Bibliotheek
Thuisseminarie: unit 17


Thuisseminarieles

Alma 17–24 (Unit 17)

Lesmateriaal voor de thuisseminarieleerkracht

Samenvatting van dagelijkse thuisseminarielessen

De volgende samenvatting van de leerstellingen en beginselen die de cursisten bij hun studie van Alma 17–24 (unit 17) geleerd hebben, is niet bedoeld om als onderdeel van uw les te worden behandeld. Uw les richt zich op slechts enkele van deze leerstellingen en beginselen. Volg de indrukken van de Heilige Geest terwijl u nadenkt over de behoeften van uw cursisten.

Dag 1 (Alma 17–18)

Door het voorbeeld van Ammon en zijn broeders die de Lamanieten onderwezen, leerden de cursisten dat als wij de Schriften onderzoeken, bidden en vasten, we de Heilige Geest kunnen ontvangen en met kracht kunnen onderwijzen. Ammons dienstbetoon voor koning Lamoni is ook een belangrijk onderdeel van zendingswerk — dat de Heer van ons een werktuig in zijn handen kan maken als wij een goed voorbeeld geven. De cursisten konden zien dat Ammons dienstbetoon voor Lamoni de Lamanitische heerser en anderen voorbereidde om het evangelie aan te nemen. Koning Lamoni’s bekering leert ons dat wij het verlangen zullen hebben om ons te bekeren als wij inzien dat we de Heiland nodig hebben.

Dag 2 (Alma 19–20)

De cursisten leerden dat Ammons getuigenis en rechtschapen voorbeeld Lamoni’s vader hielp om zich tot de Heer te wenden. Zij leerden ook dat onze liefdevolle daden ertoe kunnen leiden dat anderen hun hart verzachten en op zoek gaan naar de waarheid.

Dag 3 (Alma 21–22)

Het verslag van Aärons zendingswerk liet de cursisten inzien dat als wij onze beproevingen getrouw doorstaan, de Heer ons zal helpen zijn werk te doen. Aäron maakte koning Lamoni’s vader duidelijk dat hij alléén door de verdiensten van Jezus Christus het eeuwig heil kon ontvangen. Wij moeten net als de koning bereid zijn al onze zonden te verzaken om geestelijk te veranderen en uit God geboren te worden.

Dag 4 (Alma 23–24)

De duizenden Lamanieten die het evangelie aannamen, lieten zien dat bekering een geestelijke verandering is — ofwel een nieuwe persoon worden door de macht van God. Door het voorbeeld van de Lamanieten die de Anti-Nephi-Lehieten werden, leerden de cursisten dat als wij alles doen wat in ons vermogen ligt om ons te bekeren, God onze schuld zal wegnemen en ons zal helpen om rein te blijven. De bekering van de Lamanieten toont aan dat als wij getrouw zijn, wij anderen kunnen helpen zich te bekeren.

Inleiding

De vier zonen van koning Mosiah kozen ervoor om de mogelijkheden en weelde die ze thuis hadden op te geven, zodat zij het evangelie onder de Lamanieten konden prediken. Het verslag van deze vier zendelingen illustreert hoe de cursisten zich kunnen voorbereiden om het evangelie van Jezus Christus effectief aan anderen te verkondigen.

Onderwijstips

Alma 17–22

Ammon en zijn broeders onderwijzen twee Lamanitische koningen

Zet vóór de les de volgende onafgemaakte uitspraak op het bord of op een blaadje: ‘Het allerbelangrijkste wat je kunt doen om je voor te bereiden op een zendingsoproep is lang voordat je op zending gaat …

Vraag enkele cursisten te vertellen hoe het was toen een familielid of vriend(in) terugkwam van een voltijdzending. Vraag de cursisten vervolgens: In welke opzichten was de persoon na zijn of haar zending veranderd? Waardoor was die verandering tot stand gebracht, denk je?

Vraag de cursisten hoe zij de onafgemaakte uitspraak op het bord zouden aanvullen. Na de antwoorden van de cursisten leest u hoe ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen de uitspraak aanvulde: ‘Het allerbelangrijkste wat je kunt doen om je voor te bereiden op een zendingsoproep is lang voordat je op zending gaat al een zendeling te worden.’ (‘Een zendeling worden’, Liahona, november 2005, p. 45.)

Vraag: Hoe kunnen jongemannen en jongevrouwen ouderling Bednars raad opvolgen en zendelingen worden voordat zij op zending gaan?

Lees het volgende citaat van president Thomas S. Monson voor:

‘Een zending is een priesterschapsplicht — een verplichting aan de Heer, die ons zo veel heeft gegeven. Jongemannen, ik spoor jullie aan om je op een voltijdzending voor te bereiden. Blijf rein en zuiver en waardig om de Heer te vertegenwoordigen. Zorg dat je gezond en sterk blijft. Bestudeer de Schriften. Neem deel aan het seminarie of instituut waar dat mogelijk is. Raak vertrouwd met de handleiding voor zendelingen, Predik mijn evangelie.

‘Nu enkele woorden tot de jonge zusters. Hoewel jullie niet dezelfde priesterschapsplicht hebben als de jongemannen om een voltijdzending te vervullen, is jullie bijdrage in het zendingsveld waardevol en van harte welkom.’ (‘Nu we elkaar weerzien’, Liahona, november 2010, p. 6.)

Zet het volgende op het bord: De Heer zal ons zegenen met de Heilige Geest en de macht om zijn woord te onderwijzen als wij …

Deel de klas op in vier groepen. Geef elke groep een van de volgende tekstverwijzingen: Alma 17:1–4; Alma 17:9–13; Alma 17:19–25; 18:1–9; Alma 17:26–30. (Pas deze activiteit aan als u een kleine klas hebt.)

Laat de cursisten de hun toegewezen teksten doorlezen en opzoeken wat de zonen van Mosiah deden waardoor ze tijdens hun prediking van het evangelie met de Geest en met macht gezegend werden. Leg uit dat als ze klaar zijn met lezen, u hun zult vragen naar hun bevindingen en hoe zij de zin op het bord zouden aanvullen.

Na ze voldoende tijd te hebben gegeven, laat u een persoon uit elke groep vertellen wat de zonen van Mosiah deden en hoe de groepsleden het beginsel op het bord zouden aanvullen. Mogelijke antwoorden: de Schriften onderzoeken, bidden en vasten, geduldig zijn, een goed voorbeeld geven, vertrouwen op de Heer, anderen oprecht dienen en anderen als je broeders en zusters liefhebben. Zet de antwoorden van de cursisten op het bord. Laat de cursisten uitleggen hoe elke daad of eigenschap iemand kan helpen om anderen effectiever over het evangelie te vertellen.

Als u cursisten in uw klas heeft die door de lessen van de zendelingen lid van de kerk zijn geworden, kunt u ze vragen hoe ze zich voelden toen ze het evangelie leerden kennen.

Wijs de cursisten erop dat koning Lamoni zich verbaasde over Ammons kracht en zijn gehoorzaamheid en getrouwheid in het onderhouden van de geboden van de koning (zie Alma 18:8–10). Lamoni was voorbereid om Ammons boodschap aan te horen. Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Alma 18:24–29 voor te lezen. Laat de klas opzoeken hoe Ammon voortborduurde op Lamoni’s begrip van God, zodat hij Lamoni kon voorbereiden om de ware leer te begrijpen.

Stel de cursisten de volgende vragen:

  • Hoe zouden jullie, net als Ammon, in een gesprek over God met een vriend(in) van een ander geloof uit kunnen gaan van geloofspunten die jullie gemeen hebben? Hoe zou dat je vriend(in) ten goede komen?

  • Over welke evangelieonderwerpen kun je het nog meer hebben met je vrienden om de weg vrij te maken voor een gesprek over het evangelie?

Herinner de cursisten eraan dat zowel koning Lamoni als zijn vader ontvankelijk werden om naar de boodschap van het evangelie van Jezus Christus te luisteren. Vraag een cursist Alma 18:39–41 voor te lezen — Lamoni’s reactie op het leren over Jezus Christus. Vraag een cursist Alma 22:14–18 voor te lezen — de reactie van Lamoni’s vader. Vraag de klas om mee te lezen in hun Schriften en te letten op de overeenkomsten in de reacties van deze mannen.

Vraag: Wat wilden beide mannen doen toen zij leerden over Jezus Christus?

Leg uit dat Lamoni en zijn vader tijdens het onderwijs van de zendelingen door de Geest werden geraakt. Het resultaat was dat zij de zegeningen van het evangelie wilden ontvangen en bereid waren hun zonden op te geven en zich te bekeren. Herinner de cursisten aan de waarheid die zij deze week hebben bestudeerd: Wij moeten bereid zijn om al onze zonden te verzaken zodat we geestelijk kunnen veranderen en uit God geboren worden.

Laat een cursist het volgende citaat van ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen uit het cursistenboek voorlezen: ‘Het evangelie van Jezus Christus zet aan tot verandering. Zijn veelvuldige boodschap is: bekeert u, en zich bekeren houdt in dat we alle gewoonten — persoonlijke, huiselijke, etnische en nationale — opgeven die ingaan tegen de geboden van God. Het doel van het evangelie is gewone mensen om te vormen tot celestiale burgers, en dat vergt verandering.’ (‘Bekering en verandering’, Liahona, november 2003, p. 37.)

Vraag de cursisten na te denken over hun leven en te overwegen of zij bepaalde zonden moeten verzaken om net als Lamoni en zijn vader geestelijk te veranderen. Getuig dat als wij gewillig zijn om afstand te doen van onze zonden, de Heer ons zal helpen te veranderen en groeien.

Volgende unit (Alma 25–32)

Laat de cursisten de volgende vraag overwegen: Wat zouden jullie tegen een antichrist zeggen? In de volgende unit gaan de cursisten ontdekken hoe Alma met de vragen en beschimpingen van Korihor, een antichrist, omging. Zij zullen ook meer over geloof leren terwijl ze lezen over de pogingen van Alma en anderen om de afvallige Zoramieten te onderwijzen, die de wegen des Heren verdraaiden.