Bibliotheek
Les 149: 2 Johannes–3 Johannes


Les 149

2 Johannes3 Johannes

Inleiding

Johannes waarschuwt de heiligen voor mensen die misleiden en beweren dat Jezus Christus niet in het vlees is gekomen. Ook prijst hij Gajus om zijn getrouwheid.

Noot: deze les bevat een lessuggestie over 3 Johannes waarbij de cursisten een brief van ouders of kerkleiders ontvangen. Als u die lessuggestie wilt gebruiken, moet u die enkele dagen van tevoren voorbereiden. Vraag de ouders, of zo nodig plaatselijke kerkleiders, van elke cursist om een korte brief aan de cursist te schrijven waarin ze hun vreugde uiten toen ze zagen dat de cursist zijn of haar best deed om het evangelie na te leven. Zorg ervoor dat u voor elke cursist een brief van zijn of haar ouders of kerkleider hebt.

Lessuggesties

2 Johannes

Johannes waarschuwt voor mensen die valse leerstellingen verkondigen

Noem de naam van een beroemde atleet die de meeste cursisten zullen herkennen.

  • Wat doet deze atleet waarschijnlijk om in topvorm te blijven?

  • Wat zou er gebeuren als deze atleet niet meer zou trainen, ongezond zou eten, veel tv zou kijken, games zou spelen en schadelijke stoffen in zijn lichaam zou toelaten?

Laat de cursisten zich afvragen in welke opzichten het harde werk dat sportlieden moeten verzetten om in topvorm te blijven, te vergelijken is met het werk dat de leden van de kerk moeten doen om de zegeningen te behouden die ze door het evangelie hebben ontvangen. Laat ze bij hun studie van 2 Johannes een beginsel opzoeken waarmee ze de zegeningen kunnen behouden die ze als lid van de kerk hebben ontvangen.

Vat 2 Johannes 1:1–4 samen door uit te leggen dat de apostel Johannes zijn brief tot ‘de uitverkoren vrouw en haar kinderen’ richtte. Zij kan een bepaald vrouwelijk lid van de kerk zijn geweest, of een zinnebeeld om een gemeente van de kerk te beschrijven.

Laat een cursist 2 Johannes 1:5–6 voorlezen. Laat de klas meelezen en het gebod opzoeken waaraan Johannes de heiligen herinnerde.

  • Aan welk gebod herinnerde Johannes de heiligen?

Vraag een cursist om 2 Johannes 1:7 voor te lezen. Laat de klas meelezen en opzoeken waarom Johannes de kerkleden aanmoedigde om te ‘wandelen naar’ (2 Johannes 1:6) de geboden, ofwel ze te gehoorzamen.

  • Waarom moedigde Johannes de leden van de kerk aan om de geboden te onderhouden?

  • Wat verkondigden de ‘misleiders’ (vers 7)?

Leg uit dat toen Johannes deze brief schreef, het docetisme steeds populairder werd. Docetisme is de filosofie dat God zo verheven was dat Hij boven leed, de dood of enige andere aardse ervaring stond. Daarom concludeerden ze dat Jezus Christus als Zoon van God niet echt in het vlees op aarde was gekomen, maar dat het er alleen op leek dat zijn geest aardse dingen deed of meemaakte.

  • Wat zijn enkele valse leerstellingen in onze tijd die niet overeenkomen met de waarheden van het evangelie?

  • Waarom zijn deze leringen zo gevaarlijk?

Vraag een cursist 2 Johannes 1:8 voor te lezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat de kerkleden volgens Johannes met deze valse leerstellingen moesten doen. Leg uit dat ‘Let op uzelf’ betekent dat ze ervoor moesten oppassen dat ze geen valse leringen zouden aannemen, en dat gewerkt verdiend of verkregen kan betekenen.

  • Welk beginsel kunnen we van de woorden van Johannes in de verzen 6–8 leren over de manier waarop we voortdurend de zegeningen van het evangelie kunnen ontvangen? (De cursisten moeten in hun eigen woorden het volgende beginsel onder woorden brengen: als we de geboden onderhouden en waakzaam zijn, kunnen we voortdurend de zegeningen van het evangelie ontvangen. Zet dit beginsel op het bord.)

Laat de cursisten in hun aantekenschrift of Schriftendagboek een lijst met zegeningen noteren die ze al hebben ontvangen of die ze hopen te ontvangen. Laat ze aan de klas vertellen wat ze hebben opgeschreven. Zet hun antwoorden op het bord.

  • Hoe kunnen we deze zegeningen van het evangelie mislopen als we valse leerstellingen aanvaarden?

Vraag een cursist om 2 Johannes 1:9 voor te lezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat er volgens Johannes zou gebeuren met de mensen die in de leer van Christus blijven, ofwel trouw aan het evangelie blijven.

  • Wat hebben de mensen die in de leer van Christus blijven bij zich? (Als de cursisten geantwoord hebben, zet u dit beginsel op het bord: Als we in de leer van Christus blijven, hebben we de Vader en de Zoon bij ons.)

Leg uit dat we door het gezelschap van de Heilige Geest de Vader en de Zoon bij ons kunnen hebben.

Laat de cursisten zich afvragen hoe goed ze de geboden onderhouden, waakzaam zijn en in de leer van het evangelie blijven. Laat ze opschrijven waarom ze de zegeningen willen behouden die ze door het evangelie hebben ontvangen, en wat ze vandaag gaan doen om getrouwer en consequenter de geboden te onderhouden.

Vat 2 Johannes 1:10–13 samen door uit te leggen dat Johannes de heiligen aanmoedigde om mensen te vermijden die valse leer verkondigden. Hij sprak ook zijn verlangen uit om de heiligen persoonlijk te bezoeken.

3 Johannes

Johannes prijst Gajus om zijn getrouwheid

Neem een steentje en een grote schaal water mee naar de klas. Laat een cursist het steentje in het water gooien zonder rimpels te maken.

  • Waarom is het onmogelijk om het water onveranderd te laten?

  • Wie kan er naast jezelf nog meer positief beïnvloed worden als je ervoor kiest om het evangelie na te leven?

Leg uit dat er in 3 Johannes staat dat Johannes zich tot een getrouw lid van de kerk, Gajus, richtte.

Laat een cursist 3 Johannes 1:1-4 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken hoe Johannes werd beïnvloed door Gajus’ getrouwheid om het evangelie na te leven. Leg uit dat de kinderen in vers 4 wellicht de kerkleden waren die door Johannes tot het evangelie waren gebracht.

  • Hoe werd Johannes beïnvloed door de getrouwheid van Gajus om het evangelie na te leven?

  • Hoe zou je een lering uit deze verzen samenvatten over de manier waarop wij en anderen door het naleven van het evangelie beïnvloed worden? (De cursisten kunnen er verschillende noemen, maar zorg ervoor dat ze dit goed begrijpen: als we het evangelie naleven, ontvangen wij niet alleen vreugde, maar anderen ook.)

  • Hebben jullie weleens vreugde gevoeld omdat iemand anders het evangelie trouw naleefde?

Om deze waarheid verder te verduidelijken, kunt u nu de brieven van de ouders of kerkleiders aan de cursisten uitdelen. Zorg ervoor dat elke cursist een brief van een ouder of kerkleider heeft. Geef de cursisten voldoende tijd om hun brief te lezen.

Vat 3 Johannes 1:5–14 samen door uit te leggen dat Johannes Gajus prees omdat hij bereid was reizende kerkleiders of zendelingen te ontvangen. En hij bekritiseerde de plaatselijke leider Diotrefes die Johannes en zijn collega’s niet wilde ontvangen.

Herhaal wat er in deze les is besproken. Getuig ervan en moedig de cursisten aan om het in praktijk te brengen.

Toelichting en achtergrondinformatie

2 Johannes 1:1–5. ‘De uitverkoren vrouw’

‘Johannes beschrijft zichzelf als ‘de ouderling’. De ‘uitverkoren vrouw’ aan wie hij schrijft (zie 2 Johannes 1:1) kan een figuurlijke verwijzing naar een gemeente van de kerk zijn of een letterlijke verwijzing naar een vrouwelijk lid, wellicht zelfs zijn vrouw. In onze bedeling werd Emma Smith, de vrouw van de profeet Joseph Smith, een ‘uitverkoren vrouw’ (LV 25:3) genoemd. Johannes verheugde zich toen hij merkte dat de kinderen van de uitverkoren vrouw in waarheid wandelden en het evangelie van Jezus Christus naleefden.’ (New Testament Student Manual [lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2014], 519.)

3 Johannes 1:9–10. ‘Diotrefes, die steeds onder hen de eerste wil zijn, erkent ons niet’

Ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd wie Diotrefes was en wat hij deed:

‘Hier is Diotrefes, een plaatselijke, vooraanstaande en invloedrijke kerkleider: (1) die weigert de leer en instructies van een lid van het Eerste Presidium van de kerk in zijn gemeente voor te lezen; (2) die tegen de apostelen van de kerk predikt; (3) die weigert de vertegenwoordigers van de kerk te ontvangen; (4) die anderen verbiedt om voor de leiders van de kerk te zorgen of naar hen te luisteren; en (5) die trouwe leden van de kerk uitstoot (ofwel excommuniceert).’ (Doctrinal New Testament Commentary, 3 delen [1965–1973], 3:413–414.)