Bibliotheek
Les 122: 3 Nephi 12


Les 122

3 Nephi 12

Inleiding

Jezus Christus leerde de Nephieten hoe ze de zegeningen van zijn evangelie konden verkrijgen en droeg hun op anderen ten goede te beïnvloeden. Hij verklaarde dat Hij de wet van Mozes had vervuld en gaf de mensen een hogere wet met het doel om als Hem en onze Vader in de hemel te worden.

Onderwijstips

3 Nephi 12:1–12

Jezus Christus zet de menigte de zegeningen uiteen die we ontvangen als we zijn evangelie naleven

Zet de volgende vragen op het bord vóór de les begint:

Verwacht onze hemelse Vader van ons dat wij volmaakt zijn?

Moeten we in dit leven volmaakt worden om het celestiale koninkrijk te kunnen beërven?

Kunnen we ooit volmaakt worden?

Nodig de cursisten aan het begin van de les uit om over deze vragen na te denken. Laat ze de vragen gedurende de les in gedachte houden.

Vraag een cursist 3 Nephi 12:48 voor te lezen. Wijs erop dat dit een kerntekst is. U kunt de cursisten in overweging geven deze tekst op zodanige wijze te markeren dat ze die gemakkelijk kunnen terugvinden.

Laat een cursist het volgende citaat van ouderling Russell M. Nelson van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen over het gebod om volmaakt te zijn:

Afbeelding
Ouderling Russell M. Nelson

‘We hoeven niet ontmoedigd te raken als ons oprechte streven naar volmaking nu zo zwaar en eindeloos lijkt. We zijn op weg naar volmaking. We bereiken die pas na de opstanding en alleen door de Heer. Zij ligt in het verschiet voor allen die Hem liefhebben en zijn geboden onderhouden.’ (Zie ‘Op weg naar volmaking’, De Ster, januari 1996, p 80.)

  • Waarom denk je dat volmaaktheid ‘alleen door de Heer’ kan komen?

Neem de drie vragen aan het begin van de les nog eens door. Vraag de cursisten of ze hun antwoorden op die vragen na het lezen van 3 Nephi 12:48 en het horen van ouderling Nelsons uitleg zouden veranderen. Maak de cursisten duidelijk dat onze hemelse Vader niet verwacht dat we in ons aardse leven volmaakt worden, maar dat we uiteindelijk vervolmaakt worden als we ijverig proberen de geboden na te leven en op de verzoening vertrouwen.

Zet het woord gezegend op het bord. Vraag de cursisten 3 Nephi 12:1–12 door te lezen en te letten op de eigenschappen die we volgens de Heiland moeten ontwikkelen en de door Hem beloofde zegeningen die daaruit voortvloeien.

  • Wat voor zegeningen heb je ervaren doordat je de leringen van Jezus Christus in 3 Nephi 12:1–12 naleeft?

Wijs erop hoe vaak het woord gezegend in deze verzen voorkomt. Getuig dat u gezegend bent door de leringen van de Heiland na te leven.

Vraag de cursisten in hun aantekenschrift of Schriftendagboek een door hen verlangde zegening uit 3 Nephi 12:1–12 te beschrijven. Laat ze de eigenschap opschrijven die ze moeten ontwikkelen om die zegening te verkrijgen. Vraag ze daarna op te schrijven hoe ze die eigenschap graag zouden ontwikkelen. Vraag een aantal cursisten wat ze hebben opgeschreven en waarom.

3 Nephi 12:13–16

De Heiland spoort de menigte aan om een rechtschapen voorbeeld voor de wereld te zijn

Laat een zoutvaatje zien. Vraag de klas naar de voordelen van zout. Maak de cursisten bij het geven van hun antwoorden duidelijk dat zout voedsel smaak geeft en dient als conserveringsmiddel om het bederven van vlees tegen te gaan. Leg eventueel ook uit dat priesters volgens de wet van Mozes zout bij hun offerdieren moesten offeren (zie Leviticus 2:13). Zout was aldus een symbool van het verbond tussen de Heer en zijn volk.

Vraag de cursisten 3 Nephi 12:13 door te lezen en aan te geven wie de Heiland met zout vergeleek. Als de cursisten hebben gereageerd, legt u uit dat de Heiland niet alleen doelde op de menigte bij de tempel die dag, maar op allen die in zijn kerk gedoopt zijn en zijn evangelie naleven.

  • In welke opzichten kunnen wij, als volgelingen van Jezus Christus, met zout worden vergeleken? (Wij moeten ertoe bijdragen dat mensen behouden worden en de wereld verbeteren door een goede invloed op anderen uit te oefenen.)

  • Wat zou het betekenen dat zout zijn kracht of smaak verliest?

Terwijl de cursisten deze vraag bespreken, zou u het volgende citaat van ouderling Carlos E. Asay van de Zeventig kunnen voorlezen:

‘Zout verliest zijn smaak of kracht niet door ouderdom. Die smaak en kracht gaan verloren door vermenging en onzuiverheden. […] Smaak en kwaliteit ontvlieden de man die zijn verstand bezoedelt met onreine gedachten, zijn mond ontheiligt door onwaarheden te spreken en zijn kracht verkeerd aanwendt voor slechte daden.’ (‘Salt of the Earth: Savor of Men and Saviors of Men’, Ensign, mei 1980, p. 42.)

  • Waarom moeten wij rein en zuiver zijn om anderen ten goede te kunnen beïnvloeden?

Leg uit dat de Heiland nog een symbool gebruikte om aan te geven hoe verbondsleden van zijn kerk anderen ten goede dienen te beïnvloeden. Laat een cursist 3 Nephi 12:14–16 voorlezen. Vraag de andere cursisten om in hun eigen Schriften mee te lezen en op te letten hoe de Heiland licht gebruikte om zijn verbondsvolk op hun rol in de wereld te wijzen. Leg voordat de cursist gaat lezen uit dat een korenmaat een soort mand is.

  • Hoe kunnen kerkleden een licht voor anderen zijn? Wat betekent het om ons licht te laten schijnen? (Zie erop toe dat de cursisten bij het beantwoorden van deze vraag inzien dat hun rechtschapen voorbeeld anderen kan helpen.)

  • In welke opzichten verbergen sommige kerkleden hun licht?

  • Waarom wil de Heer volgens 3 Nephi 12:16 dat wij ons licht laten schijnen? (Als wij een rechtschapen voorbeeld zijn, kunnen wij anderen helpen onze hemelse Vader te verheerlijken. U kunt de cursisten in overweging geven om dit beginsel in hun eigen woorden in hun Schriften te noteren.)

  • Wiens rechtschapen voorbeeld heeft jou geholpen dichter tot onze hemelse Vader te komen en het verlangen bij je aangewakkerd om het evangelie na te leven?

Laat de cursisten zich afvragen in welke opzichten zij een voorbeeld voor de mensen om hen heen zijn. Laat ze zich ook afvragen hoe ze anderen kunnen helpen hun liefde voor onze hemelse Vader en hun verlangen om Hem te volgen te vergroten.

3 Nephi 12:17–48

Jezus Christus onderwijst de menigte in de hogere wet waardoor ze meer op Hem en onze hemelse Vader kunnen gaan lijken

Leg uit dat de Heiland de Nephieten verder uiteenzette hoe zij tot Hem konden komen en in het koninkrijk van de hemel ingaan. Laat een cursist 3 Nephi 12:19–20 voorlezen. Vraag de klas mee te lezen en te letten op een woord dat meerdere keren in deze verzen voorkomt.

  • Welk belangrijk woord gebruikt de Heiland drie keer als onderdeel van zijn uitnodiging om tot Hem te komen? (Geboden.)

Leg uit dat 3 Nephi 12:21–47 enkele specifieke geboden van de Heiland bevat waardoor wij tot Hem kunnen komen en meer op Hem kunnen gaan lijken. Toen Hij deze geboden aan de Nephieten leerde, verwees Hij naar voorschriften uit de wet van Mozes en leerde hun vervolgens een hogere wet. Hij verwees naar de traditionele uitleg van de wet van Mozes door het gebruik van zinsneden zoals ‘er is gezegd door hen van weleer’ en ‘het staat geschreven’. Met de woorden ‘maar Ik zeg u’ gaf Hij aan hoe Hij ons dat gebod tegenwoordig wil laten onderhouden.

Neem het volgende schema over op het bord om de cursisten deze verzen te helpen bestuderen. Deel de klas op in vier groepen. Geef elke groep een rij in het schema en laat ze de bijbehorende verzen lezen en de vragen beantwoorden.

Wat was de traditionele uitleg in de wet van Mozes?

Hoe gaf de Heiland aan dat we dienen te leven?

Wat kan een jongeman of jongevrouw doen om de leer van de Heiland toe te passen?

3 Nephi 12:21

3 Nephi 12:22–26

3 Nephi 12:27

3 Nephi 12:28–30

3 Nephi 12:38

3 Nephi 12:39–42

3 Nephi 12:43

3 Nephi 12:44–46

Leg desgewenst uit dat ouderling David E. Sorensen van de Zeventig heeft gezegd dat de zinsnede ‘kom vlug met uw tegenpartij tot een vergelijk’ (3 Nephi 12:25) ons ertoe aanspoort ‘onze meningsverschillen snel op te lossen, zodat ze niet uit de hand lopen en tot lichamelijk of geestelijke geweld leiden’. (‘Vergevensgezindheid verandert verbittering in liefde’, Liahona, mei 2003, p. 11.)

Als de cursisten hun toegewezen verzen hebben bestudeerd, vraagt u elke groep naar hun bevindingen. Laat ze hun antwoorden desgewenst in het schema op het bord zetten.

  • Wat leek er te veranderen wat betreft de wet van Mozes en de hogere wet die Jezus Christus leerde?

U kunt erop wijzen dat de hogere wet meer gericht is op onze verlangens, gedachten en beweegredenen dan op onze uitwendige handelingen.

  • Waarom is het in ons streven naar volmaaktheid zo belangrijk om ons te richten op onze verlangens, gedachten en beweegredenen?

Laat de cursisten een van de leringen van de Heiland in 3 Nephi 12 uitkiezen en in een alinea opschrijven hoe ze in dat opzicht vooruitgang willen maken.

Laat een cursist 3 Nephi 12:19–20 voorlezen. Maak de cursisten duidelijk dat als we ons bekeren en ijverig de geboden proberen te onderhouden die de Heiland ons heeft gegeven, we door de verzoening vervolmaakt kunnen worden en ‘het koninkrijk van de hemel [kunnen] binnengaan’ (3 Nephi 12:20).

Als de cursisten klaar zijn met deze opdrachten, vraagt u ze wat voor hen de meeste betekenis had. Vat dit hoofdstuk samen door het volgende beginsel op het bord te schrijven: Als wij tot Christus komen en zijn geboden onderhouden, kunnen wij meer op Hem en onze Vader in de hemel, die volmaakt zijn, gaan lijken. Druk de cursisten nogmaals op het hart dat wij op de verzoening van Jezus Christus moeten vertrouwen om enige mate van volmaaktheid te bereiken. Nodig de cursisten uit om een of twee manieren op te schrijven waarop ze de leringen van de Heiland zouden willen toepassen die ze vandaag hebben geleerd. Geef tot slot uw getuigenis van het beginsel dat u op het bord hebt gezet.

Tekstenbeheersing — 3 Nephi 12:48

Vraag de cursisten 3 Nephi 12:48 op te slaan. Laat ze het vers samen hardop lezen. Geef de cursisten de tijd om het vers te bestuderen en laat ze daarna hun Schriften sluiten en het vers opnieuw zo goed mogelijk uit het hoofd opzeggen. Laat ze het vers daarna weer doorlezen, hun Schriften sluiten en het vers weer uit het hoofd opzeggen.

  • Hoe ben je er door je inspanningen beter in geworden?

  • Hoe ben je door deze activiteit je reis naar volmaaktheid beter gaan begrijpen?

Wijs erop dat onze inzet in ons leven cruciaal is. Herinner de cursisten er echter aan dat de Heer niet van ons verwacht dat we tijdens dit leven in alle dingen volmaakt worden. Door de verzoening en onze ijverige inspanningen om de Heiland te volgen kunnen wij uiteindelijk vervolmaakt worden. Vraag de cursisten na te denken over een specifieke manier waarop ze ernaar kunnen streven om de Heiland te volgen.

Opmerking: Vanwege de lengte van deze les kunt u deze activiteit wellicht beter op een andere dag gebruiken, wanneer u meer tijd hebt.

Toelichting en achtergrondinformatie

3 Nephi 12:28–30 De zonde van wellust

Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:

‘Waarom is wellust een “doodzonde”? Nou, niet alleen vernietigt het volledig de werking van de Geest in onze ziel, ik vind het ook een zonde omdat het de meest hoogstaande en heilige relatie schendt die God ons in het sterfelijk leven heeft gegeven — namelijk de liefde die man en vrouw voor elkaar hebben, en het verlangen dat zo’n echtpaar heeft om kinderen te krijgen in een gezin dat bedoeld is om eeuwig te zijn. Liefde zet ons er instinctief toe om de banden met God en andere mensen aan te halen. Maar wellust is helemaal niet goddelijk en wil alleen maar toegeven aan zelfzuchtige verlangens. Liefde heeft open handen en een open hart; wellust heeft alleen een open begeerte.’ (‘Geen plaats voor de vijand van mijn ziel’, Liahona, mei 2010, pp. 44–45.)

3 Nephi 12:43–44 ‘Gij zult uw naaste liefhebben’ en ‘hebt uw vijanden lief’

De instructie van de Heiland aan de Nephieten dat zij elkaar en hun vijanden dienden lief te hebben, was actueel en relevant. Na eeuwen van oorlogen tussen de Nephieten en de Lamanieten en jaren van interne conflicten was er een traditie ontstaan van haat tussen rivaliserende groepen. In Mosiah 10:17 staat bijvoorbeeld dat de Lamanieten ‘hun kinderen [leerden] dat zij hen [de Nephieten] moe[s]ten haten, en dat zij hen moe[s]ten vermoorden, en dat zij hen moe[s]ten beroven en plunderen, en al het mogelijke doen om hen te vernietigen’. Als de mensen de leringen van de Heiland in 3 Nephi 12:43–44 blijvend hadden nageleefd, hadden zij de vrede kunnen bewaren en permanent een einde kunnen maken aan de verkeerde traditie om hun kinderen haat voor hun vijanden bij te brengen. De jaren van vrede na het bezoek van de Heiland kwamen echter tot een eind omdat sommige mensen ervoor kozen ‘moedwillig in opstand tegen het evangelie van Christus [te komen]; en zij leerden hun kinderen om niet te geloven’. Zij kozen voor een levensstijl volgens ‘de goddeloosheid en gruwelen van hun vaderen, zoals het was in het begin. En hun werd geleerd de kinderen van God te haten, zoals de Lamanieten vanaf het begin was geleerd de kinderen van Nephi te haten’ (4 Nephi 1:38–39).