Instituut
Hoofdstuk 44: 3 Nephi 20–22


Hoofdstuk 44

3 Nephi 20–22

Inleiding

Vóór de wonderbaarlijke gebeurtenissen die in 3 Nephi 17–19 zijn opgetekend hun beslag kregen, sprak Jezus Christus eerst over de vervulling van zijn verbonden met Israël (zie 3 Nephi 15–16). 3 Nephi 20–22 bevat het vervolg van deze leringen (zie 3 Nephi 20:10). U bent in de gelegenheid om de cursisten duidelijk te maken hoe de gebeurtenissen die in die hoofdstukken worden geprofeteerd, met inbegrip van de komst van het Boek van Mormon en de vestiging van de kerk in de laatste dagen, het bewijs zijn dat Gods goedertierenheid niet van zijn volk wijkt. De vergadering van Gods volk in de laatste dagen is een bewijs dat Hij barmhartig voor hen zal zijn met ‘eeuwigdurende goedertierenheid’ (zie 3 Nephi 22:8–10) en dat Hij hen ‘huiswaarts [zal vergaderen] naar hun erfland’ (3 Nephi 21:28).

Enkele leerstellingen en beginselen

  • Onze hemelse Vader heeft beloofd dat Hij Israël in de laatste dagen zou vergaderen (zie 3 Nephi 20:11–29).

  • Het Boek van Mormon speelt een grote rol in de vergadering van Israël (zie 3 Nephi 21:1–21).

  • De Heer herinnert Zich zijn verbondsvolk met barmhartigheid en eeuwigdurende goedertierenheid (zie 3 Nephi 22:1–13).

  • Gods volk en koninkrijk zal ten slotte zegevieren (zie 3 Nephi 22:14–17).

Onderwijsideeën

3 Nephi 20:1–9. Een gebed in ons hart houden, nodigt de invloed van de Heilige Geest uit

Vraag de cursisten 3 Nephi 19 vluchtig door te nemen. Vraag een cursist de ervaring te omschrijven die de Nephieten met gebed in de aanwezigheid van de Heiland hadden.

Vraag de cursisten 3 Nephi 20:1 te lezen.

  • Wat vroeg Jezus de mensen te doen na hun bijzondere ervaring met gebed?

  • Wat betekent het om een gebed in uw hart te hebben?

Lees het volgende citaat van president Boyd K. Packer van het Quorum der Twaalf Apostelen voor:

‘Gebed is zo’n cruciaal onderdeel van openbaring dat zonder gebed de sluier voor u misschien niet zal worden weggeschoven. Leer bidden. Bid vaak. Bid in gedachten, bid in uw hart. Bid op uw knieën’ (Conference Report, oktober 1994, p. 76; of Ensign, november 1994, p. 59).

  • Hoe zal de menigte haar voordeel hebben gedaan wanneer ze met een gebed in het hart naar de leringen van de Heiland luisterde?

  • Welke zegeningen kunt u krijgen als u eraan denkt een gebed in uw hart te hebben?

  • Wat heeft u geholpen om een gebed in uw hart te hebben?

3 Nephi 20:11–29. Onze hemelse Vader heeft beloofd dat Hij Israël in de laatste dagen zou vergaderen

Vraag een cursist een aantal dagen vóór de les om een korte presentatie over de verstrooiing van Israël voor te bereiden. Vraag de cursist daarbij van de ‘Beknopt overzicht van de verstrooiing van Israël’ op p. 438 in het cursistenboek gebruik te maken. Vraag de cursist tijdens zijn presentatie de illustraties op p. 438 op het bord te zetten.

Maak fotokopieën van het document getiteld ‘De vergadering van Israël’ op p. 439 in het cursistenboek. Neem de kopieën mee voor de cursisten die hun cursistenboek niet bij zich hebben.

Laat de cursisten tijdens de les weten dat ze belangrijke achtergrondinformatie over 3 Nephi 20–22 zullen horen. Vraag de cursist zijn of haar presentatie te geven.

Vraag een cursist om na de presentatie 3 Nephi 20:11–13 voor te lezen.

  • Wat vroeg de Heiland aan de mensen om te onthouden over het verstrooide Israël?

Deel de klas op in vijf groepjes. Geef elke cursist een kopie van ‘De vergadering van Israël’ (of vraag ze p. 439 in het cursistenboek op te slaan). Wijs aan elk groepje een paragraaf op het uitreikblad toe. Vraag de groepjes een samenvatting te maken van wat ze te weten zijn gekomen. (Als de klas niet groot genoeg is voor vijf groepjes, wijst u of meerdere paragrafen aan de groepjes toe of behandelt u niet alle paragrafen.)

Na voldoende tijd te hebben gehad voor bestudering en bespreking vraagt u de cursisten wat ze te weten zijn gekomen. Moedig ze aan om het kort te houden. Laat de andere cursisten goed luisteren en notities maken op hun uitreikblad. Verduidelijk zo nodig wat de cursisten zeggen.

Vraag een cursist 3 Nephi 20:13 voor te lezen.

  • Welke twee beloften worden er in dit vers gedaan?

  • Wat is het verband tussen deze twee beloften?

Laat een cursist naar voren komen. Zeg de cursist dat u een paar vragen gaat stellen die hij of zij moet beantwoorden alsof hij of zij aan geheugenverlies lijdt. Stel de volgende of soortgelijke vragen:

  • Wie bent u? Hoe heet u? Waar komt u vandaan? Waar gaat u naartoe? Waar is uw familie?

Na dit rollenspel leidt u een bespreking met gebruik van de volgende vragen:

  • Welke problemen zou u met geheugenverlies hebben?

  • Hoe kunnen mensen iemand met geheugenverlies zijn of haar identiteit helpen herinneren?

Laat een cursist de tweede alinea van de inleiding van hoofdstuk 44 in het cursistenboek voorlezen.

  • Hoe kan van sommige leden van het huis van Israël volgens de alinea gezegd worden dat ze aan ‘geestelijk geheugenverlies’ lijden?

Lees de volgende definitie van de verstrooiing en vergadering van Israël:

‘Waarom werd Israël verstrooid? (…) Onze Israëlitische voorouders werden verstrooid omdat ze het evangelie verwierpen, het priesterschap onteerden, de kerk verzaakten en het koninkrijk verlieten. (…)

‘Wat houdt de vergadering van Israël dan in? De vergadering van Israël bestaat uit het geloven, aanvaarden en naleven van alles wat de Heer zijn uitverkoren volk eens heeft aangeboden. Zij bestaat uit geloof in de Heer Jezus Christus, uit bekering, uit de doop en de gave van de Heilige Geest, en uit gehoorzaamheid aan de geboden Gods. Zij bestaat uit geloof in het evangelie, toetreding tot de kerk en het koninkrijk. Zij bestaat uit het ontvangen van het heilige priesterschap, de begiftiging met macht uit de hemel in heilige gebouwen, en alle zegeningen van Abraham, Isaak en Jakob door de verordening van het celestiale huwelijk. En zij kan ook bestaan uit bijeenkomen op een aangewezen plek of land van aanbidding’ (Bruce R. McConkie, A New Witness for the Articles of Faith [1985], p. 515).

Maak de cursisten duidelijk dat onze hemelse Vader en de Heiland Zich persoonlijk bezighouden met de vergadering van Israël. Lees de volgende verzen met de cursisten en vraag ze te letten op woorden en zinsneden die de rol van de Vader en de Zoon bij de vergadering aanduiden. Vraag de cursisten na elk vers wat ze hebben gevonden.

3 Nephi 20:18 (‘Ik zal mijn volk verzamelen, zoals iemand zijn schoven verzamelt op de dorsvloer.’)

3 Nephi 20:21 (‘Het zal geschieden dat Ik mijn volk zal vestigen, o huis Israëls.’)

3 Nephi 20:26 (‘De Vader heeft Mij (…) gezonden om u te zegenen door eenieder van u af te wenden van zijn ongerechtigheden; en wel omdat gij kinderen van het verbond zijt.’)

3 Nephi 20:29 (‘Ik zal denken aan het verbond dat Ik met mijn volk gesloten heb; (…) dat Ik hen in de door Mij bestemde tijd zal vergaderen, dat Ik hun het land van hun vaderen zal teruggeven.’)

3 Nephi 20:39 (‘Mijn volk [zal] mijn naam kennen.’)

Stel de cursisten in de gelegenheid om hun gedachten of gevoelens weer te geven over de liefde die onze hemelse Vader en Jezus Christus voor alle mensen hebben. Vraag de cursisten zich open te stellen voor ingevingen over hoe zij hun hemelse Vader kunnen helpen bij de vergadering van zijn kinderen.

3 Nephi 21:1–21. Het Boek van Mormon speelt een grote rol in de vergadering van Israël

Lees 3 Nephi 21:1–2, 7 met de cursisten. U zult wellicht moeten uitleggen dat de zinsnede in vers 2, ‘deze dingen die Ik u verkondig’, betrekking heeft op het Boek van Mormon.

  • Welk teken zou volgens de Heer een aanwijzing zijn dat de vergadering van Israël is begonnen?

  • Hoe helpt het Boek van Mormon, behalve dat het een teken van de vergadering is, nog meer bij de vergadering van mensen tot de kerk van de Heer?

Laat de cursisten het titelblad van het Boek van Mormon opslaan. Vraag een cursist de tweede alinea voor te lezen.

  • Wat verkondigt het Boek van Mormon aan de leden van het huis van Israël?

Laat de cursisten het volgende citaat van ouderling C. Scott Grow van de Zeventig voorlezen, waarin de rol van het Boek van Mormon bij de vergadering in de laatste dagen wordt uitgelegd:

‘Jezus Christus heeft ons het Boek van Mormon gegeven als middel om het verstrooide Israël te vergaderen [zie 3 Nephi 21:7]. (…)

Het Boek van Mormon is zijn eigen getuigenis voor de mensen in Latijns-Amerika en in alle landen. Het is in deze laatste dagen tevoorschijn gekomen en is een getuigenis dat God opnieuw is begonnen om het verstrooide Israël te vergaderen (…).

‘(…) Het Boek van Mormon, eveneens een testament aangaande Jezus Christus, is het middel waardoor mensen uit alle landen zich in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen zullen vergaderen’ (Liahona, november 2005, p. 35; cursivering in origineel).

  • Hoe heeft het Boek van Mormon u geholpen om tot Christus te komen?

  • Hoe kunnen wij het Boek van Mormon gebruiken om onze hemelse Vader te helpen bij de vergadering van zijn kinderen?

Laat de cursisten 3 Nephi 21:9–11 lezen. Terwijl zij dat doen, legt u uit dat ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd dat de ‘dienstknecht’ in deze verzen Joseph Smith is (zie Christ and the New Covenant: The Messianic Message of the Book of Mormon [1997], pp. 287–288).

  • Met welke gevolgen krijgen de mensen te maken die het Boek van Mormon en de woorden van Jezus Christus die aan Joseph Smith zijn geopenbaard, afwijzen?

Laat de cursisten Deuteronomium 18:18–19 en Handelingen 3:20–23 lezen en raadt ze aan van deze verzen en 3 Nephi 21:11 een kruisverwijzing te maken.

3 Nephi 22:1–13. De Heer herinnert Zich zijn verbondsvolk met barmhartigheid en eeuwigdurende goedertierenheid

Vraag een cursist 3 Nephi 22:5–6 voor te lezen. Vergewis u ervan dat de cursisten begrijpen dat de zinsnede ‘uw man’ in deze verzen verwijst naar de Heiland, en dat de zinsnede ‘een verlaten en diepbedroefde vrouw (…), als een vrouw uit de jeugdtijd’ verwijst naar het verstrooide Israël.

Vraag een cursist 3 Nephi 22:7–10 voor te lezen.

  • Wat leren we uit deze tekst omtrent de Heiland en zijn rol in de vergadering?

Ter samenvatting van dit beginsel kunt u de cursisten de toelichting bij 3 Nephi 22 op p. 346 in het cursistenboek laten lezen.

3 Nephi 22:14–17. Gods volk en koninkrijk zal ten slotte zegevieren

Vraag een cursist een tent op het bord te tekenen.

Laat een cursist 3 Nephi 22:2 voorlezen.

  • Hoe kunnen we een tent uitbreiden?

  • Wat wordt er bedoeld met ‘maak uw touwen lang en sla uw pinnen vast’?

Leg uit dat men vroeger, als men een kleine tent groter wilde maken, de pinnen uit de grond haalde en ze verder weg van de middenpaal plaatste, en meer palen toevoegde — om zo meer ruimte in de tent te creëren. Dat wordt er bedoeld met ‘maak uw touwen lang en sla uw pinnen vast’.

Lees het volgende citaat van president Ezra Taft Benson (1899–1994), de dertiende president van de kerk, voor:

‘De term pin [ring] is een symbolische uitdrukking. Beeld u een grote tent in die is vastgezet met touwen, die aan vele pinnen zijn verbonden die in de grond zijn geslagen. De profeten vergeleken het hedendaagse Zion met een grote tent die zich over de hele aarde uitstrekt. De tent was vastgezet met koorden die verbonden waren aan pinnen. Die pinnen [ringen] zijn de verschillende geografische organisaties die over de aarde verspreid zijn. Momenteel wordt Israël vergaderd in de verschillende ringen in Zion’ (‘Strengthen Thy Stakes’, Ensign, januari 1991, p. 2).

  • Hoe zijn de ringen van de kerk als de pinnen van een tent in oude tijden?

Vraag een cursist het citaat van president Gordon B. Hinckley op p. 347  in het cursistenboek voor te lezen. Dit citaat staat ook op de meegeleverde dvd A. Vraag de cursisten of zij hun geloof ooit hebben moeten verdedigen tegen aanvallen van mensen die tegen de kerk en haar leringen gekant zijn. Laat een paar cursisten hun ervaringen vertellen.

Zeg de cursisten dat 3 Nephi 22:14–17 informatie bevat over die soort ervaringen.

  • Welke beginselen staan er in 3 Nephi 22:14 waarmee we met verzet tegen de kerk kunnen omgaan?

  • Welke beloften staan er in 3 Nephi 22:15, 17? Hoe kunnen die beloften ons sterken als we worden aangevallen?

Getuig dat de Heer ons zegent in onze uitdagingen en dat de vijanden van de kerk er nooit in zullen slagen om haar te vernietigen.