Hoofdstuk 37
Helaman 10–12
Inleiding
Door de leerstellingen en beginselen die u in dit hoofdstuk bestudeert, zult u zich er in toenemende mate bewust van worden dat de Heer bereid is magnifieke zegeningen aan zijn getrouwe kinderen te schenken. Die zegeningen krijgt men niet zo maar. Een van de manieren waarop iemand zegeningen van God krijgt is door zijn waarheden te overdenken. Overdenken leidt tot openbaring. Als de cursisten een studie maken van Nephi’s voorbeeld in overdenken en openbaring ontvangen, kunnen zij ertoe geïnspireerd worden hetzelfde te doen. Zijn voorbeeld van kracht en getrouwheid wordt aan het eind van dit schriftuurblok naast de zwakheid van de Nephieten gezet.
Wellicht wilt u, wanneer u Helaman 11–12 behandelt, ‘De cirkelgang van hoogmoed’ (15:10) gebruiken, een presentatie op Boek van Mormon — dvd-presentaties (bestelnummer 54011 120). Bekijk deze presentatie en gebruik daarbij de instructies Videolessen Boek van Mormon (bestelnummer 34810 120; ook beschikbaar op www.ldsces.org).
Enkele leerstellingen en beginselen
-
De dingen des Heren overleggen leidt tot openbaring (zie Helaman 10:1–4).
-
De verzegelbevoegdheid bindt en ontbindt op aarde en in de hemel (zie Helaman 10:4–10).
-
De Heer kastijdt zijn volk om het ertoe te brengen Hem indachtig te zijn (zie Helaman 10:14–18; 11; 12:1–3).
-
God vergeten leidt tot vernietiging; bekering en goede werken leiden tot eeuwig heil (zie Helaman 12).
Onderwijsideeën
Helaman 10:1–4. De dingen des Heren overleggen leidt tot openbaring
Lees Helaman 10:1–4 met de cursisten. Vestig de aandacht van de cursisten onder het lezen op het woord overleggen.
-
Wat betekent het voor u om te overleggen?
Vraag de cursisten andere mensen in de Schriften te noemen die openbaringen hebben ontvangen als gevolg van het overleggen van de woorden des Heren. Enkele voorbeelden zijn Lehi’s zoon Nephi (zie 1 Nephi 11:1), de profeet Joseph Smith en Sidney Rigdon (zie LV 76:19) en president Joseph F. Smith (zie LV 138:1–11).
Toen Helamans zoon Nephi de openbaring die hij van de Heer had ontvangen in zijn hart overlegde, ontving hij aanvullende openbaring (zie Helaman 10:2–11).
-
Waarom denkt u dat overleggen openbaring in de hand werkt?
Terwijl de cursisten deze vraag bespreken, kunt u het volgende citaat van ouderling Neal A. Maxwell (1926–2004) van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen over hoe overleggen in zijn werk gaat. U kunt overwegen om het op het bord of een transparant te zetten, zodat de cursisten kunnen meelezen.
‘Overleggen gaat de meesten van ons niet gemakkelijk af. Het houdt veel meer in dan mijmeren of dagdromen, want het leidt tot concentratie en stimulatie, niet tot apathie. Het lukt alleen als we drukke bezigheden, omstandigheden en opvattingen opzijzetten. We moeten, zoals Alma zei, ‘plaats inruimen’ (Alma 32:27). De tijd die ermee gemoeid is, is niet zo belangrijk als de gerichte aandacht die we eraan besteden. Overweging kan niet gedijen te midden van afleiding’ (That Ye May Believe [1992], p. 183).
Leg uit dat wij, als we de tijd nemen om te overleggen, ontvankelijk worden om de wil van onze hemelse Vader in ons leven te onderkennen.
Vraag de cursisten het verschil aan te geven tussen dagdromen en overleggen. Zet de volgende categorieën op het bord: Carrière, kerkwerk, school, en huwelijk. Vraag de cursisten te denken aan een vraag of een probleem dat zij in een van deze categorieën hebben en dat op te schrijven. Zet onderwijl het volgende op het bord: Opdracht: overdenk dit probleem thuis en schrijf de gedachten op die u krijgt. Geef daar vervolg aan met handelingen die een positief resultaat opleveren.
Als de cursisten een paar minuten de tijd hebben gekregen om hun gedachten op te schrijven, vestigt u hun aandacht op de opdracht die u op het bord hebt geschreven. Raad ze aan deze opdracht serieus te nemen — om op een stille plek de tijd te nemen om te overdenken.
Lees het volgende citaat voor van ouderling Dallin H. Oaks, lid van het Quorum der Twaalf Apostelen:
‘We hebben […] tijd nodig voor rust en overdenking als we informatie tot kennis willen ontwikkelen en kennis tot wijsheid’ (Liahona, mei 2001, p. 100).
Vraag de cursisten of zij een ervaring hebben waarbij overdenking hun de leiding van de Heer gebracht heeft.
Helaman 10:4. Onvermoeid het werk des Heren doen, brengt grote zegeningen
Vraag een cursist Helaman 10:4 voor te lezen. Vraag de cursisten om het woord onvermoeid te omschrijven. Laat ze de resumés van Helaman 5–9 vluchtig doorkijken op voorbeelden van mensen die onvermoeibaar zijn.
-
Wat zijn mogelijke redenen dat Nephi zo onvermoeid werkte?
-
Hoe kunnen we deze karaktertrek ontplooien?
Lees het volgende citaat van ouderling Neal A. Maxwell voor:
‘Als we ons concentreren op Jezus en zijn werk, wordt zowel onze vreugde als ons uithoudingsvermogen vergroot. (…) Nephi was niet op zelfzuchtige wijze om zijn ‘eigen leven’ bezorgd geweest, maar had in plaats daarvan de wil van de Heer gedaan. Dat gaf hem de extra en onverdeelde energie die hij nodig had om onvermoeid te arbeiden. Nephi wist welke richting hij opkeek: in Gods richting’ (If Thou Endure It Well [1996], p. 116).
-
Wat kunnen we volgens ouderling Maxwell doen om onvermoeid met het werk van de Heer bezig te zijn?
Helaman 10:5. ‘Want gij zult niets vragen, dat in strijd is met mijn wil’
Vraag een cursist Helaman 10:4–5 voor te lezen. Lees daarna het verhaal voor op pp. 286–287 in het cursistenboek, dat gaat over president Marion G. Romney, die iets leerde van deze verzen. Lees daarna het volgende citaat van ouderling Neal A. Maxwell voor om deze verzen samen te vatten:
‘Een groot deel van een zuiver gebed lijkt te maken te hebben met allereerst het ontdekken, in plaats van te vragen, wat de wil van onze Vader in de hemel is en ons daar vervolgens volkomen naar te schikken. (…)
‘Als we ons naar zijn wil schikken, zal God bijzondere zegeningen uit de hemel op ons uitstorten, zoals bij Nephi, de zoon van Helaman, het geval was’ (All These Things Shall Give Thee Experience [1979], pp. 93–94).
-
Wat kunnen we doen om Gods wil aangaande ons te weten te komen?
Helaman 10:4–10. De verzegelbevoegdheid bindt en ontbindt op aarde en in de hemel
Schrijf verzegelbevoegdheid op het bord. Leg uit dat Nephi de verzegelbevoegdheid ontving. Om de cursisten dit duidelijk te maken, vraagt u hun de woorden van de Heer in Helaman 10:7–10 te lezen. Vraag ze dan om naar p. 288 in het cursistenboek te gaan en het citaat uit de Gids bij de Schriften en het citaat van president Joseph Fielding Smith te lezen. Leg uit dat in Nephi’s geval de verzegelbevoegdheid bestond uit (1) het gezag om op aarde verordeningen te verrichten die in de hemel bindend zijn, en (2) het gezag over de elementen. Leg uit dat het gezag over de elementen niet aan iedereen die de verzegelbevoegdheid ontvangt, wordt gegeven.
-
Hoe gebruikte Nephi het gezag over de elementen? Waarom gebruikte hij dat gezag? (Zie Helaman 11:1–4.)
De verzegelbevoegdheid genoemd in vers 7 sluit de sleutels in om verordeningen ter verzegeling te verrichten, die een gezin in staat stellen om, op voorwaarde van getrouwheid, eeuwig verenigd te zijn.
Bespreek het volgende inzicht van ouderling Russell M. Nelson van het Quorum der Twaalf Apostelen (ook beschikbaar op de meegeleverde dvd A):
‘Als we ons voorbereiden om de begiftiging en de andere verordeningen in de tempel te ontvangen, moeten we de verzegelbevoegdheid van het priesterschap begrijpen. Jezus sprak lang geleden over deze bevoegdheid toen Hij tegen zijn apostelen zei: “Wat gij op aarde binden zult, zal gebonden zijn in de hemelen.” [Matteüs 16:19.] Diezelfde bevoegdheid is in deze laatste dagen hersteld. Evenals het priesterschap eeuwig is — zonder begin of einde — zijn ook de verordeningen eeuwig waardoor gezinnen voor eeuwig verzegeld kunnen worden.’ (Liahona, mei 2001, p. 37).
-
Hoe beïnvloedt de verzegelbevoegdheid uw leven?
Helaman 10:14–18; 11; 12:1–3. De Heer kastijdt zijn volk om het ertoe te brengen Hem indachtig te zijn
Vraag de cursisten terug te denken aan een keer dat ze door een ouder, leerkracht of kerkleider om een goede reden werden gekastijd.
-
Hoe leidde de kastijding tot een verandering van gedrag?
-
Wie kastijdt de Heer volgens Leer en Verbonden 95:1 en om welke reden?
Deel de klas op in twee groepjes. Schrijf de volgende schriftuurblokken op het bord en wijs er een aan elke groep toe. Vraag elk groepje om hun schriftuurblok te bespreken en zo redenen te vinden waarom de Heer zijn volk kastijdt.
Als de cursisten de tijd hebben gekregen om de hun toegewezen teksten te bespreken, begint u een bespreking op basis van de volgende vragen:
-
Wat deden de mensen dat de kastijding van de Heer tot gevolg had?
-
Wat voor kastijding gebruikte de Heer om de aandacht van de mensen te krijgen?
-
Volgens Helaman 12:3 vergeten veel mensen de Heer als Hij hen niet kastijdt. Waarom denkt u dat dit zo is?
Maak de cursisten duidelijk dat de kastijdingscycli waar ze over lezen in minder dan een decennium plaatsvonden (zie Helaman 11:1, 35) en dat het eind van hoofdstuk 11 aangeeft dat het volk van Nephi weer tot goddeloosheid verviel (zie Helaman 11:36–38).
-
Wat kunnen we leren uit wat we over het volk van Nephi hebben gelezen?
Lees het volgende citaat van ouderling Glenn L. Pace van de Zeventig voor (ook beschikbaar op de meegeleverde dvd B):
‘De hele wereld lijkt in staat van grote opschudding te verkeren. Het nieuws van tegenwoordig is vol berichten over grootschalige hongersnoden, burgertwisten en natuurrampen. Maar wat uiteindelijk een veel schadelijker uitwerking heeft, is de in geestelijk opzicht vernietigende golf van ongehoorzaamheid aan Gods geboden die de hele wereld overspoelt. Die verschrikkelijke vloedgolf spoelt de morele ruggengraat uit de landen van de wereld en maakt van het land nog slechts een morele wildernis. Veel mensen schijnen die vloedgolf niet eens op te merken. Zij zijn zo ongevoelig geworden dat ze nog geen druppel voelen.
‘Wij maken deel uit van een cyclus die zich in het Boek van Mormon ook steeds herhaalde. Zoals de Heer ons vertelt: “Ten dage van hun vrede vatten zij mijn raad lichtvaardig op; maar ten dage van hun moeilijkheden, zoeken zij noodgedwongen al tastend naar Mij’ (LV 101:8).
‘Daarom moeten we ons er niet al te zeer over verbazen als de Heer het toelaat dat wij af en toe eens wakker geschud worden om ons uit onze apathie te halen, net als Hij in andere bedelingen gedaan heeft’ (Conference Report, oktober 1992, p. 13; of Ensign, november 1992, p. 12).
Helaman 12. God vergeten leidt tot vernietiging; bekering en goede werken leiden tot eeuwig heil
Leg uit dat in Helaman 12 lessen staan die verband houden met de voorgaande elf hoofdstukken.
Vraag de cursisten naar de illustratie op p. 437 in het cursistenboek te kijken (u kunt ook een soortgelijke schets op het bord zetten). Lees Helaman 12:1–6 met de cursisten.
-
Welke elementen van deze cyclus vinden we in de verzen 1–6?
-
Hoe blijkt deze cyclus duidelijk uit de voorgaande hoofdstukken in het boek Helaman?
-
Waarom vergeten mensen soms de Heer terwijl Hij ze op hetzelfde moment zegent?
Lees de citaten van president Ezra Taft Benson en het citaat van president Harold B. Lee op p. 290 in het cursistenboek.
-
Waarom kunnen luxe en voorspoed een zware beproeving zijn?
Lees het tweede citaat van president Ezra Taft Benson op p. 291 in het cursistenboek en het citaat van ouderling Joe J. Christensen op p. 291
-
Waarom is hoogmoed zo vernietigend?
Vraag de cursisten in Helaman 12:7–19 naar voorbeelden van Gods grootheid te zoeken. Vraag de cursisten na verloop van tijd te vertellen wat hun bevindingen zijn.
-
Hoe kan Gods grootheid indachtig zijn, voorkomen dat we hoogmoedig worden? Wat kunnen we nog meer doen om ootmoedig in plaats van hoogmoedig te zijn?
Lees Helaman 12:20–26 klassikaal.
-
Welke bewijs ziet u in deze verzen dat God niet wil dat we ‘van [zijn] tegenwoordigheid worden afgesneden’?
-
Hoe kunnen we uit deze verzen leren wat we moeten doen om eeuwig heil te verwerven?
-
Wat kunnen we doen om de Heer indachtig te blijven in tijden dat Hij ons zegent?
Getuig van de zegeningen die de Heer geeft als we ons bekeren en goede werken doen.
Helaman 12:23–24. Bekering en goede werken hebben de genade Gods tot gevolg
Vraag een cursist Helaman 12:23–24 voor te lezen.
-
Wat denkt u dat de zinsnede ‘genade [voor] genade’ betekent?
Terwijl de cursisten deze vragen bespreken, vraagt u hun in de Gids bij de Schriften de betekenis van het woord genade op te zoeken. Vraag ze vervolgens 2 Nephi 10:24, 25:23 en Alma 24:11 te lezen en van die verzen en Helaman 12:23–24 een kruisverwijzing te maken.
-
Welke zinsneden in 2 Nephi 10:24, 25:23 en Alma 24:11 omschrijven onze inspanningen om de genade van de Heer te ontvangen? (Antwoorden kunnen zijn ‘verzoent u met de wil van God’, ‘in Christus te geloven’, en ‘na alles wat we kunnen doen’.)
Als de cursisten het volgende beginsel niet te berde brengen, kunt u het uitleggen: de zinsnede ‘genade [voor] genade’ suggereert een uitwisseling. Als we er bijvoorbeeld naar streven anderen te dienen, ons te bekeren, en andere goede werken te doen, schenkt de Heer ons de geestelijke kracht en het vermogen om ons te verbeteren in ruil voor onze inspanningen (zie LV 93:12, 20). ‘Genade [voor] genade’ impliceert ook een ontwikkelingsproces. Voor elke genadeblijk die we ontvangen en goed gebruiken, ontvangen we weer een andere genadeblijk voor onze vooruitgang naar volmaking.
Verwijs naar de uitleg van ouderling David A. Bednar op p. 292 in het cursistenboek. Wellicht wilt u ook de uitleg van ouderling Gene R. Cook op p. 292 in het cursistenboek laten voorlezen. Deze citaten staan ook op de meegeleverde dvd C D.
Moedig de cursisten aan om in de week die voor hun ligt de tijd te nemen om op te schrijven hoe de Heer hun gezegend heeft met genade omdat zij zijn geboden onderhouden.