Bibliotheek
Les 97: Alma 40


Les 97

Alma 40

Inleiding

Toen Alma zijn zoon Corianton voor de gevolgen van zonde waarschuwde, leerde hij hem ook over het leven na de dood. Hij legde uit dat door de verzoening van Jezus Christus alle mensen uit de dood zullen opstaan. Hij leerde over de geestenwereld, waar de doden op basis van hun keuzes in de sterfelijkheid in het paradijs of de gevangenis op de opstanding wachten.

Opmerking: In deze les krijgen de cursisten de gelegenheid om elkaar te onderwijzen. Zet voorafgaand aan de les de bijbehorende instructie voor de koppels op een uitreikblad. Zorg ervoor dat u goed op de hoogte bent van de verschillende instructies, zodat u de cursisten kunt helpen bij hun voorbereidingen om les te geven.

Onderwijstips

Alma 40

Alma onderwijst Corianton in de leer van de geestenwereld en de opstanding

Zet vóór de les de volgende vragen op het bord:

  1. Wat maakt het voor ons mogelijk om na de dood verder te leven? Wie zal er herrijzen?

  2. Waar gaan we na de dood heen? Hoe ziet het er daar uit?

  3. Wat is de opstandig? In welke opzichten zal ons herrezen lichaam anders zijn dan ons sterfelijk lichaam? Wat zullen we na de opstanding doen?

Laat de cursisten zich voorstellen dat ze zendeling zijn en dat ze een afspraak hebben met iemand die naar antwoorden op de vragen op het bord zoekt. Leg uit dat Alma in Alma 40 verder gaat met het onderwijzen van zijn zoon Corianton en dat dit hoofdstuk de antwoorden op deze vragen bevat.

Laat de cursisten Alma 40:1 doorlezen. Vraag de cursisten waarom Alma de opstanding met zijn zoon besprak.

  • Wat leerde Alma Corianton over de opstanding?

  • Waarom zou Corianton zich zorgen hebben gemaakt over de opstanding?

Deel de klas op in koppels. Geef elk koppel een nummer: 1, 2, of 3. Laat elk koppel als zendelingen te werk gaan en een korte les voorbereiden om de vragen op het bord te beantwoorden die overeenkomen met het nummer dat zij hebben gekregen. Ter voorbereiding geeft u elk koppel een kopie van de instructies die met hun nummer overeenkomen (zie hieronder). Terwijl de cursisten werken kunt u door de klas lopen om te luisteren en naar behoefte hulp te bieden.

Koppel 1— Alma 40:1–5

Vragen: Wat maakt het voor ons mogelijk om na de dood verder te leven? Wie zal er herrijzen?

Gebruik Alma 40:1–5 om deze vragen te beantwoorden. Besluit tijdens jullie voorbereiding wie welk deel van de les gaat behandelen. Wees voorbereid om het volgende te doen:

Beschrijf in het kort de achtergrond van de toegewezen teksten. (Wanneer je uit de Schriften onderwijst, leg je uit wie er spreekt, tot wie er gesproken wordt en bespreek je andere omstandigheden die de leerlingen kunnen helpen om de passage te begrijpen.)

Lees de verzen voor die de vragen beantwoorden. Leg uit hoe die vraag door de waarheden uit deze verzen wordt beantwoord. Daarbij maken jullie iedereen duidelijk dat door Jezus Christus alle mensen uit de dood zullen opstaan. Laat de personen die jullie onderwijzen deze waarheid desgewenst naast Alma 40:1–5 in hun Schriften noteren.

Vertel waarom de belofte van de opstanding belangrijk voor jullie is. Jullie kunnen ook de personen die jullie onderwijzen vragen waarom zij waardering hebben voor de belofte van de opstanding.

Getuig van de waarheden waarin jullie hebben onderwezen.

Koppel 2— Alma 40:6–14

Vragen: Waar gaan we na de dood heen? Hoe ziet het er daar uit?

Gebruik Alma 40:6–7, 11–14 om deze vragen te beantwoorden. Besluit tijdens jullie voorbereiding wie welk deel van de les gaat behandelen. Wees voorbereid om het volgende te doen:

Beschrijf in het kort de achtergrond van de toegewezen teksten. (Wanneer je uit de Schriften onderwijst, leg je uit wie er spreekt, tot wie er gesproken wordt en bespreek je andere omstandigheden die de leerlingen kunnen helpen om de passage te begrijpen.)

Lees de verzen voor die de vragen beantwoorden. Leg uit hoe die vraag door de waarheden uit deze verzen wordt beantwoord. (Misschien moeten jullie toelichten dat Alma met de woorden ‘buitenste duisternis’ niet naar de uiteindelijke staat van Satan en de verdoemden verwijst. Hij verwees naar de staat van de goddelozen tussen het tijdstip van de dood en het tijdstip van de opstanding. Tegenwoordig noemen we die staat de gevangenis.) Zie er tijdens het lezen van deze verzen op toe dat iedereen begrijpt dat tussen de dood en de opstanding de geest van de rechtvaardigen in het paradijs en de geest van de goddelozen in de gevangenis vertoeven. Laat de personen die jullie onderwijzen deze waarheid desgewenst naast Alma 40:11–14 in hun Schriften noteren.

Vertel hoe jullie begrip van deze waarheid je dagelijkse keuzes beïnvloedt. Jullie kunnen ook de personen die jullie onderwijzen vragen hoe hun begrip van het leven na de dood hen heeft geholpen.

Getuig van de waarheden waarin jullie hebben onderwezen.

Koppel 3— Alma 40:21–26

Vragen: Wat is de opstanding? In welke opzichten zal ons herrezen lichaam anders zijn dan ons sterfelijk lichaam? Wat zullen we na de opstanding doen?

Gebruik Alma 40:21–26 om deze vragen te beantwoorden. Besluit tijdens jullie voorbereiding wie welk deel van de les gaat behandelen. Wees voorbereid om het volgende te doen:

Beschrijf in het kort de achtergrond van de toegewezen teksten. (Wanneer je uit de Schriften onderwijst, leg je uit wie er spreekt, tot wie er gesproken wordt en bespreek je andere omstandigheden die de leerlingen kunnen helpen om de passage te begrijpen.)

Lees de verzen voor die de vragen beantwoorden. Leg uit hoe die vraag door de waarheden uit deze verzen wordt beantwoord. (Bij jullie voorbereiding is het misschien handig om te begrijpen dat in deze verzen het woord ziel naar iemands geest verwijst.) Maak iedereen duidelijk dat de opstanding een hereniging van de geest met het lichaam is, waarbij alle dingen tot hun eigen en volmaakte gedaante worden hersteld. Laat de personen die jullie onderwijzen deze waarheid desgewenst naast Alma 40:21–23 in hun Schriften noteren.

Vertel waarom jullie zo dankbaar zijn om te weten dat jullie lichaam en geest op een dag weer tot hun eigen en volmaakte gedaante zullen worden hersteld. Jullie kunnen ook vertellen hoe jullie keuzes beïnvloed worden door de kennis dat jullie op een dag voor God zullen staan om te worden geoordeeld. Vraag de personen die jullie onderwijzen wat zij van de leerstellingen van de opstanding en het laatste oordeel vinden.

Getuig van de waarheden waarin jullie hebben onderwezen.

Nadat de cursisten hun antwoorden op de toegewezen vragen hebben voorbereid, deelt u ze op in kleine groepjes zodat zij elkaar door middel van een rollenspel kunnen onderwijzen. Elk groepje moet uit drie koppels bestaan, waarbij elk koppel antwoorden op andere vragen heeft voorbereid. (Als uw klas klein is, laat u elke groep de hele klas lesgeven.) Moedig de cursisten aan om zichzelf te zijn tijdens het onderwijzen en het leren van de andere cursisten. Verzeker ze ervan dat de Heilige Geest hen en de mensen die zij onderwijzen kan inspireren als zij oprecht lesgeven en antwoorden. Terwijl zij elkaar onderwijzen, luistert u en draagt u bepaalde inzichten aan als u zich daartoe geïnspireerd voelt.

Als de cursisten de tijd hebben gehad om elkaar in groepjes te onderwijzen, stelt u de klas enkele van de volgende vragen:

  • Wat hebben jullie tijdens de voorbereiding van de vragen geleerd? Wat hebben jullie van de andere koppels geleerd?

  • Als je nagaat dat Corianton moeite had met de wet van kuisheid, hoe zou begrip van de aard van het leven na de dood hem hebben geholpen om toekomstige verleidingen te weerstaan?

  • Waarom zijn de waarheden die we vandaag besproken hebben belangrijk voor jullie?

Laat de cursisten Alma 40:25–26 doorlezen en letten op de verschillen tussen de uiteindelijke staat van de rechtvaardigen en die van de goddelozen. Laat ze beschrijven wat ze gevonden hebben en vraag ze hoe deze teksten hun voornemen hebben beïnvloed om het evangelie na te leven. U kunt ook zelf die vraag beantwoorden. Getuig van de rol van Jezus Christus door wie de zegeningen van de opstanding mogelijk worden gemaakt.

Tekstenbeheersing

De cursisten krijgen meer inzicht in een Schrifttekst als zij hun eigen vragen over de tekst opstellen. Laat de cursisten als klas of in groepjes samenwerken om hints op te schrijven die naar bepaalde kernteksten verwijzen. (U kunt een reeks teksten uitkiezen die u de cursisten wilt laten leren of doornemen.) Vraag ze hun hints vervolgens aan u voor te lezen. U krijgt een punt als u de juiste kerntekst weet te noemen. De klas krijgt een punt als u de juiste kerntekst niet kunt noemen.

Opmerking: Er is wellicht tijd om deze activiteit voor tekstenbeheersing in de les op te nemen. Om er echter zeker van te zijn dat de cursisten voldoende tijd hebben om zich voor te bereiden en aan de les deel te nemen, kunt u deze activiteit wellicht het best tot het eind van de les bewaren, als er genoeg tijd voor is. Als er niet voldoende tijd voor deze activiteit in deze les is, kunt u er wellicht in een andere les tijd aan besteden. Zie het aanhangsel achterin dit boek voor meer activiteiten.

Toelichting en achtergrondinformatie

Alma 40:11. ‘Huiswaarts […] gevoerd naar die God die hem het leven heeft geschonken’

President Joseph Fielding Smith heeft uitgelegd dat de woorden in Alma 40:11 ons niet leren dat we na de dood onmiddellijk in Gods tegenwoordigheid worden teruggebracht:

‘Met deze woorden van Alma [Alma 40:11–14] wordt, zoals ik ze begrijp, niet bedoeld dat alle geesten terugkeren in de tegenwoordigheid van God om naar een plaats van vrede of een plaats van straf te worden verwezen en voor Hem hun eindvonnis te ontvangen. “Huiswaarts gevoerd tot God” [vergelijk Prediker 12:7] betekent simpelweg dat hun sterfelijk bestaan tot een einde is gekomen en dat ze naar de geestenwereld zijn teruggekeerd, waar ze overeenkomstig hun werken een plaats krijgen toegewezen bij de rechtvaardigen of bij de onrechtvaardigen, in afwachting van de opstanding. “Terug naar God” kent als uitdrukking in vele andere situaties een equivalent. Iemand heeft bijvoorbeeld zijn zending in het buitenland volbracht. Bij zijn ontheffing en terugkeer naar de Verenigde Staten zegt hij misschien: “Het is geweldig om weer thuis te zijn”, terwijl zijn feitelijke thuis ergens in Utah of Idaho of ergens anders in het westen is.’ (Answers to Gospel Questions, samengesteld door Joseph Fielding Smith jr., 5 delen [1957–1966], deel 2, p. 85.)

Alma 40:11–15. Waar is de geestenwereld?

President Brigham Young heeft gezegd:

‘Waar is de geestenwereld? Die is hier. […] Gaan ze [de geesten van wie gestorven zijn] buiten de grenzen van deze aarde? Nee, dat doen ze niet. Ze blijven op deze aarde.’ (Discourses of Brigham Young, geselecteerd door John A. Widtsoe [1954], p. 376.)

Alma 40:11–15. Wat gebeurt er met de geesten in de geestenwereld?

‘Bij de dood van het menselijk lichaam, leeft de geest door. De geest van de rechtschapenen wordt in de geestenwereld “ontvangen in een staat van geluk die het paradijs wordt genoemd, een staat van rust, een staat van vrede, waarin hij van al zijn moeiten, en van alle zorg en droefenis zal uitrusten” (Alma 40:12). Er is een plek, de gevangenis in de geestenwereld genoemd, voor “hen die gestorven waren in hun zonden, zonder kennis van de waarheid, of in overtreding, omdat zij de profeten verworpen hadden” (LV 138:32). De geesten in de gevangenis wordt “geloof in God geleerd, bekering van zonde, de plaatsvervangende doop tot vergeving van zonden, de gave van de Heilige Geest door handoplegging, en alle andere beginselen van het evangelie die zij [moeten] kennen” (LV 138:33–34). Als ze de beginselen van het evangelie aanvaarden, zich van hun zonden bekeren, en de verordeningen accepteren die voor hen in de tempels zijn verricht, worden ze in het paradijs verwelkomd.’ (Trouw aan het geloof: evangeliewijzer [2004], p. 23.)

Alma 40:13–14. Buitenste duisternis

Alma verwees met de zinsnede ‘buitenste duisternis’ naar de tijdelijke plaats in de nasterfelijke geestenwereld waar de goddelozen op de opstanding wachten (zie Alma 40:13–14). Andere profeten noemden deze plaats een gevangenis (zie 1 Petrus 3:18–20; LV 76:73; 138:28–42).