Bibliotheek
Les 74: Johannes 14


Les 74

Johannes 14

Inleiding

Na de paasmaaltijd leert Jezus zijn apostelen hoe ze naar hun hemelse Vader kunnen terugkeren en hoe ze hun liefde voor de Heiland moeten tonen. Jezus belooft zijn apostelen vervolgens dat Hij een andere Trooster zal sturen.

Lessuggesties

Johannes 14:1–14

De Heiland leert zijn apostelen hoe ze naar hun hemelse Vader kunnen terugkeren.

Neem zo mogelijk een kaart van uw stad mee en laat de cursisten hun huidige locatie opzoeken. Zoek een andere plek op de kaart die de cursisten kennen. Laat ze op een blaadje noteren hoe ze van hun huidige locatie naar die plek kunnen gaan. Laat een of twee cursisten vertellen wat ze hebben genoteerd.

Zet Celestiale koninkrijk op het bord. Laat de cursisten overwegen welke aanwijzingen ze zouden geven aan iemand die de weg naar het celestiale koninkrijk zoekt.

Laat de cursisten bij hun studie van Johannes 14 letten op een waarheid die ze leert wat ze moeten doen om naar hun hemelse Vader terug te keren en het celestiale koninkrijk binnen te gaan.

Om de context van Johannes 14 te verduidelijken, herinnert u de cursisten eraan dat de Heiland in een bovenkamer in Jeruzalem met zijn apostelen het Pascha vierde. Na de paasmaaltijd zei Jezus tegen zijn apostelen dat Hij hen spoedig zou verlaten (zie Johannes 13:33).

Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Johannes 14:1–5 voor te lezen. Vraag de klas mee te lezen en vast te stellen wat Jezus tegen zijn apostelen zei om hen te troosten.

  • Wat zei Jezus tegen zijn apostelen om hen te troosten?

  • Wat betekent ‘In het huis van Mijn Vader zijn veel woningen’ in vers 2?

Laat een cursist de volgende uitspraak van de profeet Joseph Smith voorlezen:

Afbeelding
Profeet Joseph Smith

‘[De tekst] “In het huis van Mijn Vader zijn veel woningen” […] moet zijn: “In het huis van Mijn Vader zijn veel koninkrijken”, zodat u erfgenamen van God en mede-erfgenamen met mij zult zijn. […] Er zijn woningen voor wie een celestiale wet gehoorzamen, en er zijn andere woningen voor wie de wet niet hebben nageleefd, elk mens naar zijn eigen orde.’ (Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith [2007], 236.)

Laat de cursisten desgewenst de woorden koninkrijk en koninkrijken in hun Schriften boven de woorden huis en woningen in Johannes 14:2 noteren.

  • Welke leringen in Johannes 14:1–4 zouden de apostelen getroost hebben?

  • Hoe reageerde Thomas volgens vers 5 op de lering van de Heiland dat de apostelen de weg naar het koninkrijk van onze hemelse Vader wisten?

Laat een cursist Johannes 14:6 voorlezen en vraag de klas te letten op het antwoord van Jezus op de vraag van Thomas.

  • Hoe reageerde Jezus op de vraag van Thomas?

Teken een pad op het bord. Schrijf aan de ene kant van het pad Wij en aan de andere kant Koninkrijk van onze hemelse Vader. Schrijf onder het pad De Weg en leg uit dat die zinsnede verwijst naar het pad van de ene plek naar de andere.

  • Hoe is de Heiland de Weg? (De cursisten kunnen antwoorden dat de Heiland ons toont hoe we moeten leven zodat we zoals God kunnen worden en het waardig zijn om in de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader te vertoeven.)

Zet De Waarheid en Het Leven onder ‘De Weg’ op het bord.

  • In welke opzichten is Jezus Christus de Waarheid? (Hij is de bron van alle waarheid en leefde volkomen volgens alle waarheid.)

  • In welke opzichten is Jezus Christus het Leven? (Hij maakt het ons mogelijk om de lichamelijke dood te overwinnen en met een onsterfelijk lichaam op te staan en de geestelijke dood te overwinnen om het eeuwige leven te beërven. Hij is ‘het licht dat in alle dingen is, dat leven geeft aan alle dingen’ [LV 88:13].)

Onder de tekening van het pad zet u naast ‘De Weg’ Jezus Christus is.

  • Hoe zou je de betekenis van de uitspraak van de Heiland ‘Niemand komt tot de Vader dan door Mij’ (Johannes 14:6) samenvatten op basis van wat we besproken hebben? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende beginsel te omvatten: we kunnen het koninkrijk van onze hemelse Vader alleen binnengaan door de verzoening van Jezus Christus, en als we zijn weg volgen.)

  • Wat gebeurt er als we een andere weg dan die van de Heiland proberen te volgen?

Vraag een cursist om het volgende citaat van ouderling Lawrence E. Corbridge van de Zeventig voor te lezen. Laat de klas nagaan wat er gebeurt als we een andere weg dan die van de Heiland proberen te volgen.

Afbeelding
Ouderling Lawrence E. Corbridge

‘Er is maar één weg die naar geluk en voldoening leidt. Hij is de weg. Elke andere weg, elke willekeurige andere weg, wat voor andere weg dan ook, is dwaasheid. […]

‘We kunnen de Heer volgen en met zijn macht begiftigd worden, en gemoedsrust, licht, kracht, kennis, vertrouwen, leiding, liefde en vreugde ontvangen, of we kunnen een andere weg kiezen, wat voor weg dan ook, en er alleen voor staan, zonder zijn hulp, zonder zijn macht, zonder leiding, in verwarring, twijfel, verdriet en wanhoop. En dan vraag ik: welke weg is eenvoudiger? […]

‘Er is maar één weg die naar geluk en voldoening leidt. Jezus Christus is de weg.’ (‘De weg’, Liahona, november 2008, 34, 36.)

  • Wat gebeurt er volgens ouderling Corbridge als we de weg van de Heiland niet volgen?

  • Wat gebeurt er als we de weg van de Heiland volgen?

Laat de cursisten nadenken over ervaringen die ze gehad hebben waarbij ze gezegend werden omdat ze de weg van de Heiland volgden. Vraag enkele cursisten om over hun ervaringen te vertellen.

Vat Johannes 14:7–14 samen met de uitleg dat de Heiland zijn apostelen leerde dat Hij onder meer naar de aarde gekomen was om de ware aard van onze hemelse Vader door zijn woorden en daden te tonen. Hij beloofde zijn apostelen ook dat ze de macht zouden hebben om grote werken te doen.

Johannes 14:15–31

Jezus leert zijn apostelen hoe ze hun liefde voor Hem moeten tonen

Vraag de cursisten te denken aan iemand die ze liefhebben.

  • Hoe toon je je liefde voor die persoon?

Laat een cursist Johannes 14:15 voorlezen en laat de klas letten op wat Jezus zijn apostelen opdroeg om hun liefde voor Hem te tonen.

  • Wat kunnen we op basis van wat Jezus zijn apostelen leerde, doen om onze liefde voor Jezus Christus te tonen? (De cursisten dienen de volgende waarheid te vinden: we tonen onze liefde voor Jezus Christus door zijn geboden te onderhouden.)

Neem enkele blaadjes met geboden erop mee naar de les (zoals het woord van wijsheid naleven, tiende betalen, en de sabbatdag heiligen). Laat enkele cursisten naar voren komen. Vraag ze een blaadje te nemen, het gebod voor te lezen en uit te leggen hoe we door dat gebod te onderhouden onze liefde voor Jezus Christus kunnen tonen. Vraag ze daarna weer te gaan zitten.

Laat de cursisten overwegen hoe goed ze hun liefde voor de Heiland tonen door zijn geboden te onderhouden. Moedig ze aan zich ten doel te stellen om hun liefde voor de Heiland te tonen door een of meer geboden die moeilijk voor hen zijn beter te onderhouden.

Laat een cursist Johannes 14:16–17, 26 voorlezen. Laat de klas meelezen en letten op de belofte van de Heiland aan zijn apostelen.

  • Wat beloofde de Heiland zijn apostelen?

Leg uit dat ‘een andere Trooster’ in vers 16 naar de Heilige Geest verwijst. Omdat de Heiland tijdens zijn aardse bediening een trooster voor zijn apostelen geweest was, noemde Hij de Heilige Geest een andere Trooster.

  • Wat doet de Heilige Geest volgens Johannes 14:16–17, 26 voor ons? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient de volgende waarheid te omvatten: de Heilige Geest kan ons troosten, ons in alles onderwijzen, en ons alles in herinnering brengen.)

Laat de cursisten de volgende vragen in hun aantekenschrift of Schriftendagboek beantwoorden:

  • Wanneer heb je de Heilige Geest je voelen troosten? Wanneer heb je Hem je voelen onderwijzen? Wanneer heeft Hij je dingen in herinnering gebracht?

Geef de cursisten voldoende tijd en vraag ze vervolgens wat ze hebben opgeschreven.

Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Johannes 14:18–23 voor te lezen.

  • Hoe worden we volgens de verzen 21 en 23 gezegend als we de geboden onderhouden? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende beginsel te omvatten: als we de geboden onderhouden, zullen onze hemelse Vader en Jezus Christus bij ons zijn.)

  • Wat betekent het dat onze hemelse Vader en Jezus Christus bij ons zijn? (Dit verwijst naar een persoonlijke verschijning van onze hemelse Vader en Jezus Christus [zie LV 130:3].)

Leg uit dat de profeet Joseph Smith gezegd heeft dat de Heilige Geest de eerste Trooster is en Jezus Christus de tweede Trooster. Om Hem als de tweede Trooster te ontvangen, moeten we eerst in Hem geloven, ons bekeren, ons laten dopen, de Heilige Geest ontvangen en naar rechtschapenheid streven en God dienen. Als we die dingen doen, zal ‘de persoon van Jezus Christus af en toe bij [ons] zijn, of aan [ons] verschijnen, […] en de visioenen van de hemel zullen [ons] geopend worden, en de Heer zal [ons] van aangezicht tot aangezicht onderwijzen.’ (In History of the Church, deel 3, 380–381.) Die belofte zal naar de wil en op de tijd van de Heer vervuld worden (zie LV 88:68).

Laat de cursisten Johannes 14:27 in stilte lezen en letten op de boodschap van de Heiland aan zijn apostelen.

  • Wat heeft de boodschap van de Heiland in vers 27 met de beginselen in deze les te maken?

  • Wat is het verschil tussen de vrede van de Heiland en de vrede van de wereld?

Vat Johannes 14:28–30 en Bijbelvertaling van Joseph Smith, Johannes 14:30 (in de Gids bij de Schriften) samen met de uitleg dat Jezus tegen zijn apostelen zei dat ze blij moesten zijn omdat Hij hen spoedig zou verlaten om naar onze hemelse Vader terug te keren. Hij zei ook dat Satan geen macht over Hem had omdat Hij de wereld overwonnen had. Jezus vertelde de apostelen dat Satan wél invloed op hen kon uitoefenen omdat ze hun werk op aarde nog niet volbracht hadden.

Laat de cursisten Johannes 14:31 in stilte lezen en letten op wat de Heiland wilde dat de wereld wist.

  • Wat wilde de Heiland dat de wereld wist?

  • Hoe toonde de Heiland zijn liefde voor onze hemelse Vader?

Vraag de cursisten tot slot te getuigen hoe de beginselen in deze les hen kunnen helpen om bij God in het celestiale koninkrijk terug te keren.

Afbeelding
pictogram kerntekstenbeheersing
Kerntekstenbeheersing — Johannes 14:6

Om de cursisten Johannes 14:6 uit het hoofd te laten leren, kunt u een van de methoden in het aanhangsel van dit boek gebruiken.

Afbeelding
pictogram kerntekstenbeheersing
Kerntekstenbeheersing — Johannes 14:15

Om de cursisten Johannes 14:15 uit het hoofd te laten leren, kunt u ze vragen dit vers op een blaadje te schrijven. Laat ze het vers herhalen tot ze het uit het hoofd kennen. Laat ze het blaadje vervolgens ergens ophangen waar het hen eraan herinnert om hun liefde voor de Heer te tonen door zijn geboden te onderhouden.

Toelichting en achtergrondinformatie

Johannes 14:6. ‘Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven’

Ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft het belang van Johannes 14:6 uitgelegd en de manieren waarop Jezus Christus ‘de Weg, de Waarheid en het Leven’ is:

‘Hij is de Weg omdat we in en door Hem het heil verkrijgen. Hij heeft gezegd: “Niemand komt tot de Vader dan door Mij” (Johannes 14:6). Hij is de Waarheid omdat Hij de verpersoonlijking van die heilige eigenschap is (Alma 5:48). En Hij is het Leven omdat het levenslicht in Hem geconcentreerd is. Zonder Hem en zijn macht zou er geen leven zijn. Als Hij het levenslicht zou wegnemen, zou de dood onmiddellijk zegevieren. Zonder Hem zou er geen onsterfelijk leven, noch eeuwig leven zijn, namelijk leven in oneindige heerlijkheid.’ (Mormon Doctrine, 2e ed. [1966], 832.)

Johannes 14:9–12. ‘Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien’

President Joseph F. Smith heeft de betekenis van de uitspraak van de Heiland ‘Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien’ uitgelegd:

‘Jezus Christus, de Zoon van God, is “de afdruk” van zijn Vaders wezen (Hebreeën 1:3). Op aarde was Hij een mens, een volmaakte man, die op een aan Hem gestelde vraag ten antwoord heeft gegeven: ‘Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien’ (Johannes 14:9). Dat alleen al zal het vraagstuk voor elke nadenkende, eerbiedige ziel naar tevredenheid beantwoorden. De conclusie is onweerlegbaar: als de Zoon van God de afdruk (het beeld) van zijn Vader is, dan heeft zijn Vader de gedaante van een mens; want dat was de gedaante van de Zoon van God, niet alleen tijdens zijn leven, maar voor zijn geboorte en na zijn opstanding. In deze gedaante ook zijn de Vader en de Zoon verschenen aan Joseph Smith, toen die als veertienjarige zijn eerste visioen kreeg.’ (Leringen van kerkpresidenten: Joseph F. Smith [1998], 334.)

Johannes 14:12. ‘Hij zal grotere [werken] doen dan deze, want Ik ga heen naar Mijn Vader’

Het kan verwarrend zijn om te lezen dat wie in Jezus Christus gelooft, grotere werken zal doen dan Hij heeft gedaan. Maar in de Lectures on Faith staat dat we die uitspraak beter kunnen begrijpen als we de leringen van de Heiland in Johannes 17:20–24 ernaast leggen:

‘Al die uitspraken samen maken de staat van de verheerlijkte heiligen overduidelijk: de werken die Jezus gedaan had, moesten zij ook doen. En ze moesten ook grotere werken doen dan Hij onder hen gedaan had, omdat Hij naar de Vader ging. Hij zegt niet dat ze die werken in dit leven moesten doen, maar ze moesten grotere werken doen omdat Hij naar de Vader ging. […] De grotere werken die de gelovigen moesten doen, moesten ze in de eeuwigheid doen, waar Hij naartoe ging en waar ze zijn heerlijkheid zouden aanschouwen.’ (Lectures on Faith [1985], 77–78.)

Johannes 14:16–23, 26; 15:26; 16:7. ‘Trooster’ is een titel van de Heilige Geest en van Jezus Christus

De profeet Joseph Smith heeft uitgelegd:

‘Er wordt over twee Troosters gesproken. De ene is de Heilige Geest, die ook met Pinksteren gegeven werd, en die alle heiligen na geloof, bekering en de doop ontvangen. […]

‘Het onderwerp van de andere Trooster is heel interessant en er zijn er maar weinigen die het begrijpen. ‘Nadat iemand in Christus is gaan geloven, zich van zijn zonden heeft bekeerd, zich voor vergeving van zijn zonden heeft laten dopen en (door handoplegging) de Heilige Geest heeft ontvangen, die de eerste Trooster is, laat hij zich dan voor de Heer blijven verootmoedigen, hongeren en dorsten naar gerechtigheid, en volgens elk woord Gods leven, en de Heer zal spoedig tot hem zeggen: “Mijn zoon, u zult verhoogd worden.” Als de Heer hem grondig heeft beproefd en ziet dat Hij vastbesloten is om Hem ondanks alles te blijven dienen, dan vindt die persoon zijn roeping en verkiezing bevestigd, dan krijgt hij het voorrecht om de andere Trooster te ontvangen, die de Heer de heiligen heeft beloofd, zoals opgetekend staat in het getuigenis van Johannes, in het veertiende hoofdstuk, verzen 12 t/m 27.’ (In History of the Church, deel 3, 380.)

Ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft de rol van de Heilige Geest als eerste Trooster uitgelegd:

‘Toen Jezus bij hen was, was Hij hun Trooster. Hij sprak vrede tot hun ziel. Wie de zware last van verdriet en leed en aardse beproevingen droeg, kwam tot Hem en vond rust voor zijn ziel. Hij troostte de weduwe en was als een vader voor de wezen. Zijn woorden brachten gelovigen tot nieuwe hoogten van sereniteit en vrede. Toen ging Hij weg, maar Hij zou een andere Trooster zenden — de Heilige Geest — om eeuwig bij de getrouwen te blijven.

‘Voor iedereen, behalve de weinigen die zijn stem op aarde gehoord hebben, is de Heilige Geest de eerste Trooster. Dat lid van de Godheid spreekt vrede tot de ziel van alle rechtschapenen. De Heilige Geest is ‘de gave van God […] aan allen die Hem ijverig zoeken, zowel in tijden van weleer als in de tijd dat Hij Zich aan de mensenkinderen zal openbaren’ (1 Nephi 10:17), en ook in toekomende tijden. Hij is de Geest van de waarheid — net als Christus — maar de wereld kan de Heilige Geest niet ontvangen omdat de Geest niet in onreine tabernakels woont.’ (Mortal Messiah, 4 delen [1979–1981], deel 4:74–75.)

Johannes 14:26. De Heilige Geest verschilt van het licht van Christus.

President Joseph Fielding Smith heeft het verschil tussen de Heilige Geest en het licht van Christus toegelicht:

‘De Heilige Geest mag niet worden verward met de Geest die de uitgestrektheid der ruimte vervult en overal aanwezig is. Die andere Geest [het licht van Christus] is geen persoon en heeft geen afmeting of omvang, maar komt voort uit de tegenwoordigheid van de Vader en de Zoon en is in alle dingen. Wij spreken over de Heilige Geest als een “persoon” en over die andere Geest als “iets”, maar de macht of gave van de Heilige Geest noemen we weer “iets”.

‘[…] De Heilige Geest, zoals we door hedendaagse openbaring weten, is het derde lid van de Godheid en is een persoon van geest. De volgende termen worden als synoniemen gebruikt: Geest van God, Geest van de Heer, Geest van de waarheid, Trooster; alle verwijzen naar de Heilige Geest. In grote lijnen worden dezelfde termen gebruikt met betrekking tot de Geest van Jezus Christus, ook wel licht der waarheid, licht van Christus, Geest van God en Geest des Heren genoemd; toch zijn ze niet aan elkaar gelijk. Er is veel verwarring omdat we dat verschil niet duidelijk voor ogen houden.’ (Doctrines of Salvation, samengesteld door Bruce R. McConkie, 3 delen [1954–1956], deel 1, 49–50.)