het lezen van de woorden van Jesaja nuttig om bedacht te zijn op deze wijze van profeteren?

Leg uit dat er nog een nuttig idee staat in 2 Nephi 25:5–6. Laat een cursist die verzen voorlezen. Vraag de klas te letten op dingen die Nephi had meegemaakt waardoor hij de woorden van Jesaja beter kon begrijpen.

  • Waarom denk je dat Nephi er baat bij had dat hij in Jeruzalem had gewoond? Waarom denk je dat Nephi er voordeel bij had dat hij ‘de dingen der Joden gezien’ had en Jeruzalem en ‘de gewesten eromheen ken[de]’?

  • Wat kunnen wij doen om enige kennis van die dingen op te doen? (Wij kunnen de cultuur, geschiedenis en geografie van het oude Israël bestuderen).

Lees 2 Nephi 25:7–8 voor aan de cursisten. Wijs erop dat Jesaja’s profetieën zeer waardevol voor ons zullen zijn nu we zien dat ze in vervulling zijn gegaan. Vraag ter verduidelijking van deze waarheid:

  • Welke profetieën hebben we in de afgelopen paar dagen bestudeerd die al zijn vervuld? (De cursisten herinneren zich wellicht de profetieën over de Salt Laketempel [zie 2 Nephi 12:2–3], de geboorte van Jezus Christus [zie 2 Nephi 19:6] en Joseph Smith [zie 2 Nephi 21:1, 10].) In welke opzichten krijgen die profetieën meer betekenis als je ziet dat ze in vervulling zijn gegaan?

Spreek tot slot van dit gedeelte van de les uw vertrouwen uit dat de cursisten Jesaja’s woorden beter zullen gaan begrijpen naarmate zij de geest van profetie zoeken. Beklemtoon dat ze hun begrip kunnen vergroten door zich te verdiepen in de wijze van profeteren onder de vroegere Joden en in de cultuur, geschiedenis en geografie van het oude Israël.

2 Nephi 25:9–19

Nephi profeteert over de verstrooiing en vergadering van de Joden

Vertel samenvattend dat Nephi in 2 Nephi 25:9–19 profeteerde over de Joden en hun thuisland in Jeruzalem en de omliggende gebieden. Hij zei dat de Joden die na de verwoesting van Jeruzalem gevankelijk naar Babylon waren weggevoerd, ‘naar hun erfland’ zouden terugkeren (zie 2 Nephi 25:9–11). Jezus Christus, de Messias, zou onder hen leven, maar velen zouden Hem verwerpen en Hem kruisigen (zie 2 Nephi 25:12–13). Na de dood en opstanding van de Heiland zou Jeruzalem wederom worden vernietigd en zouden de Joden door andere natiën worden verstrooid en gegeseld (zie 2 Nephi 25:14–15). Uiteindelijk zouden zij in Jezus Christus en in zijn verzoening geloven, en zou de Heer ze uit hun ‘verloren en gevallen staat’ terugbrengen (zie 2 Nephi 25:16–19).

2 Nephi 25:20–30

Nephi getuigt van Jezus Christus

Laat de cursisten zich voorstellen hoe ze zouden reageren als iemand beweert dat heiligen der laatste dagen niet in Jezus Christus geloven. U kunt een of twee cursisten in het kort hun ervaringen laten vertellen toen anderen hun geloof in Jezus Christus in twijfel trokken. Laat de cursisten 2 Nephi 25:20–30 lezen en bespreken en daarbij letten op passages die ze in dergelijke situaties kunnen gebruiken.

Vraag de cursisten wat de ‘juiste weg’ in 2 Nephi 25:28–29 is. Nadat zij hebben genoemd dat ‘de juiste weg is om in Christus te geloven en Hem niet te verloochenen’, zet u op het bord Waarom in Jezus Christus geloven de juiste weg is. Laat de cursisten vervolgens in 2 Nephi 25:20, 23–26 zoeken naar redenen waarom in Jezus Christus geloven de juiste weg is. Laat ze hun antwoorden onder de titel op het bord zetten. Mogelijke antwoorden:

Het heil komt alleen door Jezus Christus.

Dankzij Jezus Christus kunnen wij, na alles wat wij kunnen doen, door de genade worden gered.

Dankzij de verzoening van de Heiland kunnen wij vergeving van onze zonden ontvangen.

Vraag een cursist 2 Nephi 25:23 en 2 Nephi 10:24 voor te lezen. Wijs erop dat in deze verzen een vorm van het woord verzoenen voorkomt, dat de betekenis heeft van mensen of dingen in harmonie of overeenstemming met elkaar brengen.

  • In beide verzen sporen profeten ons aan om met God te worden verzoend. Wat betekent dat volgens jou?

Leg uit dat in beide verzen tevens sprake is van het woord genade. Genade is een gave die onze hemelse Vader ons schenkt door middel van zijn Zoon, Jezus Christus. Het woord genade, zoals het in de Schriften wordt gebruikt, verwijst voornamelijk naar de activerende kracht en geestelijke genezing door middel van de barmhartigheid en liefde van Jezus Christus.

  • Wat staat er in 2 Nephi 10:24 en 25:23 over het verband tussen genade en onze eigen inspanningen?

Vraag de cursisten toe te passen wat ze hebben geleerd door antwoorden op de volgende vraag in hun Schriftendagboek of aantekenschrift te noteren. Zet de vraag eventueel op het bord.

  • Wat betekent het voor jou dat je door de genade wordt gered?

Maak de cursisten duidelijk dat Nephi’s opmerking in 2 Nephi 25:24–25 dat de wet voor zijn volk dood was geworden, op de wet van Mozes sloeg. Die wet, met alle bijbehorende ceremonies, rituelen, symbolen en geboden, met inbegrip van dierenoffers, was in Nephi’s tijd nog steeds in gebruik. Nephi en anderen wisten dat de wet door de verzoening van Jezus Christus zou worden vervuld. Na de verzoening hoefden de discipelen van de Heiland de wet van Mozes niet langer in acht te nemen. Maar de getrouwe Nephieten bleven de wet destijds gehoorzamen, in de wetenschap dat de huidige wet in de toekomst vervangen zou worden.

Toen Nephi zei dat de wet voor hem en anderen dood was geworden, bedoelde hij dat de wet hen niet zou redden. Zij hielden zich aan de wet omdat ze gehoorzaam wilden zijn en omdat ze wisten dat de wet ze op Jezus Christus wees, die hun redding en heil zou brengen.

  • Welke redenen worden in 2 Nephi 25:23–26 genoemd waarom we de geboden dienen te bewaren?

  • Wat ga je doen om te ‘spreken over Christus’ en je te ‘verheugen […] in Christus’? (2 Nephi 25:26). Wat ga je doen om bij anderen geloof in Christus op te wekken?

Laat de cursisten de gevonden passages bespreken waarmee ze op mensen kunnen reageren die beweren dat heiligen der laatste dagen niet in Jezus Christus geloven. Vraag ze te vertellen waarom die passages ze aanspreken.

Getuig van de waarheden die u vandaag hebt besproken. U kunt de cursisten ook de gelegenheid geven om van deze waarheden te getuigen.

Tekstenbeheersing — 2 Nephi 25:23, 26

Opmerking: Overweeg of u het volgende lesidee in het laatste gedeelte van deze les wil gebruiken. Als er niet voldoende tijd voor dit idee in deze les is, kunt u er wellicht in een andere les tijd aan besteden.

Help de cursisten 2 Nephi 25:26, een van de verzen in deze kerntekst, uit het hoofd te leren door het volgende op het bord te zetten:

Spreken

Verheugen

Prediken

Profeteren

Schrijven

Opdat onze kinderen …

Op welke Bron …

Voor vergeving …

Laat de cursisten met behulp van de geheugensteuntjes op het bord 2 Nephi 25:26 opzeggen. Vraag na enkele keren opzeggen of iemand in de klas het vers uit het hoofd wil proberen op te zeggen. Laat de rest van de cursisten het vers daarna samen opzeggen zonder naar het bord te kijken. Ter afsluiting kunt u zeggen dat we er goed aan doen acht te slaan op onze ouders, leiders en leerkrachten die ons ertoe proberen te bewegen naar de Heiland uit te zien.

Geef elke cursist een vel papier. Laat de cursisten een brief schrijven aan hun toekomstige kinderen en ze daarbij aanmoedigen Jezus Christus het middelpunt van hun leven te maken. De cursisten kunnen hun brief desgewenst in hun exemplaar van de Schriften bewaren voor de toekomst.

Toelichting en achtergrondinformatie

2 Nephi 25:23. De leer van de genade

‘De belangrijkste betekenis van het woord [genade] is: goddelijke middelen van hulp of kracht, door middel van de overvloedige barmhartigheid en liefde van Jezus Christus.

‘Door de genade van de Heer Jezus, die Hij door zijn zoenoffer mogelijk heeft gemaakt, kan de mens onsterfelijk worden, waarbij ieder zijn lichaam na de dood terugkrijgt in een onsterfelijke staat. En dankzij de genade van de Heer kunnen mensen door geloof in de verzoening van Jezus Christus en door bekering van hun zonden, de kracht en de hulp ontvangen om de goede werken te verrichten die zij anders, op eigen kracht, niet hadden kunnen verrichten. Deze genade is een activerende kracht die mannen en vrouwen in staat stelt om het eeuwige leven en de verhoging te verkrijgen als zij zelf hun uiterste best hebben gedaan.

‘Iedere sterveling heeft goddelijke genade nodig vanwege de val van Adam en ook vanwege de zwakheden en tekortkomingen van de mens. Genade is echter niet toereikend zonder de volledige inspanning van de ontvanger. Vandaar de uitdrukking “dat wij, na alles wat wij kunnen doen, door de genade worden gered” (2 Nephi 25:23). Uiteindelijk maakt de genade van Jezus Christus ons heil mogelijk.’ (Bible Dictionary, ‘Grace’.)

Ouderling M. Russell Ballard van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:

‘Ik getuig tot u dat de veiligheid, vrede, vreugde en geborgenheid die we zoeken alleen te vinden zijn in het aanvaarden van en oprecht geloven in het leven en de zending van Jezus Christus, de Zoon van de almachtige God. Als wij zijn leringen aannemen, geven wij al onze zonden op, bekeren wij ons en doen wij alles wat in ons vermogen ligt om tot Hem te komen in een ware geest van discipelschap, weliswaar in het volle besef dat wij, na alles wat wij kunnen doen, door zijn genade worden gered. En als wij onszelf overgeven aan Christus, volledig en volkomen, vinden wij veiligheid, vrede, geluk en geborgenheid in Hem.’ (In: ‘Latter-day Counsel’, Ensign, juni 2001, p. 74.)

2 Nephi 25:26. ‘Wij verheugen ons in Christus’

President Gordon B. Hinckley heeft gezegd dat de kennis die we door de herstelling hebben ontvangen, ons in staat stelt om ons waarlijk in onze Heiland te verheugen:

‘De kerk heeft te maken met critici, vele zelfs. Zij zeggen dat we niet in de traditionele Christus van het christendom geloven. Er zit iets in wat zij zeggen. Ons geloof, onze kennis, is niet gebaseerd op oude tradities, waarvan de geloofsbelijdenissen voortgekomen zijn uit een beperkt begrip en uit de bijna oneindige discussies van mensen die probeerden de herrezen Christus te definiëren. Ons geloof, onze kennis, komt van het getuigenis van een profeet in deze bedeling, die de grote God van het heelal voor zich zag staan, alsmede zijn geliefde Zoon, de herrezen Heer Jezus Christus. Zij spraken tot hem. Hij sprak tot Hen. Hij getuigde openlijk, ondubbelzinnig en onbeschaamd van dat geweldige visioen. Het was een visioen van de Almachtige en van de Verlosser van de wereld, dat zo heerlijk was dat het ons begrip te boven gaat, maar dat zeker en ondubbelzinnig was in de kennis die het opleverde. Uit die kennis, diep geworteld in de grond van hedendaagse openbaring, spreken wij, om met Nephi te spreken, “over Christus, wij verheugen ons in Christus, wij prediken Christus, wij profeteren over Christus, en wij schrijven volgens onze profetieën, opdat [wij en] onze kinderen zullen weten op welke Bron [wij] mogen vertrouwen voor vergeving van [onze] zonden” (2 Nephi 25:26).’ (‘Wij zien op naar Christus’, Liahona, juli 2002, p. 102.)