Bibliotheek
Les 3: Het heilsplan


Les 3

Het heilsplan

Inleiding

President Boyd K. Packer van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft seminarieleerkrachten opgedragen om aan het begin van ieder schooljaar een kort overzicht van het heilsplan te geven:

‘Een kort overzicht van het “plan van geluk” […] dat aan het begin wordt behandeld en af en toe wordt herhaald, zal uitermate waardevol voor uw cursisten zijn. […]

‘Jonge mensen vragen zich af “waarom?” — waarom moeten we sommige dingen doen en waarom moeten we andere dingen laten? Kennis van het plan van geluk, al is het maar in grote lijnen, kan jongeren antwoord geven op het “waarom”.

‘[…] Breng een basisgevoel voor het hele plan over, als is het maar in enkele details. […] Laat ze weten waar het allemaal om draait, dan weten ze het “waarom”. […]

‘[…] Als u ze antwoord op het “waarom” wilt geven, volg dan [dit] patroon: “Daarom gaf God hun geboden, na hun het verlossingsplan te hebben bekendgemaakt.” [Alma 12:32; cursivering toegevoegd.]’ (‘The Great Plan of Happiness’ [CES-symposium over de Leer en Verbonden/kerkgeschiedenis, 10 augustus 1993], pp. 2–3, si.lds.org.)

In deze les wordt de raad van president Packer ter harte genomen en volgt een kort overzicht van het heilsplan zoals dat in de Schriften is vervat. In de les staat de verzoening van Jezus Christus, ‘het belangrijkste feit, het essentiële fundament en de voornaamste leerstelling van het grote en eeuwige heilsplan’, centraal. (Jeffrey R. Holland, ‘Zendingswerk en de verzoening’, Liahona, oktober 2001, p. 26.) Cursisten die het heilsplan gaan begrijpen, nemen toe in hun geloof in onze hemelse Vader en Jezus Christus. Zij zullen de geboden vastbeslotener willen onderhouden, de heilsverordeningen willen ontvangen en hun verbonden nakomen.

Onderwijstips

Het heilsplan in het Boek van Mormon

Leg uit dat we in de voorsterfelijke geestenwereld over het plan van onze hemelse Vader voor ons heil leerden (zie Mozes 4:1–2; Abraham 3:22–28). Door dat plan konden wij worden zoals Hij is en eeuwig bij Hem wonen.

Zet op het bord Het heilsplan houdt in […]

Laat de cursisten die gedachte in hun Schriftendagboek of aantekenschrift aanvullen.

Leg de cursisten na die schrijfopdracht de volgende definitie van het heilsplan voor. U kunt die vóór de les op het bord of een poster schrijven.

Het heilsplan is ‘de volheid van het evangelie van Jezus Christus [en] is erop gericht de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen. Het omvat de schepping, de val en de verzoening, met alle door God gegeven wetten, verordeningen en leerstellingen. Dit plan maakt het voor alle mensen mogelijk om verhoogd te worden en voor eeuwig bij God te wonen.’ (Gids bij de Schriften, ‘Verlossingsplan’, scriptures.lds.org.)

Laat de cursisten de hand opsteken als de woorden die ze hebben opgeschreven enig raakvlak met deze definitie hebben. Stel daarna de volgende vragen aan enkele cursisten die hun hand hebben opgestoken.

  • In welk opzicht komt jouw definitie met deze overeen? Waarom heb je dat punt in je definitie opgenomen?

Laat de klas zich opsplitsen in koppels. Vraag de ene cursist in elk koppel Alma 22:12–14 te lezen en de andere cursist 2 Nephi 2:25–28. (Zet deze verwijzingen eventueel op het bord.) Laat de cursisten letten op onderdelen van het heilsplan in de aan hen toegewezen teksten. Geef de cursisten voldoende tijd en vraag ze vervolgens aan elkaar te vertellen wat ze gevonden hebben.

Zet de volgende tekstverwijzingen op het bord: 2 Nephi 9:6; 2 Nephi 11:5; Alma 12:25; Alma 24:14; Alma 42:8; Alma 42:15. (U kunt ze eventueel vóór de les al op het bord schrijven.)

Leg uit dat profeten in het Boek van Mormon verschillende namen gebruiken voor het plan van onze hemelse Vader. Laat de cursisten 2 Nephi 9:6 opslaan en laat iemand het vers voorlezen.

  • Welke uitdrukking in dit vers verwijst naar Gods plan? (‘Het barmhartige plan van de grote Schepper.’ Schrijf dit op het bord naast 2 Nephi 9:6.)

Laat de cursisten de andere teksten op het bord zelf doorlezen en letten op uitdrukkingen die het plan van onze hemelse Vader aanduiden. Wanneer een cursist een uitdrukking vindt die naar het plan verwijst, laat hem of haar die dan naast de desbetreffende Schriftplaats op het bord schrijven. De ingevulde lijst op het bord zal er na invulling ongeveer zo uitzien:

(U kunt de cursisten meer waardering voor de leringen in het Boek van Mormon bijbrengen door ze erop te wijzen dat uitdrukkingen zoals ‘heilsplan’, ‘plan van geluk’ en ‘verlossingsplan’ diverse keren voorkomenin het Boek of Mormon, maar niet in de Bijbel.)

  • Wat beklemtonen deze benamingen voor het plan van onze hemelse Vader? (Zorg dat de cursisten begrijpen dat het plan van onze hemelse Vader erop is gericht om zijn kinderen eeuwig heil en geluk te verschaffen.)

Getuig dat we zonder goddelijke hulp niet bij God kunnen terugkeren en eeuwig heil ontvangen. Laat de cursisten Mosiah 3:17 voor zichzelf lezen en nagaan wie in het heilsplan centraal staat. Vraag daarna een cursist om 2 Nephi 2:8 voor te lezen. Druk ze op het hart dat Jezus Christus centraal staat in het heilsplan en dat door zijn verzoening het plan voor al Gods kinderen werkzaam is. Laat een cursist de volgende uitspraak van de profeet Joseph Smith voorlezen:

Afbeelding
Profeet Joseph Smith

‘De fundamentele beginselen van onze godsdienst zijn het getuigenis van de apostelen en profeten aangaande Jezus Christus, dat Hij is gestorven, is begraven, ten derden dage is herrezen en ten hemel is opgevaren. Alle andere zaken die verband houden met onze godsdienst zijn hier slechts een aanhangsel van.’ (Zie Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith [2007], p. 53.)

Licht eventueel toe dat het woord aanhangsel verwijst naar iets dat met iets van groter belang is verbonden, zoals een tak aan de stam van een boom vastzit. De boom redt het wel zonder de tak, maar de tak redt het niet los van de wortels en stam van de boom. President Boyd K. Packer van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd dat de leer van de verzoening van Jezus Christus ‘de wortel van de christelijke leer is. U weet misschien veel over het evangelie als aftakking hiervan, maar als u uitsluitend de aftakkingen kent zonder die met de wortel te verbinden, als ze van die waarheid zijn afgesneden, zal er geen leven, waarheid of verlossing uit voortkomen.’ (‘The Mediator’, Ensign, mei 1977, p. 56.)

Leg uit dat het plan van onze hemelse Vader vaak het heilsplan of verlossingsplan wordt genoemd omdat het ons heil en onze verlossing beoogt. Jezus Christus wordt de Heiland en de Verlosser genoemd omdat Hij ons heil en onze verlossing door de verzoening mogelijk maakt.

Schrijf op het bord We moeten verlost worden van […]

Vraag een cursist 2 Nephi 9:6–10 voor te lezen en laat daarna een andere cursist 3 Nephi 9:21–22 voorlezen. Laat de anderen in de groep stilletjes meelezen en opletten hoe ze de woorden op het bord kunnen aanvullen. Geef ze eventueel de tip om hun bevindingen in hun exemplaar van de Schriften te markeren.

Laat de cursisten vertellen wat zij geleerd hebben en zet hun reacties op het bord. Zorg dat ze begrijpen dat alle mensen dankzij de verzoening van Jezus Christus van de lichamelijke dood worden verlost. Maak ze ook duidelijk dat we door de verzoening van onze zonden kunnen worden verlost. Anders zouden we onmogelijk in Gods tegenwoordigheid kunnen wonen.

Lees de volgende woorden van de profeet Jakob voor: ‘O hoe groot is de goedheid van onze God’ (2 Nephi 9:10). ‘O, wat is het plan van onze God toch groot!’ (2 Nephi 9:13.)

  • Hoe begrijp je door Jakobs woorden in 2 Nephi 9:6–10 beter waarom hij die uitspraken deed?

  • Wat zou er volgens 2 Nephi 9:7, 9 gebeuren als er geen verzoening was? (Ons lichaam zou sterven en nooit weer herrijzen, en onze geest zou aan de duivel onderworpen worden.)

Verwijs naar de laatste zin in de definitie van het heilsplan die u eerder in de les noemde: ‘Dit plan maakt het voor alle mensen mogelijk om verhoogd te worden en voor eeuwig bij God te wonen.’

  • Waarom is het belangrijk om in te zien dat het plan onze verhoging mogelijk maakt maar niet garandeert? (Als cursisten op deze vraag reageren, zorg dan dat ze begrijpen dat we keuzevrijheid hebben, ofwel de capaciteit om zelfstandig te kiezen en te handelen. Onze verhoging hangt deels af van hoe we met de zegeningen omgaan die God ons biedt.)

Zet de volgende tekstverwijzingen op het bord:2 Nephi 2:25–28; 2 Nephi 31:17–20; Alma 34:15–16. Vraag de cursisten deze passages voor zichzelf te lezen en in hun Schriftendagboek op te schrijven wat we volgens deze teksten moeten doen om alles te ontvangen wat God ons door middel van zijn heilsplan aanbiedt.

Als de cursisten voldoende tijd hebben gekregen voor deze opdracht, laat ze hun antwoorden dan met elkaar bespreken. Wijs ze daarbij op voorbeelden van gehoorzaamheid aan de ‘door God gegeven wetten, verordeningen en leerstellingen’ die in de eerder besproken definitie werden genoemd. (Voorbeelden uit deze verzen zijn onder meer geloof tot bekering oefenen, de doop ondergaan en de Heilige Geest ontvangen.) Stel de cursisten na de klassikale uitwisseling eventueel de volgende vragen:

  • Welke invloed hebben onze daden op onze mogelijkheden om de vruchten van de verzoening te plukken? (Neem bij de antwoorden van de cursisten de gelegenheid te baat om te getuigen dat we ons door onze keuze om het evangelie van Jezus Christus na te leven en Gods plan te volgen voorbereiden op het eeuwige leven dankzij de verzoening van de Heiland.)

  • Hoe kan begrip van het heilsplan ertoe bijdragen dat wij ons beter aan de geboden houden?

Vraag een cursist 2 Nephi 2:25 voor te lezen.

  • In welke opzichten heeft het volgen van het heilsplan jullie vreugde gebracht?

Leg tot slot van deze les uit dat de cursisten door hun studie van het Boek van Mormon nog veel meer leerstellingen aangaande het heilsplan zullen leren. In deze les kwam slechts een kort overzicht aan de orde. Moedig de cursisten aan om tijdens hun studie te letten op alles wat God voor hen als onderdeel van zijn heilsplan heeft gedaan. Spoor ze ook aan te letten op wat zij moeten doen om alle zegeningen te ontvangen die God voor hen in petto heeft. Getuig van de waarheden die in deze les behandeld zijn.