Bibliotheek
Les 160: Moroni 10:8–26, 30–34


Les 160

Moroni 10:8–26, 30–34

Inleiding

Moroni leerde ons hoe we door de Heilige Geest een getuigenis van de waarheid van alle dingen kunnen ontvangen, waarna hij de toekomstige lezers aanspoorde om gaven van de Geest te ontvangen en te herkennen. Moroni eindigde het Boek van Mormon met een aansporing tot alle mensen om tot Jezus Christus te komen, al het goede wat Hij geeft aan te grijpen en in Hem vervolmaakt te worden.

Onderwijstips

Moroni 10:8–26

Moroni schrijft over de gaven van de Geest en de doeleinden ervan in het werk van de Heer

Vraag de cursisten terug te denken aan een keer waarbij onze hemelse Vader ze hielp iets te doen wat ze nooit alleen hadden gekund. Laat de cursisten Moroni 10:8 doorlezen en de zinsnede opzoeken die de geestelijke vermogens of zegeningen beschrijft die God aan de getrouwen geeft (‘gaven Gods’). Leg uit dat we die gaven vaak gaven van de Geest of geestelijke gaven noemen.

  • Waarom geeft God volgens Moroni 10:8 gaven van de Geest aan zijn kinderen? (Zet na de antwoorden van de cursisten de volgende waarheid op het bord: God geeft gaven van de Geest om zijn kinderen van nut te zijn. Ze zijn ons dus tot zegen of hulp bedoeld.)

Laat de cursisten Moroni 10:9–16 doorlezen en zoeken naar de gaven van God die Moroni in deze verzen beschrijft. Laat de cursisten hun bevindingen desgewenst markeren.

  • Welke gaven van de Geest worden er in deze verzen vermeld? (U kunt de antwoorden van de cursisten eventueel op het bord zetten.)

  • Welke voorbeelden van deze gaven heb je in de kerk gezien?

  • Wanneer heb je mensen zegeningen zien ontvangen omdat anderen hun gaven van de Geest gebruikten? (Houd eventueel een voorbeeld achter de hand dat u hebt gezien.)

  • Hoe kunnen gaven van de Geest de persoon die ze ontvangt tot nut zijn?

Laat een cursist Moroni 10:19, 24 voorlezen. Vraag de klas mee te lezen en te letten op een belemmering om gaven van de Geest te ontvangen en te herkennen.

  • Welke belemmering om gaven van de Geest te ontvangen en te herkennen heb je ontdekt?

  • Waarom denk je dat mensen die in ongeloof verkeren de kracht en gaven van God niet kunnen herkennen of ontvangen?

Vraag de cursisten Moroni 10:25–26 door te lezen en op te zoeken wat er zal gebeuren met hen die de gaven en kracht van God verwerpen. Vraag ze naar hun bevindingen.

Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Moroni 10:20–23 voor te lezen. Laat de klas meelezen en letten op de zegeningen van geloof, hoop en naastenliefde.

  • Welke zegeningen zouden mensen met geloof, hoop en naastenliefde volgens Moroni ontvangen?

Terwijl de cursisten antwoorden, zet u het volgende beginsel op het bord: Als we geloof hebben, zijn we in staat te doen wat de Heiland van ons verlangt. U kunt de cursisten in overweging geven om dit beginsel in Moroni 10:23 te markeren.

  • Welk verband is er tussen de twee beginselen op het bord? (Als we geloof hebben, zal God ons de gaven schenken die we nodig hebben om het werk te doen dat Hij voor ons te doen heeft.)

  • Hoe kan kennis van deze twee beginselen je nu en in de toekomst van nut zijn?

Zet de volgende onvolledige uitspraken op het bord. Help de cursisten inzien hoe de belofte in Moroni 10:23 voor hen is of kan worden vervuld door ze een van de volgende zinnen in hun aantekenschrift of Schriftendagboek te laten aanvullen:

Ik heb de belofte in Moroni 10:23 in mijn eigen leven ervaren toen …

De belofte in Moroni 10:23 kan me helpen als …

Vraag de cursisten na voldoende tijd aan een medecursist te vertellen wat ze hebben opgeschreven.

Moroni 10:30–34

Moroni nodigt iedereen uit om tot Jezus Christus te komen en in Hem vervolmaakt te worden

Zet het woord Volmaaktheid op het bord. Schrijf daaronder Mogelijk of onmogelijk?

Vraag de cursisten naar hun gedachten over de vraag op het bord. Vraag een cursist na een korte bespreking 3 Nephi 12:48 voor te lezen.

  • Wat is volgens de Heiland het ultieme doel voor ieder van ons? (Volmaakt worden.) Hoe is dat mogelijk?

Laat een cursist de volgende uitleg van president James E. Faust van het Eerste Presidium voorlezen nadat de cursisten hun inzichten naar voren gebracht hebben:

Afbeelding
President James E. Faust

‘Volmaking is een eeuwig doel. Ook al kunnen we in het sterfelijk leven niet volmaakt worden, toch is ons geboden ernaar te streven — een gebod dat wij uiteindelijk, door de verzoening, kunnen onderhouden.’ (Zie ‘Dit is onze tijd’, De Ster, juli 1999, p. 21.)

Leg uit dat volmaaktheid in dit leven weliswaar niet mogelijk is, maar dat we uiteindelijk vervolmaakt kunnen worden. Moroni beschreef wat we kunnen doen om door de verzoening van Jezus Christus vervolmaakt te worden. Neem het volgende schema over op het bord, maar laat de antwoorden tussen haakjes weg.

Wat ik moet doen …

Wat God belooft …

(Mogelijke antwoorden: we moeten tot Jezus Christus komen; naar goede gaven streven en die ontvangen; kwade gaven en het onreine niet aanroeren; ons van alle goddeloosheid onthouden; en God liefhebben met al onze macht, verstand en kracht.)

(Mogelijke antwoorden: Hij zal zijn verbonden vervullen; zijn genade zal voor ons genoeg zijn; wij zullen volmaakt worden in Jezus Christus; wij zullen de genade van God ontvangen; wij zullen geheiligd worden en vergeving van onze zonden ontvangen; en wij zullen heilig worden, zonder smet.)

Laat de cursisten in Moroni 10:30–33 zinsneden opzoeken die beschrijven wat wij moeten doen en wat God belooft te doen om ons te helpen rein en volmaakt te worden. Vraag een van de cursisten de gegeven antwoorden in de desbetreffende kolom van het schema te noteren. Wijs erop dat het woord genade verwijst naar de goddelijke hulp en kracht die we krijgen door de verzoening van Jezus Christus.

  • Wat zou je onder dit schema zetten om samen te vatten wat Moroni ons over rein en volmaakt worden leert? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient de volgende waarheid te omvatten: Als wij tot Jezus Christus komen, kunnen wij door zijn verzoening gereinigd en vervolmaakt worden.)

Geef de cursisten zo mogelijk een exemplaar van het volgende citaat van ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen. Vraag een cursist het citaat voor te lezen en laat de andere cursisten meelezen. Moedig de cursisten aan om goed te luisteren en te overwegen wat zij kunnen doen om dit jaar door hun studie van het Boek van Mormon tot Jezus Christus te komen.

Afbeelding
Ouderling Jeffrey R. Holland

‘Deze laatste, afsluitende, eenzame smeekbede van de sluitsteen van onze godsdienst en het nauwkeurigste boek dat ooit is geschreven, is het onreine niet aan te roeren; om heilig en zonder smet te zijn; om rein te zijn. En die reinheid kan alleen komen door het bloed van het Lam dat ons leed op Zich genomen en onze smarten gedragen heeft, het Lam dat om onze overtredingen werd verwond en om onze ongerechtigheden verbrijzeld, het Lam dat werd veracht en gekweld, maar dat wij niet hebben geacht (zie Mosiah 14). […]

‘Heiligheid — door het bloed van het Lam. Daar is dit boek op uit.’ (‘A Standard unto My People’ [toespraak tot CES-godsdienstleerkrachten, 9 augustus 1994], pp. 13–14, si.lds.org.)

Vraag de cursisten zinsneden in Moroni 10:32–33 op te zoeken die beklemtonen dat wij alleen ‘in Christus’, of door de reinigende macht en genade van zijn verzoening, volmaakt kunnen worden.

  • Waarom hebben we de verzoening van Jezus Christus nodig om heilig en volmaakt te worden?

  • Welke zinsneden in Moroni 10:32–33 moedigen je aan in je streven naar heiligheid en het eeuwige doel van volmaking?

Vraag de cursisten een of twee zinsneden uit de eerste kolom van het schema op het bord te kiezen. Geef ze een paar minuten de tijd om in hun aantekenschrift of Schriftendagboek hun gedachten en gevoelens op te schrijven over hoe zij zich op die gebieden kunnen verbeteren.

Lees tot slot van deze les Moroni 10:34 voor. Laat de cursisten meelezen en letten op bewijs dat Moroni geloof en hoop in Jezus Christus had. Vraag de cursisten naar hun bevindingen. Laat ze daarna hun gedachten en gevoelens opschrijven die ze nu aan het eind van de cursus over het Boek van Mormon hebben. Laat ze eventueel aan de klas vertellen wat ze hebben opgeschreven. Getuig van de zegeningen die onze hemelse Vader hun heeft beloofd als zij tot Jezus Christus komen door zijn leringen te volgen en geloof in zijn verzoening te oefenen. Moedig de cursisten aan hun leven lang het Boek van Mormon te blijven bestuderen.

Moroni: terugblik

Help de cursisten op het boek Moroni terug te blikken. Vraag ze na te denken over wat ze van dit boek hebben geleerd, zowel in het seminarie als in hun individuele Schriftstudie. Moedig ze indien nodig uit enkele inleidende samenvattingen van hoofdstukken in Moroni nog eens door te nemen om hun geheugen op te frissen. Vraag een aantal cursisten na enige tijd naar iets wat ze uit Moroni inspirerend vonden of waardoor hun geloof in Jezus Christus is toegenomen.

Toelichting en achtergrondinformatie

Moroni 10:8–19. Gaven van de Geest

Ouderling Bruce R. McConkie heeft de doeleinden en redenen beschreven om naar geestelijke gaven te streven:

‘Het doel [van geestelijke gaven] is de getrouwe mensen verlichten, aanmoedigen en opbouwen, zodat zij vrede in dit leven zullen ontvangen en naar het eeuwige leven in de komende wereld geleid zullen worden. Hun aanwezigheid is het bewijs dat het werk van de Heer het werk van God is; waar zij niet zijn, is de kerk en het koninkrijk van God niet. De belofte is dat ze nooit zullen worden weggedaan zolang de wereld in haar huidige staat zal bestaan, dan alleen door ongeloof (zie Moroni 10:19). Maar wanneer de volmaakte dag komt en de heiligen verhoogd worden, zijn ze niet meer nodig. Paulus heeft gezegd: “Als het volmaakte komt, zal het onvolkomene afgedaan hebben.” ((1 Korintiërs 13.)

‘Getrouwe mensen worden geacht met hun gehele hart naar de gaven van de Geest te streven. Zij dienen “naar de hoogste gaven” te streven (1 Korintiërs 12:31; zie ook LV 46:8), “naar de gaven des Geestes” te streven (1 Korintiërs 14:1, “God te vragen, die mildelijk geeft” (LV 46:7; zie ook Matteüs 7:7–8). Aan sommigen wordt de ene gave geschonken, aan anderen een andere; en er staat dat “het sommigen gegeven zal worden al die gaven te hebben, opdat er een hoofd zal zijn, opdat ieder lid erbij gebaat zal zijn” (LV 46:29).’ ( Mormon Doctrine, 2de editie [1966], p. 314.)

Ouderling Marvin J. Ashton van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:

‘Het is, mijns inziens, uiterst tragisch als een man of vrouw zichzelf ziet als iemand zonder talenten of gaven. …

‘In Leer en Verbonden 46:11–12 staat deze waarheid: “Want allen krijgen niet iedere gave geschonken; want er zijn vele gaven, en ieder mens wordt een gave geschonken door de Geest van God.”

‘“Aan sommigen wordt de ene gegeven en aan sommigen een andere, opdat allen erdoor gebaat zullen worden.”

‘God heeft ieder van ons een of meer bijzondere talenten gegeven. […] Het is aan ieder van ons te streven naar en voort te bouwen op de gaven die God heeft gegeven. […]

‘God leeft echt. Hij zegent ons met gaven. Als we onze door God gegeven gaven ontwikkelen en gebruiken en ons voordeel doen met de gaven van mensen om ons heen, kan de wereld een betere plek zijn en zal Gods werk in een sneller tempo voortgaan.’ (‘There Are Many Gifts’, Ensign, november 1987, pp. 20, 23.)

Moroni 10:22. ‘Wanhoop komt door ongerechtigheid’

President Ezra Taft Benson heeft het volgende gezegd over de noodzaak om goed te doen en zo wanhoop te mijden:

‘In het Boek van Mormon lezen we: “Wanhoop komt door ongerechtigheid.” (Moroni 10:22.) “Als ik iets goeds doe dan voel ik me goed,” zei Abraham Lincoln, “en als ik iets slechts doe dan voel ik me slecht.” Zonde drijft ons tot wanhoop en moedeloosheid. Hoewel iemand tijdelijk genot uit zonde kan halen, is het eindresultaat ellende en verdriet. “Goddeloosheid heeft nooit geluk betekend.” (Alma 41:10.) Zonde drijft een wig tussen ons en God en is deprimerend voor onze geest. Wij doen er dus goed aan onszelf af te vragen of wij wel in overeenstemming met alle wetten van God leven. Iedere gehoorzaamde wet brengt een bepaalde zegening. Iedere gebroken wet brengt een bepaalde bezoeking. Wie zwaar belast zijn met wanhoop, dienen tot de Heer te komen, want zijn juk is zacht en zijn last is licht. (Zie Matteüs 11:28–30.)’ (‘Do Not Despair’, Ensign, oktober 1986, p. 2.)

Moroni 10:34. Moroni’s vaarwel

Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft de volgende gedachten omtrent Moroni’s laatste woorden in het Boek van Mormon aangedragen:

‘Reinheid. Heiligheid. Smetteloos karakter en geweten. Al deze door de genade van Christus, die onze klederen reinigt, onze ziel heiligt, ons van de dood verlost en ons in onze goddelijke staat herstelt.

‘Met zijn laatste opgetekende adem getuigt Moroni van zijn eigen sterke geloof in die goddelijke verlossing. […]

‘En zo eindigt het Boek van Mormon, als het ware met Moroni door de lucht gevoerd, met de belofte van de heilige opstanding. [Zie Openbaring 14:6.] En dat is toepasselijk, want dit heilige testament — door profeten geschreven, door engelen geleverd, door God beschermd — spreekt zoals iemand die “vanuit de doden roept”, en spoort iedereen aan om tot Christus te komen en in Hem vervolmaakt te worden, een proces dat zijn hoogtepunt bereikt in de volmaking van de celestiale heerlijkheid.’ (Christ and the New Covenant: The Messianic Message of the Book of Mormon [1997], p. 339.)