Bibliotheek
Thuisseminarie: unit 18


Thuisseminarieles

Alma 25–32 (Unit 18)

Lesmateriaal voor de thuisseminarieleerkracht

Samenvatting van dagelijkse thuisseminarielessen

De volgende samenvatting van de leerstellingen en beginselen die de cursisten bij hun studie van Alma 25–32 (unit 18) geleerd hebben, is niet bedoeld om als onderdeel van uw les te worden behandeld. Uw les richt zich op slechts enkele van deze leerstellingen en beginselen. Volg de indrukken van de Heilige Geest terwijl u nadenkt over de behoeften van uw cursisten.

Dag 1 (Alma 25–29)

De cursisten leerden de volgende beginselen terwijl ze Ammon bestudeerden en de vreugde die hij en zijn broeders wegens het succes van de prediking van het evangelie ervoeren: Als wij onszelf verootmoedigen zal de Heer ons sterken en ons tot werktuig in zijn handen maken; wij ervaren vreugde als wij getrouw de Heer en zijn kinderen dienen. De Lamanieten bekeerden zich tot het evangelie en weigerden de wapens op te nemen. Hierdoor leerden de cursisten dat als wij ons volledig tot de Heer hebben bekeerd, wij de verbonden naleven die we met Hem hebben gesloten. De cursisten leerden van Alma’s voorbeeld dat we vreugde zullen ervaren als wij anderen helpen zich te bekeren en tot Christus te komen.

Dag 2 (Alma 30)

Door te lezen over de leringen van Korihor, een antichrist, leerden de cursisten dat Satan valse leerstellingen gebruikt om ons tot zonde te verlokken. Alma reageerde op Korihors leringen met de verklaring dat alle dingen van God als een oppermachtige Schepper getuigen. De cursisten begrepen Mormons opgetekende beginsel nadat zij hadden gelezen dat Korihor was vertrapt: ‘De duivel [zal] zijn kinderen [zijn volgelingen] ten laatste dagen niet bijstaan’(Alma 30:60).

Dag 3 (Alma 31)

Door Alma’s intentie om de Zoramieten van afvalligheid te redden, leerden de cursisten de volgende beginselen: Als wij het woord van God bestuderen, zal het ons leiden om het goede te doen. Onze dagelijkse inspanningen om te bidden en de geboden te onderhouden versterken ons tegen verleiding. Als wij bidden en in geloof handelen, zullen wij goddelijke hulp krijgen om ons in onze beproevingen te sterken.

Dag 4 (Alma 32)

Door Alma’s succes in het prediken onder de arme Zoramieten, leerden de cursisten dat nederigheid ons voorbereidt om het woord van God te ontvangen. Alma vergeleek het oefenen van geloof met het zaaien van een zaadje en de zorg ervoor. De cursisten leerden dat ons geloof en getuigenis van Jezus Christus en zijn evangelie groter zal worden als wij ijverig Gods woord in ons hart verzorgen.

Inleiding

Begin deze les met een activiteit die de cursisten zal helpen om een werktuig in Gods handen te zijn. Het grootste gedeelte van de les gaat echter over de gevolgen van het geloven in en handelen naar valse opvattingen in plaats van het geloven in en handelen naar het woord van God, zoals dat in Alma 30–32 geïllustreerd wordt.

Onderwijstips

Alma 25–29

Ammon en de zonen van Mosiah roemen in de Heer omdat vele Lamanieten zich tot het evangelie bekeren

In Alma 26 waren Ammon en zijn broeders verheugd over hun succes in het werk van de Heer. Laat de cursisten Alma 26:1–4, 11–13 lezen en opzoeken wat Ammon en zijn broeders hadden bereikt en hoe zij dat hadden bereikt. Maak de cursisten nogmaals duidelijk dat deze verzen ons het volgende beginsel leren: Als wij onszelf verootmoedigen zal de Heer ons sterken en ons tot werktuig in zijn handen maken.

Alma 30

Korihor beschimpt de leer van Christus

Laat de klas een zaadje zien. Vraag ze voorbeelden te noemen van leuke dingen die uit zaadjes voortkomen. Wijs erop dat in tegenstelling tot sommige planten, vruchten en groenten die de cursisten wellicht genoemd hebben, het mogelijk is dat een zaadje tot een andere plant uitgroeit die bittere of zelfs giftige vruchten voortbrengt, of een andere goede plant verstikt.

Zet de woorden opvatting en geloof op het bord en vraag: In hoeverre is geloof of een opvatting gelijk aan een zaadje?

Leg uit dat de cursisten door hun studie en bespreking van Alma 30–32 de tegenstelling zullen zien tussen de gevolgen van het aanhangen van valse opvattingen en de gevolgen van het aanhangen van het woord van God.

Vraag de cursisten wie Korihor was. Laat ze Alma 30:12–18, 23 lezen en de valse opvattingen van Korihor opzoeken. Nadat ze voldoende tijd hebben gehad laat u ze twee of drie valse opvattingen van Korihor op het bord of op een blaadje schrijven. Het moeten opvattingen zijn waarvan zij denken dat die gevaarlijk voor iemands geloof zijn. Stel daarna de volgende vragen:

  • Tot welke daden zouden deze opvattingen kunnen leiden? (Terwijl de cursisten antwoorden, maakt u duidelijk dat een opvatting die tot een daad aanspoort gelijk is aan een zaadje dat tot een plant uitgroeit.)

  • Waartoe zetten Korihors leringen volgens Alma 30:18 het volk aan? (Wijs de cursisten er daarbij op dat Satan valse leerstellingen gebruikt om ons tot zonde te verlokken.)

Laat een cursist samenvatten wat er met Korihor gebeurde. (Als de cursisten hulp nodig hebben, vraagt u ze het inleidende kopje van Alma 30 of Alma 30:52–53, 59–60 te lezen.)

Alma 31

Alma leidt een zending naar de afvallige Zoramieten

Herinner de cursisten eraan dat de Zoramieten in valse leerstellingen geloofden en tot valse, of afvallige, gebruiken waren vervallen. In Alma 31:5 leren we dat als wij het woord van God bestuderen, het ons ertoe zal leiden het goede te doen.

Alma 32

Alma leert de arme Zoramieten hoe zij geloof kunnen oefenen

Herinner de cursisten eraan dat Alma succes begon te hebben onder de arme Zoramieten terwijl vele andere Zoramieten het woord van God niet aan wilden nemen. Hij leerde hen hoe ze geloof moesten oefenen. Laat de cursisten Alma 32:21, een kerntekst, doornemen. Vraag ze uit te leggen wat zij uit dit vers over geloof leren.

Herinner de cursisten eraan dat Alma een zaadje gebruikte om in het proces van geloof te onderwijzen. Stel daarna de volgende vragen:

  • Welke zinsneden in Alma 32:28 geven aan dat een zaadje, of in dit geval het woord van God, goed is?

  • Wat voor invloed heeft het woord van God op ons wanneer wij het in ons hart laten zaaien?

Vertel de cursisten dat Alma de Zoramieten aanspoorde om het woord te beproeven, of in hun hart te zaaien door erin te geloven en ernaar te handelen. Laat ze Alma 33:22–23 lezen en opzoeken welk ‘woord’ de mensen volgens Alma in hun hart moesten zaaien. U kunt de cursisten aanmoedigen deze verzen als een kruisverwijzing naast Alma 32:28 te noteren.

Laat de cursisten Alma 32:28–29, 31, 37, 41–43 lezen en letten op de beloning die we krijgen als we geloven in en handelen naar het woord van God. Zie erop toe dat het volgende beginsel duidelijk is: Als wij ijverig ons geloof in Gods woord in ons hart verzorgen, zal ons geloof en getuigenis van Jezus Christus en zijn evangelie groter worden.

Ter afsluiting van deze les nodigt u de cursisten uit om hun antwoord te geven op les 4, opdracht 4 in hun Schriftendagboek — over het resultaat van de proef die Alma in Alma 32 beschreef.

Volgende unit (Alma 33–38)

Wat is het gevaar van het uitstellen van bekering? Amulek beantwoordt deze vraag en geeft daarbij een waarschuwing. Alma geeft tegen het eind van zijn leven ook raad aan twee van zijn zonen. Hij vertelt de details van zijn bekering — de verandering van iemand die tegen God streed naar iemand die voor God streed — en hij vertelt hoe hij zich voelde toen hij van de schuld en pijn van zijn zonden werd bevrijd.