Bibliotheek
Les 130: 3 Nephi 21–22


Les 130

3 Nephi 21–22

Inleiding

In zijn verdere onderricht aan de Nephieten legde Jezus Christus uit dat het tevoorschijn komen van het Boek van Mormon in de laatste dagen een teken zou zijn dat Hij met de vergadering van Israël was begonnen en zijn verbond met zijn volk ging vervullen. De Heiland beklemtoonde zijn grote liefde voor zijn verbondsvolk en haalde Jesaja’s profetieën aangaande de herstelling van het verbondsvolk aan.

Onderwijstips

3 Nephi 21:1–11

Jezus Christus legt uit dat de komst van het Boek van Mormon een teken zal zijn van de vergadering van Israël in de laatste dagen

Zet vóór de les de volgende tekens op het bord (of gebruik andere tekens die in uw gebied gebruikelijk zijn).

Afbeelding
wheel man sign
Afbeelding
crosswalk sign
Afbeelding
exit sign
Afbeelding
two-way sign

Vraag de cursisten wat de tekens op elk bord betekenen. Stel daarna de volgende vragen:

  • Waar worden tekens voor gebruikt? (Om ons voor te bereiden, te waarschuwen en instructies te geven.)

  • Waarom is het belangrijk dat een bord of teken op de juiste manier wordt geplaatst en dat de boodschap gemakkelijk te begrijpen is?

Vertel de cursisten dat de Schriften vaak tekenen bevatten om ons voor te bereiden op, te waarschuwen voor en te instrueren over de vervulling van het plan van onze hemelse Vader. Laat de cursisten in 3 Nephi 21:1–2, 7 het woord teken opzoeken. U kunt ze in overweging geven het woord in deze verzen te markeren. Vraag ze daarna vers 1 zorgvuldig door te lezen.

  • Waarom zou de Heer dit bepaalde teken volgens Hem geven? (Zodat men zal weten dat Hij het huis van Israël aan het vergaderen is.)

Vraag de cursisten 3 Nephi 21:1–7 door te lezen en te letten op de zinsneden ‘deze dingen’ en ‘die werken’ en te overwegen waar die zinsneden op doelen.

  • De Heiland sprak tot de Nephieten van ‘deze dingen die Ik u verkondig’ (3 Nephi 21:2). Waar zouden zijn woorden tot de Nephieten worden opgetekend? (In het Boek van Mormon.)

  • Wat is volgens deze verzen een van de tekenen dat God zijn verbonden in de laatste dagen aan het vervullen is? (Zie erop toe dat de cursisten de volgende waarheid benoemen [zet deze op het bord]: De komst van het Boek van Mormon is een teken dat God zijn verbond aan het vervullen is om Israël in de laatste dagen te vergaderen.)

Laat een cursist het volgende citaat van ouderling Russell M. Nelson van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen. Vraag de klas te luisteren hoe het Boek van Mormon mensen tot het werk van de Heer vergadert.

Afbeelding
Ouderling Russell M. Nelson

‘Het Boek van Mormon staat centraal in dit werk. Het verkondigt de leer van vergadering. Het zorgt ervoor dat mensen zich op Christus richten, in zijn evangelie geloven, en zich bij zijn kerk aansluiten. In feite zou de beloofde vergadering niet plaatsvinden als er geen Boek van Mormon was.’ (‘De vergadering van het verstrooide Israël’, Liahona, november 2006, p. 80.)

  • Wanneer heeft het Boek van Mormon je op die manieren geholpen? Wanneer heb je gezien dat het Boek van Mormon anderen op die manieren heeft geholpen?

Laat een cursist 3 Nephi 21:9 voorlezen en vestig de aandacht van de klas op de zinsnede ‘een groot en wonderbaar werk’. Wijs erop dat deze zinsnede verwijst naar de herstelling van het evangelie van Jezus Christus, waartoe de komst van het Boek van Mormon behoort.

  • Wat is er groot en wonderbaar aan de herstelling van het evangelie van Jezus Christus?

Afbeelding
Brother Joseph

Wijs erop dat 3 Nephi 21:9 naar ‘iemand’ verwijst. Laat de cursisten zich afvragen om wie het gaat. Toon vervolgens een afbeelding van Joseph Smith (zoals de plaat ‘Broeder Joseph’ of ‘Het eerste visioen’ [Evangelieplatenboek (2009), nummer 87 of nummer 90]). Vertel de cursisten dat ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd dat het om Joseph Smith gaat. (Zie Christ and the New Covenant: The Messianic Message of the Book of Mormon [1997], pp. 287–288.) Laat de cursisten 3 Nephi 21:10–11 doorlezen en overwegen hoe de profeet Joseph Smith aan de beschrijving in die verzen voldoet.

  • Hoe heeft God door middel van Joseph Smith getoond dat zijn ‘wijsheid groter is dan de geslepenheid van de duivel’?

  • Wat zal er volgens 3 Nephi 21:11 gebeuren met mensen die niet in de woorden van Christus geloven die door middel van Joseph Smith zijn voortgebracht? (Zij zullen worden ‘afgesneden’ van de zegeningen die uit verbonden voortkomen.)

3 Nephi 21:12–22:17

De Heiland spreekt van de vernietiging van de onboetvaardigen en van de herstelling van zijn volk dat zich wil bekeren en tot Hem terugkeren

Vat 3 Nephi 21:12–21 samen met de uitleg dat de Heiland de mensen in de laatste dagen waarschuwt die niet in Hem geloven en zich niet bekeren. Hij zei dat hun materiële bezittingen, steden, verschansingen en kwade praktijken vernietigd zouden worden. Hij zei ook dat zij van zijn verbondsvolk zouden worden afgesneden.

Vraag de cursisten 3 Nephi 21:22, 25–28 door te lezen en te letten op de zegeningen en taken voor wie in de laatste dagen tot bekering komen en naar de woorden van de Heiland luisteren.

Vraag de cursisten hoe ze de leringen in 3 Nephi 21:12–22, 25–28 zouden samenvatten. Laat een cursist hun antwoorden op het bord schrijven. Vat alle reacties daarna als volgt samen: als we ons bekeren en naar de woorden van de Heiland luisteren, worden we tot zijn verbondsvolk vergaderd. (Zet deze waarheid eventueel op het bord.)

Teken een tent op het bord of op een poster (eventueel al voordat de les begint). Leg uit dat Jezus Christus een profetie aanhaalde die Hij de profeet Jesaja eeuwen daarvoor door inspiratie had laten opschrijven. In die profetie vergeleek Jesaja de kerk, met de bijbehorende verbonden en zegeningen, met een tent.

Afbeelding
tent
  • Wat zijn een aantal voordelen als we ons onder de beschutting van een tent bevinden? (Mogelijke antwoorden: een tent biedt beschutting tegen stormen en schaduw tegen de zon.)

  • In welke opzichten is de kerk met een tent te vergelijken?

Vraag een cursist 3 Nephi 22:2 voor te lezen.

  • Waarom zou deze ‘tent’ in de laatste dagen groter en sterker moeten worden? (Omdat vele mensen zich bij de kerk zullen aansluiten of tot hun verbonden met de Heer terugkeren.) Wat kun je doen om de tent uit te breiden en de ringen te versterken? (Moedig de cursisten aan hun antwoorden op deze vraag in praktijk te brengen.)

Leg uit dat Jesaja in deze profetie nog een metafoor gebruikte. Hij verwees naar het huis van Israël als een vrouw die de Heer als man heeft. Laat een cursist 3 Nephi 22:4–5 voorlezen en vraag de klas naar woorden van troost voor de vrouw te zoeken.

  • Welke woorden van troost zie je in 3 Nephi 22:4? (Mogelijke antwoorden: ‘gij zult niet beschaamd staan’ en ‘gij zult […] aan de smaad [schande] van uw jeugd niet meer denken’.) Waarom is het troostrijk om te weten dat de ‘man’ de ‘Verlosser, de Heilige Israëls’ is? (3 Nephi 22:5).

  • In welke opzichten zijn deze verzen te vergelijken met de reactie van de Heiland naar ons wanneer wij zondigen?

Vraag de cursisten 3 Nephi 22:7–10 door te lezen en te letten op de beloften van de Heiland aan zijn verbondsvolk dat tot Hem terugkeert.

  • Wat belooft de Heer aan wie tot Hem terugkeren?

  • Wat voor waarheden leren we uit deze verzen zoal over de Heer? (De cursisten kunnen verschillende antwoorden op deze vraag geven. Maak ze de volgende waarheid duidelijk: De Heer betoont eeuwige goedertierenheid en barmhartigheid jegens de mensen die tot Hem terugkeren. Zet deze waarheid eventueel op het bord. Laat de cursisten die waarheid desgewenst naast 3 Nephi 22:7–10 in hun Schriften noteren.)

U kunt het volgende citaat van ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen zodat de cursisten 3 Nephi 22:4–10 beter gaan begrijpen:

Afbeelding
Ouderling Jeffrey R. Holland

‘Ook al is er sprake geweest van onvruchtbaarheid en soms ontrouw, toch zal de man (Christus) zijn bruid (Israël) terugwinnen en verlossen. Het beeld van Jehova als bruidegom en Israël als bruid is een van de meest voorkomende metaforen in de Schriften. Het wordt door de Heer en zijn profeten gebruikt om de relatie tussen de Godheid en de kinderen van het verbond te beschrijven.

‘[…] Christus is bij gelegenheid terecht boos geweest op het afvallige Israël, maar dat was altijd tijdelijk en van korte duur — “een ogenblik”. Liefde en barmhartigheid keren altijd terug en vieren op uiterst geruststellende wijze hoogtij. De bergen en de heuvels mogen wankelen. Het water van de grote zeeën mag opdrogen. Het onwaarschijnlijkste in de wereld mag gebeuren, maar de goedertierenheid en vrede van de Heer zullen nooit van zijn verbondsvolk worden weggenomen. Hij heeft met een hemelse eed gezworen dat Hij niet eeuwig op hen verbolgen zal zijn.’ (Christ and the New Covenant, p. 290.)

  • Welke bewijzen van de barmhartigheid en goedertierenheid van de Heiland heb je in je eigen leven gezien? (Druk de cursisten op het hart dat ze niet over dingen hoeven te praten die te persoonlijk zijn.)

  • Hoe kan een besef van de barmhartigheid en goedertierenheid van de Heiland onze trouw aan de verbonden bevorderen?

Leg uit dat de Heiland de Nephieten verder uiteenzette welke zegeningen de rechtvaardigen te wachten staan. Vraag de cursisten in 3 Nephi 22:13–17 te zoeken naar een beloofde zegening die een bijzondere betekenis voor hen heeft. Wijs erop dat we door die beloofde zegeningen gaan inzien dat het volk van de Heer in gerechtigheid zal worden gevestigd en over goddeloosheid zal zegevieren.

Getuig tot slot van de waarheden die in deze les behandeld zijn. Vraag de cursisten in hun aantekenschrift of Schriftendagboek in drie of vier zinnen iets op te schrijven over wat ze vandaag kunnen doen om in aanmerking te komen voor de zegeningen die de Heer hun wil geven.

Toelichting en achtergrondinformatie

3 Nephi 21:12–13. ‘Als een leeuw onder de dieren van het woud’

In verband met de leringen in 3 Nephi 20:16 heeft ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen het volgende gezegd. Zijn opmerkingen gelden ook voor 3 Nephi 21:12–13.

‘Die woorden van onze Heer tot de Nephieten zijn aangehaald uit Micha 5:8–9 en hebben betrekking op de verwoestingen en uiteindelijke verbranding waardoor de goddelozen bij de wederkomst vernietigd zullen worden. Op enkelen na die de nederige volgelingen van Christus zijn, zullen de andere volken zich niet bekeren. Zij zullen zich in hun gruwelen verlustigen en tegen het herstelde evangelie zondigen. Zij zullen verbranden door de felheid en helderheid van de komst van de Heer, terwijl de rechtvaardigen — hier het overblijfsel van Jakob genoemd — die dag zullen doorstaan. En dan, naar de profetische voorstelling, zal het zijn alsof het overblijfsel van Israël zijn vijanden als een jonge leeuw onder de schaapskudden ten val brengt.’ (The Millennial Messiah: The Second Coming of the Son of Man [1982], p. 248.)

3 Nephi 21:22. ‘Zal Ik mijn kerk onder hen vestigen’

De vergadering van Israël vindt plaats als mensen in Jezus Christus geloven en tot zijn kerk gaan behoren (zie 1 Nephi 15:14–16; 2 Nephi 9:1–2; 3 Nephi 5:20–26; 21:22; Mormon 9:36–37). Ouderling Bruce R. McConkie heeft gezegd:

‘Niemand wordt ooit tot Israël vergaderd tenzij hij de Gekruisigde aanneemt. […] De huidige vergadering van de Joden naar Palestina is van politieke en niet van geestelijke aard, en is niet de vergadering van Israël waarover de profetieën spreken.

‘De vergadering van Israël bestaat uit het toetreden tot De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, die de enige ware en levende kerk op het gehele oppervlak der aarde is.’ (A New Witness for the Articles of Faith [1985], pp. 564, 565; zie ook pp. 511, 519–520 en The Millennial Messiah: The Second Coming of the Son of Man [1982], p. 229.)

3 Nephi 21:22–25. Het nieuwe Jeruzalem

Daniel H. Ludlow heeft toegelicht wie de stad Nieuw-Jeruzalem zullen bouwen:

‘Het “nieuwe Jeruzalem” van de laatste dagen zal op het Amerikaanse continent worden gebouwd door (1) “het overblijfsel van Jakob”, (2) de andere volken die “tot het verbond [zullen] toetreden en worden gerekend onder […] het overblijfsel van Jakob” en (3) “zovelen van het huis Israëls als er zullen komen”. (3 Nephi 21:22–25. Lees ook 3 Nephi 20:22; Ether 13:1–12.)’ (A Companion to Your Study of the Book of Mormon [1976], p. 281.)

3 Nephi 22:2. ‘Sla uw pinnen vast’

President Ezra Taft Benson heeft de betekenis van de term pin [ring] in 3 Nephi 22:2 en in andere passages in de Schriften uitgelegd:

‘De term pin [ring] is een symbolische uitdrukking. Beeld u een grote tent in die is vastgezet met touwen, die aan vele pinnen [ringen] zijn verbonden die in de grond zijn geslagen.

‘De profeten vergeleken het hedendaagse Zion met een grote tent die zich over de hele aarde uitstrekt. Die tent was vastgezet met koorden die verbonden waren aan pinnen [ringen]. Die pinnen [ringen] zijn uiteraard de verschillende geografische organisaties die over de aarde verspreid zijn. Momenteel wordt Israël in de verschillende ringen van Zion vergaderd.’ (‘Strengthen Thy Stakes’, Ensign, januari 1991, p. 2.)