Bibliotheek
Thuisseminarie: unit 6


Thuisseminarieles

2 Nephi 4–10 (unit 6)

Lesmateriaal voor de thuisseminarieleerkracht

Samenvatting van dagelijkse thuisseminarielessen

De volgende samenvatting van de leerstellingen en beginselen die cursisten bij hun studie van 2 Nephi 4–10 (unit 6) geleerd hebben, is niet bedoeld om als onderdeel van uw les te worden behandeld. Uw les richt zich op slechts enkele van deze leerstellingen en beginselen. Volg de indrukken van de Heilige Geest terwijl u nadenkt over de behoeften van uw cursisten.

Dag 1 (2 Nephi 4–5)

Bij hun studie van 2 Nephi 4 lag de nadruk op het beginsel dat God steun geeft aan wie op Hem vertrouwen (zie 2 Nephi 4:12–35). De cursisten noteerden in hun Schriftendagboek één manier waarop ze meer vertrouwen in God zouden willen krijgen. In 2 Nephi 5 zagen ze voorbeelden van de volgende waarheden: De openbaringen van God gehoorzamen biedt veiligheid (zie 2 Nephi 5:1–8). Als we volgens het evangelie van Jezus Christus leven, worden we gelukkiger (zie 2 Nephi 5:9–18, 26–27). De cursisten gingen bij zichzelf na hoe ze nog meer ‘een leven van geluk’ konden gaan leiden.

Dag 2 (2 Nephi 6–8)

In deze les kwamen de cursisten erachter dat de Heer barmhartig is jegens hen die tot Hem terugkeren (zie 2 Nephi 6). Zij overpeinsden op welke manieren de Heer barmhartig jegens hen is geweest. Ze leerden eveneens dat de Heiland zijn verbondsvolk wil verlossen en daartoe ook alle macht bezit (zie 2 Nephi 7–8).

Dag 3 (2 Nephi 9)

Aan het begin van hun studie van 2 Nephi 9 leerden de cursisten wat er zou gebeuren als er geen verzoening was. Zij verdiepten zich ook in de volgende waarheden: De verzoening van Jezus Christus verlost alle mensen van de lichamelijke en geestelijke dood ten gevolge van de val (zie 2 Nephi 9:1–22). Dankzij de verzoening van Jezus Christus kunnen wij de gevolgen van onze zonden overwinnen als wij geloof hebben in Jezus Christus, ons bekeren, ons laten dopen en tot het einde volharden (zie 2 Nephi 9:14–27). De cursisten schreven hun gevoelens op over het offer dat de Heiland voor hen heeft gebracht.

Dag 4 (2 Nephi 9–10)

De cursisten overwogen bij hun studie van de rest van 2 Nephi 9 en van 2 Nephi 10 welke keuzes voor verwijdering tussen hen en de Heer zorgen en welke keuzes ze dichter tot Hem doen naderen. Zij gingen beseffen dat als wij ervoor kiezen tot de Heer te komen en volgens zijn wil te leven, wij de volledige zegeningen van de verzoening zullen ontvangen.

Inleiding

De cursisten hebben deze week vele belangrijke waarheden bestudeerd. Beklemtoon echter bovenal het belang van de verzoening van Jezus Christus. Bid om leiding hoe u ze het beste kunt helpen inzicht in en vertrouwen op de verzoening te verkrijgen. Laat de cursisten zich tijdens de les afvragen wat zij moeten doen om de zegeningen van de verzoening van de Heiland te ontvangen.

Opmerking: Bereid uw les onder gebed voor en overweeg de behoeften van uw cursisten — in het bijzonder de behoeften van wie het moeilijk lijken te hebben. Als u bidt voor individuele cursisten en om leiding hoe u ze het beste in de leerstellingen en beginselen in de Schriften kunt onderwijzen, zal de Heilige Geest u inspireren hoe u in de behoeften van de cursisten kunt voorzien.

Onderwijstips

2 Nephi 4–5

Nephi geeft uiting aan zijn vertrouwen in de Heer; de Heer scheidt de Nephieten af van de Lamanieten; de Nephieten leiden een leven van geluk

Zet de informatie in het volgende schema op het bord of maak er een uitreikblad van.

2 Nephi 4

2 Nephi 5

  1. Lees de inleidende tekst boven het hoofdstuk en vat het hoofdstuk in je eigen woorden samen.

  2. Lees 2 Nephi 4:19 en leg uit wat volgens jou ‘toch weet ik op wie ik heb vertrouwd’ betekent.

  3. Lees nog eens door wat je in je Schriftendagboek voor dag 1, opdracht 4 hebt opgeschreven. Wees erop voorbereid iets te vertellen over hoe je meer vertrouwen in de Heer wilt krijgen.

  1. Lees de inleidende tekst boven het hoofdstuk en vat het hoofdstuk in je eigen woorden samen.

  2. Lees 2 Nephi 5:27 en leg uit wat volgens jou ‘een leven van geluk’ leiden betekent.

  3. Lees nog eens door wat je in je Schriftendagboek voor dag 1, opdracht 6 hebt opgeschreven. Wees erop voorbereid iets over een van de daden of houdingen van de Nephieten te vertellen en hoe diezelfde daad of houding jouw geluk mede heeft bepaald.

Deel de klas in tweeën op. Laat de ene helft van de klas zich voorbereiden om het materiaal onder 2 Nephi 4 te bespreken en de andere helft 2 Nephi 5.

Koppel elke cursist die 2 Nephi 4 heeft gekregen aan een cursist die 2 Nephi 5 heeft. Laat de cursisten met elkaar het materiaal bespreken dat zij voor hun opdracht hebben voorbereid.

2 Nephi 6–8

Jakob profeteert van de verstrooiing en vergadering van Israël en citeert profetieën van Jesaja aangaande de trouw van de Heiland aan het verbondsvolk.

Herinner de cursisten eraan dat 2 Nephi 6–9 de eerste dag van een leerrede is die Jakob tot zijn volk richtte. De tweede dag van zijn leerrede is in 2 Nephi 10 opgetekend. In 2 Nephi 6 profeteerde Jakob dat de Joden de Heer zouden verwerpen en dat zij verstrooid zouden worden. Laat de cursisten 2 Nephi 7:1–2 lezen en in hun eigen woorden de betekenis van wat er staat weergeven.

2 Nephi 9

Jakob zet uiteen hoe de Heiland ons dankzij de verzoening redt van de gevolgen van de val en van de gevolgen van zonde

Lees het volgende citaat van president Ezra Taft Benson voor:

‘Net zoals iemand niet echt verlangt naar voedsel tot hij honger heeft, verlangt hij ook niet naar het heil van Christus tot hij beseft waarom hij Christus nodig heeft.

‘Niemand weet echt waarom hij Christus nodig heeft, tot hij de leer van de val en de gevolgen daarvan voor de mensheid begrijpt en aanvaardt. En geen enkel ander boek ter wereld legt die leer, die van levensbelang is, zo goed uit als het Boek van Mormon.’ (‘The Book of Mormon and the Doctrine and Covenants’, Ensign, mei 1987, p. 85.)

Laat de cursisten zich voorstellen dat een vriend of vriendin ze vraagt waarom we de Heiland nodig hebben. Laat de klas het antwoord op die vraag formuleren op basis van wat ze in 2 Nephi 9 hebben geleerd. Laat ze in het bijzonder 2 Nephi 9:7–10, 19–22 doornemen voor een antwoord. Geef de cursisten de gelegenheid hun antwoorden op de vraag naar voren te brengen.

Om de cursisten duidelijk te maken hoe Jezus Christus ons van de gevolgen van de val kan redden, leest u de analogie van president Joseph Fielding Smith in het lesmateriaal voor 2 Nephi 9:10–27 in unit 6: dag 3 in het cursistenboek. U kunt overwegen een cursist te vragen op het bord of een vel papier te tekenen wat president Smith beschreef. Als u een cursist op het bord of een vel papier laat tekenen, kunt u hem of haar ook vragen de tekening toe te lichten.

Vraag de cursisten hoe ze zich zouden voelen als ze verwijderd van God in een diepe kuil zouden zitten en geen uitweg konden zien vanwege de keuzes die ze hadden gemaakt. Leg uit dat er zonder de verzoening van Jezus Christus geen mogelijkheid tot bekering en geen hoop zou zijn. Niemand zou aan de gevolgen van zonde kunnen ontkomen.

Laat een cursist 2 Nephi 9:21–23 voorlezen en vraag enkele cursisten in eigen woorden de betekenis ervan weer te geven. Let erop dat bij het verwoorden de volgende waarheid duidelijk is: Dankzij de verzoening van Jezus Christus kunnen wij de gevolgen van onze zonden overwinnen.

Wijs erop dat samenkomen als een groep het grote voordeel biedt dat ze gevoelens en getuigenissen kunnen uitwisselen. Vraag de cursisten hun gevoelens en getuigenis aangaande Jezus Christus en zijn verzoening onder woorden te brengen. Als ze daar moeite mee hebben, bied ze dan de optie om voor te lezen wat ze in hun Schriftendagboek hebben opgeschreven voor dag 3, opdracht 4. U kunt daarnaast ook uw eigen getuigenis geven.

Laat de klas zich voorstellen dat iemand een ernstige ziekte heeft opgelopen. Bespreek dan de volgende vragen:

  • Waarom is het belangrijk dat die persoon beseft dat hij of zij hulp nodig heeft?

  • Waarom is het belangrijk dat hij of zij ook begrijpt hoe die hulp in te roepen?

  • Wat gebeurt er als die persoon wel beseft dat er hulp nodig is maar niet begrijpt hoe hij of zij die hulp moet inroepen?

Vraag de cursisten of ze weten wat zij moeten doen om de zegeningen van de verzoening te ontvangen. Herinner ze eraan dat ze in 2 Nephi 9:23, 42–52 diverse daden en houdingen hebben geïdentificeerd waardoor wij dichter tot Christus komen en de kracht van zijn zoenoffer in ons leven aanspreken. Laat ze de Schriftteksten nog eens doornemen die ze hebben gemarkeerd, en de lijst die ze in hun Schriftendagboek hebben gemaakt van dingen die ons tot de Heiland doen naderen (dag 4, opdracht 1). Vraag de cursisten hoe ze door dergelijke daden en houdingen dichter tot de Heiland zijn gekomen. Getuig dat wij de volledige zegeningen van de verzoening zullen ontvangen als we de beginselen volgen die in deze verzen staan.

2 Nephi 10

Jakob moedigt zijn volk aan zich te verheugen en tot de Heer te komen

Lees 2 Nephi 10:23–24 met de cursisten. Verwijs de cursisten naar dag 3, opdracht 6, waarin ze vaststelden wat ze zoal konden doen om zich met de wil van God te verzoenen. Moedig ze aan om daarmee aan de slag te gaan.

Vraag ze naar meer inzichten die ze deze week uit de bestudeerde hoofdstukken hebben opgedaan. Als daar nog tijd voor is, zing of lees met de klas ter afsluiting van de les de woorden van de lofzang ‘’k Sta spraak’loos’ (lofzang 129) of van een andere lofzang over de verzoening van Jezus Christus. Getuig hoe belangrijk het is om tot de Heiland te komen en dat de zegeningen van de verzoening echt zijn.

Volgende unit (2 Nephi 11–25)

De cursisten zullen de komende week bij hun studie van 2 Nephi 11–25 enkele woorden van Jesaja tegenkomen, die onze tijd voorzag en ons waarschuwde op basis van wat hij zag. Sommige waarschuwingen betreffen onze media, onze kleding, onze leefstijl en onze houding. Moedig de cursisten aan 2 Nephi 11–25 te lezen en er zoveel mogelijk van op te steken, ook al begrijpen ze niet elk woord dat ze tegenkomen.