Boeken en lessen
Hoofdstuk 15: Het verbondsvolk Gods


Hoofdstuk 15

Het verbondsvolk Gods

Afbeelding
The Old Testament prophet Abraham kneeling in prayer. Abraham is holding a staff in one hand and is looking toward the heavens as he prays. Sarah, the wife of Abraham, is depicted watching and with a look of humor on her face, from a tent portrayed in the background. Abraham and Sarah are depicted as elderly people.

Het kenmerk van verbonden

  • Wat is een verbond? Waarom worden heiligen der laatste dagen een verbondsvolk genoemd?

Vanaf het eerste begin heeft God verbonden gesloten met zijn kinderen op aarde. Als zijn kinderen verbonden (of beloften) met Hem aangaan, weten zij wat Hij van hen verwacht en welke zegeningen zij van Hem kunnen verwachten. Zij kunnen zijn werk op aarde beter uitvoeren. De mensen die een verbond met God aangaan en met wie God verbonden aangaat, zijn bekend als Gods verbondsvolk. De leden van de kerk maken deel uit van het verbondsvolk Gods.

In het evangelie betekent een verbond een heilige overeenkomst of wederzijdse belofte tussen God en een persoon of een groep mensen. Als onderdeel van het verbond belooft God een zegen voor gehoorzaamheid aan bepaalde geboden. Hij stelt de voorwaarden van zijn verbonden en Hij openbaart die voorwaarden aan zijn profeten. Als we voldoen aan de gestelde voorwaarden van het verbond, ontvangen wij de beloofde zegeningen. Als we ervoor kiezen ons niet aan de voorwaarden te houden, onthoudt Hij de zegeningen, en in sommige gevallen volgt er ook een straf.

Als we bijvoorbeeld tot de kerk toetreden, sluiten we verschillende verbonden met God (zie hoofdstuk 20 in dit boek). We sluiten een verbond met de Heiland dat we zijn naam op ons nemen. Hij belooft dat ‘zovelen als er zich bekeren en zich laten dopen in mijn naam, die Jezus Christus is, en tot het einde volharden, zullen worden behouden’ (LV 18:22). Wij sluiten een verbond met de Heer wanneer wij aan het avondmaal deelnemen (zie hoofdstuk 23 in dit boek). Wij beloven zijn naam op ons te nemen, Hem indachtig te zijn en zijn geboden te onderhouden. Ons wordt beloofd dat de Heilige Geest bij ons zal zijn. (Zie LV 20:77–79.) Als we de tempelverordeningen ontvangen, sluiten we heilige verbonden. Als we stipt gehoorzaam zijn aan die verbonden, ontvangen wij de staat van de verhoging (zie LV 132; zie ook hoofdstuk 47 in dit boek).

God heeft ook verbonden gesloten met bepaalde personen of groepen. Hij sloot verbonden met Adam, Henoch, Noach, de kinderen Israëls en Lehi (zie Mozes 6:31–36, 52; Genesis 9:9–17; Exodus 19:5–6; 2 Nephi 1). Hij sloot een bijzonder verbond met Abraham en zijn nageslacht dat tegenwoordig de leden van de kerk en alle volken tot zegen is.

  • Denk na over de verbonden die u met God hebt gesloten en de zegeningen die Hij u heeft beloofd als u zich aan die verbonden houdt.

Gods verbond met Abraham en zijn nageslacht

  • Wat is het Abrahamitisch verbond?

Abraham, een oudtestamentische profeet, was een zeer rechtschapen man (zie de afbeelding in dit hoofdstuk). Hij weigerde zijn vaders afgoden te aanbidden. Hij onderhield alle geboden van God. Vanwege de rechtschapenheid van Abraham sloot de Heer een verbond met hem, dat we het Abrahamitisch verbond noemen.

De Heer beloofde Abraham dat hij talloze nakomelingen zou hebben. Hij beloofde dat ze allen recht zouden hebben op het evangelie, de zegeningen van het priesterschap, en alle verordeningen van de verhoging. Deze nakomelingen zouden, door de macht van het priesterschap, het evangelie naar alle naties brengen. Door hen zouden alle geslachten der aarde worden gezegend (zie Abraham 2:11). God beloofde verder dat Hij zijn verbond zou oprichten onder alle geslachten van Abrahams kinderen (zie Genesis 17:4–8).

  • Hoe zijn de geboden en beloften in het Abrahamitisch verbond op ons van toepassing? (Overweeg hoe deze vraag op verschillende situaties van toepassing is, zoals thuis, op het werk, in de samenleving, of op zending.)

Leden van de kerk zijn een verbondsvolk

  • Welke zegeningen en plichten heeft Gods verbondsvolk nu?

De rechtstreekse afstammelingen van Abraham zijn niet de enige mensen die God zijn verbondsvolk noemt. Tot Abraham zei God: ‘Want allen die dit evangelie aanvaarden, zullen naar uw naam worden genoemd, en zullen tot uw nakomelingen worden gerekend en zullen zich verheffen en u als hun vader prijzen’ (Abraham 2:10). Aldus zijn er twee groepen opgenomen in het verbond dat met Abraham is gesloten: (1) Abrahams rechtschapen rechtstreekse afstammelingen en (2) wie in zijn nageslacht worden geadopteerd door het evangelie van Jezus Christus te aanvaarden en na te leven (zie 2 Nephi 30:2).

Als we ons in de kerk laten dopen, gaan we het verbond aan dat de Heer met Abraham, Isaak en Jakob heeft gesloten (zie Galaten 3:26–29). Als we gehoorzaam zijn, beërven we de zegeningen die tot dat verbond behoren. We hebben recht op hulp en leiding van de Heilige Geest. Waardige mannen hebben het recht om het priesterschap te dragen. Gezinnen kunnen in de zegeningen van het priesterschap delen. Wij kunnen het eeuwige leven in het celestiale koninkrijk deelachtig worden. Er zijn geen grotere zegeningen te bedenken.

Als Gods verbondsvolk ontvangen we niet alleen zegeningen, we hebben ook grote plichten. De Heer beloofde Abraham dat het evangelie door zijn afstammelingen over de aarde verspreid zou worden. Wij komen die plicht na door het voltijdzendingsprogramma van de kerk en het zendingswerk dat de leden doen. Deze plicht om het evangelie in de hele wereld te prediken, hoort alleen toe aan de kerk van de Heer en zijn verbondsvolk.

Als het verbondsvolk Gods behoren wij de geboden te onderhouden. De Heer heeft gezegd: ‘Ik, de Heer, ben gebonden wanneer gij doet wat Ik zeg; maar wanneer gij niet doet wat Ik zeg, hebt gij geen belofte’ (LV 82:10). Als we ons verbond, na het evangelie te hebben aanvaard, verwerpen, wordt het verbond ongeldig en zullen we door God worden verdoemd (zie LV 132:4). Hij heeft gezegd: ‘Laat de zonde na, opdat er niet zware oordelen op uw hoofd neerkomen. Want van hem aan wie veel is gegeven, wordt veel geëist; en wie zondigt tegen het grotere licht, zal de grotere veroordeling ontvangen’ (LV 82:2–3).

Het nieuw en eeuwigdurend verbond

  • Wat beloven wij als we het evangelie aanvaarden? Welke zegeningen geeft onze hemelse Vader ons als we ons aan deze beloften houden?

De volheid van het evangelie wordt het nieuw en eeuwigdurend verbond genoemd. Het omvat de verbonden die we bij de doop, tijdens het avondmaal, in de tempel, en op andere tijden sluiten. De Heer noemt het eeuwigdurend, omdat het is ingesteld door een eeuwige God en omdat het verbond nooit zal worden veranderd. Hij heeft ditzelfde verbond aan Adam, Henoch, Noach, Abraham en andere profeten gegeven. In die zin is het niet nieuw. Maar de Heer noemt het, elke keer als het evangelie op aarde wordt hersteld, nieuw, omdat het nieuw is voor de mensen die het ontvangen (zie Jeremia 31:31–34; Ezechiël 37:26).

Als we het nieuw en eeuwigdurend verbond aanvaarden, verbinden we ons ertoe ons te bekeren, te laten dopen, de Heilige Geest te ontvangen, onze begiftiging te ontvangen, het huwelijksverbond in de tempel te ontvangen en Christus tot het eind van ons leven te volgen en te gehoorzamen. Door onze verbonden na te leven, kunnen we er zeker van zijn dat onze hemelse Vader ons de verhoging in het celestiale koninkrijk zal schenken (zie LV 132:20–24; zie ook hoofdstuk 47 in dit boek).

De omvang van die belofte is moeilijk te begrijpen voor stervelingen. De geboden die Hij uitvaardigt, zijn voor onze bestwil, en als we getrouw zijn, kunnen we voor eeuwig delen in de zegeningen en schoonheden van hemel en aarde. We kunnen in zijn tegenwoordigheid wonen en deelhebben aan zijn liefde, mededogen, macht, grootsheid, kennis, wijsheid, heerlijkheid en heerschappijen.

  • Hoe houdt tot het verbondsvolk behoren verband met hoe we ons kleden, handelen en de geboden van God onderhouden?

Aanvullende teksten en andere bronnen

  • 1 Petrus 2:9–10 (Gods eigen volk)

  • LV 54:4–6 (gevolgen van onderhouden en geschonden verbonden)

  • LV 132:7 (verbonden met bevoegd gezag gesloten)

  • LV 133:57–60 (het doel van verbonden)

  • LV 35:24 (beloften bij gehoorzaamheid aan verbonden)

  • Hebreeën 8:6 (Jezus Christus is de middelaar van een beter verbond)

  • Gids bij de Schriften, ‘Verbond’, pp. 201–202