Bibliotheek
Les 5: Context en overzicht van het Nieuwe Testament


Les 5

Context en overzicht van het Nieuwe Testament

Inleiding

In deze les leren de cursisten de historische en culturele achtergrond van het Nieuwe Testament kennen, waaronder de factoren die ertoe hebben bijgedragen dat veel Joden Jezus als Messias en Heiland verwierpen. De cursisten leren ook de structuur van het Nieuwe Testament kennen.

Lessuggesties

De context van het Nieuwe Testament

Afbeelding
detail van schilderij, Stefanus
Afbeelding
Stefanus ziet Jezus aan de rechterhand Gods

Toon een deel van de plaat Stefanus ziet Jezus aan de rechterhand Gods (Evangelieplatenboek [2009], nr. 63; zie ook LDS.org) door met een vel papier of ander materiaal alles op de plaat af te dekken, behalve Stefanus (de man met het blauwe hoofddeksel).

Laat de cursisten beschrijven wat er op de plaat gebeurt. Vraag hen waarom de man op de grond volgens hen zijn hand uitstrekt. Als de cursisten geantwoord hebben, laat u de rest van de plaat zien.

  • Begrijp je beter wat er gebeurt nu je de hele plaat kunt zien?

Bespreek Handelingen 7 om de cursisten duidelijk te maken dat Stefanus op de plaat staat, een discipel van Jezus Christus, die gestenigd wordt en Jezus aan de rechterhand van God ziet staan.

  • Hoe kunnen we het tonen van de hele plaat vergelijken met ons begrip van de Schriften?

Leg uit dat deze activiteit aantoont hoe belangrijk het is om de context van de Schriften te begrijpen. Het woord context verwijst naar de omstandigheden die achtergrondinformatie verstrekken over een Schrifttekst, gebeurtenis of verhaal. Leg uit dat als de cursisten zich de historische en culturele context van het Nieuwe Testament eigen maken, zij de leringen beter kunnen begrijpen en toepassen.

Joodse godsdienstleiders tijdens de bediening van de Heiland

Vraag een cursist 2 Nephi 10:3–5 voor te lezen. Laat de klas meelezen en woorden of zinsneden opzoeken die de profeet Jakob gebruikte om de geestelijke toestand van sommige Joden in de tijd van de Heiland te beschrijven.

  • Welke woorden of zinsneden gebruikte Jakob om de geestelijke toestand van sommige Joden in de tijd van de Heiland te beschrijven? (Leg uit dat het woord priesterlisten in vers 5 verwijst naar prediking die op ‘gewin en de lof der wereld’ is gericht in plaats van op het welzijn van Gods volk [2 Nephi 26:29]. Het waren voornamelijk de goddeloze godsdienstleiders onder de Joden die zich schuldig maakten aan priesterlisten. Zij probeerden het volk op een dwaalspoor te brengen.)

Laat een cursist Mattheüs 23:16, 24 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken hoe de Heiland deze Joodse godsdienstleiders beschreef.

  • Hoe beschreef de Heiland deze Joodse godsdienstleiders?

  • Wat probeerde de Heiland duidelijk te maken toen Hij deze leiders ‘blinde leiders’ noemde?

Toevoegingen aan de wet van Mozes en andere valse filosofieën

Om de cursisten duidelijk te maken dat de godsdienstleiders de mensen op een dwaalspoor brachten, tekent u een cirkel op het bord en zet u Wet van Mozes in het midden. Teken een cirkel om de eerste cirkel heen en noem die Mondelinge wet.

Leg uit dat in de afwezigheid van profeten, de Joodse leraars en leiders hun eigen regels en uitleggingen van de wet toevoegden. Deze toegevoegde regels en uitleggingen, die ook wel de mondelinge wet, mondelinge overleveringen of overleveringen van de ouden worden genoemd, waren bedoeld om overtredingen van Gods wetten tegen te gaan. Om een van deze regels te demonstreren, laat u twee cursisten voor de klas komen. Geef ze allebei een touw met een knoop erin. Vraag de ene cursist om de knoop er met één hand uit te halen. Vraag de andere cursist om dat met twee handen te doen. Als ze dat geprobeerd hebben, gaan ze weer zitten.

Leg uit dat het volgens de mondelinge wet verboden was om op de sabbat twee handen te gebruiken om een knoop los te maken. Dat werd als werk beschouwd en was dus een overtreding op de sabbat. Maar je mocht een knoop er wel met één hand uithalen.

  • Wat is het gevaar als mensen hun eigen regels aan Gods geboden toevoegen?

Laat een cursist het volgende citaat over Joodse godsdienstleiders van ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen:

Afbeelding
Ouderling Bruce R. McConkie

‘Zij namen de duidelijke en eenvoudige beginselen van de zuivere godsdienst en voegden daar hun eigen interpretaties aan toe; zij verfraaiden ze met toegevoegde ceremonies en handelingen. Zij maakten van een gelukkige, vreugdevolle manier van aanbidding een beperkend, neerslachtig systeem van ceremonies en handelingen. De levende geest van de wet van de Heer werd in hun handen de dode letter van het Joodse ritualisme.’ (The Mortal Messiah, 4 delen [1979–1981], 1:238.)

  • Wat hadden de Joodse godsdienstleiders volgens ouderling McConkie door hun uitleggingen met de wet van God gedaan?

Wijs erop dat de Joden in de tijd van Jezus zich in een staat van afvalligheid bevonden. Hoewel het gezag en de verordeningen van het Aäronisch priesterschap nog wel aanwezig waren, waren veel Joden afgedwaald van de ware uitoefening van hun godsdienst die door God aan Mozes was geopenbaard. (Zie LV 84:25–28.) De overleveringen van de ouden werden belangrijker dan de zuivere godsdienst en het geschreven woord van God.

Laat een cursist Mattheüs 12:14 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat de Farizeeën Jezus wilden aandoen omdat Hij hun gezag en enkele van hun mondelinge overleveringen had genegeerd.

  • Wat wilden deze godsdienstleiders Jezus aandoen?

Leg uit dat naast de afvallige Joodse tradities ook andere valse filosofieën de mensen beïnvloedden om Jezus Christus na zijn opstanding te verwerpen. De verspreiding van de Griekse cultuur beïnvloedde bijvoorbeeld veel mensen om een letterlijke opstanding te verwerpen (zie 1 Korinthe 15:12). Dus toen de apostelen na zijn kruisiging van de herrezen Heiland getuigden, verwierpen velen hun getuigenis.

Buitenlandse heerschappij en de verwachting van een Messias om Israël te verlossen

Zet de volgende woorden op het bord: Babylon, Perzië, Macedonië (Griekenland) en Rome.

  • Wat hadden deze oude rijken met betrekking tot de Joden met elkaar gemeen? (Zij hadden de Joden overwonnen en overheerst.)

Deel de cursisten op in groepjes en geef elke groep het volgende uitreikblad:

Behalve één periode van onafhankelijkheid werden de Joden in de tijd van het Nieuwe Testament al ruim vijfhonderd jaar overheerst. Een opstand door de Makkabeeën, een familie vaderlandslievende Joden, leidde zo’n 160 jaar voor de geboorte van Christus tot onafhankelijkheid. Maar tegen de tijd van de geboorte van Christus had Rome Israël veroverd. Koning Herodus (Herodus de Grote), die met een makkabese vrouw was getrouwd, werd door Rome als heerser over Israël aangesteld. De Joden waren ontstemd over de Romeinse heerschappij en keken uit naar de beloofde Messias die hen volgens hun overtuiging van de Romeinen zou bevrijden. Omdat veel Joden een Messias verwachtten die hen van de buitenlandse heerschappij zou bevrijden, verwierpen zij Jezus Christus als hun Heiland.

Laat de cursisten in groepsverband het uitreikblad bestuderen en de volgende vragen bespreken (u kunt de vragen op het bord zetten):

  • Wat verwachtten veel Joden van de komende Messias?

  • Waarom zou deze valse verwachting ertoe hebben geleid dat veel Joden Jezus als de Messias verwierpen?

Leg uit dat hoewel sommige Joden Jezus verwierpen, er anderen waren die nederig en geestelijk ingesteld waren en Hem als de Messias en Heiland herkenden.

Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Lukas 2:25–33 voor te lezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat de rechtschapen Simeon deed en zei toen Jozef en Maria het Kindje Jezus naar de tempel brachten.

  • Waarom was Jezus volgens de verzen 30–32 naar de aarde gezonden? (De cursisten kunnen andere woorden gebruiken, maar moeten deze waarheid begrijpen: Jezus Christus was naar de aarde gezonden om alle mensen te verlossen.)

  • Wat deed Jezus Christus om alle mensen te verlossen?

Laat de plaat van Stefanus zien die u ook aan het begin van de les hebt getoond. Moedig de cursisten aan om de culturele en historische context te onthouden als ze het Nieuwe Testament bestuderen. Als ze dat doen, zullen ze de leringen van de Heiland en zijn apostelen beter begrijpen. (Voor meer informatie over de historische en culturele context van het Nieuwe Testament raadpleegt u ‘The Intertestamental Period’ en ‘The New Testament Setting’ in New Testament Student Manual ([Church Educational System manual, 2014], 1–3.) Dit materiaal bevat korte uitleggingen van bepaalde groepen mensen, zoals de Samaritanen, de Farizeeën, de Sadduceeën, het Sanhedrin en de schriftgeleerden.)

Een kort overzicht van het Nieuwe Testament

Afbeelding
Christus geneest de zieken in Bethesda

Zeg dat u de cursisten tien seconden lang een plaat zult laten zien, waarna u ze zult vragen om er een gedetailleerde beschrijving van te geven. Laat de plaat Christus geneest de zieken in Bethesda zien (Evangelieplatenboek, nr. 42; zie ook LDS.org). Na tien seconden legt u de plaat weg en laat u de cursisten hun beschrijving noteren. Na enige tijd laat u enkele cursisten hun beschrijving voorlezen.

  • Waarom wijken de beschrijvingen af, terwijl jullie allemaal dezelfde plaat hebben gezien?

  • Waarom is het nuttig om meer dan één getuige van een gebeurtenis te hebben?

Zet de namen van de schrijvers van de vier evangeliën op het bord: Mattheüs, Markus, Lukas en Johannes. Leg uit dat deze discipelen van Jezus Christus gebeurtenissen en leringen uit het leven van de Heiland opschreven. Hun beschrijvingen worden de evangeliën genoemd. Het woord evangelie betekent ‘goed nieuws’. Leg uit dat in de Bijbelvertaling van Joseph Smith de titel van elk evangelie in getuigenis is veranderd, zoals ‘Het getuigenis van Mattheüs’.

  • Waarom is het nuttig om meer dan één evangelie of getuigenis van de leringen van Jezus Christus te hebben?

Leg uit dat er wel kleine verschillen tussen de vier evangeliën zijn, maar dat ze allemaal de gebeurtenissen van het leven en de bediening van de Heiland onder de Joden beschrijven. Alle vier evangeliën getuigen dat Jezus Christus de Zoon van God en de Heiland van de wereld is. (Zie ‘Evangeliën’ in de Gids bij de Schriften.)

U kunt de cursisten een kopie geven van de verkorte uitgave van de grafiek ‘Het sterfelijke leven van Jezus Christus in een oogopslag’ aan het eind van deze les. De volledige grafiek staat in het aanhangsel van dit lesboek. Laat de cursisten aan de hand van de grafiek enkele grote gebeurtenissen uit de aardse bediening van de Heiland opzoeken.

  • Hoe lang duurde de aardse bediening van de Heiland volgens de grafiek?

  • Waar bevond de Heiland Zich gedurende het grootste deel van zijn bediening?

Moedig de cursisten aan om met behulp van deze grafiek bij hun studie van het Nieuwe Testament de context van de vier evangeliën beter te begrijpen.

Laat de cursisten de inhoudsopgave van de Bijbel opslaan. Leg uit dat de evangeliën een verslag van de bediening van de Heiland zijn, en dat de boeken Handelingen tot en met Openbaring over de bediening van de apostelen van Christus na zijn kruisiging, opstanding en hemelvaart gaan. Deze apostelen reisden door het land Israël en het Romeinse Rijk om het evangelie te prediken en gemeenten van de kerk op te richten. Als we de handelingen en geschriften van deze apostelen bestuderen, wordt ons geloof in de Heiland sterker en gaan we begrijpen hoe we de zegeningen van zijn verzoening kunnen ontvangen. We kunnen ook zien hoeveel De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen op de oorspronkelijke kerk van Jezus Christus lijkt.

U kunt getuigen van de waarheden die u tijdens uw studie van het Nieuwe Testament hebt ontdekt. Laat de cursisten waarheden opzoeken die hen tot zegen kunnen zijn bij hun studie van het Nieuwe Testament.

Toelichting en achtergrondinformatie

De periode tussen het Oude en het Nieuwe Testament

Voor meer informatie over de historische en culturele achtergrond van het Nieuwe Testament raadpleegt u S. Kent Brown en Richard Neitzel Holzapfel, ‘The Lost 500 Years: From Malachi to John the Baptist’, Ensign, december 2014, 56–60; Robert L. Millet, ‘Looking beyond the Mark: Why Many Did Not Accept the Messiah’, Ensign, juli 1987, 60–64; en Richard D. Draper, ‘The Reality of the Resurrection’, Ensign, april 1994, 32–40.

De vier evangeliën

Ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd dat de evangeliën voor verschillende lezers zijn geschreven, maar hetzelfde doel hebben — van de goddelijke aard van Jezus Christus getuigen:

‘Het is waar dat de vier evangeliën in het Nieuwe Testament verschillende aspecten van de persoonlijkheid en leringen van de Heiland belichten. Het lijkt erop dat Mattheüs zijn evangelie tot de Joden richtte. Hij beschrijft Christus als de beloofde Messias en het christendom als de vervulling van het jodendom. Markus schreef ogenschijnlijk met het doel om de interesse van de Romeinen of niet-Joden op te wekken. Het evangelie van Lukas is tot de Grieken gericht, die cultureel en verfijnd waren. En het evangelie van Johannes is het verslag voor de heiligen; het is bij uitstek het evangelie voor de kerk, voor hen die de Schriften en de symbolen begrijpen en zich op geestelijke en eeuwige zaken concentreren. Uiteraard hebben zulke verschillende benaderingen het grote voordeel dat de verlossende waarheden aan mensen met verschillende culturen, achtergronden en ervaringen wordt gepresenteerd. Maar het is een feit dat alle schrijvers van de evangeliën door inspiratie schreven en dat ze allemaal dezelfde doelen hadden: 1. Om van het goddelijke Zoonschap van onze Heiland te getuigen; en 2. Om de waarheden van het heilsplan te verkondigen.’ (Mormon Doctrine, 2e editie [1966], 336.)

De boeken Handelingen tot en met Openbaring

In het boek Handelingen staan enkele zendingsactiviteiten van de apostelen. De boeken Romeinen tot en met Judas zijn zendbrieven van Paulus en andere kerkleiders om de heiligen te instrueren en op te bouwen. De zendbrieven van Paulus zijn gerangschikt op ‘lengte, in afnemende volgorde van langste (Romeinen) tot kortste (Filemon). De zendbrief aan de Hebreeën is de uitzondering. Die is achteraan geplaatst omdat sommige mensen twijfelden of die wel door Paulus is geschreven.’ (Gids bij de Schriften, ‘Brieven van Paulus’.) De brieven van Jakobus tot en met Judas worden de algemene zendbrieven genoemd ‘omdat ze niet tot een bepaalde persoon of gemeente van de kerk zijn gericht.’ (Bible Dictionary, ‘General Epistles’). Het boek Openbaring bevat de raad van Johannes de Geliefde aan zeven gemeenten van de kerk in Azië en een openbaring aan Johannes over de geschiedenis van de wereld, vooral over de laatste dagen.

Wat zijn de vier evangeliën?

De vier evangeliën zijn de eerste vier boeken van het Nieuwe Testament. Zij zijn door Mattheüs, Markus, Lukas en Johannes geschreven en bevatten vier getuigenissen van het leven en de bediening van Jezus. In veel opzichten is het boek 3 Nephi in het Boek van Mormon met de evangeliën te vergelijken. Het wordt ook weleens ‘het vijfde evangelie’ genoemd.

‘De boeken van het Nieuwe Testament zijn oorspronkelijk in het Grieks geschreven. ‘Het Griekse woord evangelie betekent “goed nieuws”. Het goede nieuws is dat Jezus Christus verzoening heeft gedaan, waardoor de gehele mensheid zal worden verlost van de dood en ieder mens naar zijn werken zal worden beloond.’ (Gids bij de Schriften, ‘Evangeliën’, schriften.lds.org.)

Waar kan ik een harmonie van de vier evangeliën vinden?

Er staat een evangeliënharmonie in de Gids bij de Schriften om de leringen van Jezus Christus in Mattheüs, Markus, Lukas, Johannes en hedendaagse openbaring te vergelijken.

Afbeelding
mortal life of Christ timeline