Les 12

1 Nephi 8

Inleiding

In 1 Nephi 8 vertelt Lehi over zijn visioen van de boom des levens. In het visioen neemt Lehi van de vrucht van de boom, die de liefde van God voorstelt en de zegeningen die we dankzij de verzoening van Jezus Christus kunnen ontvangen. Lehi krijgt verschillende groepen mensen te zien. Sommigen raken verloren en bereiken de boom niet. Anderen schamen zich nadat ze van de vrucht van de boom hebben genomen. Zij raken op verboden paden en gaan verloren. Weer anderen houden zich vast aan de roede van ijzer, nemen van de vrucht en blijven trouw en standvastig. Dan is er nog een groep die ervoor kiest het pad naar de boom des levens helemaal niet te bewandelen.

Onderwijstips

1 Nephi 8:1–18

Lehi krijgt een visioen waarin hij van de vrucht van de boom des levens neemt en zijn gezin uitnodigt om dat ook te doen

Laat de cursisten nadenken over momenten waarop ze de liefde van onze hemelse Vader voor hen hebben gevoeld. Laat ze bij zichzelf nagaan hoe de keuzes die ze maken van invloed zijn op hun relatie met God en om zijn liefde te kunnen voelen. Getuig nadat ze daarover hebben nagedacht dat onze hemelse Vader ieder van hen liefheeft. Moedig de cursisten aan bij hun studie van 1 Nephi 8 te letten op wat ze kunnen doen en wat ze moeten nalaten om dichter bij God te komen en zijn liefde overvloediger te voelen.

Vraag een cursist 1 Nephi 8:2 voor te lezen. Vraag de klas aan te geven wat Lehi meemaakte kort nadat zijn zoons met de koperen platen uit Jeruzalem waren teruggekeerd. Laat enkele cursisten beurtelings een vers uit 1 Nephi 8:5–12 voorlezen.

• Welke objecten stonden in het visioen van Lehi centraal? (De boom des levens en de vruchten ervan.)

• Welke woorden en zinsneden gebruikte Lehi om de vrucht te beschrijven? (Zie 1 Nephi 8:10–11; u kunt de cursisten ook verwijzen naar de beschrijving die Nephi in 1 Nephi 11:8–9 van de boom gaf.)

Leg uit dat de Heer vaak bekende objecten gebruikt als symbolen om ons eeuwige waarheden bij te brengen. Vraag een cursist de volgende verklaring van ouderling Neal A. Maxwell van het Quorum der Twaalf Apostelen voor te lezen om de cursisten te helpen inzien wat de boom en de vrucht in Lehi’s droom voorstellen. Vraag de klas aandachtig te luisteren en vast te stellen waar de boom en de vrucht symbool voor staan.

Ouderling Neal A. Maxwell

‘De boom des levens […] is de liefde Gods (zie 1 Nephi 11:25). De liefde van God voor zijn kinderen blijkt bovenal uit zijn gave van Jezus als onze Verlosser: ‘Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft’ (Johannes 3:16). Deel hebben aan Gods liefde is deel hebben aan de verzoening van Jezus en de bevrijding en vreugde die dat kan geven.’ (Zie ‘Leren van Laman en Lemuël’, Liahona, januari 2000, p. 7.)

• Welke goddelijke gave is volgens ouderling Maxwell de beste illustratie van de liefde van God die de boom des levens symboliseert? (Help de cursisten inzien dat de verzoening van Jezus Christus het grootste bewijs van Gods liefde voor zijn kinderen is. Toen de mensen in Lehi’s visioen van de vrucht van de boom namen, namen zij in feite deel aan de zegeningen van de verzoening.)

• Bevrijding betekent vrij maken. Hoe maakt de verzoening van Jezus Christus ons vrij en schenkt die ons vreugde?

Laat de cursisten een van de beginselen in 1 Nephi 8:10–12 herkennen door in 1 Nephi 8:11 te letten op de woorden die beschrijven wat Lehi deed (‘het geschiedde dat ik erheen ging en van de vrucht daarvan nam’). Laat ze vervolgens in 1 Nephi 8:12 letten op de gevolgen van wat hij deed (‘toen […] vervulde zij mijn ziel met een buitengewoon grote vreugde’). U kunt er ook op wijzen dat Lehi de vrucht in 1 Nephi 8:10 omschreef als ‘begerenswaardig […] om iemand gelukkig te maken’. (U kunt de cursisten in overweging geven om die zinsneden in hun Schriften te markeren.)

• Welke gevoelens kreeg Lehi nadat hij van de vrucht had genomen?

• Hoe kunnen wij de verzoening in ons leven ‘vrucht’ laten dragen? (Door het proces van bekering.)

• Waarom vervult deelhebben aan de verzoening onze ziel met zulk ‘een buitengewoon grote vreugde’?

Getuig dat tot Jezus Christus komen en deelhebben aan de verzoening vreugde en geluk brengen. (U kunt dit beginsel eventueel op het bord zetten.)

• Wanneer heeft de verzoening van de Heiland jou vreugde en geluk gebracht? (Herinner de cursisten eraan dat ze niet over ervaringen hoeven te praten die te persoonlijk zijn.)

1 Nephi 8:19–35

In zijn visioen ziet Lehi verschillende groepen mensen die de boom des levens al dan niet bereiken

De droom van Lehi

Laat de plaat ‘De droom van Lehi’ zien (62620; Evangelieplatenboek [2009], nummer 69). Wijs de cursisten op de symbolen die al zijn besproken: de boom en de vruchten. Leg uit dat de Heer in dit visioen nog meer symbolen gebruikte om Lehi te tonen hoe hij tot Jezus Christus moest komen en aan zijn verzoening kon deelhebben. Vraag de cursisten welke symbolen ze nog meer zien op de plaat. (Mogelijke antwoorden zijn de rivier, de roede van ijzer, de mist van duisternis, en het grote en ruime gebouw.)

Herinner de cursisten eraan dat de Heer Nephi hetzelfde visioen toonde. Nephi noteerde later de betekenis van de verschillende symbolen en voorstellingen in het visioen (zie 1 Nephi 11, 12 en 15).

De Schriften markeren en van annotaties voorzien

De cursisten zijn er vaak bij gebaat als ze kruisverwijzingen, uitleg van symbolen en andere informatie in de kantlijn van hun Schriften zetten. Dat geldt ook voor het markeren van kruisverwijzingen in de voetnoten. Dergelijke annotaties kunnen dienen als geheugensteuntjes en hun begrip vergroten wanneer ze zelf uit de Schriften gaan onderwijzen. Die annotaties zijn vaak handiger in gebruik en blijvender dan informatie die in een dagboek of op een los blaadje wordt geschreven. U moet echter altijd de keuzevrijheid van de cursisten respecteren en ze nooit verplichten om in hun Schriften te schrijven. Opper daarentegen suggesties en laat de cursisten vervolgens zelf handelen naar wat zij goed achten.

Maak het volgende schema als uitreikblad of zet het op het bord voordat de les begint. (Laat de rechterkolom leeg op de tekstverwijzingen na.) Laat de cursisten aan de hand van de getoonde kruisverwijzingen de betekenis van elk element van Lehi’s visioen aanduiden. Bespreek het eerste symbool, de boom met witte vruchten, klassikaal. Geef de cursisten daarna een paar minuten om ieder voor zich de betekenis van de overige vier symbolen aan te duiden. (Laat ze hun antwoorden desgewenst naast de desbetreffende verzen in 1 Nephi 8 in hun Schriften noteren.)

Symbool in Lehi’s visioen	Betekenis volgens Nephi
1 Nephi 8:10–12 — De boom met witte vruchten	1 Nephi 11:21–25 (De liefde van God; de zegeningen van de verzoening van Jezus Christus)
1 Nephi 8:13 — De rivier met vuil water	1 Nephi 12:16; 15:26–29 (Vuilheid; de diepten der hel)
1 Nephi 8:19 — De roede van ijzer	1 Nephi 11:25 (Het woord van God)
1 Nephi 8:23 — De misten van duisternis	1 Nephi 12:17 (De verzoekingen van de duivel)
1 Nephi 8:26 — Het grote en ruime gebouw	1 Nephi 11:35–36; 12:18 (De hoogmoed en ijdele inbeelding van de wereld)

Vraag de cursisten welke betekenissen ze hebben gevonden. De relevantie van 1 Nephi 8 in het leven van de cursisten blijkt uit het volgende citaat van president Boyd K. Packer van het Quorum der Twaalf Apostelen, dat u een cursist kunt laten voorlezen. Laat de klas letten op een reden waarom het belangrijk is dat zij Lehi’s visioen bestuderen:

‘Je denkt misschien dat de droom van Lehi geen bijzondere betekenis voor jou heeft, maar dat heeft hij wél. Jij komt er in voor; wij komen er allemaal in voor. […]

‘Lehi’s droom of visioen […] bevat alles wat een heilige der laatste dagen nodig heeft om de toets van het leven te begrijpen.’ (‘Onszelf in de droom van Lehi plaatsen’, Liahona, augustus 2010, p. 28.)

Spoor de cursisten bij hun studie van de rest van het visioen aan om te letten op mensen in het visioen waarmee zij zich kunnen vereenzelvigen. Geef ze de verzekering dat waar ze zich ook in het visioen plaatsen, ieder van hen bij machte is te kiezen om voor de zegeningen van de verzoening in aanmerking te komen.

Deel de klas op in twee groepen. Leg uit dat elke groep zich op andere dingen gaat concentreren terwijl de klas als geheel 1 Nephi 8:21–33 leest.

Laat groep 1 zoeken naar antwoorden op de volgende vragen. (Zet de vragen vóór de les op het bord of op een uitreikblad.)

• Met welke obstakels kregen de mensen in Lehi’s visioen te maken?

• Wat stellen die obstakels voor?

• In welke vorm doen die obstakels zich in onze tijd voor?

• Welke beginselen zie je in deze verzen?

Laat groep 2 zoeken naar antwoorden op de volgende vragen. (Zet de vragen vóór de les op het bord of op een uitreikblad.)

• Wat hielp de mensen om de boom te bereiken en van de vrucht te nemen?

• In welke opzichten is een roede van ijzer als het woord van God?

• Hoe helpt het woord van God ons obstakels op de weg naar het eeuwige leven overwinnen?

• Welke beginselen zie je in deze verzen?

Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit 1 Nephi 8:21–33 voor te lezen. Laat vervolgens de cursisten in groep 1 hun antwoorden op de aan hen toegewezen vragen naar voren brengen. Vraag ze ook met elkaar te bespreken welke beginselen ze in deze verzen zien. Zorg ervoor dat de cursisten begrijpen dat hoogmoed, wereldsgezindheid en toegeven aan verleidingen ons kunnen belemmeren om aan de zegeningen van de verzoening deel te hebben. Laat de cursisten overdenken hoe deze obstakels hun geestelijke vooruitgang wellicht in de weg staan.

Laat de cursisten in groep 2 hun antwoorden op de aan hen toegewezen vragen naar voren brengen. Nodig ze na de bespreking van hun inzichten uit om beginselen te benoemen die ze in 1 Nephi 8:21–33 hebben gevonden. De aangetroffen beginselen kunnen onder meer zijn:

Als we ons vasthouden aan het woord van God, zal dat ons helpen om verleiding en wereldse invloeden te weerstaan.

Vasthouden aan het woord van God helpt ons dichter bij de Heer te komen en de zegeningen van de verzoening te ontvangen.

• Welke woorden in 1 Nephi 8:24 en 30 beschrijven de moeite die mensen doen om zich aan de roede van ijzer vast te houden en de boom te bereiken?

• Wat denk je dat ‘naar voren dringen’ betekent?

• Wat denk je dat zich vastklampen en voortdurend vasthouden aan het woord van God betekent? (In 1 Nephi 8:30 betekent vasthouden dat je stevig grip moet houden en niet los moet laten.)

• Waarom moeten we de Schriften dagelijks bestuderen?

Na het bespreken van deze vragen kunt u erop wijzen dat sommige mensen in het visioen, zoals Laman en Lemuël, niet van de vrucht wilden nemen (zie 1 Nephi 8:22–23, 35–38). Dat stelde hun weigering voor om zich te bekeren en deel te hebben aan de zegeningen van de verzoening van Jezus Christus. Sommige mensen vielen weg, zelfs nadat ze van de vrucht hadden genomen (zie 1 Nephi 8:25, 28). Dat leert ons dat ook als we de zegeningen van de verzoening aanvankelijk ontvangen, we weliswaar ijverig en getrouw moeten blijven, ons moeten bekeren van onze zonden en ernaar moeten streven om onze verbonden na te komen. Spoor de cursisten aan om het voorbeeld te volgen van de mensen die van de vrucht namen en bij de boom bleven (zie 1 Nephi 8:33).

Help de cursisten inzien hoe de beginselen in het visioen van Lehi ze tot zegen zijn geweest door ze een van de volgende vragen in hun aantekenschrift of Schriftendagboek te laten beantwoorden:

• Wanneer heeft het woord van God je geleid of je geholpen om verleiding, hoogmoed of wereldsgezindheid te overwinnen?

• Wanneer heb je Gods liefde voor jou gevoeld bij het lezen van of luisteren naar zijn woord?

Nodig enkele cursisten uit om hun antwoorden aan de klas over te brengen.

Dagelijkse Schriftstudie aanmoedigen

Er zijn maar weinig dingen met een blijvender invloed op cursisten dan ze de gewoonte van dagelijkse Schriftstudie aan te leren. Moedig de cursisten aan om elke dag wat tijd vrij te houden om de Schriften te bestuderen. Geef uw cursisten ook regelmatig de gelegenheid om tijdens de les te vertellen wat ze van hun persoonlijke studie leren en wat ze daarbij voelen.

Moedig de cursisten aan om te handelen naar wat ze hebben geleerd en gevoeld bij hun studie van 1 Nephi 8 door zich haalbare doelen te (blijven) stellen voor dagelijkse individuele Schriftstudie. Vertel de cursisten over de zegeningen die u hebt ontvangen door regelmatige Schriftstudie.

Toelichting en achtergrondinformatie

1 Nephi 8

Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft over het visioen van de boom des levens gezegd: ‘Christus en het beeld van de boom [zijn] onlosmakelijk met elkaar verbonden. […] Helemaal aan het begin van het Boek van Mormon […] wordt Christus beschreven als de bron van eeuwig leven en eeuwige vreugde, het levende bewijs van goddelijke liefde, en van de manier waarop God zijn verbond met het huis van Israël en alle mensen zal vervullen en alle eeuwige beloften aan hen zal nakomen.’ (Christ and the New Covenant [1997], 160, 162.)

1 Nephi 8:4–35

Het volgende schema bevat aanvullende informatie over wat Nephi aangaande het visioen van de boom des levens te weten kwam:

Symbool uit Lehi’s visioen (1 Nephi 8)	Uitleg die Nephi ontving (1 Nephi 11–12)
1 Nephi 8:10–12 — De boom met witte vruchten	1 Nephi 11:21–25 (De liefde van God; de zegeningen van de verzoening van Jezus Christus)
1 Nephi 8:13 — De rivier met vuil water	1 Nephi 12:16 (Vuilheid; de diepten der hel)
1 Nephi 8:19 — De roede van ijzer	1 Nephi 11:25 (Het woord van God)
1 Nephi 8:23 — De misten van duisternis	1 Nephi 12:17 (De verzoekingen van de duivel)
1 Nephi 8:26 — Het grote en ruime gebouw	1 Nephi 11:35–36; 12:18 (De hoogmoed en ijdele inbeelding van de wereld)
1 Nephi 8:21–23 — Mensen die het pad naar de boom opgaan, maar in de mist verloren gaan	Nephi zag de volgende groepen mensen in zijn visioen: 1 Nephi 11:28 (Menigten die Jezus hoorden maar ‘Hem uit hun midden wierpen’) 1 Nephi 11:31–33 (Mensen die Jezus kruisigden, zelfs nadat Hij zieken had genezen en duivelen had uitgeworpen) 1 Nephi 11:34–36 (Menigten die samenkwamen in een groot en ruim gebouw om tegen de twaalf apostelen van het Lam te strijden) 1 Nephi 12:1–3, 13–15 (De Nephieten en Lamanieten die tegen elkaar ten strijde trokken en op het slagveld sneuvelden) 1 Nephi 12:19–23 (De Nephieten die, vanwege hoogmoed, werden gedood door de Lamanieten; en de Lamanieten verkommerden in ongeloof)
1 Nephi 8:24–25, 28 — Mensen die de boom bereiken (en van de vrucht proeven) door zich vast te houden aan de roede, maar afdwalen als ze worden bespot door de mensen in het grote en ruime gebouw
1 Nephi 8:26–27, 31–33 — Mensen die het grote en ruime gebouw boven de boom en de vrucht verkiezen
1 Nephi 8:30, 33 — Mensen die zich vasthouden aan de roede, van de vrucht nemen en niet afdwalen	1 Nephi 15:24, 36 (Degenen die zich vasthouden aan het woord van God, de verzoekingen van de tegenstander weerstaan en deelhebben aan de grootste van alle gaven Gods)

1 Nephi 8:19. Zegeningen van vasthouden aan het woord van God

President Ezra Taft Benson heeft de zegeningen genoemd als we ons aan het woord van God vasthouden:

‘[Lehi] zag dat als de mensen die roede vasthielden, ze de vuile rivieren konden vermijden, de verboden paden konden omzeilen en de vreemde wegen, die tot vernietiging leiden, niet hoefden te betreden. […] Niet alleen zal het woord Gods ons tot de vrucht voeren die boven alle andere vruchten begerenswaardig is, maar in en door het woord Gods vinden wij de kracht om verzoekingen te weerstaan en de kracht om het werk van Satan en zijn dienstknechten te verijdelen. […] Het woord Gods, dat in de Schriften, in de woorden van hedendaagse profeten en in persoonlijke openbaring is vervat, verleent de heiligen de nodige kracht en wapent ze met de Geest zodat ze het kwaad kunnen weerstaan, zich aan het goede kunnen vasthouden en vreugde kunnen vinden.’ (‘The Power of the Word’, Ensign, mei 1986, p. 80.)

1 Nephi 8:26–27 ‘Groot en ruim gebouw’

Het grote en ruime gebouw staat tegenover de boom des levens, die de liefde van God en de zegeningen van de verzoening van Jezus Christus voorstelt. Ouderling Glenn L. Pace van de Zeventig heeft de normen van God vergeleken met het gedrag van de mensen in het grote en ruime gebouw:

‘Aan hen die stap voor stap steeds dichter in de buurt van dat grote en ruime gebouw komen, wil ik volkomen duidelijk maken dat de mensen in dat gebouw u absoluut niets meer te bieden hebben dan een snelle, kortstondige bevrediging die onvermijdelijk is verbonden aan langdurig verdriet en lijden. De geboden waaraan u zich houdt zijn niet door een koele, afstandelijke God bedacht om te voorkomen dat u plezier hebt, maar door een liefdevolle Vader in de hemel die wil dat u nu en in het hiernamaals gelukkig bent.’ (‘They’re Not Really Happy’, Ensign, november 1987, p. 40.)

Aanvullende lesideeën

1 Nephi 8:4–35. Lehi’s visioen van de boom des levens uittekenen

U kunt de symbolen in het visioen ook anders dan aan de hand van de plaat van de boom des levens op een rij zetten, zoals in les 12 als idee wordt geopperd. Vraag een of meer cursisten het visioen op het bord of een groot vel papier te tekenen terwijl de andere cursisten beurtelings de genoemde verzen in de les voorlezen. Onderbreek het voorlezen op gezette tijden om elementen aan de tekening te laten toevoegen. Vraag de cursisten uit te leggen wat ze hebben getekend. Laat ze bij de uitleg van de symbolen in het visioen de betekenis ervan in de tekening noteren. Deze activiteit vergroot de betrokkenheid van de cursisten bij de ontdekking van de waarheden in dit hoofdstuk, maar vergt meer tijd dan de activiteit die is beschreven in les 12.

1 Nephi 8:36–38. Lehi spoort Laman en Lemuël met tederheid aan zich aan de geboden van de Heer te houden

Daarom zullen vaders en moeders hun kinderen bij tijd en wijle aansporen om zich te bekeren. Uit 1 Nephi 8:36–38 blijkt hoe Lehi zijn zoons voortdurend probeerde lief te hebben, ook al waren ze eerder opstandig en tegen de geboden gekant geweest. Vertel de klas dat Lehi zijn kinderen aanspoorde ‘met alle gevoeligheid van een tedere ouder [om] naar zijn woorden te luisteren’ (1 Nephi 8:37). Lehi wilde dat zijn eigenzinnige zoons net als hij de liefde van God zouden voelen en de vreugde van de zegeningen van de verzoening van Jezus Christus ervaren (zie 1 Nephi 8:12–18).