Bibliotheek
Introductie tot het heilig evangelie naar de beschrijving van Johannes


Introductie tot het heilig evangelie naar de beschrijving van Johannes

Waarom dit boek bestuderen?

In een periode van steeds meer vervolging tegen christenen, afval en geschillen over de aard van Jezus Christus, gaf de apostel Johannes zijn getuigenis van de Heiland. Cursisten die het evangelie van Johannes bestuderen, kunnen hun hemelse Vader door de bediening van zijn Zoon, Jezus Christus, beter leren kennen. In de kroniek van Johannes staat dat wie de leringen van Jezus Christus naleeft grote zegeningen, waaronder het eeuwige leven, kan ontvangen.

Wie heeft dit boek geschreven?

De apostel Johannes heeft dit boek geschreven. Hij noemt zichzelf in het boek de discipel ‘die Jezus liefhad’ (zie Johannes 13:23; 19:26; 20:2; 21:7, 20).

Johannes en zijn broer Jakobus waren vissers (zie Mattheüs 4:21). Vóór hij discipel en apostel van Jezus Christus werd, was Johannes blijkbaar een volgeling van Johannes de Doper. (Zie Johannes 1:35–40; Gids bij de Schriften, ‘Johannes, zoon van Zebedeüs’, scriptures.lds.org.)

Wanneer en waar is het geschreven?

We weten niet precies wanneer Johannes dit boek geschreven heeft. Men denkt dat het tussen 60 n.C. en 100 n.C. geschreven is. Volgens vroegchristelijke schrijvers in de tweede eeuw n.C. heeft Johannes het in Efeze in Klein-Azië (het hedendaagse Turkije) geschreven.

Voor wie is het geschreven en waarom?

Hoewel de woorden van Johannes voor iedereen bedoeld zijn, is zijn boodschap ook tot een specifieke doelgroep gericht. Ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘Het evangelie van Johannes is het verslag voor de heiligen; het is vooral het evangelie voor de kerk.’ (Doctrinal New Testament Commentary, 3 delen [1965–1973], deel 1, 65.) Johannes zegt dat hij dit boek geschreven heeft om anderen over te halen te geloven ‘dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, en opdat u, door te geloven, het leven zult hebben in Zijn Naam’ (Johannes 20:31). ‘De gebeurtenissen uit Jezus’ leven die [Johannes] beschrijft, zijn met dat doel in gedachten zorgvuldig geselecteerd en opgesteld.’ (Bible Dictionary, ‘John, Gospel of’.)

Wat zijn enkele onderscheidende kenmerken van dit boek?

Ongeveer 92 procent van het materiaal in het evangelie van Johannes staat niet in de andere evangeliën. Dat komt waarschijnlijk doordat het doelpubliek van Johannes — kerkleden die al wisten wie Jezus Christus was — onmiskenbaar anders was dan het doelpubliek van Mattheüs, Markus en Lukas. Van de zeven wonderen die Johannes vermeldt, ontbreken er vijf in de andere evangeliën. Terwijl Mattheüs, Markus en Lukas veel over de bediening van Jezus in Galilea schreven, had Johannes het over talrijke gebeurtenissen die in Judea plaatsvonden. Het evangelie van Johannes is erg leerstellig. Enkele belangrijke onderwerpen in het boek zijn de goddelijkheid van Jezus als de Zoon van God, de verzoening van Christus, het eeuwige leven, de Heilige Geest, de noodzaak om wedergeboren te worden, het belang van naastenliefde en het belang van geloof in de Heiland.

Johannes beklemtoonde de goddelijkheid van Jezus als de Zoon van God. Johannes noteerde meer dan honderd gevallen waarbij Jezus God zijn Vader noemde. Alleen al in Johannes 14 staan er ruim twintig. Een van Johannes’ belangrijkste bijdragen is zijn verslag van de leringen van de Heiland aan zijn discipelen vlak voor zijn gevangenneming, waaronder het hogepriesterlijk gebed dat hij in Gethsémané uitsprak. Dat deel van de kroniek van Johannes (Johannes 13–17) vertegenwoordigt achttien procent van de bladzijden in het boek, waardoor we een beter begrip krijgen van de leer van de Heiland en van wat Hij van zijn discipelen verwacht.

Overzicht

Johannes 1 Johannes getuigt van Jezus Christus’ voorsterfelijke goddelijkheid en van zijn zending om alle mensen het heil aan te bieden. Johannes brengt verslag uit over de doop van Jezus en de roeping van enkele discipelen.

Johannes 2–4 Jezus Christus verandert water in wijn. Hij leert Nicodemus wat een geestelijke wedergeboorte is en getuigt tot de vrouw bij de bron dat Hij de Christus is. Hij geneest de zoon van een hoveling.

Johannes 5–7 De Heiland geneest een kreupele bij het bad in Bethesda en verkondigt zijn goddelijke macht en bevoegdheid. Hij voedt vijfduizend man ter voorbereiding van zijn rede over het Brood des levens, verkondigt dat Hij de Messias is, en verklaart tijdens het Loofhuttenfeest dat alleen wie Hem aanvaardt het eeuwige leven kan beërven.

Johannes 8–10 Jezus grijpt de ervaring van de overspelige vrouw aan om een les in mededogen en bekering te geven. Hij verklaart dat Hij Jehova, de grote Ik ben, is. Hij geneest een blindgeborene en omschrijft Zichzelf als de goede Herder die zijn schapen liefheeft en zijn leven voor hen aflegt.

Johannes 11–13 Jezus Christus wekt Lazarus uit de dood op en toont daardoor zijn macht over de dood. Hij gaat Jeruzalem triomfantelijk binnen. Tijdens het laatste avondmaal wast Jezus de voeten van zijn discipelen en leert hun elkaar lief te hebben.

Johannes 14–16 Jezus instrueert zijn discipelen in het verband tussen liefde en gehoorzaamheid. Hij belooft om de Trooster (de Heilige Geest) te zenden en zijn discipelen persoonlijk te dienen. Hij verklaart dat Hij de ware Wijnstok is en de wereld overwonnen heeft.

Johannes 17–19 Jezus spreekt het hogepriesterlijk gebed uit voor zijn discipelen en voor wie in hun prediking geloven. Hij wordt verraden, gevangengenomen, berecht en veroordeeld. Hij lijdt aan het kruis, sterft en wordt begraven.

Johannes 20–21 De herrezen Jezus Christus verschijnt bij het graf aan Maria Magdalena en in Jeruzalem aan enkele van zijn discipelen. Hij verschijnt aan de zee van Tiberias aan zeven van zijn discipelen en machtigt Petrus om de discipelen te leiden in het dienen van anderen.