Bibliotheek
Les 55: Mosiah 5–6


Les 55

Mosiah 5–6

Inleiding

Mosiah 5 bevat het slot van koning Benjamins toespraak tot zijn volk, die in Mosiah 2 begon. Door hun geloof in koning Benjamins woorden ondergingen de mensen een grote verandering in hun hart. Zij sloten een verbond met God en namen de naam van Jezus Christus op zich. In Mosiah 6 staat dat koning Benjamin zijn koninkrijk overdroeg aan zijn zoon Mosiah, die regeerde naar het voorbeeld van zijn vader.

Onderwijstips

Mosiah 5:1–4

Het volk van koning Benjamin beschrijft de grote verandering die zij door toedoen van de Geest ondergingen

Zet de volgende vragen op het bord vóór de les begint:

Heb je wel eens het gevoel gehad dat je in geestelijk opzicht moest veranderen?

Wat heb je toen gedaan?

Als je een verandering hebt ondergaan, is die verandering er dan nog steeds?

Laat de cursisten deze vragen in hun Schriftendagboek of aantekenschrift beantwoorden. Lees daarna het volgende citaat van ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen voor:

‘De kern van het evangelie van Jezus Christus omvat een fundamentele en permanente verandering van onze aard, die mogelijk wordt als wij vertrouwen op “de verdiensten en de barmhartigheid en de genade van de heilige Messias” (2 Nephi 2:8). Kiezen wij ervoor om de Meester te volgen, dan kiezen wij ervoor veranderd te worden — geestelijk wedergeboren te worden.’ (‘U moet wedergeboren worden’, Liahona, mei 2007, p. 20.)

Laat de cursisten het volgende citaat desgewenst in hun Schriften naast Mosiah 5:2 of in hun Schriftendagboek noteren: ‘Kiezen wij ervoor om de Meester te volgen, dan kiezen wij ervoor veranderd te worden’ (ouderling David A. Bednar).

  • In hoeverre kiezen wij ervoor om veranderd te worden als we ervoor kiezen om Jezus Christus te volgen?

Geef de cursisten een paar minuten om Mosiah 2–4 door te nemen. Laat ze bijvoorbeeld de inleidende overzichten boven de hoofdstukken lezen. Vraag wat ze over de inhoud van deze hoofdstukken is bijgebleven. Vraag de cursisten daarna Mosiah 5:1 te lezen.

  • Wat verlangde koning Benjamin van zijn volk te weten?

Laat de cursisten Mosiah 5:2–5 doorlezen en letten op de reactie van het volk op de vraag van koning Benjamin. Stel na het lezen de volgende vragen om ze de verzen te laten analyseren:

  • Waartoe was het volk naar eigen zeggen niet meer geneigd?

  • Wat was de oorzaak van die veranderde neiging? (Zij geloofden de leringen van koning Benjamin aangaande Jezus Christus en de verzoening, en de Geest veranderde hun hart.)

Maak duidelijk dat een verandering van hart meer betekent dan alleen een verandering van gedrag. Als we een verandering van hart ondergaan, worden we een nieuwe persoon, veranderd door de kracht van de verzoening van de Heiland. Laat een cursist het volgende citaat van ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen om de cursisten deze waarheid duidelijk te maken:

‘Het evangelie van Jezus Christus omvat veel meer dan het vermijden, overwinnen en gereinigd worden van zonde en de kwade invloeden in ons leven. Het betekent ook goed doen, goed zijn en beter worden. […] Deze grote verandering komt niet alleen maar door harder te werken of een grotere persoonlijke discipline. De grondslag ervan is veeleer een fundamentele verandering van onze verlangens, onze motieven en onze natuur door de verzoening van Christus, de Heer. Ons geestelijke doel is het overwinnen van zowel de zonde als van het verlangen om te zondigen, van zowel de smet als van de tirannie van de zonde.’ (‘Reine handen en een zuiver hart’, Liahona, november 2007, pp. 81–82.)

  • Waarom denk je dat we de verzoening van Jezus Christus nodig hebben om echt te veranderen?

Wijs de cursisten erop dat in Mosiah 5:2 staat dat de Heer almachtig is.

  • Wat kunnen we uit Mosiah 5:2–4 leren over hoe we een grote verandering in ons leven kunnen ondergaan?

Zie er bij de bespreking van deze vraag op toe dat de cursisten begrijpen dat we een grote verandering van hart kunnen ondergaan als we geloof in Jezus Christus oefenen en de Heilige Geest ontvangen.

Leg uit dat een grote verandering van hart ondergaan een proces is dat ons hele leven door plaatsvindt en niet een eenmalige gebeurtenis is. Lees het volgende citaat van president Ezra Taft Benson voor:

‘Een christelijke levenswandel komt ons niet aanwaaien, vaak komen de groei en verandering langzaam en haast onmerkbaar. […]

‘[…] Ware bekering omvat een verandering van hart en niet alleen een verandering van gedrag. […] De meeste bekeringen gaan niet gepaard met sensationele of dramatische veranderingen, maar zijn veeleer een stapsgewijze, gestage en consequente voortgang naar rechtschapenheid.’ (‘A Mighty Change of Heart’, Ensign, oktober 1989, p. 5.)

Help de cursisten dit beginsel toe te passen en bij zichzelf na te gaan in hoeverre zij een grote verandering in hun hart hebben ondergaan door ze in hun Schriftendagboek de volgende vragen te laten beantwoorden. (U kunt deze vragen vooraf op het bord zetten, als uitreikblad uitdelen of aan de cursisten voorlezen zodat ze die in hun Schriftendagboek kunnen overnemen.)

  • In welke opzichten heb je andere neigingen gekregen doordat je de Heiland volgt?

  • Wat moet je doen zodat de Heer je blijft helpen die verandering te ondergaan?

Vraag een of twee cursisten na verloop van tijd naar hun antwoorden. Vermeld erbij dat ze niet over gedachten of ervaringen hoeven te spreken die te persoonlijk zijn.

Mosiah 5:5–15

Het volk van koning Benjamin gaat een verbond aan met God en ontvangt een nieuwe naam

Laat een cursist Mosiah 5:5 voorlezen. Vraag de klas op te letten waartoe het volk van koning Benjamin bereid was omdat hun hart veranderd was.

  • Waartoe waren de mensen bereid nu ze veranderd waren dankzij de verzoening van Jezus Christus?

Laat de cursisten zich individueel enkele minuten in het onderwerp verbonden verdiepen om hun begrip ervan te vergroten. Daartoe kunnen zij bijvoorbeeld de Gids bij de Schriften of het boekje Trouw aan het geloof raadplegen. Laat de cursisten na voldoende tijd koppels vormen en elkaar in hun eigen woorden de betekenis van verbonden uitleggen.

  • Welke woorden in Mosiah 5:5 geven het oprechte verlangen van het volk aan om een verbond met God te sluiten en na te komen? (Mogelijke antwoorden: ‘zijn wil zullen doen’, ‘in alle dingen’ en ‘de rest van onze levensdagen’.)

  • Welke woorden in Mosiah 5:5 doen je denken aan de beloften die we telkens hernieuwen als we van het avondmaal nemen?

  • In hoeverre helpt het sluiten en nakomen van verbonden ons voort in het proces om een verandering van hart te ondergaan?

Laat de cursisten Mosiah 1:11 doorlezen. Vraag ze waarom koning Benjamin het volk bijeenriep. (Om het een naam te geven.) Leg uit dat koning Benjamin in Mosiah 5:7–15 de naam uitlegt die hij had beloofd aan zijn volk te geven. Geef de cursisten een paar minuten om in Mosiah 5:7–14 te zoeken naar de woorden naam en aangeduid. Laat de cursisten elke instantie van die woorden desgewenst markeren.

Laat enkele cursisten vertellen waarom zij hun naam gekregen hebben. U kunt ze bijvoorbeeld vragen hoe hun ouders op die naam zijn gekomen, of welke betekenis hun naam heeft. Vraag de klas vervolgens:

  • Waarom is een naam belangrijk? (Vat de antwoorden van de cursisten op deze vraag op het bord samen. Mogelijke antwoorden: we worden aangeduid met een naam, onze naam is verbonden met onze identiteit, we zijn erdoor te onderscheiden van anderen, en vaak gaat een familienaam gepaard met een bepaalde reputatie en verwachtingen.)

Laat een cursist Mosiah 5:7–8 voorlezen. Vraag de klas te letten op de naam die koning Benjamin aan zijn volk gaf. Laat ze ook woorden en zinsneden opzoeken die het belang van die naam aanduiden. Laat ze die woorden en zinsneden desgewenst markeren.

  • Welke naam gaf koning Benjamin aan zijn volk?

  • Welke woorden en zinsneden heb je gevonden? Wat leren we uit die woorden en zinsneden over de naam van Christus?

  • Wanneer nemen we de naam van Jezus Christus op ons? (Zie erop toe dat de cursisten begrijpen dat we de naam van Jezus Christus op ons nemen wanneer we heilige verbonden sluiten en nakomen.)

Maak de cursisten bij de bespreking van deze verzen duidelijk dat wij ‘kinderen van Christus’ kunnen worden (Mosiah 5:7). U moet er wellicht op wijzen dat een vader leven geeft aan een kind. We zijn geestkinderen van onze hemelse Vader. Wij zijn ook kinderen van onze aardse vader, die ons, met onze moeder, de mogelijkheid biedt om met een stoffelijk lichaam op aarde te leven. President Joseph Fielding Smith heeft onder verwijzing naar Mosiah 5:7 gezegd dat Jezus Christus ook ‘onze Vader wordt’ omdat Hij ‘ons leven, eeuwig leven, biedt door de verzoening die Hij voor ons tot stand heeft gebracht’. President Smith heeft verder gezegd: ‘Wij worden de kinderen, zonen en dochters, van Jezus Christus, door onze verbonden van gehoorzaamheid aan Hem.’ (Doctrines of Salvation, samengesteld door Bruce R. McConkie, 3 delen [1954–1956], deel 1, p. 29.)

Vestig de aandacht van de cursisten op de woorden op het bord die het belang van een naam aanduiden.

  • Hoe laten de woorden op het bord ons inzien hoe belangrijk het is om de naam van Jezus Christus op ons te nemen?

Laat de cursisten Mosiah 5:9–13 doorlezen en letten op nog meer raad van koning Benjamin omtrent het op ons nemen van de naam van Jezus Christus. U kunt ze deze verzen laten lezen alsof koning Benjamin zich persoonlijk tot hen richtte. Splits de klas op in koppels en vraag ze de volgende vragen te bespreken op basis van wat ze hebben gelezen. (Zet de vragen eventueel op het bord of zorg voor een uitreikblad.)

  • Denk na over het belang van de naam van Christus op ons nemen. Wat zou het betekenen om de naam van Christus in je hart gegrift te hebben? Welke zegeningen zijn weggelegd voor wie de naam van Christus in hun hart gegrift hebben?

  • Denk aan mensen die je kent die de naam van Christus eren. Wat doen die mensen om uiting te geven aan hun eerbied en liefde voor de naam van Christus?

Vraag een cursist Mosiah 5:15 voor te lezen. Laat de klas letten op daden die kenmerkend zijn voor mensen die hun verbonden nakomen.

  • Welke vragen kunnen we onszelf zoal stellen om na te gaan in hoeverre we de naam van Christus op ons hebben genomen?

Breng uw gevoelens onder woorden over wat het betekent om de naam van Jezus Christus op u te hebben genomen. Getuig hoe belangrijk dat voor u is.

Mosiah 6:1–7

Mosiah begint zijn regering als koning

Laat de cursisten Mosiah 6:1–3 doorlezen en aangeven wat koning Benjamin deed voordat hij de menigte liet vertrekken.

  • Waarom was het belangrijk om de namen op te tekenen van allen die het verbond hadden gesloten? Waarom wees koning Benjamin priesters aan onder het volk?

Leg uit dat koning Benjamin na zijn toespraak tot het volk het koninkrijk aan zijn zoon Mosiah overdroeg. Drie jaar later stierf koning Benjamin. Laat een cursist Mosiah 6:6–7 voorlezen. Vraag de klas woorden en zinsneden op te zoeken waaruit blijkt dat Mosiah zijn vaders voorbeeld volgde en zijn volk hielp een grote verandering in hun hart te blijven ondergaan.

Toelichting en achtergrondinformatie

Mosiah 5:15: ‘Standvastig en onveranderlijk’

Ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd wat ‘standvastig en onveranderlijk’ zijn betekent:

‘Iemand die “standvastig” is, is ‘van geest en gemoed vast, gelijkmatig in geluk en tegenslag […] niet verminderend of verzwakkend (Zie Elektronische Dikke Van Dale, ‘Standvastig’). Het woord ‘onveranderlijk’ duidt erop dat iets of iemand niet veranderlijk is, en goed verankerd is. Het geeft ook aan dat men niet toegeeft en niet van een doel is af te brengen. (Zie Oxford English Dictionary Online, ‘Immovable’.) Iemand die standvastig en onveranderlijk is, is dus ferm, solide, resoluut, goed verankerd en niet van een hoofddoel of opdracht af te brengen.’ (‘Steadfast and Immovable, Always Abounding in Good Works’, New Era, januari 2008, p. 2.)