Bibliotheek
Les 139: Mormon 5–6


Les 139

Mormon 5–6

Inleiding

Mormon profeteerde dat zijn kroniek in de laatste dagen tevoorschijn zou komen om de lezers te overreden dat Jezus de Christus is. Hij spoorde degenen die de kroniek lezen aan zich te bekeren en voor te bereiden op hun oordeel voor God. Onder zijn eigen volk kwam Mormon terug op zijn besluit om als legeraanvoerder terug te treden en hij stemde erin toe het volk weer aan te voeren in de strijd. De mensen wilden zich echter niet bekeren en werden door de Lamanieten achtervolgd tot de gehele Nephitische natie was vernietigd. Toen Mormon dit toneel van dood en vernietiging aanschouwde, treurde hij over de ondergang van zijn volk en hun onwil om tot Jezus Christus terug te keren.

Onderwijstips

Mormon 5:1–9

Mormon besluit om het Nephitische leger wederom aan te voeren, maar de Lamanieten zegevieren

Noem een natuurramp die in uw gebied kan voorkomen — bijvoorbeeld een aardbeving, tsunami, vulkaanuitbarsting of orkaan. Laat de cursisten zich voorstellen dat zij de waarschuwing hebben gekregen dat die natuurramp zich binnen enkele dagen in hun omgeving zal voordoen.

  • Waar zou je naartoe gaan voor hulp?

Wijs de cursisten erop dat de Nephieten ook voor een dergelijk gevaar stonden, maar dat de ramp die hen zou treffen van geestelijke aard was. Wijs de cursisten er ook op dat de Nephieten in oorlog waren verwikkeld en dat Mormon wegens hun goddeloosheid had geweigerd hun legers nog langer aan te voeren (zie Mormon 3:16).

Laat een cursist Mormon 5:1–2 voorlezen. Vraag de klas mee te lezen en vast te stellen wie de Nephieten volgens hen uit hun ellende kon bevrijden.

  • Mormon kon de Nephieten weliswaar in veldslagen aanvoeren, maar waarom geloofde hij niet dat het volk uit hun ellende zou worden bevrijd?

  • Tot wie moeten we ons volgens Mormon 5:1–2 als eerste wenden als we hulp in onze ellende nodig hebben? (We dienen ons eerst tot God te wenden; Hij komt de boetvaardigen die Hem aanroepen in hun ellende te hulp.)

Vat Mormon 5:3–7 samen met de uitleg dat de Nephieten onder leiding van Mormon een reeks aanvallen van de Lamanieten weerstonden. Maar het kwam uiteindelijk zover dat de Lamanieten ‘het volk der Nephieten onder de voet liepen’ (Mormon 5:6). De Nephieten trokken zich terug, waarbij degenen die niet snel genoeg konden vluchten, gedood werden.

Laat een cursist Mormon 5:8–9 voorlezen. Vraag de klas waarom Mormon geen volledig verslag geeft van de dingen die hij heeft gezien.

  • Waarom geeft Mormon geen volledige beschrijving van wat hij heeft gezien?

Mormon 5:10–24

Mormon legt het doel van het Boek van Mormon uit: mensen ertoe bewegen in Jezus Christus te geloven

Laat een cursist Mormon 5:10–11 voorlezen. Vraag de klas mee te lezen en een woord te noemen dat Mormon drie keer gebruikte om te beschrijven hoe mensen in de laatste dagen zich zullen voelen als ze over de ondergang van de Nephitische natie te horen krijgen. (Hij zei dat we ‘bedroefd’ zouden zijn.)

  • Wat vind je triest aan dit verslag?

Vestig de aandacht van de cursisten op Mormons woorden in Mormon 5:11 dat als zijn volk zich bekeerd had, ‘Jezus het in zijn armen had kunnen sluiten’.

  • Wat denk je dat het betekent om in de armen van Jezus gesloten te zijn?

  • Wat leren we uit deze zinsnede over het resultaat van onze eigen bekering? (Maak de cursisten het volgende beginsel duidelijk: Door bekering kunnen we in de armen van Jezus worden gesloten. Zet dit beginsel op het bord.)

Laat een cursist de volgende uitspraak van ouderling Kent F. Richards van de Zeventig voorlezen om dit beginsel te verduidelijken:

‘Ieder die komt kan in de armen van Jezus gesloten worden. [Zie Mormon 5:11.] Iedere ziel kan door zijn macht genezen worden. Alle pijn kan verzacht worden. We kunnen rust voor onze ziel vinden. [Zie Matteüs 11:29.] Onze aardse omstandigheden veranderen misschien niet onmiddellijk, maar onze pijn, onze zorg, ons lijden en onze angst kunnen worden verzwolgen in zijn vrede en balsem.’ (‘De verzoening dekt alle pijnen’, Liahona, mei 2011, p. 16.)

Laat de cursisten een van de volgende vragen in hun aantekenschrift of Schriftendagboek beantwoorden. (U kunt die vragen op het bord zetten of ze langzaam voorlezen zodat de cursisten ze over kunnen nemen.)

  • Wanneer heb je je in de armen van Jezus gesloten gevoeld?

  • Wat kun je doen om de troost, bescherming en vergeving van de Heer vollediger te ontvangen?

Leg uit dat Mormon 5:12–13 Mormons profetie bevat dat zijn geschriften verborgen zouden worden en daarna tevoorschijn zouden komen om door alle mensen gelezen te worden. Laat de cursisten Mormon 5:14–15 doorlezen en opletten wat de Heer met Mormons geschriften voor mensen in de laatste dagen voor ogen had. U kunt de cursisten in overweging geven om zinsneden te markeren die voor hen belangrijk zijn.

  • Wat zijn volgens Mormon 5:14–15 de doelen van het Boek van Mormon? (Zie erop toe dat de cursisten het volgende verwoorden: het Boek van Mormon is geschreven om alle mensen te overreden dat Jezus de Christus is, om God te helpen zijn verbond met huis van Israël te vervullen en om de nakomelingen van de Lamanieten vollediger in het evangelie te helpen geloven.)

Als de cursisten antwoorden dat Mormons geschriften zijn bedoeld om mensen te overreden dat Jezus de Christus is, getuigt u dat dit het centrale doel van het Boek van Mormon is.

  • In welke opzichten is dit centrale doel van het Boek van Mormon de lezers ervan tot zegen?

  • In hoeverre zijn je geloof in en liefde voor Jezus Christus door je studie van het Boek van Mormon toegenomen?

Wijs erop dat het Boek van Mormon momenteel velen helpt zich te bekeren en in de armen van Jezus gesloten te worden, maar dat er nog steeds veel mensen zijn die niet in Christus willen geloven.

Zet het volgende op het bord naast het beginsel over bekering dat u eerder in de les hebt opgeschreven: Als we ons niet willen bekeren … Laat een cursist Mormon 5:16–19 voorlezen en vraag de klas waar de weigering van de Nephieten om zich te bekeren toe leidde. Vraag de cursisten de zin op het bord op basis van hun bevindingen in die verzen af te maken. Terwijl ze dat doen, kunt u enkele van de volgende vragen stellen om ze de woorden en zinsneden in de verzen beter te laten begrijpen:

  • Wat denk je dat het betekent om ‘zonder Christus en God in de wereld’ te zijn? (Mormon 5:16.) (Mogelijke antwoorden: leven zonder geloof in Jezus Christus of onze hemelse Vader en zonder goddelijke invloed en leiding.)

  • Kaf is een licht schutblad of omhulsel van graankorrels. Bij het oogsten van het graan wordt het kaf verwijderd. Wat zou de zinsnede ‘her en der gedreven zoals kaf voor de wind’ betekenen? (Mormon 5:16.)

  • Hoe zou het zijn om op een vaartuig te zijn zonder zeil of anker of zonder roer om mee te sturen? (Zie Mormon 5:18.) In welke opzichten lijkt die situatie op die van de Nephieten?

  • Wat komen we uit Mormons woorden te weten over wie zich niet willen bekeren? (Uit de antwoorden van de cursisten dient te blijken dat de onwil tot bekering resulteert in het verlies van leiding door de Heer. Vul de uitspraak op het bord aan door de volgende waarheid op te schrijven: Als wij ons niet willen bekeren, zal de Geest Zich aan ons onttrekken en zullen wij de leiding van de Heer verliezen.)

Laat de cursisten zich afvragen hoe ze dit beginsel in hun eigen leven of dat van anderen hebben gezien.

Laat de cursisten Mormon 5:11, 16–18 en de twee beginselen op het bord vlug doornemen.

  • Hoe zou je in je eigen woorden het verschil weergeven tussen het resultaat van oprechte bekering en de onwil tot bekering?

Laat de cursisten Mormon 5:22–24 doorlezen en vraag waartoe Mormon mensen in de laatste dagen aanspoort. Laat de cursisten hun bevindingen desgewenst markeren.

Getuig van de waarheid van de twee tegengestelde beginselen op het bord.

Mormon 6

Mormon doet verslag van de laatste Nephitische veldslag en rouwt over de vernietiging van zijn volk

Stel de volgende vragen:

  • Hoe zou je je voelen als een dierbare overlijdt die God zijn of haar hele leven trouw is geweest?

  • Hoe zou je je voelen als een dierbare overlijdt die zijn of haar hele leven ongehoorzaam aan Gods geboden is geweest?

Leg uit dat Mormon enorm bedroefd was door de dood van zijn gehele volk, omdat hij wist dat ze niet voorbereid waren om God te ontmoeten. Vat Mormon 6:1–6 samen met de uitleg dat de Lamanieten de Nephieten toestonden zich in het land Cumorah te verzamelen om slag te leveren. Mormon begon oud te worden en hij wist dat dit ‘de laatste strijd van [z]ijn volk’ zou zijn (Mormon 6:6). Hij vertrouwde enkele van de heilige kronieken aan zijn zoon Moroni toe en verborg de rest in de heuvel Cumorah. Hij tekende op wat hij van de uiteindelijke vernietiging van zijn volk waarnam. Vraag de cursisten Mormon 6:7–15 door te lezen en na te gaan hoe Mormon zich gevoeld moet hebben toen hij die woorden optekende.

  • Waarom denk je dat de Nephieten de dood met ‘vreselijke angst’ tegemoetzagen? (Mormon 6:7).

Lees Mormon 6:16–22 voor en laat de cursisten in hun Schriften meelezen. Vraag ze vervolgens de gedachten en indrukken in hun aantekenschrift of Schriftendagboek te noteren die ze kregen bij het lezen en beluisteren van deze verzen. Vraag ze desgewenst na verloop van tijd te vertellen welke gedachten ze zoal hebben opgeschreven.

Getuig van de liefde die onze hemelse Vader, Jezus Christus, profeten, leiders en ouders voor de cursisten hebben. Moedig ze aan geloof in Jezus Christus te oefenen en zich van hun zonden te bekeren, zodat ze in de armen van Jezus kunnen worden gesloten (zie Mormon 5:11).

Toelichting en achtergrondinformatie

Mormon 5:11. In de armen van Jezus gesloten

Ouderling Russell M. Nelson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft het verband uitgelegd tussen het woord verzoening en in de armen van Jezus gesloten zijn:

‘Een diepe betekenis is te vinden in onderzoek naar het woord verzoenen in de Semitische talen uit oudtestamentische tijden. In het Hebreeuws is het basiswoord voor verzoenen kaphar, een werkwoord dat “bedekken” of “vergeven” betekent. Nauw verwant is het Aramese en Arabische woord kafat, wat “omhelzing” betekent — wat ongetwijfeld verband houdt met de Egyptische rituele omhelzing. Verwijzingen naar die omhelzing zijn te vinden in het Boek van Mormon. Eén verwijzing is onder meer: “De Heer heeft mijn ziel […] verlost; ik heb zijn heerlijkheid aanschouwd en ik ben voor eeuwig in de armen van zijn liefde gesloten.” [Zie 2 Nephi 1:15.] Een andere biedt de heerlijke hoop om in de armen van Jezus gesloten te zijn. [Zie Mormon 5:11.]’ (Zie ‘De verzoening’, De Ster, januari 1997, p. 33.)

Mormon 5:16. Wanneer de Geest van de Heer vertrekt

President Harold B. Lee heeft gezegd:

‘Mormon beschreef mensen onder zijn volk op wie de Geest des Heren niet meer inwerkte [zie 2 Nephi 26:11]. […] Het kwam me duidelijk voor dat hij niet alleen over het ontbrekende gezelschap of de gave van de Heilige Geest sprak, maar ook over dat licht der waarheid [het Licht van Christus] dat eenieder die in de wereld geboren wordt meekrijgt en dat zonder ophouden op iemand blijft inwerken, tenzij hij het door zijn eigen zonden verliest.’ (Conference Report, april 1956, p. 108.)

Mormon 6:16–22. De open armen van Christus niet verwerpen

Mormon rouwde over de dood van zijn volk en was bedroefd dat ze hun leven niet hadden gebeterd. Hij zei dat hun hereniging met de Heiland vreugdevol zou zijn geweest als zij zich van hun hoogmoed ontdaan en van hun zonden bekeerd hadden (zie Mormon 6:17). President James E. Faust van het Eerste Presidium heeft de vreugde beschreven die we zullen ervaren als we voorbereid zijn om op de oordeelsdag voor de Heer te staan:

‘Wij verlangen naar de grootste zegeningen van de verzoening — eenwording met Hem, in zijn goddelijke tegenwoordigheid zijn, persoonlijk bij onze naam worden genoemd als Hij ons liefderijk welkom heet met een stralende glimlach, ons met open armen opwacht om ons te hullen in zijn grenzeloze liefde. Wat zal dat een heerlijke, prachtige ervaring zijn als we ons waardig genoeg voelen om in zijn tegenwoordigheid te zijn! De kosteloze gave van zijn grote zoenoffer voor ieder van ons is de enige manier waarop we voldoende verhoogd kunnen worden om vóór Hem te staan en Hem van aangezicht tot aangezicht te aanschouwen. De overstelpende boodschap van de verzoening is de volmaakte liefde die de Heiland heeft voor ieder van ons. Het is een liefde vol erbarmen, geduld, genade, billijkheid, lankmoedigheid, en vooral vergeving.

‘De slechte invloed van Satan kan alle hoop die we hebben om onze fouten te overwinnen, vernietigen. Hij wil dat we denken dat we verloren zijn, en dat er geen hoop is. Daar tegenover reikt Jezus ons de hand om ons op te beuren. Door onze bekering en de gave van de verzoening kunnen we ons voorbereiden totdat we het waardig zijn om vóór Hem te staan.’ (‘Onze vurigste hoop is in de verzoening’, Liahona, januari 2002, p. 22.)