Bibliotheek
Les 44: Lukas 2


Les 44

Lukas 2

Inleiding

Jozef en Maria reizen naar Bethlehem, waar Jezus wordt geboren. Herders gehoorzamen de instructies van een engel om naar de pasgeboren Jezus te gaan. Vervolgens verkondigen zij de geboorte van Jezus aan anderen. Simeon zegent Jezus in de tempel, en Anna geeft haar getuigenis dat de Verlosser is geboren. Jezus neemt ‘toe in wijsheid en in grootte en in genade bij God en de mensen’ (Lukas 2:52).

Lessuggesties

Lukas 2:1–20

Jezus wordt in Betlehem geboren

Als onderdeel van de devotional kunt u met de klas ‘Juich, wereld, juich! (Lofzangen, nr. 38) of een andere kerstlofzang zingen.

Afbeelding
Jozef en Maria reizen naar Bethlehem

Toon de plaat Jozef en Maria reizen naar Bethlehem (Evangelieplatenboek [2009], nr. 29; zie ook LDS.org). Laat de cursisten zich afvragen hoeveel ze weten van de gebeurtenissen rond de geboorte van de Heiland.

Om de cursisten op hun studie van Lukas 2:1–20 voor te bereiden, laat u ze de volgende quiz doen (waar of niet waar). (Maak van tevoren voor elke cursist een kopie van de quiz.

Afbeelding
handout, true-false quiz

Quiz — waar of niet waar (Lukas 2:1–20)

Het Nieuwe Testament — boek voor de seminarieleerkracht, les 44

  • ____ 1. Maria en Jozef gingen naar Bethlehem om belasting te betalen.

  • ____ 2. Maria en Jozef moesten 44 kilometer van Nazareth naar Bethlehem reizen.

  • ____ 3. Maria legde de pasgeboren Jezus in een kribbe omdat er geen plaats in de herberg was.

  • ____ 4. De herders volgden de ster naar de kribbe waar Jezus lag.

  • ____ 5. Naast Maria en Jozef waren de herders voor zover bekend de eerste mensen die Jezus zagen.

  • ____ 6. De engel zei tegen de herders dat ze niemand mochten vertellen wat ze hadden gezien.

Laat de cursisten tijdens hun studie van Lukas 2 de antwoorden op de quizvragen opzoeken.

Laat een cursist Lukas 2:1–5 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken waarom Jozef en Maria naar Bethlehem reisden.

  • Waarom gingen Jozef en Maria naar Bethlehem? (Vertel dat er in Lukas 2:1 staat dat keizer Augustus gebood dat alle mensen ingeschreven moesten worden. Dat was voor belastingdoeleinden.)

Laat de cursisten kaart 11 in de Gids bij de Schriften, ‘Het heilige land in de tijd van het Nieuwe Testament’ opslaan. Laat ze op de kaart Nazareth en Bethlehem opzoeken, en uitrekenen hoe ver Jozef en Maria ongeveer moesten reizen. Als de cursisten antwoord hebben gegeven, legt u uit dat de afstand tussen Nazareth en Bethlehem zo’n 140 kilometer is, minimaal vier tot vijf dagen lopen, en wellicht iets langer duurde voor Jozef en Maria omdat Maria hoogzwanger was.

Laat de cursisten zich afvragen wat de juiste omstandigheden voor de geboorte van de Schepper en Heiland van de wereld zouden zijn.

Vraag een cursist Lukas 2:6–7 voor te lezen. Laat de klas meelezen en de omstandigheden rond de geboorte van Jezus opzoeken.

  • Wat waren de omstandigheden rond de geboorte van Jezus, ondanks zijn unieke status als Eniggeboren Zoon van God?

Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Lukas 2:8–14 voor te lezen. Laat de klas meelezen en opzoeken hoe de geboorte van de Heiland werd aangekondigd. Vraag de cursisten naar hun bevindingen. Toon de plaat Er verschijnt een engel aan de herders (Evangelieplatenboek, nr. 31; zie ook LDS.org).

Afbeelding
De engel verschijnt aan de herders
  • Wat kunnen we volgens vers 10 ervaren omdat de Heiland was geboren? (Zet na de antwoorden van de cursisten de volgende waarheid op het bord: omdat de Heiland op aarde was geboren, kunnen wij grote vreugde ervaren.)

Terwijl de cursisten verdergaan met hun studie van Lukas 2 laat u ze voorbeelden bedenken van de vreugde die de geboorte van de Heiland anderen heeft gegeven.

Laat een cursist Lukas 2:15–20 voorlezen. Laat de klas meelezen, en opzoeken hoe de herders op de boodschap van de engel reageerden.

  • Uit welke woorden blijkt hoe de herders op de boodschap van de engel reageerden? (U kunt de cursisten aanmoedigen om de woorden ‘laten wij nu […] gaan’ in vers 15 en ‘zij gingen met haast’ in vers 16 te markeren.

  • Waarvan kregen de herders een getuigenis omdat zij gehoor gaven aan die boodschap?

  • Wat deden de herders toen zij hun getuigenis van Jezus Christus hadden ontvangen?

  • Waarom zouden de herders aan anderen hebben verteld wat ze hadden meegemaakt?

  • Welk beginsel leren we uit dit verslag over wat er gebeurt als we ons eigen getuigenis van Jezus Christus ontvangen? (In hun eigen woorden moeten de cursisten het volgende beginsel weergeven: als we ons eigen getuigenis van Jezus Christus ontvangen, willen we ons getuigenis aan anderen geven.)

Laat de cursisten aan een moment denken waarop ze het verlangen hadden om iemand anders over Jezus Christus en zijn evangelie te vertellen. Laat ze zich afvragen waar dat verlangen uit voortkomt. Laat enkele cursisten iets over hun ervaringen vertellen.

Lukas 2:21–39

Simeon en Anna verklaren dat Jezus de Heiland van de wereld is

Vat Lukas 2:21–24 samen door uit te leggen dat Maria en Jozef Hem volgens de Joodse wet na zijn geboorte naar de tempel brachten (zie Exodus 13:2). Twee personen in de tempel herkenden dat het Kindje Jezus de Messias was. Laat de jonge mannen in de klas het verslag van Simeon in Lukas 2:25–32 doorlezen. (U moet wellicht uitleggen dat de woorden ‘verwachtte de vertroosting van Israël’ in vers 25 naar het wachten op de komst van de Messias verwijzen.) Laat de jonge vrouwen het verslag van Anna in Lukas 2:36–38 doorlezen. Laat de cursisten tijdens het lezen de antwoorden op de volgende vragen opzoeken:

  • Hoe bracht de kennis van de geboorte van de Heiland deze persoon vreugde?

  • Hoe getuigde hij of zij van Jezus Christus?

Afbeelding
Simeon eert het Kindje Jezus

Na verloop van tijd laat u een jonge man opstaan, het verslag samenvatten dat hij heeft gelezen en zijn antwoorden op de voorgaande vragen bespreken. Laat de plaat Simeon eert het Kindje Jezus zien (Evangelieplatenboeknr. 32; zie ook LDS.org).

Vat Lukas 2:33–35 samen door uit te leggen dat Simeon ook Maria en Jozef zegende.

Laat een jonge vrouw opstaan, het verslag samenvatten dat zij heeft gelezen en haar antwoorden op de voorgaande vragen bespreken.

Laat enkele cursisten uitleggen waarom kennis van de geboorte van de Heiland ons vreugde kan brengen. Vraag aan hen die daartoe bereid zijn om hun getuigenis van Jezus Christus te geven.

Vat Lukas 2:39 samen door uit te leggen dat Maria, Jozef en Jezus vervolgens naar Nazareth terugkeerden.

Lukas 2:40–52

De jonge Jezus onderwijst in de tempel

Laat de cursisten in hun Schriftendagboek of aantekenschrift noteren waar ze zich in willen verbeteren. Laat daarna enkele cursisten die dat willen, vertellen wat ze hebben opgeschreven. (Herinner de cursisten eraan om niet over dingen te praten die te persoonlijk zijn.)

  • Wat hebben jullie eraan om te weten wat voor kind Jezus was?

Leg uit dat we maar weinig informatie over zijn jeugd hebben, maar wát we hebben, kan een grote zegen en leidraad voor ons zijn als we ons willen verbeteren. Terwijl de cursisten verdergaan met hun studie van Lukas 2 laat u ze waarheden opzoeken die aangeven waar wij ons op moeten concentreren als we ons proberen te verbeteren.

Afbeelding
Jezus bidt met zijn moeder

Toon de plaat Jezus bidt met zijn moeder (Evangelieplatenboek,nr. 33; zie ook LDS.org). Laat een cursist Lukas 2:40 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken hoe Lukas de kinderjaren van Jezus beschrijft. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.

Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Lukas 2:41–47 voor te lezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat Jezus deed toen Hij twaalf jaar oud was.

  • Waarom was Jezus bij de tempel achtergebleven? (Laat de cursisten Lukas 2:46 in de Bijbelvertaling van Joseph Smith lezen en opzoeken in welke opzichten de vertaling van Joseph Smith verduidelijkt wat Jezus in de tempel deed en hoe die verduidelijking beter bij de beschrijving van de gebeurtenis in Lukas 2:47 past.)

Laat een cursist Lukas 2:48–50 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat Jezus tegen Maria en Jozef zei toen ze Hem vonden.

  • Wat zei Jezus tegen Maria en Jozef toen zij Hem vonden?

  • Wat leren we hieruit over de kennis die Jezus als kind al van zijn identiteit en karakter had?

Laat een cursist Lukas 2:51–52 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken hoe Jezus opgroeide.

  • Wat betekent het om ‘in wijsheid’ toe te nemen? (Meer wijsheid te ontvangen.) ‘In grootte’ toe te nemen? (Lichamelijk te groeien.) ‘In genade bij God’ toe te nemen? (Geestelijk te groeien.) ‘In genade bij […] de mensen’ toe te nemen? (Zich sociaal te ontwikkelen.)

  • Hoe zouden jullie aan de hand van vers 52 een beginsel uiteenzetten waarmee we het voorbeeld van Jezus kunnen volgen? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende beginsel te omvatten: we kunnen het voorbeeld van Jezus volgen door in wijsheid toe te nemen en lichamelijk, geestelijk en sociaal te groeien.)

  • Waarom is het belangrijk dat we ons op elk van deze gebieden ontwikkelen? (Zodat we evenwichtige mensen kunnen worden.)

  • Wat voor zegeningen hebben jullie ontvangen in je pogingen om het voorbeeld van Jezus te volgen en jezelf op die gebieden te ontwikkelen?

Zet de volgende kopjes op het bord en laat de cursisten die in hun aantekenschrift of Schriftendagboek overnemen: Verstandelijk, Lichamelijk, Geestelijk en Sociaal. Laat de cursisten onder elk van deze categorieën een doel voor hun persoonlijke ontwikkeling noteren. Moedig de cursisten aan om aan die doelen te werken. Geef tot slot uw getuigenis van de beginselen die in deze les zijn besproken.

(De antwoorden van de quiz zijn: 1. Waar; 2. Niet waar; 3. Waar; 4. Niet waar; 5. Waar; 6. Niet waar.)

Afbeelding
scripture mastery icon
Kerntekstenbeheersing

Door herhaling kunnen de cursisten de passages voor kerntekstenbeheersing terugvinden. Gebruik de kaartjes met kernteksten, of laat de cursisten hun eigen kaartjes maken door kernwoorden of betekenissen aan de ene kant van een blanco kaartje te zetten en de verwijzingen aan de andere kant. Deel de cursisten op in tweetallen. Laat ze elkaar aan de hand van de kaartjes overhoren. Nodig de cursisten uit om deze kaartjes vaak te gebruiken om zichzelf en elkaar te overhoren. U kunt de aanwijzingen op de kaartjes voor tekstenjachtactiviteiten gebruiken (zie ‘tekstenjacht’ in het aanhangsel van dit lesboek).

Toelichting en achtergrondinformatie

Lukas 2:7. ‘Zij baarde haar eerstgeboren Zoon’

Ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft het volgende over de geboorte van de Heiland gezegd:

‘We vinden het opmerkelijk dat de Zoon van God, de grote Jehova vanouds, in de nederigste omstandigheden geboren moest worden. Een herberg zou al nederig genoeg zijn, maar dat was niet eens het geval. Hij werd in een stal geboren, en de baby werd in een kribbe met hooi gelegd, waar de dieren aten. Maar nog nederiger is het feit dat Jezus Zich aan het aardse leven overgaf, al was Hij in de beste en meest verfijnde omstandigheden geboren. Net als Paulus zijn we verbaasd dat God “Zijn eigen Zoon gezonden [heeft] in een gedaante gelijk aan het zondige vlees” [Romeinen 8:3] — dat Hij een baby was geworden; dat Hij eerst een kind en toen een man was en dat Hij “verzoekingen [zou] ondergaan, en lichamelijke pijn, honger, dorst en vermoeidheid [Mosiah 3:7] en zelfs de dood moest ondergaan.

‘Waarom moest Hij, die in de hemelen regeerde, de Schepper van de aarde, geboren worden “naar het vlees” (1 Nephi 11:18) en op zijn voetbank lopen (zie 1 Nephi 17:39) in armoede, veracht en mishandeld, en uiteindelijk gekruisigd?’(‘The Condescension of God and of Man’ [haardvuuravond met het Eerste Presidium, 7 december 2014], lds.org/broadcasts.)

Lukas 2:19. ‘Maar Maria bewaarde al deze woorden en overlegde die in haar hart.’

Hoewel het belangrijk is dat wij aan anderen ons getuigenis geven, heeft president Boyd K. Packer van het Quorum der Twaalf Apostelen gezegd dat we alleen over die heilige ervaringen mogen vertellen als we daartoe geïnspireerd worden:

‘[Het is] niet verstandig om voortdurend over buitengewone, geestelijke ervaringen te praten. Ze moeten zorgvuldig bewaakt worden en er mag alleen over verteld worden als de Geest zelf u ertoe aanzet ze te gebruiken om anderen tot zegen te zijn. […]

‘Ik heb president Marion G. Romney eens tegen zendingspresidenten en hun vrouw in Genève horen zeggen: “Ik […] ben erachter gekomen dat als ik te luchthartig over heilige zaken spreek, de Heer me daarna niet meer vertrouwt.”

‘Ik ben ervan overtuigd dat wij deze zaken in ons hart moeten bewaren, en ze daar moeten overwegen, zoals Lukas heeft gezegd dat Maria deed aangaande de bovenaardse gebeurtenissen rond de geboorte van Jezus.’ (‘The Candle of the Lord’, Ensign, januari 1983, 53.)

Lukas 2:47. ‘Allen die Hem hoorden, stonden versteld van Zijn verstand en antwoorden’

De profeet Joseph Smith heeft het volgende over de jeugd van Jezus Christus gezegd:

‘Toen [Jezus Christus] nog een jongen was, bezat Hij alle intelligentie die nodig was om Hem in staat te stellen het koninkrijk van de Joden te besturen, en Hij kon argumenteren met de meest wijze wet- en godsdienstgeleerden en liet hun theorieën en gebruiken dwaasheid lijken in vergelijking met de wijsheid die Hij bezat. Maar Hij was slechts een jongen en had niet eens de lichamelijke kracht om Zichzelf te verdedigen. Hij was onderworpen aan kou, honger en de dood.’ (History of the Church, 6:608.)