Bibliotheek
Thuisseminarieles: Markus 10–Lukas 4 (unit 9)


Thuisseminarieles

Markus 10Lukas 4 (unit 9)

Lesmateriaal voor de thuisseminarieleerkracht

Samenvatting van dagelijkse thuisseminarielessen

De volgende samenvatting van de leerstellingen en beginselen die cursisten bij hun studie van Markus 10Lukas 4 (unit 9) geleerd hebben, is niet bedoeld om als onderdeel van uw les te worden behandeld. Uw les richt zich op slechts enkele van deze leerstellingen en beginselen. Volg de ingevingen van de Heilige Geest terwijl u nadenkt over de behoeften van uw cursisten.

Dag 1 (Markus 10–16)

Toen de cursisten de uitnodiging van de Heer aan kleine kinderen bestudeerden om bij Hem te komen, leerden ze dat als wij het evangelie als kleine kinderen ontvangen, we voorbereid worden om het koninkrijk van God in te gaan. Toen ze de aanmoediging van Jezus Christus aan de rijke jongeling lazen, leerden ze dat de Heiland ons door zijn liefde voor ons zal laten weten waarin we nog tekortschieten. En als we de Heer om hulp vragen, zal Hij ons laten weten wat we moeten doen om het eeuwige leven te beërven. Door de verhalen van de weduwe en haar muntjes, en van Maria die de Heiland zalft, hebben de cursisten geleerd dat als we bereid zijn om alles voor de Heer op te offeren, Hij ons offer zal aanvaarden, ook als het klein is in vergelijking met dat van anderen. En de Heiland is tevreden als wij ons best doen.

Dag 2 (Lukas 1)

In deze les hebben de cursisten de belofte van de engel Gabriël bestudeerd dat Zacharias en Elizabet een zoon zouden krijgen. Ze hebben ook geleerd dat Gabriël tegen Maria zei dat zij de moeder van de Zoon van God zou worden. De cursisten hebben van deze teksten de volgende waarheden geleerd: de woorden die de Heer door zijn dienstknechten spreekt, zullen op de juiste tijd in vervulling gaan. Jezus Christus is de Zoon van God de Vader. Geen ding zal bij God onmogelijk zijn. Als wij getrouw ons best doen om te doen wat de Heer van ons verwacht, kan Hij grote dingen in ons leven tot stand brengen.

Dag 3 (Lukas 2)

Toen de cursisten de geboorte van Jezus Christus bestudeerden, leerden ze dat wij grote vreugde kunnen ervaren omdat Hij op aarde geboren is. Ze leerden ook dat als wij gehoor geven aan goddelijke instructies, wij ons eigen getuigenis van Jezus Christus kunnen ontvangen. En als we ons eigen getuigenis van Jezus Christus hebben, willen we ons getuigenis aan anderen geven. Toen de cursisten de jeugd van Jezus bestudeerden, leerden ze dat wij het voorbeeld van Jezus kunnen volgen door wijsheid te vergaren en door lichamelijk, geestelijk en sociaal te groeien.

Dag 4 (Lukas 3–4)

In deze les hebben de cursisten iets over Johannes de Doper geleerd en over de doop van Jezus Christus. Ze hebben ook iets geleerd over de verklaring van Jezus in Nazareth dat Hij de Messias was. Van deze verslagen hebben de cursisten de volgende waarheden geleerd: Jezus Christus scheidt de rechtschapen mensen van de goddelozen. Jezus is de Messias die op aarde is gekomen om gebrokenen van hart te genezen en geestelijk gevangenen te bevrijden. Als we blijk geven van ons geloof in Jezus Christus, kunnen we wonderen zien plaatsvinden.

Inleiding

Met behulp van deze les kunnen de cursisten beter begrijpen wat Jezus Christus als onderdeel van zijn verzoening moest doorstaan. Daarnaast gaan de cursisten begrijpen waarom de Heiland voor ons heeft geleden.

Lessuggesties

Markus 14:10–16:20

Jezus begint met zijn verzoeningswerk wanneer Hij in de Hof van Gethsémané onze zonden op Zich neemt; Hij wordt door Judas Iskariot verraden en naar de Joodse leiders gebracht

Laat de cursisten over de volgende vragen nadenken:

  • Heb je weleens het gevoel gehad dat niemand je begrijpt of begrijpt wat je doormaakt?

  • Heb je weleens het gevoel gehad dat je geen vergeving van je zonden kunt ontvangen?

Laat de cursisten gedurende hun studie van Markus 14 waarheden opzoeken waar iemand met dergelijke gevoelens iets aan kan hebben.

Laat een cursist Markus 14:32–34 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken hoe de Heiland Zich in de Hof van Gethsémané voelde.

  • Hoe voelde de Heiland Zich in de Hof van Gethsémané?

Als de cursisten geantwoord hebben, zet u de volgende woorden op het bord: ontdaan, angstig, zeer bedroefd.

Leg uit dat deze woorden betrekking hebben op het lijden dat Jezus Christus als onderdeel van de verzoening onderging.

  • Wat kunnen we van deze woorden over de verzoening van Jezus Christus leren? (Als de cursisten antwoord hebben gegeven, zet u de volgende waarheid op het bord: als onderdeel van zijn verzoening leed Jezus Christus in de hof van Gethsémané.)

Laat een cursist het volgende citaat van ouderling Neal A. Maxwell van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen om de cursisten deze leer duidelijk te maken:

Afbeelding
Ouderling Neal A. Maxwell

‘In Gethsémané was Jezus door het lijden “ontdaan” (Markus 14:33), of in het Grieks, ‘vol ontzag’ en ‘verbaasd’.

‘Stelt u zich voor: Jehova, de Schepper van deze en andere werelden, “verbaasd”! […] Hij had het onpeilbare en slopende proces van een verzoening nog nooit ondergaan. Dus toen de werkelijke zielenpijn in volle omvang tot Hem kwam, was die zoveel erger dan zelfs Hij met zijn unieke intellect Zich ooit had kunnen voorstellen! Geen wonder dat er een engel verscheen om Hem kracht te geven! (Zie Lukas 22:43.)

‘Het gecombineerde gewicht van alle sterfelijke zonden uit het verleden, het heden en de toekomst woog zwaar op die volmaakte, zondeloze en gevoelige Ziel! Ook al onze zwakheden, zonden en ziekten maakten op de een of andere wijze deel uit van die afschuwelijke rekening van de verzoening. (Zie Alma 7:11–12; Jesaja 53:3–5; Mattheüs 8:17.) […]

‘Hoopte Hij in zijn extreme nood misschien op een reddende ram in het struikgewas? Dat weet ik niet. ‘Zijn lijden was enorm, en dát vermenigvuldigd met de oneindigheid ervan, zette Hem ertoe om later aan het kruis uit te roepen waarom God Hem had verlaten. (Zie Mattheüs 27:46.) […]

‘De wonderbaarlijke en glorieuze verzoening was de centrale gebeurtenis in de gehele menselijke geschiedenis. Daardoor werd al het andere bepaald. Maar alles hing van de geestelijke onderworpenheid van Jezus af!’(‘Willing to Submit’, Ensign, mei 1985, 72–73.)

Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Markus 14:35–42 voor te lezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat de Heiland door zijn intense lijden deed.

  • Wat deed de Heiland door zijn intense lijden? (Zorg ervoor dat de cursisten begrijpen dat het lijden van Jezus zo intens was dat Hij vroeg of het mogelijk was om het te vermijden.)

Zet de volgende woorden op het bord: Jezus Christus leed […] zodat Hij […]

Leg uit dat we aan de hand van andere teksten het leed van Jezus Christus kunnen begrijpen en waarom Hij dat voor ons wilde doen.

Zet de volgende tekstverwijzingen op het bord: Jesaja 53:3–5 en Alma 7:11–13. Deel de klas op in koppels. Laat ze samen deze teksten lezen en opzoeken wat voor leed de Heiland onderging en waarom. Laat de cursisten in hun aantekenschrift of Schriftendagboek opschrijven hoe ze de zin op het bord zouden afmaken, aan de hand van wat ze uit Jesaja 53:3–5 en Alma 7:11–13 hebben geleerd.

Na voldoende tijd laat u enkele cursisten vertellen hoe ze de zin hebben afgemaakt. Hun antwoorden moeten in deze trant zijn: Jezus Christus heeft pijn, kwelling, verleiding, ziekte, ongemakken en verdriet geleden zodat Hij zou weten hoe Hij ons te hulp kon komen. Jezus Christus heeft voor onze zonden geleden zodat Hij onze overtredingen zou kunnen uitwissen. Herinner de cursisten eraan dat het lijden van de Heiland voor de zonden van de mensheid in Gethsémané begon en voortduurde totdat Hij aan het kruis overleed.

  • Hoe kan de kennis dat de Heiland heeft geleden, en waarom, nuttig voor ons zijn als wij met beproevingen, pijn en leed te maken krijgen? (Zie LV 45:3–5.)

  • Wanneer heb je gevoeld dat de Heiland je te hulp is gekomen op momenten van pijn, ziekte of verdriet?

  • Wat voor gevoelens heb je gehad toen je je bekeerde en merkte dat je zonden door de verzoening van Jezus Christus werden uitgewist?

Vat Markus 14:43–16:20 samen door uit te leggen dat Jezus voor een illegaal proces voor het Sanhedrin (de Joodse leiders) werd gebracht en ter dood werd veroordeeld. Na de dood aan het kruis en de opstanding van de Heiland, verscheen Hij aan zijn apostelen en stuurde hen erop uit om het evangelie te prediken, en beloofde Hij dat tekenen hen die geloofden zouden volgen.(Noot: de dood, begrafenis en opstanding van Jezus Christus zijn al uitvoerig in de les over Mattheüs 27–28 behandeld.)

Laat een cursist Markus 16:15 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken welke opdracht de Heiland aan zijn apostelen gaf.

  • Hoe kunnen jullie een bijdrage leveren aan de vervulling van de opdracht om het evangelie nu en in de toekomst in ‘heel de wereld’ te prediken?

Tot slot kunt u uw getuigenis geven van de waarheden die u vandaag hebt behandeld.

Volgende unit (Lukas 5:1–10:37)

Vraag de cursisten of zij zich ooit hebben afgevraagd of zij vergeving van hun zonden kunnen ontvangen. Leg uit dat als ze de komende week Lukas 5:1–10:37 bestuderen, ze meer leren over de bereidheid van de Heiland om hun zonden te vergeven, en wat zij kunnen doen om die vergeving te ontvangen.