Instituut
Hoofdstuk 52: Ether 11–15


Hoofdstuk 52

Ether 11–15

Inleiding

Toen Moroni de Jareditische kroniek beknopt overnam, onderbrak hij het historische relaas. Hij had vele beschrijvingen gegeven van het Jareditische volk dat de geloofsboodschap van hun profeten verwierp. Hij was getuige geweest van de goddeloosheid onder zijn eigen volk, de Nephieten, toen hij en zijn vader het evangelie predikten. Omdat hij wist dat soortgelijke omstandigheden in onze tijd zouden heersen, voegde hij Ethers leringen over geloof alsmede veel van zijn eigen leringen toe.

De cursisten zullen Ether 11–15 lezen en bestuderen en zo leren hoe zij de leringen van Ether en Moroni kunnen toepassen. U kunt ze duidelijk maken dat geloof in Christus hen in staat stelt een evenwichtig en toegewijd leven aan God te leiden. Uw klas behoort ook te begrijpen dat geloof in Christus tot wonderen en openbaringen leidt en ons helpt zwakheden sterk te maken.

Enkele leerstellingen en beginselen

  • Geloof en hoop vormen een anker voor onze ziel en maken ons zeker en standvastig (zie Ether 12:1–4).

  • Groot geloof gaat vooraf aan wonderen (zie Ether 12:5–22).

  • De Heer zal onze zwakheid sterk voor ons laten worden als we ons verootmoedigen en geloof in Hem hebben (zie Ether 12:23–41).

  • Het nieuwe Jeruzalem zal in Amerika worden gebouwd (zie Ether 13:2–12).

Onderwijsideeën

Ether 11–12. Introductie van lesthema’s

Vraag een cursist vooraf een presentatie voor te bereiden die is gebaseerd op de inleiding van hoofdstuk 52 en de toelichting op Ether 11 on page 395 in het cursistenboek. Vraag de cursist zijn presentatie aan het begin van de les te geven.

Neem een pakje zaadjes mee naar de klas. Vraag de cursisten of zij zich herinneren welke profeet uit het Boek van Mormon zaad gebruikte om in een geestelijk beginsel te onderwijzen. Als de cursisten zich herinneren dat Alma een zaadje gebruikte om in het woord van God en geloof te onderwijzen (zie hoofdstuk 30 in dit boek) vraagt u hun wat Alma’s definitie van geloof was (zie Alma 32:21 ). Verzoek de cursisten in Ether 12 op zoek te gaan naar raad waarmee ze hun geloof kunnen vergroten.

Ether 12:1–4. Geloof en hoop vormen een anker voor onze ziel en maken ons zeker en standvastig

Afbeelding
anchor

Laat een plaat van een anker zien (of teken een anker op het bord). Vraag de cursisten welke functie een anker heeft. Vraag ze Ether 12:4 op te slaan.

  • Wat is volgens dit vers ‘een anker (…) voor de ziel der mensen’?

  • Waarom hebben wij een anker voor onze ziel nodig?

Leg uit dat in de verzen 3–4 het resultaat van geloof staat. Zet de volgende schets op het bord, maar laat de vakken rechts van de pijlen leeg. Vraag de cursisten het schema op basis van de beginselen in de verzen 3–4 in te vullen. Mogelijke antwoorden zijn:

Geloof leidt tot

Bekering

Vervulling van alle dingen

Hoop

Goede werken

Verheerlijking van God

Vraag de cursisten hoe geloof tot elk beginsel of elke actie leidt die nu rechts van de pijlen staan. Bespreek elk onderwerp kort.

  • Hoe verschaft geloof in Christus u hoop en een anker voor uw ziel?

Ether 12:5–22. Groot geloof gaat vooraf aan wonderen

Vraag een cursist Ether 12:6 voor te lezen .

Schrijf op het bord: Wat houdt een geloofsbeproeving in? Vraag een of twee cursisten kort voorbeelden te geven van geloofsbeproevingen die zij of andere mensen die zij kennen hebben gehad.

Vraag de cursisten te luisteren naar de volgende citaten en stel beginselen vast die verband houden met geloofsbeproevingen. Het citaat van president James E. Faust staat ook op de meegeleverde dvd A.

‘Niemand kan eeuwig heil beërven zonder een grondige geloofsbeproeving en gehoorzaamheid aan de beginselen van eeuwige waarheid die vanaf het begin zijn ingesteld voor het heil en de verhoging van het mensdom’ (Joseph Fielding Smith, Answers to Gospel Questions, samengesteld door Joseph Fielding Smith jr., 5 delen [1957–1966], deel 4, p. 150).

‘Iedereen moet door het vuur van de smelter gaan, waardoor de onbelangrijke zaken in ons leven wegsmelten als schuim en er helder, gezond en krachtig geloof ontstaat. Er lijkt voor iedereen een ruime mate van kwelling, verdriet en angst te zijn weggelegd, ook voor hen die ijverig proberen het goede te doen en getrouw te blijven. Het is deel van het zuiveringsproces om God te leren kennen.’ (James E. Faust, Conference Report, april 1997, p. 85; of Ensign, mei 1997, 63).

Leg uit dat een geloofsbeproeving soms in de vorm van moeilijkheden komt; dat is echter niet de enige manier waarop ons geloof wordt beproefd. Vraag een cursist het citaat van ouderling Richard G. Scott op p. 396 in het cursistenboek voor te lezen. Dit citaat staat ook op de meegeleverde dvd B.

  • Hoe omschreef ouderling Scott een geloofsbeproeving?

Ether 12:6–22 verwijst naar voorbeelden uit de Schriften van mensen die grote zegeningen kregen doordat zij hun geloofsbeproevingen doorstonden. Zet het volgende schema op het bord:

Wie worden er genoemd?

Hoe oefenden zij geloof?

Welke zegeningen ontvingen zij?

Splits de klas op in koppels of in groepjes. Zeg elk koppel of groepje het schema op een blaadje over te nemen. Vraag ze Ether 12:6–22 te lezen en de antwoorden op de vragen in het schema op te schrijven.

Als de cursisten voldoende tijd hebben gekregen om de oefening te maken, laat u ze nadenken over zegening die in vers 19 wordt genoemd.

  • Hoe is deze zegen een voorafschaduwing van wat alle getrouwen uiteindelijk zullen ervaren?

  • Hoe bereiden de zegeningen die voortvloeien uit geloof ons voor om de tegenwoordigheid van de Heer in te gaan?

Leg uit dat de apostel Petrus waardevolle inzichten bood over de beproeving van ons geloof. Laat de cursisten vaststellen welke inzichten dat zijn terwijl een cursist 1 Petrus 4:12–13 voorleest.

  • Petrus zei dat we het niet vreemd moeten vinden als we beproevingen krijgen. Hoe kan dit beginsel ons sterken in tijden van beproeving? (U kunt wellicht uitleggen dat we beproevingen beter doorstaan als we weten dat ze deel uitmaken van het leven.)

Geef uw getuigenis dat God Zich aan zijn beloften houdt en ons beloont als we onze geloofsbeproevingen doorstaan.

Ether 12:23–41. De Heer zal onze zwakheid sterk voor ons laten worden als we ons verootmoedigen en geloof in Hem hebben

Vraag een cursist naar voren te komen en zich tien keer op te drukken.

  • Wat zou er gebeuren als [naam van de cursist] dit elke dag blijft doen?

  • Waarom worden spieren sterker door oefening?

  • Welke geestelijke overeenkomsten zijn er met lichamelijke oefening?

Leg uit dat Ether 12 ons duidelijk maakt hoe menselijke zwakheden met de kracht van de Heer kunnen worden overwonnen. Vraag de cursisten Ether 12:23–25 te zoeken naar de zwakte die Moroni zag in de kroniek die hij aan het samenstellen was. Vraag de cursisten wat ze hebben gevonden.

Vraag een cursist Ether 12:27 voor te lezen . Dit vers bevat de belofte dat de genade van de Heer genoeg is om ons onze zwakheid te laten overwinnen (u kunt eventueel verwijzen naar de toelichting bij Ether 12:27 op pp. 398–399 in het cursistenboek). Laat de cursisten Ether 12:26–28 doorlezen op eigenschappen die we moeten verwerven om de genade van de Heer genoeg te laten zijn om ‘zwakke dingen sterk voor [ons te ] laten worden.’ U kunt de deelnemers in overweging geven om die eigenschappen in hun Schriften te markeren. Hun lijstje kan bestaan uit ootmoed, zachtmoedigheid, geloof, hoop en naastenliefde.

  • Hoe kunnen die eigenschappen ons geestelijke kracht helpen ontwikkelen?

  • Hoe houden die eigenschappen verband met tot Christus komen?

  • Hoe kan de geestelijke kracht die we door de genade van Christus ontvangen menselijke zwakheid compenseren?

Leg uit dat toen Moroni de woorden van de Heer in de verzen 26–28 hoorde hij ‘vertroost was’ (Ether 12:29) en zijn getuigenis van de Heer gaf. Vraag de cursisten Ether 12:29–36 te lezen en te letten op hoe Moroni zijn getuigenis onder woorden bracht. Raad ze aan te letten op uitingen die beginnen met ‘ik weet’ of ‘ik herinner mij’.

  • Van welke waarheden getuigde Moroni?

  • Hoe heeft uw getuigenis van deze waarheden uw leven beïnvloed?

Lees Ether 12:37 klassikaal.

  • Welke zegen zou Moroni volgens dit vers ontvangen, omdat hij zijn zwakheid had gezien?

  • Denk aan een zwakheid die u hebt. Hoe kunt u van deze zwakheid door op de hulp van de Heer te vertrouwen een bron van kracht maken? (Laat de cursisten over deze vraag nadenken, zonder hun het gevoel te geven dat ze antwoord moeten geven.)

Vraag een cursist Ether 12:38–41 voor te lezen.

  • Hoe vindt u het dat deze leringen rechtstreeks van de Heer kwamen?

  • Welke redenen geeft Moroni ons om ‘die Jezus […] te zoeken’?

Vraag de cursisten te vertellen hoe zij kracht kregen toen zij tot de Heiland kwamen.

Ether 13:2–12. Het nieuwe Jeruzalem zal in Amerika worden gebouwd

Teken op het bord een eenvoudig schema zoals het onderstaande, maar laat de woorden Nieuwe en Oude weg.

Nieuwe Jeruzalem

Oude Jeruzalem

Leg uit dat deze schets de wereld voorstelt. Vraag de cursisten of ze ooit over twee Jeruzalems hebben gehoord. Zo ja, vraagt u ze waar deze steden liggen. Leg uit dat Ether 13:2–12 aantoont dat Ether een ziener was. In deze verzen heeft Moroni het over Ethers profetieën van het nieuwe Jeruzalem en het oude Jeruzalem. Voeg de woorden Nieuwe en Oude aan de schets toe.

Laat de ene helft van de klas Ether 13:2–12 lezen en op zoek gaan naar Ethers profetieën over het oude Jeruzalem. Laat de andere helft van de klas dezelfde verzen lezen en op zoek gaan naar Ethers profetieën over het nieuwe Jeruzalem. Vraag elke groep iemand aantekeningen te laten maken over wat zij leren. Als de klas voldoende tijd heeft gehad, verzoekt u de notulisten de profetieën onder ‘Oude Jeruzalem’ of ‘Nieuwe Jeruzalem’ op het bord te zetten.

Het voltooide bord kan de volgende informatie te zien geven:

Oude Jeruzalem

  1. Het zou worden verwoest (zie vers 5).

  2. Het zou wederom worden opgebouwd, een heilige stad voor de Heer (zie vers 5).

  3. Het zou voor het huis Israëls worden gebouwd (zie vers 5).

  4. Zijn inwoners zouden worden gereinigd door de verzoening van Jezus Christus (zie vers 11).

  5. De verstrooide nakomelingen van de voormalige inwoners van Jeruzalem zouden vergaderd worden (zie vers 11).

  6. Zijn inwoners zouden deelgenoten worden van de vervulling van het verbond dat God met Abraham heeft gesloten (zie vers 11).

Nieuwe Jeruzalem

  1. Het zal in Amerika worden gebouwd (zie vss. 2–3, 6, 8).

  2. Het zal uit de hemel neerdalen (zie vers 3).

  3. Het zal het gewijde heiligdom des Heren zijn (zie vers 3).

  4. Het zal gebouwd worden voor het overblijfsel van het nageslacht van Jozef (zie vers 6).

  5. Het zal zoals het Jeruzalem vanouds zijn (zie vers 8).

  6. Zijn inwoners worden gereinigd door de verzoening van Jezus Christus (zie vers 10).

Bij punt 3 onder ‘Oude Jeruzalem’ kunt u uitleggen dat het woord voor in Ether 13:5 ‘ten behoeve van’ betekent. Bij punt 2 onder ‘Nieuwe Jeruzalem’ kunt u eventueel uitleggen dat de profetie in Ether 13:3 deels in vervulling zal gaan als de stad van Henoch op aarde terugkeert en samengaat met het nieuwe Jeruzalem (zie ook Mozes 7:13–21, 62–64).

Vraag de cursisten welke zegeningen van het nieuwe Jeruzalem ons nu ter beschikking staan, ongeacht waar we wonen. Maak de cursisten duidelijk dat hoe meer we ons toeleggen op rechtschapen leven, des te meer we vrede en geluk zullen ervaren. U kunt Leer en Verbonden 59:23 met ze bespreken.

Nodig de cursisten uit om zich elke dag toe te leggen op rechtschapen leven. Geef uw getuigenis van de zegeningen die we nu en later krijgen als gevolg van onze rechtschapen levenswijze.

Ether 14–15. De ondergang van de Jareditische beschaving

Vraag of een van de cursisten de ondergang van de Jaredieten in Ether 14–15 kan samenvatten. Als niemand dat lukt, vat u deze twee hoofdstukken kort samen. U kunt ook een cursist vragen de resumés van de hoofdstukken voor te lezen.

Schrijf de volgende teksten op het bord en vraag de cursisten ze te lezen en vast te stellen wat het was dat tot de ondergang van de Jaredieten leidde.

  • Hoe kreeg Satan veel vat op het hart van dit volk?

  • Wat kunnen we uit de ondergang van de Jaredieten leren?