Instituut
Hoofdstuk 3: 1 Nephi 6–11


Hoofdstuk 3

1 Nephi 6–11

Inleiding

In 1 Nephi 6 verklaart Nephi dat ‘[zijn] gehele oogmerk’ is de mensen ertoe te bewegen tot Christus te komen en ‘te worden gered’ (vers 4). In 1 Nephi 8 en 11 bekrachtigt zijn verslag van het visioen van de boom des levens deze verklaring. Terwijl u leiding geeft aan een bespreking van het visioen kunt u de cursisten laten inzien hoe de elementen van het visioen op hen persoonlijk betrekking hebben. U kunt ze ook inzicht geven in Nephi’s voorbereiding om openbaring te ontvangen.

Enkele leerstellingen en beginselen

  • Het Boek van Mormon is geschreven om mensen ertoe te bewegen tot Christus te komen (zie 1 Nephi 6).

  • Het huwelijksverbond is bedoeld om kinderen in de Heer groot te brengen (zie 1 Nephi 7:1–5).

  • Om het eeuwige leven te ontvangen, moeten we tot Christus komen (zie 1 Nephi 8; 11).

  • Door de macht van de Heilige Geest openbaart God waarheid aan allen die Hem ijverig zoeken (zie 1 Nephi 10:17–22; 11:1–8).

Onderwijsideeën

1 Nephi 6. Het Boek van Mormon is geschreven om mensen ertoe te bewegen tot Christus te komen

Laat een paar geschikte boeken zien waarmee de cursisten bekend zijn. Vraag over elk boek:

  • Wat denkt u dat de auteur met het schrijven van dit boek heeft willen bereiken?

Schrijf 1 Nephi 6 op het bord. Laat daarna een exemplaar van het Boek van Mormon zien en vraag:

  • Wat was Nephi’s oogmerk met het schrijven van zijn kroniek?

Vraag de cursisten 1 Nephi 6 te lezen. Vraag ze Nephi’s oogmerk in hun eigen woorden weer te geven. (Misschien zult u de zinsnede ‘de God van Abraham, en de God van Isaak, en de God van Jakob’ moeten uitleggen. Zie het citaat van president Ezra Taft Benson op p. 19 in het cursistenboek.)

  • Wat bent u door het Boek van Mormon over Jezus Christus te weten gekomen?

Om de cursisten inzicht te geven in hoe zeer het Boek van Mormon de Heiland verkondigt, laat u ze het register van het Boek van Mormon of de tripelcombinatie opslaan en kijken naar alle lemma’s onder ‘Jezus Christus’.

Moedig de cursisten aan om aan hun familie en vrienden te vertellen hoe zeer het Boek van Mormon hun geloof in Jezus Christus versterkt heeft.

1 Nephi 7:1–5. Het huwelijksverbond is bedoeld om kinderen in de Heer groot te brengen

Zet de volgende vragen op het bord of op een uitreikblad:

  • Wat zei de Heer dat de zoons van Lehi moesten doen voordat ze de wildernis in trokken op weg naar het beloofde land? (Zie 1 Nephi 7:1.)

  • Welke reden wordt er in 1 Nephi 7:1 voor dit gebod gegeven?

  • Welke woorden of zinsneden in de verzen 1 Nephi 7:1–2 geven aan dat de Heer een duidelijke mening over het huwelijk heeft?

  • Hoe denkt u dat hun eerdere tocht naar Jeruzalem de zoons van Lehi heeft geholpen om ‘voor de Heer [kinderen] te verwekken’? (Zie 1 Nephi 5:21–22.)

Vraag de cursisten naar antwoorden te zoeken in de aangegeven verzen. Als u de cursisten de tijd hebt gegeven om de Schriften te onderzoeken, vraagt u ze naar hun antwoorden. Vraag ze vervolgens de volgende vragen te bespreken:

  • Wat zou een echtpaar het meest stimuleren om ‘voor de Heer [kinderen] te verwekken’?

  • Hoe zou een tempelhuwelijk bijdragen tot het ‘voor de Heer’ grootbrengen van kinderen?

  • Wat kunt u nu doen om u voor te bereiden op dat soort huwelijk?

Lees het volgende citaat van ouderling Richard G. Scott, lid van het Quorum der Twaalf Apostelen, voor of laat een cursist dat doen:

‘Zorg dat u de verordeningen van de tempel ontvangt, als u daarvoor de gestelde leeftijd hebt en er klaar voor bent. Als u momenteel niet aan een rechtschapen partner verzegeld bent, leef daar dan naartoe. Bid erom. Oefen uw geloof dat u die zegen krijgt. Doe nooit iets dat die zegen op losse schroeven zet. Als u de hoop op een eeuwig huwelijk hebt opgegeven, durf dan weer te hopen’ (Conference Report, april 2001, p. 6; of Ensign, mei 2001, p. 7).

  • Hoe oefenen mensen hun geloof dat ze een eeuwig huwelijk zullen sluiten?

Leg uit dat de Heer het huwelijksverbond een vereiste maakte, voordat Lehi’s zoons naar het beloofde land konden gaan. Hij heeft het ook een vereiste gemaakt voor de verhoging in de hoogste graad van het celestiale koninkrijk (zie LV 131:1–3).

Getuig van het grote plan van geluk en de essentiële rol die het eeuwig huwelijk in dat plan speelt.

1 Nephi 8; 11. Om het eeuwige leven te ontvangen, moeten we tot Christus komen

Teken een fruitboom op het bord.

Naast de boom schrijft u de volgende tekstverwijzingen:

Afbeelding
fruit tree

Groep 1

1 Nephi 8:10–12; 11:8–25; 15:36; LV 14:7

Groep 2

1 Nephi 8:21–28, 31–34; 11:35–36; 12:16–18; 15:26–28

Groep 3

1 Nephi 8:19–20, 30; 11:25; 15:23–24

Deel de klas op in drie groepjes. Wijs elke groep een blok tekstverwijzingen op het bord toe.

Geef elke groep de onderstaande vragen die corresponderen met de hun toegewezen verzen. (U kunt een uitreikblad of fotokopieën van deze pagina’s maken.) Vraag ze de verzen te lezen, de vragen in de groep te bespreken, en een korte bespreking voor de andere deelnemers aan de les voor te bereiden. In hun besprekingen in groep en met de klas dienen zij elkaar de betekenis van de symbolen in het visioen van de boom des levens duidelijk te maken, alsmede de hedendaagse toepassing van deze symbolen. Ze kunnen de vragen die ze van u hebben gekregen gebruiken, maar ze mogen ook hun eigen vragen bedenken. Geef elke groep voldoende tijd om de passages te lezen en te bespreken en hun klassikale bespreking voor te bereiden. Laat elke groep een woordvoerder aanwijzen om de klassikale bespreking te leiden.

Terwijl u de eerste groep helpt, meldt u dat het citaat van ouderling Neal A. Maxwell op de meegeleverde dvd staat A.

Groep 1

1 Nephi 8:10–12; 11:8–25; 15:36; LV 14:7 (de boom en de vrucht)

  • Waarom is de boom volgens u een geschikt symbool van de liefde Gods?

  • Toen Nephi vroeg wat de boom voorstelde, toonde de Geest hem de geboorte en bediening van de Heiland. Hoe openbaren het leven en de bediening van de Heiland Gods liefde voor ons? (Om het verband te zien tussen de boom des levens, de liefde Gods en de verzoening van Jezus Christus leest u het citaat van ouderling Neal A. Maxwell op p. 22 in het cursistenboek voor.)

Ouderling David A. Bednar heeft verklaard dat ‘de vruchten aan de boom […] een symbool [zijn] van de zegeningen van de verzoening van de Heiland’ (‘Een reservoir levend water’ [haardvuuravond van CES voor jongvolwassenen, 4 februari 2007], p. 6, ldsces.org). Door 1 Nephi 15:36 en Leer en Verbonden 14:7 te onderzoeken , zien we het verband tussen de vrucht van de boom en het eeuwige leven.

  • Waarom is de vrucht volgens u een geschikt symbool van de zegeningen van de verzoening?

Groep 2

1 Nephi 8:21–28, 31–34; 11:35–36; 12:16–18; 15:26–28 (de mist van duisternis en het grote en ruime gebouw)

  • Welke ‘misten van duisternis’ waren er nu rond in de wereld? Hoe leiden deze misten mensen naar ‘verboden paden’?

  • Hoe kunnen deze invloeden mensen ervan weerhouden om tot de Heiland te komen?

  • Waarom zou het de mensen in het ‘grote en ruime gebouw’ kunnen lukken om sommige mensen over te halen de boom des levens te verlaten? Wat zijn enkele hedendaagse voorbeelden van het gebouw?

  • Hoe verschillen de mensen in de verzen 30 en 33 in 1 Nephi 8 van de mensen in de verzen 24–25 en 28?

Groep 3

1 Nephi 8:19–20, 30; 11:25; 15:23–24 (de roede van ijzer en het enge en smalle pad)

  • Hoe wisten sommige mensen door de mist van duisternis bij de boom des levens te komen?

  • Hoe behoedt het woord Gods ons voor gevaar? Hoe leidt het woord Gods ons naar de Heiland?

  • Waar kunnen wij het woord Gods vinden?

1 Nephi 10:17–22; 11:1–8. Door de macht van de Heilige Geest openbaart God waarheid aan allen die Hem ijverig zoeken

Schrijf op het bord Openbaring komt door de kracht van de Heilige Geest.

Maak de cursisten duidelijk dat zij, evenals Nephi, geestelijke ervaringen kunnen hebben, waarin zij goddelijke waarheid geopenbaard krijgen. Deze gewijde ervaringen zijn uniek en specifiek voor hun omstandigheden. Om hun een idee te geven van de zegeningen die ze kunnen krijgen, leest u de volgende uitspraak van de profeet Joseph Smith voor:

‘Niemand kan de Heilige Geest ontvangen zonder openbaringen te ontvangen. De Heilige Geest is een openbaarder’ (History of the Church, 6:58).

‘Als we kennis van God hebben, beginnen we erachter te komen hoe we Hem moeten benaderen en hoe we Hem iets moeten vragen om een antwoord te krijgen.

‘Als wij Gods karakter begrijpen, en we Hem leren kennen, begint Hij de hemelen voor ons te ontvouwen en ons erover te vertellen. Zijn wij klaar om tot Hem te komen, dan is Hij klaar om tot ons te komen’ (History of the Church, 6:308).

Vraag de cursisten 1 Nephi 10:17–22; 11:1–8 te bestuderen en te zoeken naar beginselen die hen kunnen helpen om met de kracht van de Heilige Geest kennis op te doen. (Wellicht wilt u de klas in koppels opdelen, zodat ze hun bevindingen met een ander kunnen bespreken.)

Als ze voldoende tijd hebben gekregen, gebruikt u de volgende vragen om de cursisten in de gelegenheid te stellen hun bevindingen aan de hele klas te vertellen:

  • Wat wilde Nephi weten?

  • Hoe bereidde Nephi zich volgens 1 Nephi 10:17 voor om een antwoord te krijgen?

  • Hoe kan de ervaring die Nephi in zijn kroniek opnam ons helpen om openbaring voor onszelf te ontvangen?

Zet de volgende vragen op het bord:

  • Hoe openbaart de Heilige Geest de waarheid? (Zie LV 8:2–3.)

  • Wat kan ons ervan weerhouden om leiding van de Heilige Geest te krijgen?

Vraag een cursist het citaat van ouderling David A. Bednar op p. 25 in het cursistenboek voor te lezen (staat ook op de meegeleverde dvd B). Voordat de cursist het citaat voorleest, vraagt u alle cursisten te letten op antwoorden op de vragen die op het bord staan. Als het citaat is voorgelezen, laat u de cursisten hun bevindingen vertellen.

Moedig de cursisten aan om over hun leven na te denken en te bepalen welk beginsel ze zal helpen om meer open te staan voor persoonlijke openbaring. Geef ze in overweging om over dit beginsel in hun dagboek of in hun Schriften te schrijven.

Geef uw getuigenis dat de Geest ons zal helpen als we ijverig op zoek naar waarheid gaan.

1 Nephi 11:16–34. Uit de goedgunstigheid van Jezus Christus blijkt Gods liefde

Vraag de cursisten het woord goedgunstigheid in 1 Nephi 11:16 en 26 op te zoeken. Geef ze in overweging dit woord te markeren. Leg uit dat het woord omschreven kan worden met welwillende gezindheid, meer in het bijzonder de welwillendheid van Jezus Christus om uit de hemel neder te dalen en de gedaante van een mens op Zich te nemen.

  • Hoe omschrijft dit woord de zending van de Heiland?

Vraag de cursisten 1 Nephi 11:26–34 te lezen. Vraag de cursisten om, terwijl deze verzen worden voorgelezen, de gebeurtenissen te markeren of op een rijtje te zetten die de goedgunstigheid van de Heiland duidelijk maken. Als de verzen zijn voorgelezen, laat u de cursisten de gebeurtenissen opnoemen die zij hebben opgemerkt. Vraag ze waarom ze die gebeurtenissen hebben gemarkeerd of aan hun lijstje hebben toegevoegd.

  • Hoe kan Jezus’ bediening op aarde ons begrip geven van Gods liefde?

Geef uw getuigenis van hoe de Heiland blijk geeft van de liefde van onze hemelse Vader. Moedig de cursisten aan om hun familie en vrienden te vertellen over hun waardering voor Gods volmaakte liefde.