Bibliotheek
Les 132: 3 Nephi 24–26


Les 132

3 Nephi 24–26

Inleiding

Jezus Christus vervulde een gebod van onze hemelse Vader om de Nephieten over enkele profetieën van de profeet Maleachi te vertellen (zie 3 Nephi 26:2). Die profetieën hielden in dat de leden van het huis van Israël zich moesten bekeren en tot de Heer terugkeren ter voorbereiding op de wederkomst van de Heiland. Jezus Christus legde de Nephieten ook ‘alle dingen uit, ja, vanaf het begin tot het tijdstip dat Hij in zijn heerlijkheid zou komen’ (3 Nephi 26:3). Mormon zei dat aan wie het Boek van Mormon geloven nog grotere dingen zullen worden geopenbaard (zie 3 Nephi 26:9).

Onderwijstips

3 Nephi 24:1–6

Jezus Christus haalt Maleachi’s profetie aangaande de wederkomst aan

Begin de les door een lucifer en een stukje zeep omhoog te houden (of teken vuur en een stuk zeep op het bord). Vraag de cursisten wat vuur en zeep gemeen hebben. (Zeep en vuur zijn beide als reinigingsmiddel te gebruiken.)

Leg uit dat Jezus Christus een gebod van de Vader nakwam (zie 3 Nephi 26:2) toen Hij de Nephieten enkele profetieën gaf van Maleachi, een profeet uit het Oude Testament die ongeveer 170 jaar nadat Lehi en zijn gezin Jeruzalem verlieten in het Heilige Land woonde. Vraag de cursisten 3 Nephi 24:1–3 door te lezen en te zoeken naar iemand die Maleachi vergeleek met het ‘vuur van de smelter’ en ‘loog van de bleker’.

  • Wie wordt er vergeleken met het vuur van de smelter en het loog van de bleker? (Jezus Christus.)

  • Welke gebeurtenis wordt in deze verzen beschreven? (‘De dag van zijn komst.’ Met andere woorden, de wederkomst van Jezus Christus. Laat de cursisten eventueel de inleiding boven het hoofdstuk of de voetnoten doornemen om deze vraag te kunnen beantwoorden.)

  • Wat denk je dat er op basis van de vergelijking van Jezus Christus over vuur en zeep bij zijn wederkomst zal gebeuren? (De strekking van de woorden van de cursisten dient de volgende waarheid te omvatten: Bij zijn wederkomst zal Jezus Christus de aarde reinigen. U kunt de cursisten laten overwegen deze waarheid naast 3 Nephi 24:2–3 in hun Schriften te noteren.)

Leg uit dat een smelter vuur gebruikt om metaal zoals zilver of goud te verhitten tot het vloeibaar wordt. Het verhittingsproces zorgt ervoor dat onzuiverheden in het vloeibare metaal naar boven komen drijven, waar de smelter ze kan verwijderen en het metaal zo van alle onzuiverheden kan ontdoen. Een bleker is iemand die textiel reinigt of bleekt met behulp van loog of zeep. U moet wellicht ook uitleggen dat de ‘zonen van Levi’ priesterschapsdragers in het oude Israël waren. Tegenwoordig kan die term op hedendaagse priesterschapsdragers slaan (zie LV 84:33–34).

Laat een cursist 3 Nephi 24:5–6 voorlezen. Vraag de klas mee te lezen en vast te stellen wie er bij de wederkomst van de Heiland verteerd, of vernietigd, zullen worden en wie er niet verteerd zullen worden. (Leg desgewenst uit dat de zinsnede ‘zonen van Jakob’ verwijst naar het verbondsvolk van de Heer in het huis van Israël.)

  • Wat zal Jezus Christus volgens 3 Nephi 24:5 bij zijn wederkomst doen? (De strekking van de woorden van de cursisten dient de volgende waarheid te omvatten: Jezus Christus zal de goddelozen vernietigen bij zijn wederkomst.)

3 Nephi 24:7–18

Jezus Christus haalt Maleachi’s leringen aan over de manier waarop het huis van Israël tot de Heer kan terugkeren

Vraag de cursisten zich voor te stellen dat een goede vriend(in) of familielid het moeilijk heeft om de liefde en invloed van de Heer te voelen en een getuigenis van het evangelie te behouden.

  • Hoe zou je die persoon proberen te helpen?

Vraag de cursisten 3 Nephi 24:7 door te lezen en te letten op de raad van de Heer aan wie van Hem en hun verbonden met Hem begonnen af te dwalen.

  • Wat zou het betekenen dat de mensen van de verordeningen van de Heer waren ‘afgeweken’? (Zij hielden zich niet meer aan de verbonden en verordeningen van het evangelie.)

  • Welke belofte gaf de Heer aan de mensen die zich niet aan hun verbonden hielden? (‘Keert terug tot Mij, dan zal Ik tot u terugkeren.’)

  • Wat houdt ‘terugkeren’ tot de Heer in denk je? Wat houdt het in dat de Heer zal ‘terugkeren’ tot wie tot Hem terugkeren?

Zet het volgende beginsel op het bord: Als wij tot de Heer terugkeren, zal Hij tot ons terugkeren.

  • Wat leer je door dit beginsel over onze hemelse Vader en Jezus Christus?

Zet het volgende op het bord: Terugkeren tot de Heer. Vraag de cursisten 3 Nephi 24:8–12 door te lezen en op te zoeken hoe de mensen volgens de Heer tot Hem konden terugkeren. Als de cursisten antwoorden, zet u tienden en offergaven betalen onder Terugkeren tot de Heer.

  • In hoeverre geeft de bereidheid om tiende te betalen aan dat iemands liefde en hart op de Heer zijn gericht?

Laat een cursist het volgende citaat van president Gordon B. Hinckley voorlezen:

‘Wij kunnen onze tiende betalen. Tiende is niet zozeer een kwestie van geld, maar van geloof.’ (‘Let Us Move This Work Forward’, Ensign, november 1985, p. 85.)

  • In hoeverre geeft onze bereidheid om tiende en offergaven te betalen ons geloof in de Heer aan?

Geef de cursisten de tijd om 3 Nephi 24:10–12 door te nemen. Vraag ze welke beloften de Heer geeft aan wie een volledige en eerlijke tiende betalen.

  • In welke opzichten ben je door het betalen van tiende gezegend? Waaruit blijkt door die voorbeelden dat ‘de vensters van de hemel’ voor je geopend zijn?

Vat 3 Nephi 24:13–18 samen met de uitleg dat de Heer er in deze verzen op wees dat sommigen in het oude Israël de noodzaak in twijfel hadden getrokken om de verordeningen van het evangelie na te leven. Zij klaagden dat het de hoogmoedigen en de goddelozen voor de wind leek te gaan ondanks hun ongerechtigheden. In 3 Nephi 24:16 gaf de Heer ten antwoord dat er een ‘gedenkboek’ zou worden bijgehouden waarin de namen van de getrouwen werden opgeschreven (zie LV 85:7–9; 128:6–7; Mozes 6:5–8). De Heer gaf vervolgens aan dat Hij bij zijn wederkomst de getrouwen zal sparen en ze als een schat voor Zichzelf zal bewaren, ofwel zijn ‘juwelen’ bijeen zal brengen.

  • In welk opzicht is het een zegen om te weten dat de Heer de getrouwen zal sparen en ze als zijn schat bijeen zal brengen?

  • Welke zinsneden in 3 Nephi 24:16 beschrijven wie de Heer als zijn schat zou sparen? (Zij ‘die de Heer vreesden’ en‘ die zijn naam in ere hielden’.)

Zet de Heer vrezen en zijn naam in ere houden onder Terugkeren tot de Heer. (Leg desgewenst uit dat het woord vrees in deze context eerbied of respect betekent.) Laat de cursisten de volgende vraag in hun aantekenschrift of Schriftendagboek beantwoorden:

  • Overweeg hoe je er voorstaat op het gebied van tiende en offergaven betalen en regelmatig aan Christus denken. In welke opzichten kun je tot Hem ‘terugkeren’ of je op die gebieden verbeteren?

3 Nephi 25

Jezus Christus haalt Maleachi’s profetie aan dat Elia vóór de wederkomst zou terugkeren

Vraag een cursist 3 Nephi 25:1–3 voor te lezen. Vraag de cursisten om in hun eigen Schriften mee te lezen en op te zoeken waarom de wederkomst een zegen zal zijn voor wie aan Jezus Christus trouw zijn. Vraag de cursisten naar hun bevindingen. Leg desgewenst uit dat in 3 Nephi 25:1 het woord wortel vermoedelijk op voorouders slaat en het woord tak op nakomelingen. Aldus zullen de goddelozen in het hiernamaals niet de zegeningen van verzegeling aan hun voorouders en nakomelingen genieten. In 3 Nephi 25:2 slaat de zinsnede ‘kalveren in de stal’ op kalveren die veilig zijn en goed gevoed en verzorgd worden. De Heer belooft dat Hij evenzo bescherming en zorg zal bieden aan wie ‘[z]ijn naam vreest’.

Leg uit dat Maleachi profeteerde over een gebeurtenis die zou plaatsvinden vóór de wederkomst en waarbij de Oudtestamentische profeet Elia een rol zou spelen. Laat een cursist 3 Nephi 25:5–6 voorlezen en laat de klas opzoeken wat Elia zou doen om de wereld op de komst van de Heer te helpen voorbereiden.

Vraag de cursisten wat ze weten over Elia’s terugkeer naar de aarde als onderdeel van de herstelling van het evangelie. Vul hun antwoorden desgewenst aan met de uitleg dat Elia op 3 april 1836 aan Joseph Smith en Oliver Cowdery verscheen in de net daarvoor ingewijde Kirtlandtempel (zie LV 110:13–16). Bij die gelegenheid herstelde Elia de benodigde priesterschapssleutels om gezinnen voor eeuwig in de heilige tempels van de Heer aan elkaar te verzegelen. Door middel van familiehistorisch onderzoek traceren wij familieleden voor wie tempelverordeningen verricht kunnen worden.

  • Wat betekent het dat Elia ‘het hart der vaderen [zou] terugvoeren tot de kinderen en het hart der kinderen tot hun vaderen’?

  • Waarom is het een zegen voor je om te weten dat je voor eeuwig als gezin aan elkaar verzegeld kunt worden?

Getuig dat als ons hart door familiehistorisch en tempelwerk tot onze vaderen wordt teruggevoerd, wij de aarde op de wederkomst van Jezus Christus helpen voorbereiden.

3 Nephi 26:1–12

Jezus Christus legt de Schriften uit, en Mormon zet uiteen wat we moeten doen om de grotere dingen te ontvangen die de Heiland heeft geopenbaard

Vat 3 Nephi 26:1–5 samen met de uitleg dat de Heiland na het aanhalen van de profetieën van Maleachi de mensen ‘alle dingen die op het oppervlak der aarde zullen plaatsvinden’ uitlegde, vanaf de schepping tot aan het laatste oordeel (3 Nephi 26:3–4).

Laat een cursist 3 Nephi 26:6–8 voorlezen en vraag de klas op te letten welk gedeelte van de leringen van Jezus Christus in het Boek van Mormon werd opgetekend. Vraag de cursisten vervolgens 3 Nephi 26:9–11 door te lezen en te zoeken naar de reden waarom Mormon in zijn samenvatting niet alles opnam wat de Heiland de Nephieten had geleerd. Beklemtoon dat het woord geloven in deze verzen impliceert dat we dienen te handelen naar de leerstellingen en beginselen die God heeft geopenbaard, en niet alleen maar moeten hopen dat ze waar zijn.

  • Wat belooft de Heer volgens 3 Nephi 26:9 aan wie geloven in en handelen naar zijn openbaringen? (Als de cursisten antwoorden, beklemtoont u dat als wij geloven in en handelen naar Gods openbaringen, wij ons voorbereiden om grotere openbaringen te ontvangen.)

  • Waarom zouden we moeten geloven in de waarheden die we al ontvangen hebben voordat we nog meer waarheid kunnen ontvangen?

  • Hoe kunnen wij laten blijken dat wij geloven wat de Heer heeft geopenbaard?

Beloof de cursisten dat als zij de beginselen in het Boek van Mormon trouw bestuderen en toepassen, zij meer inzicht in het evangelie zullen krijgen. Laat de cursisten overwegen hoe goed zij de waarheden in het Boek van Mormon ontvangen door ze de volgende vragen in hun aantekenschrift of Schriftendagboek te laten beantwoorden (u kunt de vragen ook op het bord zetten):

  • Wat doe je zoal in je leven waaruit je geloof in het Boek van Mormon blijkt?

  • Wanneer heb je door het Boek van Mormon oprecht te bestuderen persoonlijke openbaring ontvangen?

3 Nephi 26:13–21

De Heiland beëindigt zijn aardse bediening onder de Nephieten, en zijn discipelen volgen zijn voorbeeld in hun bediening

Leg uit dat Mormon in 3 Nephi 26 de rest van de bediening van de Heiland onder de Nephieten samenvatte. Laat de cursisten 3 Nephi 26:13–16 doorlezen. U kunt ze in overweging geven om sommige dingen te markeren die de Heiland deed en die Mormon verkoos te beklemtonen.

Als daar nog tijd voor is, vraagt u de cursisten hun notities en markeringen in de Schriften bij hun studie van 3 Nephi 11–25 nog eens door te nemen en te overdenken. Moedig ze aan te letten op leringen en gebeurtenissen in de bediening van de Heiland onder de Nephieten die bijzondere betekenis voor hen hebben. Vraag een paar cursisten hun gedachten en gevoelens over de bediening van de Heiland onder de Nephieten onder woorden te brengen.

Toelichting en achtergrondinformatie

3 Nephi 24:11. Zegeningen voor gehoorzaamheid aan de wet van tiende

President Gordon B. Hinckley heeft gezegd:

‘De Heer heeft beloofd dat Hij de afvreter om onzentwil zal berispen. […] Kan die berisping van de afvreter niet ook slaan op onze uiteenlopende inspanningen en zorgen?

‘Er is de grote zegen van wijsheid, van kennis, ja, verborgen schatten aan kennis. Wij hebben de belofte dat wij een aangenaam land zullen zijn als wij zijn wetten gehoorzamen. We kunnen het woord land als volk opvatten, dat wie gehoorzaam zijn een aangenaam volk zullen zijn. Wat heerlijk om een aangenaam volk te zijn dat door anderen gezegend wordt genoemd!’ (‘Tithing: An Opportunity to Prove Our Faithfulness’, Ensign, mei 1982, p. 40.)

3 Nephi 25:1–6. ‘Ik zend u de profeet Elia’

President Joseph Fielding Smith heeft het volgende gezegd over de verschijning van Elia aan de profeet Joseph Smith en Oliver Cowdery:

‘Wat interessant is, is dat de Joden op de derde dag van april 1836 het Pascha vierden en daarbij de deuren van hun huizen open lieten staan voor de komst van Elia. Op die dag is Elia ook gekomen, maar niet naar de huizen van de Joden, maar naar de tempel in het dorp Kirtland […] naar twee nederige dienstknechten van de Heer.’ (Church History and Modern Revelation, 4 delen [1946], deel 3, p. 84.)

In die verklaring verwees president Smith naar een traditioneel gebruik onder het Joodse volk, dat Maleachi’s profetie over Elia’s terugkeer gelooft (zie Maleachi 4:5–6). Elk Pascha houden veel trouwe Joodse gezinnen een paasmaal en ruimen daarbij een extra plaats aan de tafel in voor Elia. Zij laten hun deur open voor het geval Elia besluit zich bij hen te voegen.

Ouderling Russell M. Nelson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft de betekenis van Elia’s bezoek aan de Kirtlandtempel toegelicht:

‘Elia’s terugkeer naar de aarde vond plaats in de eerste tempel die in deze bedeling gebouwd is. Samen met andere hemelse boodschappers vertrouwde hij onder leiding van de Heer bijzondere sleutels van priesterschapsgezag toe aan de herstelde kerk. (…)

‘Elia kwam niet alleen om het onderzoek naar voorouders te stimuleren. Hij maakte het ook mogelijk dat familieleden voor eeuwig met elkaar verbonden konden worden, tot voorbij de grenzen van het sterfelijk leven. In feite is de mogelijkheid om familieleden voor eeuwig aan elkaar te verzegelen de ware reden voor ons onderzoek.’ (Zie ‘Een nieuwe oogsttijd’, De Ster, juli 1998, p. 39).

3 Nephi 25:1–6. ‘De geest van Elia bestuderen en ervaren’

Ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:

‘Ik nodig de jonge mensen van de kerk uit om de geest van Elia te bestuderen en die te ervaren. ‘Ik moedig jullie aan om je voorouders beter te kennen, naar ze op zoek te gaan en je voor te bereiden om je plaatsvervangend in het huis des Heren te laten dopen voor jouw overleden familieleden (zie LV 124:28–36).’ En ik spoor jullie aan om anderen te helpen met hun familiegeschiedenis.

‘Als je met geloof op deze uitnodiging ingaat, zal je hart zich tot de vaderen wenden. De beloften aan Abraham, Isaak en Jakob zullen in je hart worden geplant. Je patriarchale zegen, waarin je afstamming staat vermeld, verbindt je met deze vaderen en zal meer voor je gaan betekenen. Je liefde en dankbaarheid voor je voorouders zullen toenemen. Je getuigenis van de Heiland zal sterker worden en je bekering tot Hem zal blijvender zijn. En ik beloof je dat je beschermd zult worden tegen de toenemende invloed van de tegenstander. Als je met je hart betrokken raakt bij dit heilige werk, zul je in je jeugd en je hele leven bescherming genieten.’ (‘Het hart der kinderen zal zich wenden’, Liahona, november 2011, pp. 26–27.)

3 Nephi 25:6. Het hart der kinderen zal tot hun vaderen worden teruggevoerd

In ongeveer 430 v.C. profeteerde de profeet Maleachi dat Elia op aarde zou terugkeren ‘voordat de grote en geduchte dag des Heren komt’ (Maleachi 4:5). Deze profetie is zo belangrijk dat die in de Bijbel, het Boek van Mormon, de Leer en Verbonden en de Parel van Grote Waarde is opgenomen. (Zie Maleachi 4:5–6; 3 Nephi 25:5–6; LV 2:1–3; Geschiedenis van Joseph Smith 1:37–39.) Deze profetie openbaart onder meer dat Elia zou terugkeren om het hart van de kinderen tot hun vaderen terug te voeren.

President Joseph Fielding Smith heeft enkele manieren uitgelegd waarop het hart van de kinderen tot de vaderen wordt teruggevoerd:

De vaderen zijn onze dode voorouders die zijn gestorven zonder dat zij van het evangelie wisten, maar aan wie de belofte was gedaan dat ze het alsnog zouden horen. De kinderen leven nu en doen genealogisch onderzoek en verrichten de verordeningen plaatsvervangend in de tempel.

Het hart van de kinderen tot de vaderen terugvoeren is in het hart van de kinderen dat gevoel en verlangen plaatsen of planten waardoor ze geïnspireerd worden de gegevens over de doden op te zoeken. Bovendien is het planten van het verlangen en de inspiratie in hun hart noodzakelijk. Dat hebben ze nodig om naar het huis des Heren te gaan en het noodzakelijke werk voor hun vaderen te verrichten, die zonder kennis van het evangelie zijn overleden, of zonder het voorrecht om de volheid van het evangelie te ontvangen.’ (Doctrines of Salvation, samengesteld door Bruce R. McConkie, 3 delen [1954–1956], deel 2, pp. 127–128.)