Bibliotheek
Les 42: 2 Nephi 33


Les 42

2 Nephi 33

Inleiding

Nephi besloot zijn kroniek met de verklaring dat zijn opgetekende woorden getuigen van Jezus Christus en mensen overreden goed te doen en tot het einde te volharden. Hij zei dat hoewel hij ‘in zwakheid’ had geschreven, zijn woorden voor wie ze zouden lezen ‘van grote waarde’ waren en ‘sterk worden gemaakt’ (zie 2 Nephi 33:3–4). Hij getuigde dat zijn geschriften ‘de woorden van Christus’ waren en dat de mensen voor God rekenschap moesten afleggen voor hun reactie op die woorden (zie 2 Nephi 33:10–15).

Onderwijstips

2 Nephi 33:1–2

Nephi zet de macht van de Heilige Geest uiteen om de waarheid tot ons hart te voeren

Teken het volgende op het bord:

Afbeelding
Heart
  • Wat is het verschil tussen een boodschap die tot iemands hart komt en een boodschap die in iemands hart komt?

Vraag een cursist 2 Nephi 33:1 voor te lezen. Laat de cursisten vervolgens over de volgende vraag nadenken:

  • Waarom denk je dat het veelzeggend is dat de Heilige Geest de waarheid tot ons hart voert maar niet in ons hart?

Lees het volgende citaat van ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen voor terwijl de cursisten aan het nadenken zijn. Leg uit dat ouderling Bednar in dit citaat spreekt over 2 Nephi 33:1.

Afbeelding
Ouderling David A. Bednar

‘U ziet dat de macht van de Geest de boodschap tot maar niet noodzakelijkerwijs in het hart voert. Een leerkracht kan uitleggen, demonstreren, overreden en getuigen, en dat op zeer krachtige en doeltreffende wijze doen. Maar uiteindelijk zal de inhoud van de boodschap en de invloed van de Heilige Geest alleen in het hart doordringen als de ontvanger daarvoor openstaat.’ (‘Zoek kennis door geloof’, Liahona, september 2007, p. 17.)

Laat een cursist de volgende uitspraak van ouderling Gerald N. Lund van de Zeventig voorlezen:

‘Waarom slechts tot het hart? Onze individuele keuzevrijheid is zo heilig, dat onze hemelse Vader het hart van de mens nooit met geweld zal binnendringen, ook al heeft Hij alle macht. […] Met andere woorden, God staat ons toe dat we ons eigen hart als poortwachters bewaken. We moeten ons hart uit eigen vrije wil openstellen voor de Geest.’ (‘Ons hart openstellen’, Liahona, mei 2008, p. 33.)

  • Wat bepaalt of een boodschap tot in het hart van iemand doordringt?

  • Wanneer heb je gevoeld dat een evangelieboodschap in je hart doordrong? Wat zegt dat over je hart op dat moment?

Vraag de cursisten 2 Nephi 33:2 te lezen en na te gaan hoe mensen op de Heilige Geest reageren als ze hun hart verstokken.

  • Welk gedrag en welke houding zie je zoal bij mensen met een verstokt hart?

  • Welke boodschap haal jij uit 2 Nephi 33:2? (De cursisten kunnen antwoorden dat wij ervoor kiezen om ons hart open te stellen of af te sluiten voor de inspiratie van de Heilige Geest. Maak de cursisten duidelijk dat als wij ons hart openstellen, boodschappen van de Heilige Geest in ons hart kunnen doordringen.)

Geef de cursisten voordat u verder gaat met de les even de tijd om de toestand van hun hart te overwegen en te bezien of zij boodschappen van waarheid in hun hart toelaten.

2 Nephi 33:3–15

Nephi legt het doel van zijn kroniek uit en zijn hoop dat zijn lezers in Christus zullen geloven

Zet het volgende op het bord:

2 Nephi 33:3 — ik bid onophoudelijk voor …

2 Nephi 33:4 — ik weet …

2 Nephi 33:6 — ik roem …

2 Nephi 33:7 — ik heb …

Laat de cursisten 2 Nephi 33:3–7 doorlezen en letten op de hoop die Nephi koesterde voor degenen die zijn woorden zouden lezen. Laat enkele cursisten naar voren komen en de zinnen op het bord aanvullen met hun eigen woorden of met de woorden van Nephi. (Sommige zinnen op het bord kunnen op meerdere manieren worden aangevuld.)

  • Hoe kunnen wij ons persoonlijke getuigenis van Jezus Christus en zijn verzoening versterken?

Vraag vijf cursisten beurtelings een vers uit 2 Nephi 33:10–14 voor te lezen. Vraag de klas om in hun eigen Schriften mee te lezen en te letten op woorden die betekenis voor ze hebben. Laat de cursisten die woorden desgewenst markeren.

  • Welke woorden zijn belangrijk voor je? Waarom?

  • Wat zullen mensen die in Christus geloven van het Boek van Mormon vinden? (Zie 2 Nephi 33:10.)

  • Wat zou er volgens Nephi’s waarschuwing gebeuren met degenen die zijn woorden verwerpen? (Laat de cursisten bij het geven van hun antwoorden ook bedenken hoe zij zich in de tegenwoordigheid van de Heer zullen voelen als zij de woorden van Nephi en andere profeten hebben geloofd en opgevolgd.)

Vraag de cursisten 2 Nephi 33:15 te lezen en stil te staan bij Nephi’s laatste woorden: ‘Ik moet gehoorzamen.’ Geef ze dan enkele minuten de tijd om voorbeelden van Nephi’s gehoorzaamheid in 1 en 2 Nephi op een rij zetten. Vraag de cursisten na een paar minuten te vertellen wat hun bevindingen zijn. Mogelijke antwoorden: Jeruzalem verlaten, naar Jeruzalem terugkeren om de platen van koper te verkrijgen, nogmaals naar Jeruzalem terugkeren om het gezin van Ismaël over te halen om met ze mee te gaan, twee stel platen bijhouden, de aanwijzingen op de Liahona opvolgen, een schip bouwen, reizen naar het beloofde land, zich afscheiden van Laman en Lemuël, en zijn volk in rechtschapenheid leiden. Zet de voorbeelden die de cursisten noemen desgewenst op het bord.

Zet het volgende op het bord: Ik moet …

Laat de cursisten die zin in hun Schriftendagboek of aantekenschrift aanvullen. Uit uw vertrouwen dat ze ervoor kunnen kiezen om gehoorzaam te zijn. Vertel ze hoe ze door Nephi’s woorden hun geloof in Jezus Christus kunnen versterken en hun vermogen om goed te doen kunnen vergroten.

2 Nephi: terugblik

Help de cursisten op 2 Nephi terug te blikken. Vraag ze na te denken over wat ze van dit boek hebben geleerd, zowel in het seminarie als in hun individuele Schriftstudie. U kunt ze indien nodig aanmoedigen 2 Nephi nog eens door te bladeren om hun geheugen op te frissen. Vraag ze zich voor te bereiden om iets te vertellen uit het boek 2 Nephi dat ze heeft geïnspireerd om goed te doen en geloof in Jezus Christus te hebben, zoals Nephi aangaf (zie 2 Nephi 33:4). Vraag diverse cursisten na verloop van tijd naar hun gedachten en gevoelens.

Bespreek de volgende citaten over de verantwoordelijkheid die we hebben om het Boek van Mormon te lezen en de zegeningen die we ontvangen als we die verantwoordelijkheid nakomen:

President Joseph Fielding Smith heeft gezegd: ‘Ik denk dat ieder lid van deze kerk nooit tevreden kan zijn totdat hij of zij het Boek van Mormon keer op keer heeft gelezen en er zorgvuldig over heeft nagedacht, zodat hij of zij kan getuigen dat het inderdaad een door God geïnspireerd verslag is, en dat de geschiedenis ervan waar is.’ (Conference Report, oktober 1961, p. 18.)

President Gordon B. Hinckley heeft beloofd dat als leden van de kerk het Boek van Mormon lezen ‘er een grotere mate van de Geest des Heren in [hun] huis zal komen […]. [Zij zullen] zijn geboden met grotere vastberadenheid gehoorzamen, en […] een sterker getuigenis ontvangen dat de Zoon leeft.’ (‘Een krachtig en waar getuigenis’, Liahona, augustus 2005, p. 6.)

Tot slot van de les kunt u overwegen iets uit eigen ervaring te vertellen als getuigenis dat Nephi’s woorden in dit hoofdstuk voor u in vervulling zijn gegaan.