Bibliotheek
Les 8: 1 Nephi 3–4


Les 8

1 Nephi 3–4

Inleiding

De Heer gebood Lehi zijn zoons terug naar Jeruzalem te sturen om de koperen platen van Laban te bemachtigen. Laman en Lemuël zagen niet in hoe zij dit gebod konden vervullen, maar Nephi had het geloof dat de Heer een weg voor hen zou bereiden om te volbrengen wat Hij bevolen had. Ondanks herhaalde moeilijkheden bleef Nephi er trouw en vastbesloten naar streven om te doen wat de Heer van hem vroeg. Hij werd dan ook door de Heilige Geest geleid en wist de platen te bemachtigen.

Onderwijstips

1 Nephi 3:1–9, 19–20

Lehi’s zoons keren naar Jeruzalem terug om de koperen platen te halen

Zet vóór de les begint de volgende uitspraken op het bord. Laat de cursisten de uitspraak kiezen die volgens hen het beste beschrijft hoe de Heer ons helpt wanneer Hij ons vraagt om moeilijke dingen te doen.

Als je ernaar streeft om een gebod of een moeilijke opdracht van de Heer te vervullen, zal Hij:

  1. Het gebod zo aanpassen dat je het eenvoudig en met gemak kunt volbrengen.

  2. Je inspanningen zegenen door een weg voor je te bereiden om het gebod te vervullen, ook al kan het nog steeds moeilijk zijn.

  3. Ingrijpen en alles voor je opknappen.

  4. Van je eisen dat je het helemaal alleen doet, zonder enige hulp.

Laat enkele cursisten vertellen welke uitspraak ze hebben gekozen en waarom.

Leg uit dat er veel manieren zijn waarop de Heer degenen kan zegenen die zijn geboden proberen na te komen. Laat de cursisten bij hun studie van 1 Nephi 3–4 letten op voorbeelden van dit beginsel. Moedig de cursisten ook aan om te letten op de verschillende reacties van Nephi en zijn broers op uitdagingen.

Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit 1 Nephi 3:1–9 voor te lezen. Laat de rest van de klas letten op redenen waarom Nephi gewillig was te doen wat zijn vader vroeg.

Laman en Lemuël vonden ‘het moeilijk’ wat Lehi ‘van hen [had] geëist’ , namelijk naar Jeruzalem terugkeren voor de platen van koper (zie 1 Nephi 3:5). Wijs de cursisten erop dat Laman en Lemuël er wellicht zo over dachten omdat ze al zo ver van Jeruzalem weggetrokken waren.

  • Waarom denk je dat Nephi zonder morren wilde doen wat zijn vader vroeg?

Laat de cursisten het beginsel waarvan Nephi in 1 Nephi 3:7 getuigt, in de vorm van ‘als […] dan’ verwoorden. Bijvoorbeeld: als we ernaar streven te doen wat de Heer gebiedt, dan zal Hij een weg voor ons bereiden om het te volbrengen. Wijs erop dat 1 Nephi 3:7 een kerntekst is. Leg uit dat de cursisten zich in de loop van dit jaar op 25 passages voor tekstenbeheersing, ofwel kernteksten, zullen richten. (Zie het aanhangsel voor meer informatie.) De 25 kernteksten staan op de achterkant van de seminarieboekenlegger. U kunt de cursisten aansporen de kernteksten op zodanige wijze te markeren dat ze de betreffende passages snel kunnen terugvinden.

  • Wanneer heb je gemerkt dat de Heer ‘een weg’ voor jou bereidde om een van zijn geboden na te komen?

Vraag een cursist 1 Nephi 3:3, 19–20 voor te lezen. Vraag de rest van de klas te letten op zinsneden die aangeven waarom de platen van koper zo waardevol waren voor Lehi’s familie en hun nakomelingen. (U kunt de cursisten in overweging geven om die zinsneden in hun Schriften te markeren.) Leg vervolgens uit dat de platen van koper oude Schriftuur bevatten met veel geschriften en informatie die ook in het Oude Testament voorkomen.

  • Waarom denk je dat de inhoud van de koperen platen belangrijk genoeg was om Nephi en zijn broers terug naar Jeruzalem te laten gaan en ze op te halen?

  • Wat staat er aan waardevols voor jou in de huidige Schriften? Waarom is dat waardevol voor jou?

1 Nephi 3:10–31

Laban steelt Lehi’s eigendommen en probeert Nephi en zijn broers te doden

Laat de helft van de klas de eerste poging van Nephi en zijn broers bestuderen om de koperen platen te verkrijgen (zie 1 Nephi 3:10–18). Laat de andere helft de tweede poging bestuderen (zie 1 Nephi 3:21–31). Laat iedere cursist voor zich de volgende vragen beantwoorden. U kunt ze deze opdracht in hun Schriftendagboek of aantekenschrift laten maken. Laat de vragen op het bord zien of maak er een uitreikblad voor iedere cursist van.

  1. Wie gingen er?

  2. Wat deden ze?

  3. Hoe reageerden zij na de mislukte poging?

  4. Voor wie de eerste poging bestuderen: Nephi en zijn broers waren ‘buitengewoon bedroefd’ nadat ze de koperen platen niet hadden kunnen bemachtigen (zie 1 Nephi 3:14). In welk opzicht verschilde Nephi’s reactie op deze mislukking met die van zijn broers? (Zie 1 Nephi 3:15–16.)

    Voor wie de tweede poging bestuderen: Laman en Lemuël waren boos op Nephi nadat hun tweede poging was mislukt. Zij sloegen hem en spraken harde woorden tot hem. Zelfs nadat een engel had beloofd dat de Heer Laban in hun handen zou overleveren, bleven zij morren en twijfelen of ze wel zouden slagen. In hoeverre kan de boosheid van Laman en Lemuël hun geloof in de belofte van de engel hebben bemoeilijkt? In hoeverre bemoeilijken boosheid, twist, morren en ongeloof ons begrip van Gods boodschap voor ons? (Zie 1 Nephi 3:28–31; 3 Nephi 11:29.)

  5. Wat hebben jullie uit deze verzen geleerd?

Als de cursisten voldoende tijd hebben gekregen om de vragen te beantwoorden, geef dan enkelen de gelegenheid daar iets over te zeggen.

1 Nephi 4:1–38

Nephi verkrijgt de koperen platen

Laat de cursisten de vragen noemen die Laman en Lemuël in 1 Nephi 3:31 stelden.

Vraag een cursist 1 Nephi 4:1–3 voor te lezen. Laat de klas letten op Nephi’s antwoorden op de vragen van zijn broers.

  • Wat had het verhaal van Mozes te maken met de vragen van Laman en Lemuël?

Leg eventueel uit dat Mozes voor een soortgelijke uitdaging stond toen hij de Israëlieten uit Egypte moest leiden. Zelfs na meerdere pogingen kon Mozes Farao er niet toe bewegen om de geknechte Israëlieten te laten gaan. Mozes bleef echter doen wat de Heer hem had geboden, en de Heer bereidde een weg voor hem om de Israëlieten te bevrijden. Nephi paste het voorbeeld van Mozes toe op de omstandigheden van zijn familie. Hij vertrouwde erop dat God tevens een weg voor hen zou bereiden.

  • Welk beginsel kunnen we leren uit Nephi’s antwoord aan zijn broers?

Het antwoord van de cursisten zou iets in de volgende trant moeten zijn: als we er trouw naar blijven streven te doen wat de Heer vraagt, ook bij moeilijkheden, dan zal Hij een weg voor ons bereiden om te volbrengen wat Hij gebiedt. (U kunt dit beginsel eventueel op het bord zetten.)

Verwijs naar de uitspraken die u aan het begin van de les op het bord hebt laten zien.

  • Nu jullie Nephi’s ervaring onder de loep hebben genomen, welke uitspraak geeft volgens jullie het beste het beginsel weer dat jullie zojuist hebben verwoord?

Spoor de cursisten bij hun studie van de rest van Nephi’s verslag aan om te letten op de bevestiging van dit beginsel, blijkend uit de resultaten van Nephi’s volharding.

Laat een cursist 1 Nephi 4:4–6 voorlezen. U kunt de cursisten in overweging geven om 1 Nephi 4:6 in hun Schriften te markeren.

Laat de cursisten inzien dat de Heer ons kan inspireren om iets te doen zonder direct te openbaren hoe, wanneer of waarom we dat moeten doen. Nephi kwam er pas achter hoe, wanneer en waarom de Heer hem zou helpen nadat hij zich door de Heilige Geest had laten leiden en nadat hij had besloten om in geloof voort te gaan.

Vertel de cursisten dat president Harold B. Lee opmerkte dat we vaak ‘het einde vanaf het begin’ willen weten, ofwel de afloop, voordat we de aanwijzingen van de Heer willen volgen. Hij gaf de volgende raad:

‘Je moet leren naar de rand van het licht te lopen, en wellicht een paar stappen het duister [het onbekende] in te lopen, en dan zul je merken dat het licht voor je uit gaat schijnen.’ (In: Lucile C. Tate, Boyd K. Packer: A Watchman on the Tower [1995], pp. 137–138.)

Vraag een cursist 1 Nephi 4:7 voor te lezen.

  • Waarom is in 1 Nephi 4:7 de zinsnede ‘niettemin ging ik verder’ zo veelzeggend?

  • Wat leren we van Nephi over de relatie tussen onze bereidheid om ‘heen te gaan en te doen’ en de mate waarin wij ons door de Heer kunnen laten leiden?

Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit 1 Nephi 4:8–18 voor te lezen.

  • Welke redenen gaf de Geest aan Nephi voor het gebod van de Heer om Laban te doden?

Vat de rest van het verhaal samen waarin Nephi de platen weet te bemachtigen (zie 1 Nephi 4:19–38). U kunt dat ook aan een cursist vragen die het verhaal kent. Laat de cursisten de beginselen benoemen die blijken uit deze laatste poging om de platen te bemachtigen. Getuig, nadat ze hun inzichten naar voren hebben gebracht, van het volgende: als we geloof in God oefenen en ernaar streven om te doen wat Hij vraagt, ook als we de afloop niet kunnen zien, zal Hij ons leiden door de invloed van de Heilige Geest.

U kunt bij de cursisten hun getuigenis van dit beginsel aanwakkeren door ze te laten vertellen wanneer ze zelf in geloof hebben gehandeld zonder van tevoren te weten hoe of wanneer God ze zou helpen.

Vraag de cursisten na te denken over een actuele situatie in hun leven waarbij ze de vereisten van de Heer moeilijk vinden. Laat ze in hun Schriftendagboek opschrijven wat ze gaan doen om de Heer hun bereidheid te tonen om heen te gaan en te doen wat Hij heeft geboden. Spreek vervolgens uw vertrouwen uit dat de Heer ons zal helpen volbrengen wat Hij ook van ons vraagt als we ons geloof aan de dag leggen.

Tekstenbeheersing — 1 Nephi 3:7

Zet de volgende woorden op het bord: gehoorzaamheid, geloof en vertrouwen. Vraag:

  • Welke bewijzen van Nephi’s gehoorzaamheid, geloof en vertrouwen zie je in 1 Nephi 3?

  • Hoe kunnen deze eigenschappen iemand helpen die op zending is geroepen?

Laat elke cursist een brief aan een zendeling schrijven en vragen hoe de zendeling 1 Nephi 3:7 in actie heeft gezien. Moedig de cursisten aan om de antwoorden op hun brief later met de groep te bespreken.

Opmerking: aan het eind van elke les waarin een kerntekst voorkomt, treft u een aanvullende activiteit aan om de cursisten de tekst beter te leren beheersen. U kunt die activiteiten op elk gewenst moment gebruiken. (Zie het aanhangsel en het handboek Het evangelie leren en erin onderwijzen.) Vanwege de aard en lengte van de les van vandaag, kunt u deze activiteit wellicht beter op een andere dag plannen, wanneer u meer tijd hebt.

Toelichting en achtergrondinformatie

1 Nephi 4:10–12. Het gebod om Laban te doden

Hoe kan een rechtschapen man als Nephi het rechtvaardigen dat hij iemand het leven beneemt? De profeet Joseph Smith heeft verklaard dat de Heer bepaalt wat goed en slecht is:

‘God heeft gezegd: “Gij zult niet doodslaan”, maar bij een andere gelegenheid zei Hij: “Gij zult hen volkomen met de ban slaan.” Dit is het beginsel waarop het bestuur van de hemel is gebaseerd — op openbaring die is aangepast aan de omstandigheden waarin de kinderen van het koninkrijk zich bevinden. Wat God eist, is juist, ongeacht wat het is, hoewel wij de reden wellicht pas inzien als de gebeurtenissen al lang voorbij zijn.’ (History of the Church, deel 5, p. 135.)

We kunnen het gebod van de Heer om Laban te doden beter begrijpen met het volgende in gedachten:

  1. De Heer gaf Laban minstens twee keer de kans om de koperen platen af te staan zonder daarbij het leven te laten. Laban was een leugenaar en een dief, en hij had minstens twee keer geprobeerd te moorden. Onder de wet van Mozes konden zowel stelen als poging tot moord met de dood bestraft worden (zie Exodus 21:14; 22:2; Deuteronomium 24:7).

  2. De Heer wilde dat Lehi en zijn nakomelingen de Schriftuurlijke kroniek op de koperen platen kregen, zelfs als ‘één mens omkomt’ (1 Nephi 4:13) om dat te bewerkstelligen. De koperen platen waren niet alleen de Nephitische en Mulekitische naties tot zegen, maar bepaalde teksten kwamen ook op de gouden platen te staan (zoals de citaten uit Jesaja en de gelijkenis van de tamme en wilde olijfbomen van Zenos). Het Boek van Mormon is miljoenen mensen tot zegen geweest en zal nog miljoenen mensen tot zegen zijn. Dat stond allemaal op het spel toen Nephi zich over Laban boog en op aanwijzing van de Geest handelde.

Soms hebben mensen ten onrechte het gevoel gehad dat ze er door de Geest des Heren toe werden aangezet om iets te doen wat in strijd was met eerdere geboden van de Heer. De volgende verklaring van president Ezra Taft Benson noemt drie korte tests die we kunnen toepassen om niet misleid te worden en gevoeglijk te mogen weten wanneer geestelijke indrukken van de Heer afkomstig zijn:

‘1. Wat staat erover in de standaardwerken? “Tot de wet en tot de getuigenis! Voor wie niet spreekt naar dit woord, is er geen dageraad”, heeft Jesaja gezegd. (Jesaja 8:20.) […]

‘We moeten ijverig de Schriften bestuderen. Vooral het Boek van Mormon en de Leer en Verbonden zijn belangrijk. […]

‘2. Ten tweede: wat zeggen de hedendaagse presidenten van de kerk over het onderwerp — vooral de huidige president? […]

‘Er is slechts één man op aarde die voor de hele kerk spreekt. (Zie LV 132:7; 21:4.) Die man is [de] president [van de kerk]. Omdat hij ons nu het woord van de Heer geeft, zijn zijn woorden zelfs belangrijker dan die van de overleden profeten. Als hij onder invloed van de Heilige Geest spreekt, zijn zijn woorden Schriftuur. (Zie LV 68:4.) […]

‘3. De derde en laatste test is de Heilige Geest — de test van de Geest. Door die Geest kunnen wij “de waarheid van alle dingen kennen”.(Moroni 10:5.) Die test kan alleen doeltreffend zijn als onze communicatiekanalen met God zuiver en deugdzaam zijn, en niet vervuild door zonden.’ (Conference Report, oktober 1963, pp. 16–17.)