Boeken en lessen
Hoofdstuk 6: De val van Adam en Eva


Hoofdstuk 6

De val van Adam en Eva

Afbeelding
Adam and Eve walking together after leaving the Garden of Eden. There are storm clouds in the sky, and plant growth along the path they are walking. There is a waterfall in the background.

Adam en Eva waren de eersten op aarde

  • Waaruit blijkt dat Adam en Eva kloekmoedige geesten waren?

God heeft deze aarde tot thuis van zijn kinderen bestemd. Adam en Eva werden gekozen om de eerste mensen op aarde te zijn (zie Mozes 1:34; 4:26). Hun rol in het plan van onze Vader was de sterfelijkheid in de wereld te brengen. Zij waren de eerste ouders. (Zie LV 107:54–56.)

Adam en Eva behoorden tot de edelmoedigste kinderen van onze Vader. In de voorsterfelijke wereld was Adam de aartsengel Michaël (zie LV 27:11; Judas 1:9). Hij was door onze hemelse Vader aangewezen om de rechtvaardigen aan te voeren in de strijd tegen Satan (zie Openbaring 12:7–9). Eva en Adam waren voorgeordend om onze eerste ouders te worden. De Heer beloofde Adam grote zegeningen: ‘Ik heb u aan het hoofd gesteld; een menigte natiën zal uit u voortkomen en gij zijt voor eeuwig vorst over hen’ (LV 107:55).

Eva was ‘de moeder van alle levenden’ (Mozes 4:26). God bracht Adam en Eva samen in een huwelijk omdat ‘het niet goed was dat de mens alleen zou zijn’ (Mozes 3:18; zie ook 1 Korintiërs 11:11). Zij deelde in Adams plichten en zal ook delen in zijn eeuwige zegeningen.

  • Wat kunnen we leren van het voorbeeld van Adam en Eva?

De hof van Eden

  • Onder welke omstandigheden woonden Adam en Eva in de hof van Eden?

Toen Adam en Eva in de hof van Eden werden geplaatst, waren ze nog niet sterfelijk. In deze staat ‘zouden [zij] geen kinderen hebben gekregen’ (2 Nephi 2:23). Er was geen dood. Zij hadden een stoffelijk lichaam gekregen, dat uit het stof der aarde was geschapen om hun geest in te hullen (zie Mozes 6:59; Abraham 5:7). Kenmerkend voor hun geestelijk leven aldaar was dat zij in de tegenwoordigheid van God waren. Ze hadden nog geen keuze tussen goed en kwaad gemaakt.

God gebood hun kinderen te nemen. Hij zei tegen hen: ‘Weest vruchtbaar en vermenigvuldigt u, en vervult de aarde en onderwerpt (…) ieder levend wezen dat zich op de aarde beweegt’ (Mozes 2:28). God zei hun dat ze van alle bomen in de hof vruchten mochten eten met uitzondering van één: de boom der kennis van goed en kwaad. Over die boom zei God: ‘Ten dage, dat gij daarvan eet, zult gij voorzeker sterven’ (Mozes 3:17).

Satan, die de bedoelingen van God niet kende, wilde Gods plan dwarsbomen en wendde zich daarvoor in de hof van Eden tot Eva. Hij verleidde haar om van de vrucht van de boom der kennis van goed en kwaad te eten. Hij verzekerde haar dat zij en Adam niet zouden sterven, maar dat ze ‘als goden [zouden] zijn, kennende goed en kwaad’ (Mozes 4:11). Eva gaf toe aan de verleiding en at van de vrucht. Toen Adam hoorde wat er was gebeurd, koos hij ervoor om ook van de vrucht te eten. De veranderingen die over Adam en Eva kwamen, omdat zij van de vrucht aten, worden de val genoemd.

Adam en Eva uit Gods tegenwoordigheid verbannen

  • Welke lichamelijke en geestelijke veranderingen ondergingen Adam en Eva als gevolg van hun overtreding?

Doordat Adam en Eva van de vrucht van de boom der kennis van goed en kwaad hadden gegeten, stuurde de Heer ze uit de hof van Eden de wereld in. Hun lichamelijke staat veranderde, omdat zij van de verboden vrucht hadden gegeten. Zoals God had gezegd, werden ze sterfelijk. Zij en hun kinderen zouden ziekte, pijn en de lichamelijk dood ondergaan.

Doordat zij een overtreding begingen, stierven Adam en Eva ook geestelijk. Dat hield in dat zij en hun kinderen niet met God konden wandelen en van aangezicht tot aangezicht met Hem konden praten. Adam en Eva en hun kinderen waren lichamelijk en geestelijk uit de tegenwoordigheid van God verbannen.

De val bracht grote zegeningen teweeg

  • Hoe kunnen wij dankzij de val op onze hemelse Vader gaan lijken?

Sommige mensen geloven dat Adam en Eva een ernstige zonde begingen toen zij van de boom der kennis van goed en kwaad aten. Uit de hedendaagse Schrift leren we echter dat hun val een noodzakelijk stap in het levensplan was en een grote zegen voor ons allen. Dankzij de val zijn we gezegend met een stoffelijk lichaam, het recht om tussen goed en kwaad te kiezen, en de mogelijkheid om het eeuwige leven deelachtig te worden. Geen van deze gunsten waren ons ten deel gevallen als Adam en Eva in de hof waren gebleven.

Na de val sprak Eva: ‘Als wij niet overtreden hadden, zouden wij nooit nakomelingen gehad hebben en nooit goed en kwaad gekend hebben en de vreugde van onze verlossing en het eeuwige leven dat God geeft aan alle gehoorzamen’ (Mozes 5:11).

De profeet Lehi heeft uitgelegd:

‘En nu, zie, indien Adam niet had overtreden, zou hij niet zijn gevallen [uit de tegenwoordigheid van God verbannen], maar zou hij in de hof van Eden zijn gebleven. En alle dingen die geschapen waren, hadden in dezelfde staat moeten blijven waarin zij na de schepping verkeerden. (…)

‘En zij zouden geen kinderen hebben gekregen; daarom zouden zij in een staat van onschuld zijn gebleven, zonder vreugde, want zij kenden geen ellende; zonder goed te doen, want zij kenden geen zonde.

‘Maar zie, alle dingen zijn gedaan in de wijsheid van Hem die alle dingen weet.

‘Adam viel, opdat de mensen zouden zijn; en de mensen zijn, opdat zij vreugde zullen hebben’ (2 Nephi 2:22–25).

  • Waarom denkt u dat het belangrijk is om van de val en zijn invloed op ons af te weten?

Aanvullende teksten