Les 114
Helaman 14
Inleiding
Samuël de Lamaniet bleef tot de Nephieten in Zarahemla prediken en kondigde de tekenen aan die de geboorte en dood van Jezus Christus zouden aanduiden. Hij legde uit dat hij van deze tekenen profeteerde om de mensen tot geloof in Jezus Christus en bekering van hun zonden te brengen. Hij leerde dat het gehele mensdom door de verzoening van Jezus Christus in Gods tegenwoordigheid teruggebracht zal worden. Hij riep de mensen op tot bekering en beloofde dat de boetvaardigen vergeving van hun zonden zouden ontvangen, maar dat de onbekeerlijken wederom van Gods tegenwoordigheid afgesneden zouden worden.
Onderwijstips
Helaman 14:1–13
Samuël profeteert van tekenen aangaande de geboorte van de Heiland
Teken vóór de les als volgt drie pijlen op het bord. U voegt er gaandeweg de les woorden en zinsneden aan toe.
Vraag de cursisten wat ze zich van de vorige les, over Helaman 13, herinneren. Om ze zo nodig op weg te helpen, vertelt u dat de profeet Samuël centraal stond. Laat ze details noemen die ze nog over hem weten, zoals wie hij was, waar hij heenging, wat hij predikte en de geestelijke toestand van de mensen tot wie hij predikte. Vraag de cursisten ook hoe de mensen op Samuëls boodschap reageerden. Leg uit dat Helaman 14 verdere leringen van Samuël bevat.
Leg uit dat Samuël profeteerde van gebeurtenissen die in de toekomst zouden plaatsvinden, sommige duizenden kilometers bij Zarahemla vandaan. Laat de cursisten Helaman 14:1–2 doornemen en één gebeurtenis noemen waarover Samuël profeteerde (de geboorte van Jezus Christus).
Vraag de cursisten Helaman 14:3–6 door te lezen en te letten op de tekenen die de Nephieten ten tijde van de geboorte van de Heiland zouden zien. U kunt de cursisten in overweging geven om die tekenen in hun Schriften te markeren. U kunt de aandacht van de cursisten ook vestigen op de voetnoten bij die verzen, die wijzen op de vervulling van Samuëls profetieën.
-
Wat betekent de geboorte van de Heiland voor je?
Lees Helaman 14:8–9 voor. Beklemtoon hoe belangrijk geloof in de Heiland is om het eeuwige leven te kunnen ontvangen. Zet Eeuwig leven achter de laatste pijl op het bord. Leg uit dat ‘het eeuwige leven’ het soort leven is dat God leidt, wat inhoudt dat we met ons gezin voor altijd in zijn tegenwoordigheid leven. Samuël leerde de Nephieten in Zarahemla wat zij moesten doen om het eeuwige leven te ontvangen.
Laat de cursisten Helaman 14:11–13 doorlezen en letten op wat Samuël wilde dat het volk wist en deed. U kunt de cursisten in overweging geven om te markeren wat Samuël wilde dat het volk wist en deed.
Zet links van de eerste pijl op het bord Kennis. Vraag de cursisten vervolgens wat het volk volgens Samuël moest weten. Laat enkele cursisten die dingen onder het woord Kennis op het bord zetten. (Mogelijke antwoorden: Samuël wilde dat de mensen wisten aangaande de oordelen van God voor zondaars, de voorwaarden van bekering, de komst van Jezus Christus en de tekenen van zijn komst.)
-
Wat hoopte Samuël dat het volk door die kennis zou gaan doen? (Geloven in Jezus Christus en zich bekeren van hun zonden.)
Vraag de cursisten een beginsel op te schrijven op basis van Helaman 14:13. Laat vervolgens een aantal cursisten voorlezen wat ze hebben opgeschreven. (Een mogelijk antwoord: geloof in Jezus Christus leidt tot bekering en vergeving van zonden.)
Door de ‘verdiensten’ van de Heiland komen wij in aanmerking voor de gave van vergeving van onze zonden. Maar daar moeten we wel iets voor doen, zoals ons oprecht bekeren, ons laten dopen en bevestigen, en de geboden onderhouden. Let wel: wij ontvangen de gave van vergeving door de verdiensten van de Heiland, niet de onze. U kunt de cursisten eventueel herinneren aan 2 Nephi 25:23, een kerntekst: ‘Wij weten dat wij, na alles wat wij kunnen doen, door de genade worden gered.’ Laat de cursisten desgewenst ook Alma 22:14 en Alma 24:10–11 lezen.
Maak het schema op het bord als volgt af:
-
Hoe is je geloof in de Heiland door je kennis aangaande Hem toegenomen?
-
Hoe heeft je geloof in de Heiland je tot bekering gebracht en je het verlangen gegeven meer op Hem te lijken?
Getuig dat wij alleen door de verdiensten van Jezus Christus vergeving van zonden en het eeuwige leven kunnen ontvangen.
Helaman 14:14–31
Samuël profeteert van tekenen aangaande de dood van de Heiland
Laat een cursist Helaman 14:14 voorlezen. Vraag de cursisten vervolgens Helaman 14:20–27 door te lezen en te letten op de tekenen die de Nephieten ten tijde van de dood van Jezus Christus zouden zien. Laat ze die tekenen desgewenst markeren. Geef de cursisten voldoende tijd om te lezen, en vraag ze vervolgens naar hun bevindingen. Vertel ze dat de vervulling van die tekenen zijn opgetekend in 3 Nephi (zie Helaman 14:20, voetnoot a).
Laat een cursist Helaman 14:28–29 voorlezen. Vraag de klas mee te lezen en te letten op redenen waarom de Heer in tekenen en wonderen voorziet. Laat enkele cursisten die redenen in hun eigen woorden weergeven. (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient de volgende waarheid te omvatten: De Heer voorziet in tekenen en wonderen om mensen te helpen in Hem te geloven.)
-
Wat kan deze waarheid ons leren over de tekenen die aan de wederkomst van de Heiland vooraf zullen gaan?
Laat de cursisten nadenken over tekenen of wonderen die de Heer aan hen heeft gegeven om ze te helpen in Hem te geloven. Moedig de cursisten desgewenst aan over hun ervaringen te vertellen (maar zeg erbij dat ze niet over dingen hoeven te praten die te persoonlijk zijn). Getuig dat de Heer in deze tijd in tekenen voorziet en profeten stuurt, zoals Samuël, om mensen te bewegen in Hem te geloven.
Opmerking: Veel Schriftteksten waarschuwen ons niet naar tekenen te zoeken, waardoor deze bespreking van tekenen verwarrend kan zijn voor de cursisten. Maak ze duidelijk dat er een verschil is tussen tekenen van Gods liefde herkennen en om zelfzuchtige redenen naar tekenen zoeken (zie Jakob 7:9–14; Alma 30:43–50; LV 46:9; 63:7–11). Wanneer profeten waarschuwen tegen het zoeken naar tekenen, doelen zij op mensen die weigeren te geloven tenzij hun tekenen worden getoond, niet op mensen die hun geloof oefenen en overeenkomstig de wil van de Heer naar een wonder zoeken.
Leg uit dat het weliswaar goed is de tekenen te kennen die de Nephieten aangaande de dood van de Heiland zouden zien, maar dat het nog belangrijker is Samuëls leringen over de betekenis van de dood en opstanding van Jezus Christus te begrijpen. Teken het volgende schema op het bord en laat daarbij de genummerde uitleg weg. Voeg die uitleg op het bestemde moment toe tijdens de bespreking van Helaman 14:15–19. (Moedig de cursisten desgewenst aan om dit schema in hun aantekenschrift of Schriftendagboek over te nemen.)
Leg uit dat ‘geestelijke dood’ betekent dat we van Gods tegenwoordigheid zijn afgesneden. Vraag een cursist Helaman 14:15–16 voor te lezen.
-
Wat is de eerste geestelijke dood waarover in Helaman 14:16 wordt gesproken? (Leg indien nodig uit dat we ten gevolge van de val van Adam en Eva van Gods tegenwoordigheid zijn afgesneden.)
Laat een cursist Helaman 14:17 voorlezen. Laat de anderen in hun eigen Schriften meelezen en overdenken hoe zij de eerste geestelijke dood kunnen overwinnen. Zet de volgende waarheid op het bord: Jezus Christus verlost het gehele mensdom van de val zodat wij in Gods tegenwoordigheid kunnen terugkeren. Leg uit dat alle mensen in Gods tegenwoordigheid zullen terugkeren om geoordeeld te worden (zie 2 Nephi 2:10).
Vraag een cursist Helaman 14:18–19 voor te lezen.
-
Wat is de tweede geestelijke dood waarover in Helaman 14:18–19 wordt gesproken? (Leg eventueel uit dat wie zich niet bekeren, wederom van de tegenwoordigheid van de vader zullen worden afgesneden.)
-
Wat kunnen we doen om de tweede dood waarover Samuël spreekt te mijden? (Laat de cursisten desgewenst Helaman 14:13 en Mormon 7:7–8 lezen. Wijs erop dat wie zich bekeren, dankzij de verzoening van Jezus Christus voor eeuwig in Gods tegenwoordigheid zullen wonen.)
Beklemtoon hoe belangrijk keuzevrijheid is in ons streven naar de zegeningen van de verzoening van de Heiland door de cursisten Helaman 14:30–31 te laten doorlezen. Vraag ze te letten op woorden en zinsneden over hun keuzevrijheid. Vraag welke woorden en uitdrukkingen ze hebben gevonden. Laat ze uitleggen hoe die woorden en zinsneden ze meer inzicht geven in het belang van de keuzes die ze dagelijks maken.
Toelichting en achtergrondinformatie
Helaman 14:14–29. Samuëls profetie over de dood van de Heiland
Samuëls profetie over de dood van Jezus Christus is een van de specifiekste profetieën die in de Schriften zijn opgetekend. Het volgende schema geeft elementen van die profetie weer, plus de vervulling ervan. (U kunt er eventueel op wijzen dat de voetnoten bij Helaman 14:20–27 verwijzen naar sommige passages waarin de vervulling van Samuëls profetieën beschreven worden.)
|
Profetie over de dood van de Heiland |
Vervulling | |
|---|---|---|
|
De zon drie dagen lang verduisterd | ||
|
Donderslagen, bliksemschichten, aardbevingen | ||
|
De aarde valt in stukken uiteen | ||
|
Hevige orkanen, bergen worden verlaagd en dalen worden bergen | ||
|
Wegen en steden worden verwoest | ||
|
Graven gaan open en herrezen heiligen werken onder het volk | ||
Helaman 14:15–19. De verzoening overwint de dood
Samuël de Lamaniet beschreef de verschillen tussen de lichamelijke dood, de eerste geestelijke dood en de tweede geestelijke dood, en dat we door de verzoening van de Heiland deze verschillende soorten dood kunnen overwinnen. Profeten en andere kerkleiders hebben deze waarheden ook uiteengezet.
Lichamelijke dood. Ouderling Earl C. Tingey van de Zeventig heeft gezegd:
‘De lichamelijke dood is de scheiding van lichaam en geest. Door de val van Adam zal iedereen de lichamelijke dood ondergaan.’ (‘Het grote plan van geluk’, Liahona, mei 2006, p. 73.)
De eerste geestelijke dood. De geestelijke dood is ‘afgesneden [zijn] van de tegenwoordigheid des Heren’ (Alma 42:9).
President Spencer W. Kimball heeft uitgelegd dat de lichamelijke dood en de eerste geestelijke dood het gevolg zijn van de val van Adam en Eva:
‘Onze eerste ouders, Adam en Eva, waren God ongehoorzaam. Door van de verboden vrucht te eten, werden zij sterfelijk. Bijgevolg werden zij en al hun nakomelingen zowel aan de lichamelijke als de geestelijke dood onderworpen. (De lichamelijke dood is de scheiding van lichaam en geest; de geestelijke dood is de verbanning van de geest uit Gods tegenwoordigheid, en is de dood wat het geestelijke betreft.)’ (‘The True Way of Life and Salvation’, Ensign, mei 1978, 6).
De geestelijke dood is door de val van Adam en Eva in de wereld gekomen. Door onze geboorte in een gevallen wereld nemen wij die toestand aan — wij zijn van Gods tegenwoordigheid afgesneden. Samuël de Lamaniet noemde die toestand ‘de eerste dood’ (Helaman 14:16).
Samuël de Lamaniet verkondigde dat alle kinderen van onze hemelse Vader die op aarde hebben geleefd, de stoffelijke en geestelijke dood door de kracht van de verzoening van Jezus Christus zullen overwinnen (zie Helaman 14:17). Van die waarheid getuigen ook vele andere teksten in de Schriften (zie 2 Nephi 2:9–10; 9:15, 22, 38; Alma 11:43–44; 12:12–15, 24; 42:23; 3 Nephi 26:4–5).
De tweede geestelijke dood. De tweede dood is een uiteindelijke of definitieve geestelijke dood — voor eeuwig uit Gods tegenwoordigheid worden geworpen ten gevolge van zonden waarvan we ons niet bekeren.
Dankzij de hulp van de Heiland kunnen we die tweede geestelijke dood ook overwinnen. Hij heeft voor onze zonden geleden en biedt ons daardoor de mogelijkheid van bekering. Maar voor wie zich niet bekeren, ‘komt wederom een geestelijke dood over hen, ja, de tweede dood, want zij worden wederom afgesneden met betrekking tot de dingen der gerechtigheid’ (Helaman 14:18). Dat betekent dat iemand met onopgeloste zonden niet in Gods tegenwoordigheid kan blijven nadat hij of zij tot Hem is teruggevoerd om geoordeeld te worden.
Ouderling Russell M. Nelson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft die toestand beschreven:
‘Als de lichamelijke dood toeslaat voordat morele misstappen zijn rechtgezet, is de kans op bekering verspeeld. Daarom is “de [echte] prikkel des doods […] de zonde” (1 Korinthe 15:56).
‘Zelfs de Heiland kan ons niet in onze zonden redden. Hij zal ons van onze zonden verlossen, maar alleen als we ons bekeren. Wij zijn zelf verantwoordelijk voor onze geestelijke overleving of dood. (Zie Romeinen 8:13–14; Helaman 14:18; LV 29:41–45.)’ (Zie ‘De deur van de dood’, De Ster, juli 1992, p. 68.)
Helaman 14:18–19. De goddelijke gave van bekering
Ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft getuigd van de vreugde die op bekering volgt:
‘Ik spreek dankbaar mijn erkenning en getuigenis van het onbevattelijke lijden, de dood en de opstanding van onze Heer uit “die […] de mogelijkheid van bekering teweeg[brengen]” (Helaman 14:18). De goddelijke gave van bekering is de sleutel tot geluk in dit leven en in het hiernamaals. Met de woorden van de Heiland, en in grote nederigheid en liefde, nodig ik allen uit: “Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen” (Matteüs 4:17). Ik weet dat u nu en voor altijd vreugde zult vinden als u die uitnodiging aanneemt.’ (‘De goddelijke gave van bekering’, Liahona, november 2011, p. 41.)