Helaman 11–12

Inleiding

Hoofdstuk 11 en 12 in het boek Helaman beslaan veertien jaar van de Nephitische geschiedenis waarin het volk herhaaldelijk perioden van rechtschapenheid en goddeloosheid doormaakte. Uit deze geschiedenis blijkt hoe snel mensen de Heer kunnen vergeten en hoe Hij hen kastijdt om ze tot bekering te brengen en tot Hem terug te laten keren.

Onderwijstips

Helaman 11

De Nephieten maken perioden van rechtschapenheid en goddeloosheid door

Zet het volgende schema op het bord. Leg uit dat dit schema de cirkelgang van hoogmoed voorstelt.

Afbeelding

Righteous Cycle

Laat de cursisten overwegen wat ze als vierde element van de cirkelgang zouden opschrijven. Laat de cursisten mogelijke antwoorden bespreken. Zet na enige discussie Nederigheid en bekering naast nummer 4 in het schema. Leg uit dat de volgende Schriftuuractiviteit laat zien hoe de mensen uit het Boek van Mormon deze cirkelgang doormaakten. Wijs erop dat deze cirkelgang vaak voorkomt in grote samenlevingen, maar ook op patronen in het leven van gezinnen en individuen kan duiden.

Herinner de cursisten eraan dat Nephi het volk over de dood van hun opperrechter had verteld, maar ondanks dat ‘verstokten zij hun hart en luisterden niet naar de woorden des Heren’ (Helaman 10:13). Aan het einde van het eenenzeventigste jaar van de regering der rechters was het zover ‘dat zij tegen zichzelf werden verdeeld en elkaar met het zwaard begonnen te doden’ (Helaman 10:18).

In welke fase van de cirkelgang van hoogmoed bevonden de Nephieten zich in die periode volgens jullie?

Zet vóór de les het volgende schema op het bord. Vermeld niet de cursieve antwoorden in de derde en vierde kolom. Maak zo mogelijk ook een uitreikblad van het schema voor iedere cursist. Lukt dat niet, vraag ze dan het schema in hun aantekenschrift of Schriftendagboek over te nemen.

Laat zien hoe het schema ingevuld moet worden door samen als klas aan de eerste regel te werken. Laat een cursist Helaman 11:1–2 voorlezen. Vraag de klas een korte samenvatting van de toestand onder het volk te geven zoals in deze verzen wordt beschreven. Zet hun antwoorden in het schema. Vraag de cursisten vervolgens in welke fase of fasen van de cirkelgang het volk zich bevond. Zet hun antwoorden in het schema.

Als de cursisten begrijpen hoe ze het schema moeten invullen, geeft u ze de tijd om dat te doen. U kunt ze individueel, in koppels of groepjes, of klassikaal laten werken.

Jaren van de regering der rechters	Verzen in Helaman 11	Beschrijving van de toestand van het volk	Fase(n) in de cirkelgang
72–73	1–2	Twist en oorlogen nemen toe, en de geheime bende rovers zet het werk van vernietiging voort.	2, 3
73–75	3–6	Op Nephi’s verzoek aan de Heer woedt er hongersnood in plaats van oorlog, en duizenden beginnen om te komen van de honger.	2, 3
75	7–11	De mensen beginnen te Heer te gedenken en zich te verootmoedigen, en zij roeien de bende van Gadianton onder hen uit.	3, 4
76	17–20	De mensen verheugen zich en verheerlijken God. Zij zijn rechtschapen en beginnen weer voorspoedig te worden.	4, 1
77–79	21–23	Voorspoed en vrede worden hersteld. Er is weinig twist, die door openbaringen en evangelieonderwijs worden opgelost.	1
80	24–26	Het volk wordt wederom hoogmoedig, boos en goddeloos. Een goddeloze bende rovers steekt weer de kop op onder het volk, met hun moorden en geheime plannen.	2, 3
80–81	27–35	De rovers richten verwoesting en vernietiging aan en de legers van de Nephieten en Lamanieten zijn niet in staat de goddeloze bende uit te roeien. De rovers vermoorden vele mensen en voeren sommigen, waaronder vrouwen en kinderen, gevankelijk met zich mee de wildernis in. De beproevingen leiden ertoe dat het volk de Heer gedenkt.	3, 4

Nadat de cursisten de tijd hebben gehad om het schema in te vullen, vraagt u wat ze van de opdracht hebben geleerd. Stel daarna de volgende vragen:

Waarom bad Nephi volgens Helaman 11:4 om een hongersnood? (Hij hoopte dat een hongersnood het volk ertoe aan zou zetten de Heer te gedenken en zich te bekeren.)
Wat had het volk kunnen doen om de fase van ellende en vernietiging in de cirkelgang te mijden?

De cursisten kunnen vele goede antwoorden op deze vraag noemen. Maak ze het volgende beginsel duidelijk: Nederigheid en bekering kunnen ons helpen hoogmoed en vernietiging te mijden. Wijs erop dat de Nephieten de tweede en derde fase in de cirkelgang hadden kunnen overslaan. Zij hadden steeds rechtschapen en ootmoedig kunnen leven, en zich na een zonde onmiddellijk kunnen bekeren. Als ze op die manier hadden geleefd, zouden ze nog steeds bepaalde beproevingen hebben gehad. Ze hadden dan echter niet de verschrikkelijke ellende en vernietiging hoeven ondergaan die ze ten gevolge van hun goddeloosheid te verduren kregen.

Laat een cursist Helaman 11:36–37 voorlezen. Vraag de andere cursisten mee te lezen en op te letten welke verandering er in korte tijd plaatsvond.

Hoe lang nadat de Nephieten de Heer indachtig waren geweest, ‘werden zij wederom rijp voor vernietiging’? (Vier jaar.)
Welke fase van de cirkelgang van hoogmoed wordt aan het eind van Helaman 11 beschreven?

Vraag de cursisten in hoeverre ze deze cirkelgang hebben gezien in hun eigen leven of dat van anderen die ze kennen. Laat ze zich afvragen hoe ze de tweede en derde fase van de cirkelgang kunnen mijden. Moedig ze aan specifieke ideeën die ze bij het overdenken krijgen op te schrijven.

Helaman 12

Mormon legt uit waarom de Heer mensen kastijdt.

Zet het volgende op het bord: ‘En aldus kunnen wij zien …’ Leg uit dat Mormon deze zinsnede gebruikte om aan te geven wat we kunnen leren uit de verslagen die hij optekende.

Hoe zou je die zin op basis van Helaman 11 aanvullen?

Vraag een cursist Helaman 12:1 voor te lezen en laat de klas opletten hoe Mormon die zin vervolgde.

Wat betekent de zinsnede ‘onbestendig [is] het hart der mensenkinderen’ voor je?
Waardoor blijft jullie hart bestendig aan de Heer toegewijd?

Laat de cursisten Helaman 12:2–3 doorlezen en letten op andere lessen die Mormon ons uit deze geschiedenis van de Nephieten wilde leren. Herinner de cursisten eraan dat Mormon vaak woorden als ‘wij kunnen zien’ (vers 2) en ‘aldus zien wij’ (vers 3) gebruikte toen hij waarheden noemde die we uit de verhalen in de Schriften kunnen leren.

Vertel in je eigen woorden welke lessen Mormon ons wil leren. (De cursisten kunnen met de volgende of eendere antwoorden komen: Als we niet oppassen, kan onze voorspoed ertoe leiden dat we de Heer vergeten; de Heer kastijdt zijn volk om hen ertoe te brengen Hem indachtig te zijn.)
Waarom denk je dat mensen die voorspoedig zijn de Heer soms vergeten?
Waarom denk je dat mensen soms gekastijd moeten worden voordat ze de Heer indachtig zijn? (Leg eventueel uit dat het woord kastijden iemand corrigeren door middel van een vorm van straffen of lijden betekent.)

Laat de cursisten over de volgende vraag nadenken:

Op welke manieren kan de Heer ons tegenwoordig kastijden?

Lees het volgende citaat van ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen voor om de cursisten deze vraag te helpen beantwoorden:

‘Goddelijke kastijding heeft ten minste drie doelen: (1) ons ertoe te brengen ons te bekeren; (2) ons te zuiveren en heiligen; en (3) soms ook om onze levenskoers aan te passen naar wat God weet dat een beter pad is.’ (‘Allen, die Ik liefheb, bestraf Ik en tuchtig Ik’, Liahona, mei 2011, pp. 98.)

Hoe blijkt de liefde van de Heer uit zijn tuchtiging?

Laat een cursist Helaman 12:4–6 voorlezen. Vraag de klas mee te lezen en te letten op houdingen die het voor mensen moeilijk maken om aan God te denken. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.

Leg uit dat Mormon mensen die niet willen dat de Heer hun leidsman is, ‘minder dan het stof der aarde’ noemde (Helaman 12:7). Laat een cursist Helaman 12:7–8 voorlezen.

Waarom kun je deze mensen als ‘minder dan het stof der aarde’ beschouwen? (Maak de cursisten duidelijk dat Mormon niet beweerde dat mensen voor onze hemelse Vader minder waard zijn dan het stof der aarde. Hij vestigde echter de aandacht op het feit dat het stof altijd Gods geboden gehoorzaamt maar mensen vaak niet.)

Vat Helaman 12:9–22 samen door te noemen dat Mormon ons in deze verzen herinnert aan de grote macht van de Heer — dat de Heer de fysieke elementen kan gebieden te bewegen of te veranderen, en dat hij een zondige persoon van zijn tegenwoordigheid kan afsnijden. Vraag de cursisten Helaman 12:23–26 door te nemen op zoek naar bewijs dat we meer waard zijn dan het stof der aarde. U kunt de cursisten in overweging geven om woorden en zinsneden te markeren die voor hen belangrijk zijn.

Welke gave is voor ons weggelegd als we ons bekeren en gehoor geven aan de stem van de Heer?
In welk opzicht is dat een bewijs van onze waarde in Gods ogen?

Zet de volgende onvolledige uitspraken op het bord. Vraag de cursisten een conclusie te schrijven voor de les van vandaag door deze uitspraken in hun aantekenschrift of Schriftendagboek aan te vullen.

En aldus zie ik in Helaman 11–12 dat …

En daarom zal ik …

Getuig van het volgende: als wij de Heer indachtig zijn, naar zijn stem luisteren en ons bekeren, tonen wij onze nederigheid en ons geloof in Hem. Op zijn beurt houdt Hij Zich aan zijn belofte om ons te zegenen en voorspoedig te maken, en ons uiteindelijk het eeuwige leven te schenken.