Bibliotheek
Les 74: Alma 8


Les 74

Alma 8

Inleiding

Nadat vele mensen in Zarahemla, Gideon en Melek gehoor hadden gegeven aan Alma’s boodschap, werd Alma door het volk van Ammonihah verworpen en de stad uit gejaagd. Terwijl Alma gebukt ging onder zijn verdriet om de goddeloosheid van dit volk, kwam dezelfde engel tot hem die aan hem en de zoons van Mosiah was verschenen. De engel complimenteerde hem voor zijn getrouwheid en gebood hem om naar Ammonihah terug te keren. Alma gehoorzaamde getrouw de geboden van de Heer, en de Heer riep Amulek om hem in zijn bediening bij te staan. Alma en Amulek trokken er getrouw op uit om het volk van Ammonihah te onderwijzen, waarbij ze vervuld waren met de Heilige Geest en de macht om het werk van de Heer te doen.

Onderwijstips

Alma 8:1–6

Veel mensen in Melek nemen Alma’s boodschap aan en laten zich dopen

Laat de cursisten de hand opsteken als ze een familielid of vriend(in) hebben die voor de kerk op zending is geweest. Vraag twee of drie cursisten over een ervaring van een familielid of vriend(in) te vertellen waaruit blijkt hoe zendelingen zich voelen als mensen hun boodschap aannemen. (Overweeg de cursisten naar ervaringen te vragen waarbij iemand openstond voor hun inspanningen om ze over het evangelie te vertellen. U kunt desgewenst over een eigen ervaring vertellen.)

Laat de cursisten Alma 8:1–5 doorlezen. Laat ze de drie steden opzoeken waar Alma het evangelie gepredikt had. Zet de namen van deze drie steden op het bord. (Zarahemla, Gideon en Melek.)

  • Wat was het resultaat van Alma’s prediking in deze drie steden? (U kunt de cursisten in overweging geven om met behulp van de inleidende samenvattingen boven Alma 6–8 deze vraag te beantwoorden.)

Wijs erop dat hoewel het volk van deze steden Alma’s boodschap aannam, zijn zendingswerk niet geheel zonder moeilijkheden was.

Alma 8:7–32

De Heer gebiedt Alma om terug te keren naar Ammonihah, nadat hij daar is verworpen

Vraag de cursisten of hun familieleden of vrienden die een voltijdzending vervuld hebben, ooit mensen de boodschap van het evangelie hebben zien verwerpen. Nodig desgewenst enkele cursisten uit om te vertellen hoe hun familieleden of vrienden met zulke ervaringen zijn omgegaan.

Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Alma 8:7–14 voor te lezen. Moedig de klas aan om zich af te vragen hoe Alma zich gevoeld zou hebben toen hij het evangelie aan het volk van Ammonihah probeerde te prediken. Laat de cursisten tijdens het lezen van deze verzen regelmatig pauzeren om de volgende of eendere vragen te beantwoorden:

  • Wat staat er in deze teksten over Alma’s karakter? (Zie Alma 8:8–10.)

  • Hoe zou jij omgaan met de manier waarop Alma behandeld werd? (Zie Alma 8:11–13.)

  • Hoe verschilt Alma’s reactie met jouw reactie in een dergelijke situatie? Of hoe zijn ze gelijk aan elkaar? (Zie Alma 8:14. U kunt de cursisten duidelijk maken dat Alma’s besluit om het werk van de Heer in de stad Aäron voort te zetten, aantoont dat hij geloof in de Heer had en niet opgaf.)

Wijs erop dat hoewel Alma’s gebeden voor het volk van Ammonihah oprecht waren (zie Alma 8:10), zijn verzoeken niet meteen ingewilligd werden. (Sommige mensen in Ammonihah bekeerden zich later. Zie Alma 14:1.)

Lees het volgende citaat voor van ouderling Russell M. Nelson van het Quorum der Twaalf Apostelen:

Afbeelding
Ouderling Russell M. Nelson

‘Ik geef toe dat onze vurigste gebeden soms onverhoord lijken te blijven. We vragen ons af: “Waarom?” Ik ken dat gevoel. Ik weet wat een vrees en tranen dergelijke momenten met zich meebrengen. Maar ik weet ook dat onze gebeden nooit genegeerd worden. En ons geloof wordt altijd gewaardeerd. Ik weet dat een alwetende, wijze hemelse Vader een veel bredere visie heeft dan wij. Wij zien problemen en pijn in het sterfelijk leven, maar Hij kent ons potentieel en weet hoeveel eeuwige vooruitgang wij kunnen maken.’ (‘Jezus Christus, de grote Geneesheer’, Liahona, november 2005, p. 86.)

  • Welke dingen leerde ouderling Nelson ons die ons kunnen helpen geloof te hebben, ook wanneer onze rechtvaardige gebeden niet meteen beantwoord worden of niet beantwoord worden op de manier die wij gehoopt hadden?

Laat een cursist Alma 8:14–17 voorlezen. Vraag de klas om in hun eigen Schriften mee te lezen en te letten op de troostende boodschap in de woorden van de engel en op geboden die moeilijk voor Alma kunnen zijn geweest.

  • Hoe zouden de woorden van de engel in Alma 8:15 Alma hebben vertroost? Hoe kunnen de woorden van de engel jou vertroosten?

  • Waarom zou het in deze situatie moeilijk voor Alma zijn geweest om te gehoorzamen?

Laat de cursisten Alma 8:18 doorlezen en letten op het woord dat de manier beschrijft waarop Alma gehoor gaf aan het gebod van de Heer om terug te keren naar de stad Ammonihah. (Laat de cursisten desgewenst de woorden met spoed markeren.)

  • Wat kunnen we leren van het feit dat Alma met spoed naar Ammonihah terugkeerde?

Lees de volgende woorden van president Henry B. Eyring van het Eerste Presidium voor. Laat de cursisten erop letten hoe het voor ons welzijn werkt als wij de Heer snel gehoorzamen:

Afbeelding
President Henry B. Eyring

‘Hoeveel geloof we nu ook hebben om God gehoorzaam te zijn, we zullen dat geloof voortdurend moeten versterken en het constant moeten vernieuwen. We kunnen dat doen door ons nu voor te nemen om meteen te gehoorzamen en vastberadener te zijn in onze volharding. Leren om meteen te beginnen en consequent te zijn, zijn de sleutels tot onze geestelijke voorbereiding. […]

‘[…] Onze liefdevolle Vader en zijn geliefde Zoon hebben ons alle mogelijke hulp gegeven om voor onze levenstoets te slagen. Maar we moeten ons voornemen om gehoorzaam te zijn en dat dan ook zijn. Het geloof waarmee we de toets van onze gehoorzaamheid doorstaan, bouwen we in de loop der tijd en door onze dagelijkse keuzes op. We kunnen ons nu voornemen om meteen te doen wat God van ons vraagt. En we kunnen de beslissing nemen om getrouw te zijn in de kleine gehoorzaamheidstoetsen, waarmee we het geloof opbouwen om de grote toetsen te kunnen doorstaan, die voorzeker zullen komen.’ (‘Geestelijke voorbereiding: begin meteen en wees consequent’, Liahona, november 2005, pp. 38, 40.)

  • Wat gebeurt er volgens president Eyring met ons geloof als we ervoor kiezen de Heer snel te gehoorzamen?

  • Wanneer heb je je geloof in de Heer gesterkt gevoeld vanwege je snelle en standvastige gehoorzaamheid?

Laat de cursisten zich bij elk van de volgende situaties afvragen hoe snelle gehoorzaamheid hen kan zegenen:

  1. Een jongevrouw maakt zich klaar om naar school te gaan en haar moeder vraagt haar een fatsoenlijker shirt aan te trekken.

  2. Tijdens een gesprek met zijn bisschop krijgt een nieuwe priester de uitdaging om zijn onderscheiding Plicht jegens God te verdienen.

  3. Twee zendelingen krijgen tijdens hun dagelijkse planning de ingeving om een minderactief gezin te bezoeken waarvan de moeder geen lid van de kerk is.

Leg uit dat Alma voor zijn snelle gehoorzaamheid door de Heer gezegend werd. Laat drie cursisten naar voren komen om een toneelstukje op te voeren over de ontmoeting tussen Alma en Amulek in Alma 8:19–26. Laat één cursist de woorden van Alma voorlezen, de tweede cursist de woorden van Amulek en de derde cursist de woorden die het verhaal vertellen. Spoor de cursisten aan hun deel voor te lezen met dezelfde emoties die Alma en Amulek gevoeld moeten hebben.

Vraag na de opvoering:

  • Hoe zegende de Heer Alma voor zijn gehoorzaamheid?

  • Hoe toont Alma’s ervaring met Amulek aan dat de Heer Alma’s gebeden hoorde en verhoorde? (Zie Alma 8:10.)

  • Welke beginselen kunnen wij uit Alma’s ervaring leren? (De cursisten kunnen uiteenlopende beginselen noemen. Een mogelijk antwoord is dat de Heer ons zal helpen om zijn geboden te gehoorzamen als wij snel naar zijn woord luisteren.)

Laat de cursisten Alma 8:27–32 doorlezen en letten op aanvullend bewijs dat de Heer ons zal helpen zijn geboden te gehoorzamen als wij getrouw en ijverig zijn.

  • Met welke moeilijkheden kregen Alma en Amulek te maken tijdens hun prediking tot het volk? (Zie Alma 8:28–29. Het volk was goddelozer geworden en de Heer gebood Alma en Amulek om het tot bekering te roepen.)

  • Hoe heeft de Heer Alma en Amulek geholpen? (Zie Alma 8:30–31. Zij waren vervuld van de Heilige Geest en ontvingen goddelijke macht om hen te beschermen. U kunt de cursisten in overweging geven om de beschrijving van die zegeningen in hun Schriften te markeren.)

  • Wanneer hebben jullie gemerkt dat de Heer jullie hielp door jullie getrouwheid en ijver?

Vraag de cursisten de volgende uitspraak van president Howard W. Hunter in hun aantekenschrift of Schriftendagboek op te schrijven:

‘Voorzeker, de Heer is meer dan wat dan ook gesteld op onwankelbare vastberadenheid om zijn raad op te volgen.’ (‘Commitment to God’, Ensign, november 1982, p. 58.)

Geef de cursisten daarna de tijd om hun antwoord op de volgende vraag te noteren:

  • Wat gaan jullie vandaag doen om onze hemelse Vader te laten zien dat jullie zijn raad snel zullen opvolgen en Hem getrouw en ijverig zullen dienen?

Getuig van de zegeningen die we ontvangen als wij getrouw luisteren naar de raad van de Heer. U kunt de cursisten ook de gelegenheid geven om hun getuigenis van deze waarheid te geven.

Toelichting en achtergrondinformatie

Alma 8:10. ‘Machtig gebed’

De woorden ‘machtig gebed’ duiden op een krachtige communicatie vol geloof met God. Ouderling Joseph B. Wirthlin van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft verteld hoe we de kracht van onze gebeden kunnen evalueren en verbeteren:

‘Hebt u zich weleens afgevraagd hoe doeltreffend uw gebeden zijn? Hoe dicht voelt u zich bij uw hemelse Vader? Hebt u het gevoel dat uw gebeden verhoord worden? Vindt u dat de tijd die u in gebed doorbrengt uw ziel verrijkt en verheft? Is er ruimte voor verbetering?

‘Er kunnen veel redenen zijn waarom onze gebeden niet zo krachtig zijn. Soms worden ze routine. Onze gebeden worden nietszeggend als we telkens weer dezelfde woorden op dezelfde manier uitspreken totdat het meer opzeggen dan communiceren wordt. Dat is wat de Heiland “ijdele herhaling” noemt (Matteüs 6:7, naar de King Jamesvertaling). Dergelijke gebeden worden volgens Hem niet verhoord. […]

‘Klinken en voelen uw gebeden soms hetzelfde? Hebt u weleens een gebed mechanisch opgezegd en kwamen de woorden uit uw mond als uit een machine? Verveelt u zich weleens bij het bidden?

‘Gebeden die niet veel van uw eigen aandacht vergen, verdienen de aandacht van onze hemelse Vader ook niet echt. Als u merkt dat u met uw gebeden in een vaste routine vervalt, blijf er dan eens bij stilstaan en denk erover na. (‘Improving Our Prayers’, [toespraak tijdens een devotional aan de Brigham Young University, 21 januari 2003], p. 2, speeches.byu.edu.)