Bibliotheek
Inleiding tot de algemene brief van Judas


Inleiding tot de algemene brief van Judas

Waarom dit boek bestuderen?

De algemene brief van Judas beschrijft de krachten van de afval die in die tijd in de kerk actief waren. Bij hun studie van deze brief leren de cursisten hoe ze de mensen kunnen herkennen die de discipelen van Jezus Christus van het geloof proberen weg te leiden. De cursisten gaan ook begrijpen hoe belangrijk het is om voor het geloof te strijden en standvastig te blijven.

Wie heeft dit boek geschreven?

De schrijver van deze brief noemt zichzelf ‘Judas, een dienstknecht van Jezus Christus en broer van Jakobus’ (Judas 1:1). Van oudsher wordt er verondersteld dat Judas de halfbroer van Jezus Christus was. (Zie Mattheüs 13:55; Markus 6:3; Gids bij de Schriften, ‘Judas’.) Judas was klaarblijkelijk een kerklid van hoog aanzien in Jeruzalem, en hij heeft wellicht als zendeling gereisd. (Zie Handelingen 1:13–14; 1 Korinthe 9:5.) Het is niet duidelijk welk priesterschapsambt Judas had, maar uit de brief blijkt dat hij een gezagspositie bekleedde waardoor hij adviserende brieven mocht schrijven.

Wanneer en waar is de brief geschreven?

We weten niet waar de brief van Judas is geschreven. Als de brief inderdaad door Judas, de halfbroer van Jezus, is geschreven, is dat waarschijnlijk tussen 40 en 80 n.C. geweest.

Aan wie is de brief geschreven en waarom?

De brief van Judas was aan de getrouwe christenen geschreven — ‘aan de geroepenen, die door God de Vader zijn geheiligd, en die door Jezus Christus worden bewaard’ (Judas 1:1). Het doel van Judas was om de lezers aan te moedigen ‘te strijden voor het geloof’ tegen de goddeloze leraren die in de kerk waren gekomen en onzedelijk gedrag bevorderden en valse leerstellingen verkondigden die de Heer Jezus Christus verloochenden (Judas 1:3).

Wat zijn enkele onderscheidende kenmerken van dit boek?

Hoewel het een van de kortste boeken in het Nieuwe Testament is, bevat de brief van Judas informatie die nergens anders in de Bijbel te vinden is. Judas schrijft over ‘engelen die hun oorspronkelijke staat niet hebben bewaard’ (vers 6): zie ook Abraham 3:26), over een confrontatie tussen Michaël en Lucifer betreffende het lichaam van Mozes (vers 9), en over een profetie van Henoch aangaande de wederkomst van de Heiland (de verzen 14–15; zie ook Mozes 7:65–66).

Ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft enkele unieke kenmerken van de brief van Judas genoemd:

‘In de hele Bijbel heeft alleen Judas aangegeven dat het voorbestaan onze eerste staat was en dat bepaalde engelen die staat niet hebben behouden.

‘We wenden ons tot hem voor onze beperkte kennis van de onenigheid tussen Michaël en Lucifer over het lichaam van Mozes.

‘Alleen hij noemt de prachtige profetie van Henoch over de wederkomst van de Zoon des mensen.’ (Doctrinal New Testament Commentary, 3 delen [1965–1973], 3:415.)

Judas gebruikt scherpe bewoordingen tegen hen die zich tegen God en zijn dienstknechten gekant hadden en tegen hen die heidense aanbidding beoefenden en beweerden van Gods geboden, waaronder de wet van kuisheid, vrijgesteld te zijn. Judas heeft enkele eigenschappen van deze verdorven personen beschreven.

Overzicht

Judas 1 Judas spoort de leden van de kerk aan om ‘te strijden voor het geloof’ (Judas 1:3). Hij legt uit dat er mensen zijn die zich onder de leden hadden begeven om valse leer te verspreiden en goddeloze praktijken te bevorderen. Judas waarschuwt voor de oordelen die uitgesproken worden over de mensen die zich van God afkeren. Judas moedigt de kerkleden aan om hun geloof te versterken en zich ‘in de liefde van God’ te bewaren (Judas 1:21).