Bibliotheek
Les 67: Mosiah 27


Les 67

Mosiah 27

Inleiding

Alma de jonge en de zonen van koning Mosiah stonden tegen hun vader en de Heer op en probeerden de kerk van God te vernietigen. Zij werden een halt toegeroepen door een engel, die in antwoord op de gebeden van de rechtvaardigen werd gestuurd en hen tot bekering riep. Zij werden ten gevolge van die wonderbaarlijke gebeurtenis wedergeboren door de verzoening van Jezus Christus, en reisden het gehele land Zarahemla door om het evangelie te prediken en de schade die ze hadden berokkend te herstellen.

Onderwijstips

Mosiah 27:1–22

Een engel roept Alma de jonge en de zonen van Mosiah tot bekering

Vat als context voor deze les Mosiah 27:1–7 samen met de uitleg dat vele ongelovigen in Zarahemla de mensen begonnen te vervolgen die tot de kerk van God behoorden. Toen koning Mosiah een proclamatie liet uitgaan waarin dergelijke zaken verboden werden, hield de meerderheid van het volk zich daaraan en keerde de vrede terug. Sommigen bleven echter proberen de kerk te gronde te richten. Vijf van hen waren Alma’s zoon Alma en koning Mosiahs zonen Ammon, Aäron, Omner en Himni. Alma’s zoon Alma wordt vaak Alma de jonge genoemd.

Vraag een cursist Mosiah 27:8–10 voor te lezen. Laat de klas letten op woorden of zinsneden die Alma de jonge en de zonen van Mosiah beschrijven.

  • Welk onderdeel van de beschrijving van Alma de jonge en de zonen van Mosiah spreekt jou het meeste aan? Waarom? (Zet de woorden en zinsneden op het bord die de cursisten noemen. Laat ruimte op het bord over om later in de les nog een lijst te maken.)

Laat de cursisten de volgende vraag overdenken:

  • Als je in die tijd in Zarahemla had geleefd, hoe zou je dan op de daden van Alma en de zonen van Mosiah hebben gereageerd?

Afbeelding
Conversion of Alma the Younger

Toon de plaat ‘De bekering van Alma de jonge’ (Evangelieplatenboek [2009], nummer 77). Laat de cursisten Mosiah 27:11–13 doorlezen, waarin het verhaal op deze plaat staat. Vraag daarna een cursist Mosiah 27:14 voor te lezen. Laat de klas letten op de redenen die de engel gaf om aan Alma en de zonen van Mosiah te verschijnen.

  • Wat leert dit vers ons over hoe we anderen in moeilijkheden kunnen helpen? (Maak de cursisten duidelijk dat de Heer onze oprechte gebeden voor anderen verhoort. Zet dit beginsel desgewenst op het bord en moedig de cursisten aan het naast Mosiah 27:14 in hun Schriften te noteren. U kunt ze ook in overweging geven een kruisverwijzing te maken naar Jakobus 5:16. Wijs erop dat de Heer niet alleen onze gebeden verhoort ten behoeve van wie in geestelijke moeilijkheden verkeren, maar ook van wie met andere moeilijkheden en uitdagingen kampen.)

  • Hebben iemands gebeden jou weleens geholpen?

  • Hebben jouw gebeden iemand anders weleens geholpen?

Moedig de cursisten aan om voor anderen te blijven bidden. Getuig dat uit het verhaal van Alma de jonge en de zonen van Mosiah blijkt dat de Heer onze gebeden voor anderen hoort. Hij tornt niet aan de keuzevrijheid van degenen voor wie wij bidden, maar Hij hoort onze gebeden wel en zal op zijn tijd en wijze antwoorden.

Vraag een cursist voor de klas te komen en Mosiah 27:15–16 voor te lezen. Leg uit dat de engel deze woorden tot Alma en de zonen van Mosiah sprak. Beklemtoon dat de engel sprak ‘met de stem des donders, die de aarde waarop zij stonden deed beven’ (Mosiah 27:11).

  • In welk opzicht ben je onder de indruk van wat de engel deed en zei? Waarom ben je daarvan onder de indruk?

Vat Mosiah 27:19–22 samen met de uitleg dat Alma na de boodschap van de engel niet meer kon spreken, zwak werd en als een hulpeloze naar zijn vader werd gedragen (zie Mosiah 27:19). Toen Alma’s vader hoorde wat er was gebeurd, was hij ‘verheugd, want hij wist dat het de macht Gods was’ (Mosiah 27:20). Hij liet het volk bijeenkomen, ‘opdat zij konden getuigen van hetgeen de Heer voor zijn zoon had gedaan’ (Mosiah 27:21). Hij liet ook de priesters bijeenkomen; en zij vastten en baden dat zijn zoon zijn kracht zou ontvangen en zou kunnen spreken (zie Mosiah 27:22).

Mosiah 27:23–31

Alma de jonge bekeert zich en wordt wedergeboren

Ga terug naar de lijst met beschrijvingen van Alma en de zonen van Mosiah die u eerder op het bord hebt gezet. Zet boven die lijst Vóór. Zet Na aan de andere kant van het bord. Vraag de cursisten Mosiah 27:23–24, 28–29 te lezen en te zoeken naar woorden en zinsneden waaruit blijkt hoe Alma was veranderd. Geef een paar cursisten de gelegenheid die woorden en zinsneden op het bord te schrijven.

  • Wat deed Alma volgens Mosiah 27:24 en 28 waardoor hij veranderde? Wat deed de Heer? Waarom is het belangrijk dat we begrijpen wat wij moeten doen als we willen veranderen en de Heiland volgen? Waarom is het belangrijk dat we begrijpen wat de Heer voor ons zal doen?

  • Hoe kan iemand die denkt dat vergeving voor hem of haar niet mogelijk is baat hebben bij het verhaal van wat Alma overkwam?

Laat een cursist Mosiah 27:25–26 voorlezen. Vraag de klas de leerstelling te benoemen die de Heer aan Alma uitlegde. (Hoewel de cursisten andere woorden kunnen gebruiken, ziet u erop toe dat ze begrijpen dat ieder van ons wedergeboren moet worden door de verzoening van Jezus Christus. U kunt deze waarheid eventueel op het bord zetten.)

Leg uit dat wedergeboren worden betekent dat de Geest van de Heer zo’n grote verandering in iemands hart teweegbrengt, dat hij of zij niet meer verlangt om kwaad te doen, maar wél om naar de dingen van God te streven (zie Mosiah 5:2).

U dient wellicht ook uit te leggen dat de grote verandering van hart bij Alma en de zonen van Mosiah weliswaar snel leek plaats te vinden, maar dat de meesten van ons geleidelijk door de verzoening veranderen. In die zin gaat het meer om een proces dan om een eenmalige gebeurtenis. Laat een cursist de volgende uitspraak van president Ezra Taft Benson voorlezen om deze leer te verduidelijken:

‘In ons streven naar meer goddelijkheid moeten we ervoor waken dat we niet ontmoedigd raken en onze hoop verliezen. Een christelijke levenswandel komt ons niet aanwaaien, vaak komen de groei en verandering langzaam en haast onmerkbaar. In de Schriften staan verhalen over mannen wier leven als het ware van de ene op de andere dag op dramatische wijze veranderde: Alma de Jonge, Paulus op weg naar Damascus, Enos die tot diep in de nacht bad, koning Lamoni. Dergelijke verbazingwekkende voorbeelden van hoe zelfs de grootste zondaar tot bekering kan worden gebracht, schenken ons het vertrouwen dat de verzoening ook haar uitwerking kan hebben op mensen die de hoop al hebben opgegeven.

‘Maar we moeten voorzichtig zijn als we deze opmerkelijke voorbeelden bespreken. Hoewel ze werkelijk hebben plaatsgevonden, zijn ze eerder uitzondering dan regel. Tegenover iedere Paulus, iedere Enos en iedere koning Lamoni staan honderdduizenden mensen voor wie het bekeringsproces zich veel subtieler, nauwelijks waarneembaar voltrekt. Dag in dag uit komen ze dichter bij de Heer, waarbij zij zich er haast niet van bewust zijn dat ze gestalte geven aan een goddelijk leven. Hun leven wordt gekenmerkt door menslievendheid, dienstvaardigheid en toewijding.’ (‘A Mighty Change of Heart’, Ensign, oktober 1989, p. 5.)

Vraag de cursisten wat ze van dit citaat geleerd hebben en geef ze daarna enkele minuten om een van de volgende vragen te beantwoorden in hun Schriftendagboek. (U kunt deze vragen vooraf op het bord zetten, als uitreikblad uitdelen of aan de cursisten voorlezen zodat ze die in hun Schriftendagboek kunnen overnemen.)

  • Hoe ben je door de verzoening veranderd nu je je hebt bekeerd en je best doet om de Heiland te volgen?

  • Noem iets wat je nog beter kunt doen om tot de Heer te komen zodat je door de verzoening veranderd kunt worden.

Vraag enkele cursisten wat ze hebben opgeschreven en toe te lichten welke innerlijke verandering we kunnen ondervinden als we ons bekeren en geloof oefenen in Jezus Christus en zijn verzoening. (Herinner de cursisten eraan dat ze niet over dingen hoeven te praten die te persoonlijk zijn. Zie erop toe dat ze begrijpen dat ze niet over eerder begane zonden moeten spreken.)

Mosiah 27:32–37

Alma de jonge en de zonen van koning Mosiah reizen door het gehele land, en trachten de schade te herstellen die ze hebben berokkend en de kerk te versterken

Leg uit dat ware bekering een verandering van hart betekent, niet slechts het besluit om met iets verkeerds op te houden. Laat een cursist Mosiah 27:32–37 voorlezen. Vraag de klas wat Alma en de zonen van Mosiah nog meer deden dan alleen ophouden met de verkeerde dingen waar ze mee bezig waren.

  • Waaruit blijkt dat Alma en de zonen van Mosiah werkelijk waren veranderd?

  • Wat kunnen wij van hun voorbeeld leren?

Mogelijke antwoorden:

Zelfs wie tegen de Heer en zijn leringen in opstand komen, kunnen vergeving ontvangen.

Iemand die zich oprecht bekeert, moet al het mogelijke doen om de schade te herstellen die hij of zij heeft berokkend. (Andere woorden voor de schade herstellen die door ons toedoen is berokkend, zijn bijvoorbeeld goedmaken of schadeloosstellen.)

Door de verzoening van Jezus Christus kunnen wij in een staat van rechtschapenheid worden veranderd.

Getuig tot slot dat het verhaal van Alma en de zonen van Mosiah een voorbeeld is van de kracht van de verzoening van Jezus Christus om ons te veranderen. Getuig dat de Heiland ieder graag wil vergeven die, net als deze jonge mannen, geloof in Hem oefent en Hem wil volgen.

Toelichting en achtergrondinformatie

Mosiah 27:25. Wedergeboorte

Ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft het proces van wedergeboren worden beschreven:

‘Wij beginnen met het proces van de wedergeboorte door geloof te oefenen in Christus, ons te bekeren van onze zonden en ons door iemand met priesterschapsgezag te laten dopen door onderdompeling voor de vergeving van zonden.

‘[…] Als wij de wateren van de doop uitkomen, moet onze ziel voortdurend doorweekt worden met de waarheid en het licht van het evangelie van de Heiland. Sporadisch en gedeeltelijk onderdompelen in de leer van Christus en deels deelnemen aan zijn herstelde kerk kan de geestelijke transformatie niet tot stand brengen die ons in nieuwheid des levens doet wandelen. In plaats daarvan zijn trouw aan de verbonden, voortdurende toewijding en overgave van onze hele ziel aan God vereist als wij de zegeningen van de eeuwigheid willen ontvangen. […]

Volledige onderdompeling in, en doorweking met, het evangelie van de Heiland zijn essentiële stappen in het proces van de wedergeboorte.’ (‘U moet wedergeboren worden’, Liahona, mei 2007, p. 21.)

Ouderling Bruce R. McConkie, eveneens van het Quorum der Twaalf Apostelen, heeft uitgelegd:

‘We worden wedergeboren als we sterven met betrekking tot ongerechtigheid en leven overeenkomstig de dingen van de Geest. Maar dat gebeurt niet ineens, plotseling. Dat […] is een proces. Wedergeboren worden is iets geleidelijks, enkele bijzondere voorvallen uitgezonderd die zo wonderbaarlijk zijn dat ze in de Schriften zijn opgetekend. Wat de leden van de kerk in het algemeen betreft, worden we stapsgewijs wedergeboren. Naarmate we de geboden onderhouden, worden we wedergeboren tot meer licht en kennis en verlangens naar rechtschapenheid. […]

‘Als we als leden van de kerk een koers bepalen die naar het eeuwige leven leidt; als we aan de processen van geestelijke wedergeboorte beginnen en de juiste richting opgaan; als we een koers bepalen om onze ziel te heiligen en we ons stap voor stap in die richting voortbewegen; als we een koers bepalen om volmaakt te worden en we onze ziel, stap voor stap en in fasen, vervolmaken door de wereld te overwinnen, dan is het absoluut gegarandeerd — zonder enige twijfel — dat we het eeuwige leven zullen verkrijgen. Ook al ligt er voor ons nog meer geestelijke wedergeboorte in het verschiet, vervolmaking in het verschiet, de volle mate van heiliging in het verschiet, als we een koers bepalen en die naar ons beste kunnen volgen, zullen we bij het verlaten van dit leven precies diezelfde koers aanhouden.’ (‘Jesus Christ and Him Crucified’, Brigham Young University 1976 Speeches, 5 september 1976, pp. 5–6, speeches.byu.edu.)