Schriften
Leer en Verbonden 12


Afdeling 12

Openbaring gegeven bij monde van de profeet Joseph Smith aan Joseph Knight sr. in mei 1829 te Harmony (Pennsylvania). Joseph Knight geloofde de verklaringen van Joseph Smith dat hij de platen met het Boek van Mormon in bezit had en dat het vertaalwerk voortgang vond, en had Joseph Smith en zijn schrijver verschillende keren stoffelijke hulp gegeven, wat hen in staat had gesteld het vertaalwerk voort te zetten. Op verzoek van Joseph Knight deed de profeet navraag bij de Heer en ontving deze openbaring.

1–6: arbeiders in de wijngaard zullen het heil verkrijgen; 7–9: allen die verlangend en geschikt zijn mogen in het werk van de Heer meehelpen.

1 Een groot en wonderbaar werk staat op het punt onder de mensenkinderen tevoorschijn te komen.

2 Zie, Ik ben God; sla acht op mijn woord, dat levend en krachtig is, scherper dan een tweesnijdend zwaard, om vaneen te scheiden zowel gewrichten als merg; sla daarom acht op mijn woord.

3 Zie, het veld is reeds wit om te oogsten; daarom, laat wie verlangt te maaien, zijn sikkel inslaan met al zijn macht en maaien zolang de dag duurt, opdat hij voor zijn ziel eeuwigdurend heil zal vergaren in het koninkrijk van God.

4 Ja, wie zijn sikkel zal inslaan en maaien, die wordt door God geroepen.

5 Daarom, indien u Mij vraagt, zult u ontvangen; indien u klopt, zal u worden opengedaan.

6 Welnu, omdat u hebt gevraagd, zie, Ik zeg u: Onderhoud mijn geboden en streef ernaar de zaak van Zion voort te brengen en te vestigen.

7 Zie, Ik spreek tot u, en ook tot allen die het verlangen hebben om dit werk tevoorschijn te brengen en te vestigen;

8 en niemand kan aan dit werk meewerken tenzij hij ootmoedig en vol liefde is, geloof, hoop en naastenliefde heeft, en beheerst is in alle dingen, wat er ook aan zijn zorg zal worden toevertrouwd.

9 Zie, Ik ben het licht en het leven van de wereld, die deze woorden spreekt; daarom, sla acht met geheel uw macht, en dan wordt u geroepen. Amen.