Bibliotheek
Les 58: Mosiah 11–12:17


Les 58

Mosiah 11–12:17

Inleiding

Omdat koning Noachs hoogmoed en losbandige levenswandel velen van zijn volk tot goddeloosheid aanzetten, stuurde de Heer de profeet Abinadi om Noach en zijn volk te waarschuwen. Abinadi waarschuwde hen dat ze in knechtschap zouden worden gebracht als ze zich niet bekeerden. Het volk legde de waarschuwingen naast zich neer en koning Noach liet Abinadi in de gevangenis werpen.

Onderwijstips

Mosiah 11:1–19

Koning Noach voert zijn volk tot goddeloosheid

Zet vóór de les de volgende vragen op het bord:

Hoe zou je reageren als je ouders zeiden dat sommige van je vrienden of vriendinnen een slechte invloed op je hadden?

Hoe zou je reageren als een kerkleider zei dat een van je favoriete bezigheden je geestelijke vooruitgang in de weg stond?

Hoe zou je reageren als de profeet zich uitliet tegen een bepaalde vorm van amusement die jij leuk vindt?

Laat de cursisten over die vragen nadenken. Vraag dan:

  • Waarom zijn dat netelige situaties?

  • Wat kun je doen om de raad van je ouders of leiders in dergelijke situaties op te volgen?

  • Waarom zijn rechtschapen mensen bereid om raad op te volgen, zelfs als ze daarvoor een moeilijke verandering in hun leven moeten aanbrengen?

Leg uit dat de cursisten iets zullen leren over een groep mensen die niet bereid waren om de raad van een profeet op te volgen.

Vermeld als context voor de les dat Zeniff een groep mensen naar het land Nephi leidde, waar zij door de Lamanieten in knechtschap werden gebracht. Hoewel Zeniffs overbegerigheid ertoe leidde dat hij door de Lamanieten werd misleid, was hij een goed mens en leerde hij zijn volk hun vertrouwen in de Heer te stellen. Voordat Zeniff stierf, droeg hij het koninkrijk over aan zijn zoon Noach. (Zie Mosiah 9–10.)

Leg uit dat Noach een goddeloos man was. Deel de klas in twee groepen op om de invloed van zijn goddeloosheid op het volk te tonen. Laat de eerste groep Mosiah 11:1–2, 5–7 lezen en de tweede groep Mosiah 11:14–19. Laat beide groepen opletten wat voor uitwerking de goddeloosheid van koning Noach op het volk had. Help de cursisten deze verzen te analyseren door de volgende of eendere vragen te stellen:

  • Hoe kwam het dat de mensen bereid waren Noach in zijn goddeloosheid te steunen?

  • Waarom kunnen ‘ijdele en vleiende woorden’ mensen misleiden? (Terwijl de cursisten deze vraag bespreken, kunt u ze erop wijzen dat men met vleierij de persoon in kwestie doorgaans probeert te manipuleren.)

  • Wat kunnen wij uit dit verhaal over het volk van Noach leren over hoe we op ijdele en vleiende woorden dienen te reageren? (Als we de ijdele en vleiende woorden van anderen geloven, ligt misleiding op de loer.)

  • Wat kunnen we doen als mensen overal om ons heen onrechtschapen leven?

Mosiah 11:20–12:17

Abinadi waarschuwt de mensen dat ze in knechtschap worden gebracht als ze zich niet bekeren

Vraag een cursist Mosiah 11:20 voor te lezen.

  • Wat deed de Heer om het volk van Noach te helpen? (Hij stuurde een profeet om hen tot bekering te roepen.)

Zet het volgende beginsel op het bord: God stuurt profeten om ons te helpen ons te bekeren en ellende te vermijden. Leg uit dat de Heer Abinadi twee keer stuurde om de mensen te waarschuwen.

Zet het volgende schema op het bord. Laat onder elke tekstverwijzing voldoende ruimte over voor een samenvatting.

Abinadi’s boodschap

Reactie van het volk

Eerste waarschuwing

Mosiah 11:20–25

Mosiah 11:26–29

Tweede waarschuwing

Mosiah 12:1–8

Mosiah 12:9–17

Maak de cursisten Abinadi’s boodschap duidelijk door de helft van de klas Mosiah 11:20–25 te laten lezen over de eerste waarschuwing van Abinadi, en de andere helft Mosiah 12:1–8 over zijn tweede waarschuwing. Vraag de cursisten in elke groep de boodschap van Abinadi samen te vatten terwijl een cursist de samenvatting onder de desbetreffende tekstverwijzingen op het bord zet.

  • Welke verschillen zie je tussen de twee waarschuwingen van Abinadi?

Maak de cursisten die verschillen duidelijk aan de hand van Mosiah 11:20–25 en de herhaalde zinsneden ‘tenzij zij zich bekeren’ en ‘tenzij dit volk zich bekeert’. Laat ze die zinsneden desgewenst markeren. Vestig hun aandacht vervolgens op de andere bewoordingen in Mosiah 12:1–8. Laat ze vooral letten op de woorden zal en zullen in deze verzen. (Wijs de cursisten erop dat het volk die gevolgen had kunnen afwenden als men zich na de eerste waarschuwing had bekeerd. De mensen bekeerden zich echter niet zodat de gevolgen in Abinadi’s tweede waarschuwing vaststonden en ernstiger werden.)

  • Wat kom je uit die verschillen te weten over de gevolgen als we de waarschuwing van een profeet niet ter harte nemen?

  • Wat zijn de gevaren als we in onze zonden volharden en ons niet bekeren?

Maak de cursisten de reactie van de mensen op Abinadi’s boodschappen duidelijk door de helft van de klas Mosiah 11:26–29 te laten lezen. Laat ze letten op de reactie van het volk en hun koning op Abinadi’s eerste boodschap. Laat de andere helft van de klas Mosiah 12:9–17 lezen en letten op de reactie op Abinadi’s tweede boodschap. Vraag de cursisten in elke groep de reacties samen te vatten terwijl een cursist de samenvatting op het bord zet.

  • Waarom denk je dat de mensen boos reageerden op Abinadi, die hen probeerde te helpen? Waarom denk je dat ze het opnamen voor koning Noach, die hen de ellende introk?

  • In Mosiah 11:29 lezen we dat ‘de ogen van het volk verblind’ waren. Hoe waren deze mensen blind geworden voor de waarheid?

Zie erop toe dat de cursisten bij hun bespreking van deze vragen het volgende beginsel herkennen: Zonde kan ons verblinden zodat we de waarheid van de woorden van profeten niet herkennen. Leg uit dat de mensen in hun blindheid dachten dat Noach hun vriend was en Abinadi hun vijand, terwijl dat juist andersom was. Laat de cursisten de volgende vragen overdenken:

  • Ben je weleens boos geworden of heb je je fouten weleens goedgepraat toen iemand je terecht corrigeerde?

  • Hoe kun je de raad van familieleden, plaatselijke kerkleiders en profeten ter harte nemen als ze je vertellen hoe je het woord van God kunt volgen?

Wijs erop dat veel mensen ons aanmoedigen om naar het woord van God te leven. Vestig de aandacht van de cursisten weer op de drie vragen die u vóór de les op het bord hebt gezet om ze verder te laten nadenken over een gepaste reactie als iemand ons aanraadt te veranderen of ons te bekeren. Laat ze een van de vragen beantwoorden in hun Schriftendagboek of aantekenschrift. Vraag enkele cursisten na enige tijd hoe ze weleens gezegend werden omdat ze de raad van hun ouders of leiders opvolgden. Moedig ze aan de raad van ouders, plaatselijke kerkleiders en profeten te zoeken en op te volgen.

Tekstenbeheersing

De cursisten krijgen meer inzicht in een Schrifttekst als zij hun eigen vragen over de tekst opstellen. Laat de cursisten als klas of in groepjes samenwerken om hints op te schrijven die naar bepaalde kernteksten verwijzen. (U kunt een reeks teksten uitkiezen die u de cursisten wilt laten leren of doornemen.) Vraag ze hun hints vervolgens aan u voor te lezen. U krijgt een punt als u de juiste kerntekst weet te noemen. De klas krijgt een punt als u de juiste kerntekst niet kunt noemen.

Opmerking: Als er niet voldoende tijd voor deze activiteit is, kunt u er wellicht in een andere les tijd aan besteden. Zie het aanhangsel achterin dit boek voor meer activiteiten.