Bibliotheek
Les 48: Lukas 7:18–50


Les 48

Lukas 7:18–50

Inleiding

Jezus prijst Johannes de Doper en getuigt dat Johannes de weg voor zijn bediening heeft voorbereid. Als Jezus met Simon de Farizeeër zit te eten, toont een boetvaardige vrouw liefdevol haar geloof in de Heiland.

Lessuggesties

Lukas 7:18–35

Jezus prijst Johannes de Doper en getuigt van de zending van Johannes

Deel de cursisten op in koppels en geef elk koppel een blad papier. Geef de koppels een minuut de tijd om uit het hoofd zoveel mogelijk feiten over Johannes de Doper op te schrijven. Na een minuut laat u de cursisten het aantal feiten op hun blad tellen.

  • Hoeveel feiten over Johannes de Doper heb je opgeschreven?

Laat enkele cursisten aan de klas vertellen welke feiten zij hebben opgeschreven.

Zo mogelijk laat u een lange grasspriet en een zacht kledingstuk zien. Let uit dat Jezus deze voorwerpen gebruikte om de mensen over het karakter van Johannes de Doper te vertellen. Laat een cursist Lukas 7:24–26 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat Jezus over Johannes de Doper zei toen Hij over een rietstengel en kleding sprak.

  • In welke opzichten verschilde Johannes de Doper van een rietstengel of een grasspriet? (In tegenstelling tot een rietstengel die door de wind heen en weer wordt geblazen, was Johannes de Doper onwankelbaar in zijn getuigenis en in het vervullen van zijn zending.)

Afbeelding
Johannes de Doper onderwijst

Johannes de Doper predikt.

Laat de bijgaande plaat van Johannes de Doper zien en vraag:

  • In welke opzichten was Johannes de Doper anders dan de mensen die prachtige kleding droegen, in weelde leefden en in paleizen woonden (zie vers 25)? (Johannes de Doper woonde in de woestijn, droeg kleding die van kamelenhaar was gemaakt en erg grof was. In plaats van op zoek te gaan naar aardse gemakken, wilde Johannes de Doper alleen maar Gods wil doen.)

  • Wat zei Jezus in vers 26 over Johannes de Doper?

Om ervoor te zorgen dat de cursisten de unieke rol van Johannes de Doper begrijpen, legt u uit dat Jezus een profetie van honderden jaren oud citeerde die over een ‘engel’ ging die ‘voor [Christus] de weg bereiden’ zou (Maleachi 3:1). Laat een cursist Lukas 7:27–28 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken waarom Johannes de Doper zo uniek was onder de profeten.

  • Voor welke unieke en belangrijke rol was Johannes al in het voorsterfelijk bestaan geordend? (De cursisten kunnen andere woorden gebruiken, maar moeten deze waarheid goed begrijpen: Johannes de Doper was de profeet die in het voorsterfelijk bestaan al geordend was om de weg voor de Zoon van God te bereiden en Hem te dopen.)

  • Hoe bereidde Johannes de Doper de weg voor de komst van Jezus Christus?

Leg uit dat de profeet Joseph Smith het volgende over Lukas 7:28 heeft gezegd.

Afbeelding
De profeet Joseph Smith

‘Jezus werd beschouwd als degene met de minste aanspraak in Gods koninkrijk en had [naar het schijnt] het minste recht op de titel van profeet, waardoor het erop lijkt dat Hij eigenlijk zei: “Hij die onder u als de minste wordt beschouwd is groter dan Johannes — en dat ben Ik.”’ (Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith [2007], 88.)

Vat Lukas 7:29–35 samen door uit te leggen dat velen de leringen van Jezus geloofden, maar dat de aanwezige Farizeeën en schriftgeleerden zijn leringen verwierpen. Jezus heeft uitgelegd dat ze de waarheid verwierpen ongeacht of Hij of Johannes de Doper die verkondigde.

Lukas 7:36–50

Terwijl Jezus met Simon de Farizeeër zit te eten, wast een vrouw zijn voeten met haar tranen.

Zet de volgende vraag op het bord: Kan ik vergeving ontvangen?

Vraag de cursisten of zij zich weleens afgevraagd hebben of zij vergeving konden ontvangen. Laat ze tijdens hun studie van Lukas 7 waarheden opzoeken die deze vraag beantwoorden.

Om ervoor te zorgen dat de cursisten de context en inhoud van Lukas 7:36–50 goed begrijpen, laat u een cursist de volgende samenvatting en uitleg voorlezen:

Een Farizeeër, Simon, nodigde Jezus uit om bij hem te komen eten. Tijdens dergelijke feestmaaltijden lagen de gasten rond een lage tafel, waarbij hun voeten bij de tafel vandaan lagen. Er bestond een gebruik in die tijd dat de armen het overgebleven voedsel van de feestmaaltijden kregen. Daarom was het niet ongebruikelijk dat ongenode gasten tijdens een feestmaal het huis binnenkwamen. (Zie James E. Talmage, Jesus the Christ, 3e editie [1916], 261.)

  • Hoe beschrijft Lukas de vrouw in Lukas 7:37?

  • Hoe liet de vrouw zien dat ze de Heiland liefhad? (U kunt uitleggen dat een ‘albasten fles met zalf’ een fles met kostbare, geparfumeerde olie was.)

  • Wat dacht Simon toen hij zag wat de vrouw deed?

Om de gelijkenis van Jezus te bespreken, laat u een cursist Lukas 7:40–43 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat Jezus tegen Simon zei.

Zet het volgende schema op het bord.

Schuldeiser =

Schuldenaar die 50 penningen schuldig is =

Schuldenaar die 500 penningen schuldig is =

Leg uit dat een schuldeiser iemand is die geld uitleent en iemand die geld leent een schuldenaar is. De schuldenaar stemt toe om de schuldeiser terug te betalen of naar de gevangenis te gaan. Laat een cursist de gelijkenis in zijn of haar eigen woorden samenvatten.

  • Wie is de schuldeiser? (Zet Jezus Christus op het bord, naast ‘schuldeiser’.)

  • Welke van de schuldenaars kan de vrouw voorstellen, en welke de Farizeeër Simon? Waarom? (Zet de Farizeeër Simon onder ‘Schuldenaar die 50 penningen schuldig is’ en vrouw onder ‘Schuldenaar die 500 penningen schuldig is’.)

Leg uit dat het in de tijd van Jezus gebruikelijk was voor een gastheer om zijn voorname gasten te eren door ze met een kus te begroeten, ze water te geven om hun voeten te wassen, en hun hoofd met olie te zalven. (Zie James E. Talmage, Jesus the Christ, 261.)

Ga verder met de video (vanaf tijdcode 7:25) en stop als Jezus ‘Ga heen in vrede’ heeft gezegd (Lukas 7:50) (tijdcode 8:52). Of laat enkele cursisten beurtelings een vers uit Lukas 7:44–47 voorlezen. Laat de klas opzoeken hoe Simon Jezus behandelde, in tegenstelling tot hoe de vrouw Hem behandelde en wat zij allebei van Jezus vonden.

  • Wat waren volgens de verzen 44–47 enkele verschillen tussen de manier waarop Simon Jezus behandelde en hoe de vrouw Hem behandelde, en wat zij allebei van Jezus vonden? (Zet de antwoorden in het schema op het bord.)

Als de cursisten antwoord hebben gegeven, ziet het schema er ongeveer als volgt uit:

Schuldeiser = Jezus Christus

Schuldenaar die 50 penningen schuldig is de Farizeeër Simon

Gaf Jezus geen water om zijn voeten te wassen

Gaf Hem geen kus

Zalfde Hem niet met olie

Had Hem een beetje lief

Schuldenaar die 500 penningen schuldig is de vrouw

Waste zijn voeten met haar tranen en droogde ze met haar haren

Kuste zijn voeten

Zalfde zijn voeten met olie

Had Hem bijzonder lief

  • Wat voor zegen kreeg de vrouw van de Heiland?

Leg uit dat toen de Heiland Simon met de schuldenaar vergeleek die 50 penningen schuldig was, Hij aangaf dat Simon ook vergeving van zijn zonden nodig had.

Laat de cursisten Lukas 7:47–50 doorlezen en opzoeken waarom deze vrouw vergeving van haar zonden kon krijgen.

  • Welke beginselen kunnen wij van dit verhaal leren? (Zet de volgende beginselen in de woorden van de cursisten op het bord: als we ons geloof oefenen door onze liefde voor en toewijding aan de Heer te tonen, kunnen we zijn vergeving ontvangen. Als we de vergeving van de Heer ontvangen, worden we vervuld met het verlangen om Hem nog meer lief te hebben en te dienen.

  • Waarom krijgen we een groter verlangen om de Heiland lief te hebben en te dienen als we door Hem vergeven worden?

Laat drie cursisten een alinea uit het volgende citaat van ouderling Neil L. Andersen van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen:

Afbeelding
Ouderling Neil L. Andersen

‘[Veel mensen] leiden in verschillende mate een rechtschapen leven. Toch is bekering een zegen voor ons allemaal. Wij moeten allemaal de armen der barmhartigheid van de Heiland voelen door de vergeving van onze zonden.

‘Jaren geleden sprak ik eens met een man die, lang daarvoor, een tijdje de geboden had laten varen. Door zijn verkeerde keuzen was hij zijn lidmaatschap van de kerk kwijtgeraakt. Hij was al weer een tijd terug in de kerk en hield zich trouw aan de geboden, maar werd geplaagd door zijn vroegere uitspattingen. Ik merkte dat hij zich schaamde en groot berouw had omdat hij zijn verbonden opzij had geschoven. Na ons onderhoud gaf ik hem een priesterschapszegen. Voordat ik een woord had gezegd, voelde ik de enorme liefde en vergeving die de Heiland voor hem koesterde. Na de zegen omarmden wij elkaar en huilde de man openlijk.

‘Ik sta versteld over de omsluitende armen van barmhartigheid en liefde die de Heiland de boetvaardige biedt, hoe zelfzuchtig de verzaakte zonde ook was. Ik getuig dat de Heiland onze zonden kan en graag wil vergeven. Behalve voor de weinigen die overlopen naar Satan na de volheid gekend te hebben, is er geen zonde waarvoor geen vergiffenis mogelijk is. Het is een geweldig voorrecht voor ons allemaal om ons van onze zonden af te keren en tot Christus te komen. Goddelijke vergiffenis is een van de zoetste vruchten van het evangelie, waarbij de schuld en pijn in ons hart plaatsmaken voor vreugde en gemoedsrust.’ (‘Bekeert u […] opdat ik u moge genezen’, Liahona, november 2009, 40–41.)

Laat de cursisten aan een moment denken waarop ze de vergeving van de Heer hebben gevoeld. Laat ze zich afvragen wat ze toen dachten en hoe ze zich ten opzichte van de Heiland voelden.

Vestig de aandacht op de vraag op het bord. Laat de cursisten uitleggen wat ze zouden antwoorden als iemand ze zou vragen: ‘Kan ik vergeving ontvangen?’

Sluit de les af met uw getuigenis dat Jezus Christus de bevoegdheid heeft om ons te vergeven als wij ons geloof in Hem oefenen en ons van onze zonden bekeren.

Afbeelding
scripture mastery icon
Kerntekstenbeheersing

Als u de cursisten wilt helpen met de vijf kernteksten die ze tot nu toe bestudeerd hebben, kunt u ze een kleine toets afnemen. Geef ze de sleutelwoorden die op de boekenlegger staan, en laat ze de desbetreffende tekstverwijzingen opschrijven. Zie het aanhangsel in dit lesboek voor meer ideeën.

Toelichting en achtergrondinformatie

Lukas 7:18–20. Twijfelde Johannes de Doper eraan of Jezus de Messias was?

Ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft een duidelijk antwoord op die vraag gegeven:

‘Enige indicatie dat de Doper onzeker was of twijfels had over de identiteit en zending van de Meester is volledig ongegrond. De gevangen Elia en voorloper van onze Heiland gebruikte dat om zijn discipelen ervan te overtuigen om hem in de steek te laten en Jezus te volgen.

‘Johannes wist wie Jezus was; de Doper waaide niet als een grasspriet in de wind. […] Het sturen van zijn discipelen naar Jezus was eigenlijk een groot getuigenis van Johannes dat Jezus het Lam van God was, want de Doper wist dat zijn discipelen, zodra ze de Meester zouden zien en zijn leringen zouden horen, niet anders konden dan het grotere licht volgen.’ (Doctrinal New Testament Commentary, 3 delen [1965–1973], 1:261–262.)

Johannes de Doper begreep een belangrijke waarheid die president James E. Faust van het Eerste Presidium herhaaldelijk heeft uitgelegd:

‘Ieder van ons moet zelf een getuigenis ontvangen dat Jezus de Christus is. We kunnen dat niet tweedehands van iemand overnemen.’ (‘Een getuigenis van Christus’, Liahona, maart 2005, 3.)

Lukas 7:20–22. Waarom verricht de Heer wonderen?

President Brigham Young heeft de rol van wonderen in het werk van de Heer beschreven:

‘Wonderen […] vinden plaats om de heiligen te troosten en het geloof te versterken en te bevestigen van hen die God liefhebben, vrezen en dienen.’ (Discourses of Brigham Young, John A. Widtsoe [1954], 341.)

Lukas 7:24–28. ‘Onder hen die uit vrouwen geboren zijn, is niemand een groter profeet dan Johannes de Doper’

De profeet Joseph Smith heeft uitgelegd waarom Jezus vond dat Johannes de Doper de grootste profeet was:

‘Ten eerste. Hem was de goddelijke zending toevertrouwd om de weg voor de Heer te bereiden. In wie was er eerder of sindsdien soortgelijk vertrouwen gesteld? Niemand.

‘Ten tweede. Hem werd deze belangrijke zending toevertrouwd en er werd van hem gevraagd om de Zoon des Mensen te dopen. Wie had ooit de eer om dat te doen? Wie had ooit zo’n voorrecht en eer? Wie leidde ooit de Zoon van God de wateren van de doop in en had het voorrecht om te zien hoe de Heilige Geest in de gedaante van een duif neerdaalde, of liever gezegd met het symbool van de duif, om van die verordening te getuigen? […]

‘Ten derde. Johannes was destijds de enige bestuurder van de zaken van het koninkrijk dat toen op aarde was, en hij bezat de sleutels van het gezag. Volgens hun eigen wet moesten de joden zich aan zijn instructies houden of verdoemd worden. En Christus zelf vervulde alle gerechtigheid door de wet te gehoorzamen die Hij op de berg aan Mozes had gegeven, waarmee Hij de wet groot en eerzaam maakte in plaats van ze te vernietigen. De zoon van Zacharias ontnam de joden de sleutels, het koninkrijk, de macht en de heerlijkheid door de heilige zalving en verordening van de hemel, en om die drie redenen was hij de grootste profeet die ooit uit een vrouw geboren werd.’ (Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith [2007], 87–88.)

Lukas 7:37–50. Wat weten we over de vrouw?

Ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft geschreven dat toen de vrouw in Lukas 2:37–50 naar de Heiland toeging, zij zich al had bekeerd en zij haar liefde voor Hem wilde betuigen. Over de genegenheid die zij toonde, heeft hij gezegd: ‘Dat alles was het werk en de aanbidding van een toegewijde, getrouwe vrouw die gezondigd had maar nu was gereinigd; die nu vrij was van de zware last van veel overtredingen; die nu een nieuw leven was begonnen door Hem van wie ze de voeten kuste en aan Wie ze de eerbiedige en ontzagwekkende liefde toonde waartoe haar hele ziel in staat was.’ (The Mortal Messiah, 4 delen [1979–1981], 2:200.)

Lukas 7:47–50. ‘Haar zonden, die veel waren, zijn haar vergeven’

Ouderling Shayne M. Bowen van de Zeventig heeft de vraag gesteld en beantwoord of iemand die vergeving wil ontvangen ooit te ver bij de mogelijkheid vandaan is om die vergeving door de verzoening van Jezus Christus te ontvangen:

‘Is het mogelijk om een leven terug te winnen dat door roekeloze uitbundigheid zo met allerlei afval is verweven dat het lijkt alsof de persoon geen vergeving kan ontvangen? En hoe zit het met de persoon die altijd zijn best doet maar toch weer tot oude zonden vervalt en het gevoel heeft dat er geen weg terug is om dat eindeloze patroon te doorbreken? En de persoon die zijn leven wel heeft veranderd maar zichzelf niet kan vergeven? […]

‘De verzoening van Jezus Christus is op ons allen van toepassing. Zijn verzoening is oneindig. Zij is op iedereen van toepassing, ook op u. Zij kan reinigen, verbeteren en heiligen, ook u. Dat is de betekenis van oneindig: geheel, volledig, alles, voor eeuwig.’ (Zie ‘De verzoening kan ons leven reinigen, verbeteren en heiligen’, Liahona, november 2006, 33–34.)