Bibliotheek
Inleiding tot kerntekstenbeheersing


Inleiding tot kerntekstenbeheersing

Er zijn door Seminaries en instituten voor godsdienstonderwijs 25 passages voor kerntekstenbeheersing geselecteerd voor elk van de vier seminariecursussen. Deze teksten vormen een belangrijke Schriftuurlijke basis om het evangelie te begrijpen en uit te dragen, en om het geloof te versterken. De kernteksten voor het Nieuwe Testament zijn:

Seminariecursisten krijgen de uitdaging om deze teksten te leren ‘beheersen’. U bent beter in staat om uw cursisten te helpen wanneer u die teksten zelf ook beheerst. Schriftteksten leren beheersen houdt het volgende in:

  • Opzoeken van de verzen door de bijbehorende tekstverwijzingen te kennen

  • Begrijpen van de context en inhoud van de teksten

  • Toepassen van de beginselen en leerstellingen van het evangelie die in de teksten zijn vervat

  • Uit het hoofd leren van de teksten

Consequentheid, verwachtingen en methoden

Als u de cursisten wilt helpen Schriftteksten te leren beheersen, slaagt u daar beter in als u consequent naar de kernteksten verwijst, verwachtingen op peil houdt en methoden gebruikt die aansluiten bij verschillende leerstijlen.

Consequente en herhaalde kerntekstenbeheersing zorgt ervoor dat cursisten waarheden in hun langetermijngeheugen opslaan voor toekomstig gebruik. Het kan nuttig zijn het cursusverloop voor het jaar uit te stippelen met consequente aandacht in de lessen voor het leren beheersen van Schriftteksten. Wees wel verstandig in hoe vaak en hoelang u de cursisten helpt met het leren beheersen van de kernteksten. Zorg ervoor dat activiteiten voor kerntekstenbeheersing niet de overhand krijgen op de dagelijkse studie van de Schriften. U kunt bijvoorbeeld elke dag een paar minuten wijden aan het doornemen van kernteksten met uw cursisten. Of u kunt een of twee keer per week tien tot vijftien minuten uittrekken voor een korte activiteit voor kerntekstenbeheersing. Hoe u uw cursisten de kernteksten ook wilt bijbrengen, zorg dat u er op consequente en gepaste wijze mee bezig blijft.

Baseer uw verwachtingen voor tekstenbeheersing op de capaciteiten van elke cursist. De cursist dient zich in te zetten om kernteksten te leren beheersen. Vertel de cursisten dat kerntekstenbeheersing staat of valt met hun instelling en hun bereidheid om eraan te werken. Moedig ze aan doelen te stellen waardoor ze meer kunnen bereiken. Houd rekening met cursisten die moeite hebben om iets uit het hoofd te leren en stel uw verwachtingen en onderwijsmethoden op basis van de behoeften van uw cursisten bij.

Wissel de methoden die u gebruikt om cursisten bepaalde Schriftteksten te leren beheersen af om tegemoet te komen aan verschillen in persoonlijkheid en leerstijl. Ook hier geldt: wanneer we het evangelie leren en erin onderwijzen is het altijd van belang de activiteiten zodanig te kiezen dat de Heilige Geest de cursisten kan steunen om zich Schriftteksten en leerstellingen eigen te maken. U treft diverse geschikte onderwijsmethoden voor kerntekstenbeheersing in de lessen in dit lesboek aan. Zie het deel ‘Activiteiten voor kerntekstenbeheersing’ in dit aanhangsel voor aanvullende onderwijsmethoden voor kerntekstenbeheersing.

Kerntekstenbeheersing in het lesmateriaal

Kerntekstenbeheersing is op verschillende manieren in het lesmateriaal verwerkt. Het pictogram kerntekstenbeheersing geeft de behandeling van een kerntekst in het lesmateriaal aan. De kernteksten worden geïntroduceerd en behandeld in de context van het hoofdstuk waarin ze voorkomen. Aanvullende lesideeën voor kernteksten staan aan het eind van de les waarin ze voorkomen. Door deze aanvullende lesideeën komen de vier elementen van kerntekstenbeheersing voor elke passage evenredig aan bod (opzoeken, begrijpen, toepassen en uit het hoofd leren). Als de les bijvoorbeeld vooral op begrip en toepassing van de kerntekst is gericht, draagt het aanvullende lesidee ertoe bij dat de cursisten de tekst kunnen opzoeken of uit het hoofd leren.

In het lesmateriaal komen ook regelmatig herhalingsactiviteiten voor kerntekstenbeheersing aan de orde die u kunt gebruiken naargelang de tijd dat toestaat en ze aansluiten bij de doelen voor kerntekstenbeheersing van uw klas. Deze herhalingen kunt u aanvullen met activiteiten voor kerntekstenbeheersing die verderop worden genoemd. Aan het begin of eind van een kortere les kunt u desgewenst extra tijd voor een van deze herhalingsactiviteiten inruimen.

Aanbevolen aanpak voor kerntekstenbeheersing

Overweeg om de cursisten eerst de vaardigheid bij te brengen om teksten op te zoeken door de 25 kernteksten aan het begin van de cursus te introduceren en de beheersing ervan daarna in de loop van het jaar te vergroten. U kunt ook elke maand enkele passages introduceren en er die maand verder mee aan de slag gaan. Bij het introduceren van een kerntekst kunt u de cursisten voorstellen de tekst in hun Schriften te markeren, de cursisten manieren laten bedenken om belangrijke woorden en verwijzingen te onthouden, en de leerstellingen en beginselen in elke passage uitleggen. U kunt de cursisten ook betrekken bij het introduceren van een kerntekst door ze de tekst in hun openingsprogramma te laten gebruiken of ze elkaar te laten leren hoe ze de passage uit het hoofd kunnen leren en kunnen opzoeken. Geef de cursisten de kans om hun kennis van de kernteksten periodiek aan de hand van een quiz of opzoekactiviteit te tonen (zie de activiteiten voor kerntekstenbeheersing in dit aanhangsel voor voorbeelden). De boekenleggers en kaartjes voor kerntekstenbeheersing bevatten een lijst met de 25 kernteksten voor deze cursus.

U helpt de cursisten de kernteksten te begrijpen door ze te beklemtonen wanneer ze in uw dagelijkse lessen voorkomen. U kunt ook de activiteiten voor kerntekstenbeheersing in dit aanhangsel gebruiken om de kennis van de cursisten van de passages en de capaciteit om de waarheden erin uit te leggen op te vijzelen. Laat de cursisten in de openingsprogramma’s of lessen uitleggen hoe de waarheden in kernteksten ze meer begrip van de fundamentele leerstellingen geven.

Stimuleer de cursisten om de waarheden in de kernteksten toe te passen door de ingevingen van de Heilige Geest te volgen, waardoor ze begrijpen wat die waarheden voor hen kunnen betekenen. Help de cursisten iets te doen met de waarheden die ze leren door eventueel zo nu en dan op een bekendmakingenbord in de klas een uitdaging in verband met een kerntekst te plaatsen. Of u kunt de cursisten op basis van kernteksten in de les leerstellingen en beginselen laten oefenen (zie de activiteiten voor kerntekstenbeheersing in het aanhangsel voor ideeën). U kunt de cursisten ook uitnodigen om de beginselen toe te passen die ze in de lessen leren waarin kernteksten voorkomen. Geef de cursisten in het openingsprogramma of op andere momenten de gelegenheid om over hun ervaringen te vertellen. Daardoor kunnen ze worden gesterkt in hun getuigenis van de waarheden die ze uit de kernteksten hebben geleerd.

U kunt de cursisten helpen de 25 kernteksten uit het hoofd te leren door er elke maand in de les twee of drie uit het hoofd te leren. U kunt de cursisten ook de uitdaging geven om bepaalde passages thuis uit het hoofd te leren (met hun familieleden of passages voor een ouder of familielid op te zeggen). U kunt de klas in het dagelijkse openingsprogramma standaard een passage laten opzeggen of de cursisten de tijd geven om een passage in groepjes van twee uit het hoofd te leren. Als u de cursisten kernteksten in groepjes of voor de klas laat opzeggen, doen ze er doorgaans ook meer moeite voor. De activiteiten voor kerntekstenbeheersing in dit aanhangsel omvatten een verscheidenheid aan methoden om passages uit het hoofd te leren. Stem uw verwachtingen om teksten uit het hoofd te leren zorgvuldig op de capaciteiten en omstandigheden van iedere cursist af. Niemand mag in verlegenheid worden gebracht of zich overweldigd voelen als hij of zij geen teksten uit het hoofd kan leren.