Bibliotheek
Les 131: 3 Nephi 23


Les 131

3 Nephi 23

Inleiding

Nadat Jezus Christus de woorden van Jesaja had aangehaald (zie 3 Nephi 22), gebood Hij de Nephieten de woorden van deze profeet te onderzoeken. Hij zei dat Jesaja’s woorden een zegen zijn omdat Jesaja heeft ‘gesproken over alle dingen betreffende mijn volk, dat van het huis Israëls is’ (3 Nephi 23:2). Hij zei ook dat alle woorden van Jesaja waren of nog zouden worden vervuld. De Heiland gebood de Nephieten vervolgens de woorden van alle profeten te onderzoeken en gaf hun aanwijzingen om materiaal aan hun kronieken toe te voegen.

Onderwijstips

3 Nephi 23:1–5

Jezus Christus gebiedt de mensen om de woorden van de profeten te onderzoeken

Zet de volgende zinsnede op het bord: Zegeningen van mijn Schriftstudie. Laat de cursisten hun ervaringen dit jaar met het bestuderen van het Boek van Mormon thuis en in het seminarie overdenken. Vraag ze naar het bord te komen en in één woord of korte zinsnede een zegening op te schrijven die ze door Schriftstudie hebben ontvangen. Laat desgewenst een aantal cursisten gedetailleerder beschrijven wat ze hebben opgeschreven. Wijs vervolgens op de zegeningen die op het bord staan.

  • Waarom denk je dat we op die manieren gezegend worden als we de Schriften lezen?

Vraag de cursisten of ze nog uit de vorige les weten wiens woorden Jezus Christus citeerde toen Hij de Nephieten onderrichtte. (Jesaja’s woorden.) Vraag een cursist 3 Nephi 23:1–3 voor te lezen. Vraag de klas om in hun eigen Schriften mee te lezen en op te letten wat we volgens de Heiland met de woorden van Jesaja moeten doen. U kunt de cursisten in overweging geven om woorden en zinsneden in deze verzen te markeren die voor hen bijzondere betekenis hebben. Vraag ze naar hun bevindingen.

  • Waarom wilde de Heer dat de mensen de woorden van Jesaja onderzochten? (Zie 3 Nephi 23:2–3.)

  • Waarom is het een zegen om te weten dat alle woorden van Jesaja vervuld zullen worden?

Vraag een cursist 3 Nephi 23:4–5 voor te lezen. Wijs erop dat de Heiland zei ‘Onderzoekt de profeten’ nadat Hij had gezegd dat men de woorden van Jesaja moest onderzoeken. Zet de volgende waarheid op het bord: De Heiland gebiedt ons om de woorden van Jesaja en andere profeten ijverig te onderzoeken.

  • Wat moeten we volgens 3 Nephi 23:5 doen om behouden te worden? Hoe helpen de woorden van profeten ons om deze geboden te volgen?

  • In welke opzichten is de woorden van de profeten ijverig onderzoeken anders dan de woorden van de profeten alleen maar lezen? Waarom denk je dat het belangrijk is om de woorden van Jesaja en de andere profeten ijverig te onderzoeken?

  • Welke Schriftstudiemethoden helpen je het beste om de woorden van Jesaja en andere profeten een betekenisvol onderdeel van je leven te maken?

Vraag een cursist het volgende citaat van ouderling Merrill J. Bateman van de Zeventig voor te lezen:

‘Wanneer iemand de Schriften onderzoekt, krijgt hij bepaalde zegeningen. Naarmate iemand de woorden van de Heer bestudeert en gehoorzaamt, komt hij dichter tot de Heiland en ontwikkelt hij een groter verlangen om een rechtschapen leven te leiden. De kracht om verleiding te weerstaan neemt toe, geestelijke zwakheden worden overwonnen en geestelijke wonden worden genezen.’ (Zie ‘Door Schriftstudie tot Christus komen’, De Ster, januari 1993, p. 25.)

  • Waar kunnen we de woorden van de profeten naast de Schriften nog meer vinden?

Laat de cursisten de volgende vraag in hun aantekenschrift of Schriftendagboek beantwoorden:

  • Hoe kun je de woorden van de profeten ijveriger bestuderen?

Vraag een paar cursisten te getuigen van de zegeningen die komen door de woorden van de profeten te onderzoeken.

3 Nephi 23:6–14

De Heiland draagt zijn discipelen op om een belangrijke gebeurtenis aan de Schriftuurlijke kroniek toe te voegen

Vraag een paar cursisten hun favoriete verhalen in het Boek van Mormon te noemen. Schrijf hun antwoorden op het bord. Wis vervolgens een van de antwoorden uit. Laat de cursisten zich voorstellen dat Mormon of Nephi of een andere kroniekschrijver had verzuimd dat verslag op te nemen.

  • Welke belangrijke lessen zouden in het Boek van Mormon ontbreken als dit verslag niet was opgenomen?

Leg uit dat toen de Heiland de Nephieten onderrichtte, Hij ze erop wees dat hun kroniekschrijvers hadden verzuimd een belangrijke gebeurtenis op te nemen die ter vervulling van een profetie had plaatsgevonden. Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit 3 Nephi 23:6–13 voor te lezen. Vraag de klas mee te lezen en op te letten wat de Nephieten hadden verzuimd om op te schrijven.

  • De Nephieten beschikten al over een verslag van Samuëls profetie (zie Helaman 14:25). Waarom zou het voor hen belangrijk zijn geweest om een verslag van de vervulling ervan te hebben?

Wijs erop dat we weliswaar niet de opdracht hebben om een Schriftuurlijk verslag voor de kerk bij te houden, maar dat we wel de raad hebben gekregen om een persoonlijk dagboek bij te houden.

  • Hoe kan de raad van de Heiland in 3 Nephi 23:6–13 van toepassing zijn op onze pogingen om een dagboek bij te houden?

Laat een cursist de volgende ervaring van president Henry B. Eyring van het Eerste Presidium voorlezen om de cursisten te laten zien hoe ze een dagboek kunnen bijhouden:

Afbeelding
President Henry B. Eyring

‘Ik kwam laat thuis van een kerktaak. Het was donker. Mijn schoonvader, die vlak bij ons woonde, verraste mij toen ik naar de voordeur van mijn huis liep. Hij droeg een lading pijpen op zijn schouder, liep stevig door en had werkkleding aan. Ik wist dat hij bezig was geweest met een systeem om water uit een stroompje wat verder naar beneden omhoog te pompen naar ons huis.

‘Hij glimlachte, zei zachtjes iets en haastte zich toen verder het donker in, om zijn werk voort te zetten. Denkend aan wat hij voor ons deed liep ik verder in de richting van het huis, en net toen ik naar binnenstapte, hoorde ik in gedachten — niet mijn eigen stem — deze woorden: “Ik geef je deze ervaringen niet voor jezelf. Schrijf ze op.”

‘Ik ging naar binnen. Ik ging niet naar bed. Hoewel ik moe was, pakte ik wat papier en begon te schrijven. En toen ik dat deed, begreep ik de boodschap die ik in gedachten had gehoord. Ik moest het opschrijven zodat mijn kinderen later konden lezen op welke manieren ik de hand van God had gezien in zijn zegeningen voor ons gezin. Opa hoefde niet te doen wat hij voor ons deed. Hij had het door iemand anders kunnen laten doen of had het helemaal niet hoeven doen. Maar hij diende ons, zijn familie, op de manier waarop verbondsdiscipelen van Jezus Christus dat altijd doen. Ik wist dat dit waar was. En dus schreef ik het op, zodat mijn kinderen daar eens aan konden denken als ze dat nodig hadden.

‘Ik heb de afgelopen jaren elke dag een paar regels geschreven. Ik heb geen enkele dag overgeslagen, ongeacht hoe moe ik was of hoe vroeg ik de volgende dag moest beginnen. Voordat ik schreef, dacht ik na over de volgende vraag: “Heb ik vandaag de hand van God ons, onze kinderen of onze familie zien aanraken?”’ (‘O bedenkt, bedenkt’, Liahona, november 2007, pp. 66–67.)

  • Waarom denk je dat het voor ons belangrijk is om over ervaringen te schrijven die ons geestelijk sterken?

  • Wat kunnen wij aan president Eyrings voorbeeld hebben? Hoe kunnen onze verslagen anderen helpen?

Leg uit dat president Eyring over de zegeningen vertelde die hij ontving omdat hij een dagelijks verslag bijhield van manieren waarop God zijn gezinsleden zegende. Laat een cursist het volgende citaat voorlezen. (U hebt een deel van dit citaat mogelijk al in les 117 behandeld. De cursisten kunnen er baat bij hebben het nog eens te horen.)

‘Toen ik het verslag bijhield, begon er iets te gebeuren. Als ik terugkeek op de dag, zag ik bewijzen van wat God voor een van ons had gedaan die ik in de drukte van de dag niet had herkend. Toen dat gebeurde — en het gebeurde váák — besefte ik dat ik, door daar aandacht aan te besteden, God in staat had gesteld om mij te tonen wat Hij had gedaan.

‘Er welde in mijn hart meer op dan alleen dankbaarheid. Er groeide een getuigenis. Ik kreeg steeds meer zekerheid dat onze hemelse Vader onze gebeden hoort en verhoort. Ik werd dankbaarder voor de verzachting en verfijning die het zoenoffer van de Heiland, Jezus Christus, tot stand bracht. En ik kreeg er meer vertrouwen in dat de Heilige Geest ons alles in herinnering kan brengen — zelfs dingen die we niet opmerken of waar we geen aandacht aan besteden als ze gebeuren.’ (‘O bedenkt, bedenkt’, p. 67.)

  • Welk beginsel kunnen we leren uit het verslag in 3 Nephi 23 en uit president Eyrings ervaring? (De cursisten kunnen deze vraag op verschillende manieren beantwoorden. In de antwoorden dient de volgende waarheid naar voren te komen: Als we geestelijke ervaringen optekenen, worden we individueel en als gezin gezegend.)

Sommige cursisten vinden misschien dat er niets bijzonders in hun leven gebeurt dat de moeite waard is om vast te leggen. Help ze desgewenst door een cursist het volgende citaat van ouderling John H. Groberg van de Zeventig te laten voorlezen:

‘Sommige mensen zeggen: “Ik heb niets om vast te leggen. Ik maak geen geestelijke dingen mee.” Ik zeg: “Begin een verslag bij te houden, dan zullen er geestelijke dingen gebeuren. Die zijn er al die tijd al, maar we merken ze eerder op als we erover schrijven.”’ (‘Writing Your Personal and Family History’, Ensign, mei 1980, p. 48.)

Vraag de cursisten zich af te vragen of ze hebben verzuimd om over ervaringen te schrijven waardoor ze geestelijk zijn gesterkt. Moedig ze aan die ervaringen op te schrijven en hun leven lang ook andere ervaringen te blijven optekenen. U kunt de suggestie doen dat ze president Eyrings voorbeeld volgen en elke dag iets opschrijven.

Tekstenbeheersing

Als de cursisten leren problemen met behulp van de Schriften op te lossen, hebben ze daar hun hele leven baat bij. Geef iedere cursist een blaadje. Laat ze een vraag of een probleem omschrijven waar ze antwoord op zoeken. Leg uit dat u de blaadjes inneemt en sommige aan de klas gaat voorlezen. Vertel de cursisten hun naam niet op het blaadje te zetten en ook geen dingen te schrijven die te persoonlijk of ongeschikt zijn om in de klas te bespreken. (Lees de briefjes na inname desgewenst even snel door om te zien of ze geschikt en niet te persoonlijk zijn.) Leg een vraag of probleem aan de klas voor en kijk of de cursisten er met behulp van de kernteksten een antwoord op weten.

Leg uit dat de Heiland ons heeft geboden anderen te leren wat Hij ons heeft geleerd (zie 3 Nephi 23:14). U kunt de cursisten helpen dit gebod na te komen door ze aan te moedigen onderwijsvaardigheden te oefenen, zoals leerstellingen of beginselen uiteenzetten, over ervaringen vertellen en getuigen als ze de kernteksten gebruiken om problemen op te lossen. U kunt de overige vragen of problemen die de cursisten hebben opgeschreven bewaren en op dezelfde wijze bespreken op dagen wanneer u tijd over hebt.

Opmerking: Er is wellicht tijd om deze activiteit voor tekstenbeheersing in de les op te nemen. U kunt de activiteit aan het begin of eind van de les doen, of als onderbreking tussen onderdelen van de les door. Houd de activiteit wel kort, zodat er tijd genoeg voor de eigenlijke les overblijft. Zie het aanhangsel achterin dit boek voor meer activiteiten.