Bibliotheek
Les 43: Lukas 1


Les 43

Lukas 1

Inleiding

De engel Gabriël verschijnt aan Zacharias en zegt tegen hem dat zijn vrouw, Elizabet, en hij een zoon zullen krijgen die ze Johannes moeten noemen. Zes maanden later verschijnt diezelfde engel aan Maria en vertelt haar dat zij de moeder van de Zoon van God zal worden. Maria bezoekt Elizabet en samen verheugen zij zich over de komst van de Heiland. Drie maanden later baart Elizabet Johannes.

Lessuggesties

Lukas 1:1–4

Lukas legt uit waarom hij zijn evangelie schrijft

Laat de volgende platen zien en vraag de cursisten wat er zich op elke plaat afspeelt: Jozef en Maria reizen naar Bethlehem (Evangelieplatenboek [2009], nr. 29; zie ook LDS.org), Er verschijnt een engel aan de herders (nr. 31), Simeon eert het Kindje Jezus (nr. 32), De jonge Jezus in de tempel (nr. 34), De barmhartige Samaritaan (nr. 44), Maria en Martha (nr. 45), en De tien melaatsen (nr. 46). Bespreek dat deze en veel andere gebeurtenissen en leringen tijdens de aardse bediening van de Heiland door Lukas zijn opgeschreven, maar dat ze niet in de evangeliën van Mattheüs, Markus en Johannes voorkomen.

Afbeelding
Jozef en Maria reizen naar Bethlehem
Afbeelding
Er verschijnt een engel aan de herders
Afbeelding
Simeon eert het Kindje Jezus
Afbeelding
Christus in de tempel

Heinrich Hofmann, Christus in de tempel, met dank aan C. Harrison Conroy Co., Inc.

Afbeelding
De barmhartige Samaritaan
Afbeelding
Maria en Martha
Afbeelding
De tien melaatsen

© Providence Collection/Licensed from GoodSalt.com

Introduceer in het kort het evangelie van Lukas door uit te leggen dat Lukas zijn evangelie begint door ‘Theofilus’ (vers 3) aan te spreken. Ook legt hij uit waarom hij een verslag maakt. Theofilus betekent ‘vriend van God’ (Bible Dictionary, ‘Theophilus’). Laat een cursist Lukas 1:1–4 voorlezen. Laat de klas meelezen en de redenen voor het verslag van Lukas opzoeken.

  • Wat zijn enkele redenen waarom Lukas zijn evangelie heeft geschreven?

  • Wat kunnen we volgens Lukas 1:4 aan een studie van het evangelie van Lukas hebben?

Verzeker de cursisten ervan dat ze, als ze het evangelie van Lukas bestuderen, de ‘zekerheid’ kunnen ontvangen (vers 4) van de dingen die ze over Jezus Christus leren.

Lukas 1:5–25

De engel Gabriël kondigt aan Zacharias de geboorte van Johannes aan, en Elizabet wordt zwanger

Laat de cursisten nadenken over zegeningen of antwoorden van God die zij graag willen ontvangen. Laat de cursisten gedurende hun studie van Lukas 1 waarheden opzoeken waaraan ze iets kunnen hebben als ze op een zegening of antwoord van God wachten.

Laat een cursist Lukas 1:5–7 voorlezen en laat de klas opzoeken wie er al heel lang op een specifieke zegening zaten te wachten.

  • Wat leren we uit deze teksten over Zacharias en Elizabet?

Vat Lukas 1:8–10 samen door uit te leggen dat Zacharias was aangewezen om in de tempel in Jeruzalem wierook te branden, een voorrecht dat een priester wellicht maar eens in zijn leven krijgt.

Laat de cursisten Lukas 1:11–13 doorlezen en opzoeken wat er gebeurde toen Zacharias in de tempel was.

  • Welk gebed van Zacharias en Elizabet zou er volgens vers 13 beantwoord worden? (Leg uit dat Zacharias en Elizabet waarschijnlijk vele jaren om een kind hadden gebeden. U kunt de cursisten aanmoedigen om de woorden ‘uw gebed is verhoord’ in dat vers te markeren.)

  • Hoe zou Zacharias zich gevoeld hebben toen hij hoorde dat Elizabet en hij een zoon zouden krijgen, hoewel ze ‘beiden op hoge leeftijd gekomen waren’ (vers 7)?

Vat Lukas 1:14–17 samen door uit te leggen dat de engel Gabriël aan Zacharias vertelde dat Elizabet en hij ‘blijdschap en vreugde’ zouden ontvangen (vers 14), en dat hun zoon veel mensen op de komst van de Heiland zou voorbereiden.

Laat een cursist Lukas 1:18–20 voorlezen en laat de klas opzoeken hoe Zacharias op het nieuws van de engel reageerde. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.

  • Wat gebeurde er met Zacharias omdat hij aan de woorden van de engel twijfelde?

  • Wat zou er volgens de engel in vers 20 gebeuren met de woorden die hij tot Zacharias had gesproken? (De strekking van de antwoorden van de cursisten moet de volgende waarheid omvatten: de woorden die de Heer bij monde van zijn dienstknechten spreekt, zullen op hun tijd in vervulling gaan. Zet die waarheid op het bord.)

  • Wat betekent de zinsnede ‘op hun tijd’? (Volgens de timing van de Heer.)

Verwijs naar de woorden op het bord en vraag:

  • Hoe zullen we op de beloften van de Heiland reageren als we deze waarheid kennen? Als de cursisten antwoord hebben gegeven, past u de woorden op het bord aan zodat er komt te staan: Wij kunnen op de woorden van de Heiland vertrouwen omdat zijn woorden op hun tijd in vervulling zullen gaan.)

  • Wat heeft iemand die naar een belofte van God verlangt aan deze waarheid?

Vat Lukas 1:21–24 samen door uit te leggen dat toen Zacharias de tempel verliet, hij niet kon spreken. Elizabet werd later zwanger, zoals de engel had beloofd.

Vraag een cursist (bij voorkeur een jonge vrouw) om de woorden van Elizabet in Lukas 1:25 voor te lezen. Laat de klas zich afvragen hoe Elizabet zich gevoeld moet hebben toen ze zich op het krijgen van een kind voorbereidde. U moet wellicht uitleggen dat de uitspraak van Elizabet dat de Heer ‘haar smaad onder de mensen’ had weggenomen, kan wijzen op het schaamtegevoel dat ze had vanwege de onterechte gedachte in oude culturen dat kinderloosheid een straf van God was.

Lukas 1:26–38

De engel Gabriël kondigt de geboorte van Jezus aan

Afbeelding
De engel Gabriël verschijnt aan Maria

De engel Gabriël verschijnt aan Maria

Laat de plaat De aankondiging: de engel Gabriël verschijnt aan Maria (Evangelieplatenboek, nr. 28; zie ook LDS.org) zien, en vraag de cursisten hoe het zou zijn als er plotseling een engel aan hen zou verschijnen. Vat Lukas 1:26–27 samen door uit te leggen dat de engel Gabriël in de zesde maand van Elizabets zwangerschap naar Maria, een jonge vrouw in Nazareth, werd gestuurd.

Laat een cursist Lukas 1:28–33 voorlezen. Laat de klas meelezen en de woorden opzoeken die Maria begrip konden geven van de belangrijke taak die zij van God had gekregen.

  • Door welke woorden kreeg Maria begrip van de belangrijke taak die zij van God had gekregen?

  • Wat betekent de titel ‘Zoon van de Allerhoogste’ (vers 32)? (De cursisten kunnen andere woorden gebruiken, maar moeten deze leerstelling goed begrijpen: Jezus Christus is de Zoon van God de Vader.)

Laat de cursisten Lukas 1:34 doorlezen en de vraag van Maria opzoeken. Vraag ze naar hun bevindingen. Leg uit dat Maria’s woorden aangeven dat ze nog maagd was.

Laat een cursist Lukas 1:35–37 voorlezen en laat de klas opzoeken hoe de engel de vraag van Maria beantwoordde.

Leg uit dat we buiten het verslag in de Schriften niet weten hoe het wonder van de conceptie van Jezus Christus plaatsvond. We weten alleen maar dat er een wonder plaatsvond en dat het kind de Zoon van God zou zijn.

  • Welke waarheid sprak de engel in Lukas 1:37 om deze wonderbaarlijke gebeurtenis uit te leggen? (De cursisten moeten de volgende waarheid begrijpen: want geen ding zal bij God onmogelijk zijn. U kunt de cursisten aanmoedigen om deze waarheid in hun Schriften te markeren.)

  • Hoe zou Maria of Elizabet ons kunnen aanmoedigen als wij het gevoel hebben dat iets onmogelijk is?

  • Hebben jullie weleens ervaren dat er voor God niets onmogelijk is?

Laat de cursisten in Lukas 1:38 opzoeken hoe Maria op het nieuws van de engel reageerde.

  • Uit welke woorden in dat vers blijkt dat Maria de aankondiging van de engel geloofde?

  • In welke opzichten verschilde de reactie van Maria van de reactie van Zacharias?

Moedig de cursisten aan om het voorbeeld van Maria en Elizabet te volgen, en te geloven dat er ook in hun leven niets onmogelijk is voor de Heer.

Lukas 1:39–56

Maria bezoekt Elizabet en beide vrouwen getuigen van de Heiland

Afbeelding
Maria en Elizabet

Maria bezoekt Elizabet

Laat zo mogelijk een plaat zien van Maria die Elizabet tijdens haar zwangerschap bezoekt. Vraag de cursisten of zij kunnen zien wie er op de plaat staat en wat er gebeurt.

  • Maria en Elizabet lijken op gewone vrouwen, maar in welke opzichten speelden zij een belangrijke rol die de wereld zou veranderen?

Laat een cursist Lukas 1:41–45 voorlezen. Laat de klas meelezen en het getuigenis opzoeken dat Elizabet aan Maria gaf.

  • Wat wist Elizabet al over Maria?

Laat een cursist (bij voorkeur een jonge vrouw) Lukas 1:46–49 voorlezen. Laat de andere cursisten meelezen en opzoeken hoe Maria de Heer prees.

  • Wat zei Maria in vers 49 om te beschrijven wat de Heer voor haar had gedaan? (‘Grote dingen.’)

Laat de cursisten opnieuw Lukas 1:38, 45–46 doorlezen en opzoeken wat Maria had gedaan zodat de Heer ‘grote dingen’ voor haar kon doen.

  • Wat had Maria gedaan waardoor de Heer ‘grote dingen’ voor haar kon doen?

Leg uit dat wij, net als Zacharias, Elizabet en Maria ook een belangrijke rol in het plan van de Heer te spelen hebben.

  • Wat zal er volgens het voorbeeld van Maria gebeuren als wij trouw de taken vervullen die de Heer voor ons heeft? (Zorg ervoor dat de cursisten dit beginsel goed begrijpen: als wij getrouw de taken vervullen die de Heer voor ons heeft, kan Hij grote dingen voor ons tot stand brengen.)

  • Wat zijn enkele taken die wij van de Heer moeten vervullen?

  • Wat kan er gebeuren als je net als Maria de Heer gehoor geeft?

Lukas 1:57–80

Johannes de Doper wordt geboren

Vat Lukas 1:57–80 samen door uit te leggen dat toen Elizabet was bevallen, Zacharias bevestigde dat het kind Johannes zou heten. Toen hij dat deed, kon hij meteen weer spreken en profeteerde hij over de zending van Jezus Christus en Johannes.

Geeft uw getuigenis dat als wij, net als Zacharias, Elizabet en Maria, trouw onze goddelijke taken vervullen, de Heer voor ons en door ons grote dingen tot stand kan brengen. Moedig de cursisten aan om hun eigen taken in het plan van de Heer te vervullen.

Toelichting en achtergrondinformatie

Lukas 1:34–35. De conceptie van Jezus Christus

Als u Lukas 1:34–35 behandelt, kunnen de cursisten vragen over de conceptie stellen. Als die vragen gesteld worden, houd dan deze waarschuwing van president Lee in gedachten:

Als leerkrachten verstandig over de [conceptie van Jezus Christus] spreken, waarover de Heer maar weinig heeft gezegd, zullen ze het gesprek over dat onderwerp laten rusten en alleen de woorden in Lukas 1:34–35 lezen. […]

‘Geef de Heer de kans om die zaak te laten rusten totdat Hij ons er meer over wil vertellen.’ (The Teachings of Harold B. Lee, Clyde J. Williams [1996], 14.)

Lukas 1:38. ‘Laat met mij geschieden overeenkomstig uw woord’

De Griekse weergave die Lukas van de woorden van Maria geeft, weerspiegelen de kracht van haar beslissing. Ze gaf zich niet aarzelend over, maar aanvaardde vastberaden haar rol in het heilsplan, alsof ze zei: ‘Jazeker! Ik zal de Heer dienen zoals u hebt aangegeven.’ (Voor meer informatie over de reactie van Maria raadpleegt u het gedeelte over Lukas 1:38 in het New Testament Student Manual [Church Educational System manual, 2014], 142.)

Lukas 1:76. ‘Een profeet van de Allerhoogste’

Zacharias en Elizabet waren allebei afstammelingen van Aäron, van wie alle priesters en hogepriesters van Israël afkomstig waren. Johannes was daarom een natuurlijke erfgenaam van het Aäronisch priesterschap. De profeet Joseph Smith heeft gezegd: ‘Johannes was net als zijn vader een priester en had de sleutels van het Aäronisch priesterschap.’ (Zie History of the Church, 5:257.)