Bibliotheek
Les 34: Markus 1


Les 34

Markus 1

Inleiding

Johannes de Doper predikt ‘een doop van bekering tot vergeving van zonden’ (Markus 1:4). Als Johannes Jezus heeft gedoopt, begint de Heiland het evangelie te prediken en met goddelijke kracht en bevoegdheid wonderen te verrichten. Hij werpt onreine geesten uit en geneest een melaatse. Zijn reputatie verspreidt zich in Galilea.

Lessuggesties

Markus 1:1–20

Jezus begint aan zijn bediening

Vraag twee cursisten enkele dagen vóór de les om in het kort hun getuigenis van Jezus Christus te geven. Na de devotional laat u de twee cursisten hun getuigenis van de Heiland geven. Vraag vervolgens:

  • Waarom is het nuttig om van meerdere personen een getuigenis te horen, niet slechts van één persoon?

  • Waarom is het nuttig om nu het getuigenis van Markus te bestuderen, nadat je het getuigenis van Mattheüs hebt bestudeerd?

Laat de cursisten Markus 1:1–4, 9–11 doorlezen en de gebeurtenis opzoeken waarmee Markus zijn verslag van het leven van de Heiland begint.

  • Met welke gebeurtenis begint Markus zijn verslag?

Leg uit dat het verslag van Markus anders is dan het verslag van Mattheüs. Het begint plotseling en heeft een vlot tempo, met nadruk op de goddelijke natuur van de Heiland door extra aandacht aan zijn werken en wonderen te besteden. Het verslag van Markus is waarschijnlijk gebaseerd op wat hij van de apostel Paulus leerde.

Vat Markus 1:12–20 samen door uit te leggen dat toen Jezus veertig dagen had gevast, Hij door de duivel werd verzocht. Hij predikte ook bekering in Galilea en riep discipelen om Hem te volgen.(Noot: Deze verslagen zijn uitgebreid in de lessen over Mattheüs 4 behandeld.)

Markus 1:21–39

Jezus werpt demonen uit en geneest de zieken

Zet de woorden Vijandelijk gebied op het bord en vraag de cursisten wat voor gevaren een soldaat in vijandelijk gebied kan tegenkomen.

Vraag een cursist het volgende citaat van president Boyd K. Packer van het Quorum der Twaalf Apostelen voor te lezen:

Afbeelding
President Boyd K. Packer

‘Jonge mensen, jullie groeien in vijandelijk gebied op.

We weten uit de Schriften dat er oorlog in de hemel was, dat Lucifer in opstand kwam, en dat hij met zijn volgelingen ‘werd neergeworpen op de aarde’ [Openbaring 12:9]. Hij is vastbesloten om het plan van onze hemelse Vader te verstoren, en hij streeft ernaar om de gedachten en daden van iedereen te beheersen.’ (Zie ‘Raad aan jongeren’, Liahona, november 2011, 16.)

  • In welke opzichten vindt ons leven op aarde in vijandelijk gebied plaats?

Laat de cursisten hun hand opsteken als ze zich ooit door de kwade invloeden en verleidingen om zich heen bedreigd hebben gevoeld. Laat de cursisten Markus 1:21–39 bestuderen en een waarheid opzoeken waarmee ze kwade invloeden en verleidingen kunnen weerstaan.

Laat een cursist Markus 1:21–22 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat Jezus in Kapernaüm deed en hoe de Joden daarop reageerden.

  • Waarom waren de Joden verbaasd over de leringen van de Heiland?

  • Wat betekent het volgens jullie dat Jezus hen ‘als gezaghebbende’ onderwees?(Markus 1:22.)

Leg uit dat de schriftgeleerden als deskundigen in de wet van Mozes werden beschouwd. Als zij predikten, citeerden zij vaak voormalige wetgeleerden. (Zie New Testament Student Manual [Church Educational System manual, 2014], 103.) Daarentegen sprak Jezus met de kracht en bevoegdheid van zijn Vader, en als de grote Jehova die de wet van Mozes had ingesteld. (Zie Mattheüs 7:29.)

Laat de cursisten Markus 1:23–26 doorlezen, of laat de video ‘Jesus Heals a Possessed Man’ (1:48) uit The Life of Jesus Christ Bible Videos zien, beschikbaar op LDS.org. Laat de klas opzoeken wat er gebeurde toen Jezus in de synagoge onderwees. Vraag de cursisten naar hun bevindingen. Leg uit dat ‘onreine geest’ op een boze geest slaat.

  • Wat wist deze onreine geest over Jezus?

  • Hoe wist deze onreine geest wie Jezus was? (De boze geesten die een stoffelijk lichaam willen bezitten zijn volgelingen van Lucifer. Ook zij bevonden zich in de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader en Jezus Christus voordat ze uit de hemel werden geworpen.)

  • Wat hadden jullie van Jezus gedacht als je toen in de synagoge was geweest?

Laat een cursist Markus 1:27–28 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken hoe de mensen reageerden toen ze zagen dat Jezus een onreine geest uitwierp.

  • Hoe reageerden de mensen?

  • Wat kunnen we uit dit verslag over de kracht van de Heiland leren? (De strekking van de woorden van de cursisten moet de volgende waarheid omvatten: De Heiland heeft macht over de duivel en zijn volgelingen.)

  • Wat kunnen we aan de kennis van deze waarheid hebben als we ons door de kwade invloeden en verleidingen om ons heen bedreigd voelen?

Laat een cursist de volgende uitspraak van president James E. Faust van het Eerste Presidium voorlezen:

Afbeelding
President James E. Faust

‘[Joseph Smith] heeft gezegd: “Goddeloze geesten hebben grenzen, beperkingen en wetten waardoor zij worden bestuurd” [in History of the Church, 4:576]. Satan en zijn engelen zijn dus niet almachtig. […]

‘Satans inspanningen kunnen teniet gedaan worden door allen die tot Christus komen door gehoorzaamheid aan de verbonden en verordeningen van het evangelie.’ (‘Serving the Lord and Resisting the Devil’, Ensign, september 1995, 6, 7.)

  • Hoe kunnen we volgens president Faust meer kracht ontvangen om de duivel te weerstaan?

  • Wat gebeurde er volgens vers 28 toen de Heiland de boze geest had uitgeworpen?

Vat Markus 1:29–39 samen door uit te leggen dat de Heiland de schoonmoeder van Simon Petrus van haar koorts genas, veel andere zieken genas en veel demonen uitwierp. Jezus bleef in Galilea prediken.

Markus 1:40–45

Jezus geneest een melaatse

Laat de cursisten Markus 1:40 doorlezen en opzoeken wie er naar de Heiland toe kwam toen Hij in Galilea predikte. Vraag de cursisten naar hun bevindingen. Laat een cursist voor de klas komen. Laat de cursisten zich voorstellen dat de cursist die voor de klas staat melaats is.

Leg uit dat melaatsheid een chronische ziekte is die de huid, het zenuwstelsel, de ogen, botten en ledematen aantast. Zonder behandeling leidt de ziekte tot een pijnlijke dood. Vroeger dacht men dat iedereen die met een melaatse in aanraking kwam, ook besmet werd. Wijs naar de cursist die voor de klas staat en vraag:

  • Als (naam van de cursist) vroeger melaats was, hoe zou (hij of zij) dan behandeld worden?

Leg uit dat ter bescherming van de algehele gezondheid in de gemeenschap melaatsen gedwongen werden om buiten de stad te leven. Zij waren wettelijk verplicht om ‘Onrein!’ uit te roepen als mensen in hun buurt kwamen. (Zie Bible Dictionary, ‘Leper’; Leviticus 13:44–46.) Laat enkele cursisten dit verhaal als toneelstukje opvoeren door langs de cursist te lopen die zogenaamd melaats is. Als ze langslopen, laat u de ‘melaatse’ cursist ‘Onrein! Onrein!’ uitroepen. Vraag de cursisten die langslopen hoe zij in die situatie zouden reageren. Vraag de cursisten om te gaan zitten.

  • Hoe zou melaatsheid je leven beïnvloeden?

Laat de cursisten zich voorstellen dat ze in de tijd van Jezus Christus melaats waren. Vraag ze wat ze zouden doen als ze de Heiland naar zich toe zagen komen.

  • Wat deed de melaatse volgens Markus 1:40 toen hij de Heiland zag?

  • Hoe toonde de melaatse dat hij geloof in Jezus Christus had? In hoeverre blijkt uit de zinsnede ‘als u wilt’ dat de melaatse geloof had?

Laat de cursisten Markus 1:41–42 doorlezen en opzoeken hoe de Heiland op de smeekbede van de man reageerde.

  • Wat vond je indrukwekkend aan de manier waarop de Heiland op de smeekbede van de man reageerde?

  • Als jullie de melaatse waren geweest, wat zou het voor je hebben betekend om door de Heiland te worden aangeraakt? Waarom?

  • Hoe zou je leven zijn veranderd als Jezus Christus je van je melaatsheid had genezen?

Zet de volgende uitspraak op het bord: Melaatsheid kan met zonde worden vergeleken.

Om de cursisten duidelijk te maken in welke opzichten melaatsheid met zonde kan worden vergeleken (zie Leviticus 14), laat u een cursist de volgende uitspraak van ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen:

Afbeelding
Ouderling Bruce R. McConkie

‘In de tijd van de Bijbel werd melaatsheid, naast de ellendige lichamelijke gevolgen, beschouwd als het symbool van zonde en onreinheid. Net als deze zogenaamde goddeloze ziekte het lichaam vernietigde, tast de zonde de geestelijke kant van de mens aan.’ (The Mortal Messiah, 4 delen [1979–1981], 2:45.)

  • In welke opzichten kan melaatsheid met zonde vergeleken worden? (Bij het vergelijken van melaatsheid met zonde moeten de cursisten begrijpen dat ziekten niet noodzakelijkerwijs door zonde veroorzaakt worden.)

Laat een cursist opnieuw Markus 1:40–42 voorlezen, en deze keer het woord melaatse door zondaar vervangen en melaatsheid door zonde. Laat de klas meelezen en opzoeken hoe we de genezing van de melaatse kunnen vergelijken met de vergeving van zonde.

  • Als je de teksten op die manier leest, uit welke woorden blijkt dan het beginsel vergeving?

  • Hoe kunnen we wat de melaatse deed om genezen te worden, vergelijken met wat wij moeten doen om van onze zonden gereinigd te worden?

  • Welk beginsel kunnen we leren als we de genezing van de melaatse met vergeving van zonde vergelijken? (De cursisten kunnen verschillende woorden gebruiken, maar zorg ervoor dat ze het volgende beginsel begrijpen: Als wij geloof oefenen en tot de Heiland komen, zal Hij ons barmhartigheid tonen en ons van onze zonden reinigen. Zet dit beginsel in de woorden van de cursisten op het bord.)

  • In welke opzichten moeten we ons geloof oefenen en tot de Heiland komen zodat Hij ons vergeving van onze zonden kan schenken?

Laat de cursisten zich opnieuw afvragen wat voor leven de melaatse had voordat en nadat hij was genezen.

  • Hoe kan iemands leven veranderen als hij tot Jezus Christus komt en van zijn of haar zonden gereinigd wordt?

  • Hebben jullie weleens gezien dat iemands leven veranderde toen hij of zij door de verzoening van Christus was gereinigd? (Waarschuw de cursisten dat ze geen mensen bij naam mogen noemen en niet over zonden uit hun eigen verleden mogen vertellen.)

Laat de cursisten zich afvragen van welke zonden zij gereinigd moeten worden. Moedig de cursisten aan om door gebed, bekering en gehoorzaamheid hun geloof in Hem te oefenen, zodat Hij ze kan reinigen. U kunt uw eigen getuigenis geven van de reinigende kracht van de verzoening van de Heiland.

Laat enkele cursisten beurtelings een vers uit Markus 1:43–45 voorlezen. Laat de cursisten de instructies van de Heiland aan de genezen melaatse opzoeken. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.

Leg uit dat de wet van Mozes vereiste dat iemand die van melaatsheid was genezen naar de priester in de tempel moest gaan om een offer te brengen.

  • Wat deed de man nadat de Heiland had gezegd dat hij niets tegen anderen mocht zeggen?

  • Wat gebeurde er toen de man het nieuws van zijn genezing verspreidde?

U kunt de les afsluiten door aan de cursisten te vragen wat het meeste indruk op hen heeft gemaakt betreffende de handelingen van Jezus Christus in Markus 1.

Toelichting en achtergrondinformatie

Markus 1:24–25 Waarom zou de Heiland tegen de onreine geesten hebben gezegd dat ze moesten zwijgen?

Ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd dat Jezus ‘voortdurend weigerde om [demonen] toestemming te geven om van zijn goddelijke natuur te getuigen. Een getuigenis tot bekering is van God afkomstig, niet van Lucifer. Als Jezus de onreine geesten niet het zwijgen had opgelegd, of had ingestemd met hun getuigenis van Hem (wat uiteraard de waarheid was), dan zouden de Joden meer rechtvaardiging voor hun valse beschuldiging van Hem hebben opgeëist: “Hij is door een demon bezeten en is buiten zinnen, waarom luistert u naar Hem?”(Johannes 10:20.)’(Doctrinal New Testament Commentary, 3 delen (1965–1973), 1:168.)

Markus 1:40. Melaatsheid

Een bijbelcommentator heeft de verschrikkelijke gevolgen van melaatsheid als volgt beschreven:

‘De symptomen en gevolgen van de ziekte zijn afschuwelijk. Er verschijnen witte gezwellen of schurftkorsten, de kleur van het haar verandert […] van de natuurlijke kleur in een gele tint. Dan worden de rotte plekken dieper dan de huid, en verschijnt er rauw vlees in de gezwellen. […] De nagels laten los en vallen van de vingers af, het tandvlees wordt geabsorbeerd, de tanden rotten weg en vallen uit de mond. De adem stinkt, de neus teert weg; de vingers, handen en voeten kunnen verloren gaan, en de ogen kunnen wegteren. De menselijke schoonheid verbastert.’ (Charles F. Deems, The Light of the Nations [1884], 185.)

Markus 1:40–42 Door de verzoening van de Heiland kunnen we van onze zonden gereinigd worden

Ouderling Shayne M. Bowen van de Zeventig heeft gezegd:

‘De verzoening van Jezus Christus is op ons allen van toepassing. Zijn verzoening is oneindig. Zij is op iedereen van toepassing, ook op u. Zij kan reinigen, verbeteren en heiligen, ook u. Dat is de betekenis van oneindig: geheel, volledig, alles, voor eeuwig. President Boyd K. Packer heeft gezegd: “Er is geen gewoonte, geen verslaving, geen opstandigheid, geen overtreding, geen afvalligheid, geen wandaad uitgesloten van de belofte van volledige vergeving. Dat is de belofte van de verzoening van Christus.” (‘The Brilliant Morning of Forgiveness’, Ensign, november 1995, 20.)’ (Zie ‘De verzoening kan ons leven reinigen, verbeteren en heiligen’, Liahona, november 2006, 34.)