Instituut
Hoofdstuk 35: Helaman 1–4


Hoofdstuk 35

Helaman 1–4

Inleiding

We leven in een tijd van steeds grotere goddeloosheid. En hoe dichter we bij de wederkomst van de Heiland komen, des te groter de goddeloosheid zal worden. De cursisten zullen de gebeurtenissen in Amerika voorafgaand aan de eerste komst van de Heiland bestuderen, en zo meer begrip krijgen van de tegenstellingen tussen goddeloosheid en rechtschapenheid. U kunt ze de vrede en voorspoed die ten deel valt aan wie getrouw blijven onder beproevingen helpen inzien en verlangen.

Enkele leerstellingen en beginselen

  • Twist is vernietigend (zie Helaman 1:1–9, 14–24).

  • Geheime verenigingen kunnen de ondergang van een samenleving tot gevolg hebben (zie Helaman 1:11–12; 2).

  • De ootmoedigen en rechtschapenen worden geheiligd en ontvangen kracht van de Heer, terwijl de hoogmoedigen en zondaars aan zichzelf worden overgelaten (zie Helaman 3:27–37; 4).

Onderwijsideeën

Helaman 1:1–9, 14–24. Twist is vernietigend

Lees Helaman 1:1 met de cursisten. Vraag ze daarna naar de verzen 2–4 te kijken en aan te geven om welke ‘ernstige moeilijkheid’, genoemd in vers 1, het gaat. (Ze kunnen zeggen dat de ernstige moeilijkheid was dat er een nieuwe opperrechter moest worden gekozen. Als ze dat zeggen, vraagt u hun te zoeken naar een woord — of verschillende vormen van een woord — dat verschillende keren in de verzen 2–4 voorkomt. Zeg ze dat het woord aanduidt waarom de vervanging van de opperrechter een ernstige moeilijkheid werd. Het woord is twist of twisten.)

Vraag een cursist het citaat van ouderling Joseph B. Wirthlin op p. 274 in het cursistenboek voor te lezen.

  • Hoe kunnen we ons voordeel doen door eraan te denken dat twist een werktuig van Satan is?

Vraag een cursist het citaat van president James E. Faust op p. 274 in het cursistenboek voor te lezen.

  • Wat gebeurt er volgens president Faust als we twistziek zijn?

Vraag de cursisten Helaman 1:5–7 te lezen.

  • Hoe probeerde het volk de twist over wie opperrechter moest worden op te lossen?

  • Waarom maakte de uitkomst van de verkiezingen geen einde aan de twist?

Leg uit dat terwijl de Nephieten kampten met deze interne twist, er een nieuw extern gevaar dreigde. Lees de verzen 14–15 voor aan de cursisten. Laat de cursisten de verzen 18–22 vluchtig doorlezen om in te zien wat het gevolg was van de aanval van de Lamanieten.

  • Welke stad viel in de handen van de Lamanieten?

  • Waardoor waren de Nephieten kwetsbaar voor deze aanval?

Vraag de cursisten, om ze te helpen de beginselen in deze verzen toe te passen, aan te geven welke levensterreinen door twist worden ontwricht. Zet hun antwoorden op het bord. Antwoorden kunnen zijn: vriendschap, gezin, huwelijk, werk enzovoort.

Kies een of twee van de gebieden uit die de cursisten noemden. Vraag de cursisten aan te geven hoe zij twist kunnen voorkomen (of sussen). Welke activiteiten kunnen bijvoorbeeld de eenheid in het gezin ten goede komen en op die manier twist voorkomen? Of, als een gezin geplaagd wordt door twist, wat kan er gedaan worden om de twist te verminderen of te verwijderen?

Helaman 1:11–12; 2. Geheime verenigingen kunnen de ondergang van een samenleving tot gevolg hebben

Laat een cursist een stokje omhoog houden voor de klas. Leg uit dat het stokje een persoon voorstelt. Laat zien hoe makkelijk het stokje te breken is. Neem dan een bundel stokjes in de hand. Leg uit dat de bundel stokjes een groep personen voorstelt die eensgezind zijn. Laat zien hoe moeilijk het is om zelfs maar een stokje te breken als alle stokjes gebundeld zijn.

  • Wat kunnen wij van dit aanschouwelijk onderwijs leren?

  • Hoe kan sterkte in aantallen voor rechtschapen doelen worden gebruikt?

  • Hoe kan die voor slechte doelen worden gebruikt?

Leg uit dat Satan sterkte in aantallen gebruikte om door middel van geheime verenigingen goddeloosheid onder de Nephieten aan te wakkeren. Vraag een cursist Helaman 1:11–12 te lezen, waar wordt uitgelegd dat de daden van Kishkumen het begin vormden van de rovers van Gadianton.

Vraag de cursisten het resumé van Helaman 2 door te lezen. Laat ze Helaman 2:4–5, 8 lezen en op basis van deze verzen aangeven wat Gadianton bereid was te doen om aan de macht te komen.

Leg uit dat een samenleving uit personen bestaat. Een samenleving gaat pas ten onder als veel personen zich overgeven aan de krachten van het kwaad.

Vraag de cursisten hedendaagse voorbeelden van vernietigende groepen of invloeden op te noemen. (U kunt ze bijvoorbeeld verwijzen naar het citaat van ouderling M. Russell Ballard op pp. 274–275 in het cursistenboek. Dit citaat staat ook op de meegeleverde dvd A.)

Maak de cursisten duidelijk dat Satan altijd achter geheime verenigingen zit. Herinner de cursisten eraan dat Satan veel ervaring heeft met het misleiden van mensen, maar dat de Geest des Heren ons ervoor kan behoeden dat we ten prooi vallen aan zijn leugens. U zou de cursisten kunnen vragen om Leer en Verbonden 10:5 te lezen , waaruit we leren dat gebed ons sterkt tegen Satan.

Wellicht wilt u er ook op wijzen dat Gadiantons plannen om de regering omver te werpen, werden voorkomen door tussenkomst van de dienstknecht van Helaman (zie Helaman 2:6–10). Hoewel goddeloosheid in onze samenleving kan toenemen, kunnen we toch sterk zijn in rechtschapenheid en het kwaad weerstaan.

Helaman 3:20. We behoren voortdurend het goede te doen

Vraag een cursist Helaman 3:20 voor te lezen.

  • Welk woord in Helaman 3:20 toont aan dat Helaman consequent het goede deed? (Voortdurend.)

  • Welke resultaten ziet u doordat u voortdurend werkt aan het naleven van de geboden?

  • Als de cursisten op deze vraag zijn ingegaan, vraagt u hen om een schema te maken aan de hand waarvan ze een toespraak over consequente gehoorzaamheid aan Gods geboden zouden kunnen houden.

Zeg de cursisten dat ook wij, zoals Helaman, ernaar moeten streven om ‘voortdurend [te doen] wat goed was in de ogen Gods’ (Helaman 3:20). Overweeg met de klas ‘Strijd voor het recht’ (lofzang 161) te zingen. Of u kunt iemand die goed kan zingen, vragen de coupletten van de lofzang te zingen, en de klas het refrein.

Helaman 3:20–30. Als we Gods geboden onderhouden, zijn we voorspoedig in zijn werk

Vraag de cursisten hoe de meeste mensen volgens hen het woord voorspoed zouden definiëren.

Deel de klas op in koppels en laat ze het idee van voorspoed in Helaman 3:20–30 bestuderen. Vraag ze onderwijl sleutelwoorden en zinsneden te markeren die verband houden met de voorspoedige omstandigheden van de Nephieten. Laat ze ook kijken naar antwoorden op de volgende vragen:

  • Waar bestaat de hier besproken voorspoed uit in vergelijking met de definitie die de wereld aan voorspoed geeft?

  • Op welke manieren hebben de beginselen in de verzen 29–30 betrekking op voorspoed?

Als de koppels klaar zijn, kunt u vragen of er cursisten zijn die hun bevindingen aan de klas willen meedelen.

Helaman 3:27–37; 4. De ootmoedigen en rechtschapenen worden geheiligd en ontvangen kracht van de Heer, terwijl de hoogmoedigen en zondaars aan zichzelf worden overgelaten

Toon een vuile doek. Zeg dat de doek een werelds persoon voorstelt. Laat daarna een schone, witte doek zijn (bv. een zakdoek).

  • Hoe kan iemand zoals deze schone doek worden? (Zet de antwoorden van de cursisten op het bord.)

Vraag een cursist Helaman 3:35 voor te lezen.

  • Wat houdt de overgave van ons hart aan God volgens u in?

Vraag een cursist de definitie van heiliging uit de Gids bij de Schriften voor te lezen die op p. 277 in het cursistenboek staat.

  • Is heiliging een gebeurtenis of een proces? Waarom?

Vraag de cursisten Helaman 3:27–30 te lezen. Vraag ze na elk vers te pauzeren en beginselen uit dat vers op te noemen die verband houden met geheiligd worden. Geef ze ook de gelegenheid om andere zinsneden die hen zijn opgevallen te bespreken.

Tot slot van deze bespreking over de heiliging die komt als we ons hart aan God overgeven, kunt u de cursisten misschien een paar minuten de tijd geven om op te schrijven hoe ze deze beginselen kunnen toepassen.

Vraag de cursisten Helaman 3:29–30 te lezen en daar alles te markeren wat ze kunnen vinden over wat het woord Gods kan doen. Stel daarna de volgende vragen:

  • Hoe is het woord Gods ‘levend en krachtig’?

  • Hoe kan het woord ‘de geslepenheid en de strikken en de listen van de duivel vaneen […] scheiden’, ofwel in stukken breken?

  • Waarnaar zal het woord ons uiteindelijk leiden?

Lees het volgende citaat van president Ezra Taft Benson (1899–1994), de dertiende president van de kerk, voor om duidelijk te maken dat we ons door de Schriften kunnen verweren tegen de strikken van de vijand:

‘Stiptheid in rechtschapenheid, de kracht om misleiding te ontlopen en verleiding te weerstaan, leiding in ons dagelijks leven, genezing van de ziel — het zijn slechts enkele beloften die de Heer heeft gedaan aan wie tot zijn woord willen komen. Belooft de Heer iets zonder Zich aan zijn woord te houden? Als Hij ons die zegeningen belooft indien wij ons in zijn woord verdiepen, kunnen we daarop vertrouwen. En als we het niet doen, dan zullen die zegeningen aan ons voorbijgaan. Hoe toegewijd we ook mogen zijn op andere gebieden, bepaalde zegeningen worden alleen in de Schriften gevonden, alleen in het naderen tot het woord des Heren en eraan vasthouden, terwijl wij onze weg door de donkere nevelen vinden naar de boom des levens’ (‘The Power of the Word’, Ensign, mei 1986, p. 82).

Vraag de cursisten Helaman 3:33–34, 36 te bestuderen en te letten op zinsneden die aangeven hoe hoogmoed stilaan bezit van ons kan nemen. (In vers 33 staat bijvoorbeeld dat hoogmoed ‘zijn intrede in […] het hart van de mensen’ deed. In vers 34 staat dat het volk zich ‘in hoogmoed [had] verheven.’ In vers 36 staat dat ‘buitengewoon grote hoogmoed […] het hart van het volk was binnengedrongen.’)

  • Waarom gaat hoogmoed gewoonlijk van weinig naar veel?

  • Waarom is het moeilijk om hoogmoed kwijt te raken als die de kans heeft gekregen om te groeien?

  • Hoe kan dagelijks gebed en schriftstudie evenzo groeien, maar op een positieve manier?

Laat de cursisten de gevolgen van hoogmoed in Helaman 4:12–13 opzoeken. Wellicht wilt u de mensen die in deze verzen worden omschreven, die op hun eigen kracht roemden en ‘aan hun eigen kracht [werden overgelaten]’ vergelijken met de mensen omschreven in Helaman 3:35, die ‘steeds sterker in hun ootmoed’ werden. Maak de cursisten duidelijk dat hoogmoed klein kan beginnen maar kan uitgroeien tot grote gevolgen.

Lees het volgende citaat voor van ouderling Jeffrey R. Holland, lid van het Quorum der Twaalf Apostelen:

‘Wees niet bang voor de littekens, veroorzaakt door verdediging van de waarheid of een gevecht voor het goede, maar pas op voor littekens die geestelijk vervormen, die je oploopt door iets wat je niet had moeten doen, die je krijgt op plekken waar je niet heen hoort te gaan’ (Conference Report, oktober 1998, p. 101; of Ensign, november 1998, p. 77).

  • Wat denkt u dat ouderling Holland bedoelt met ‘littekens (…) die je krijgt op plekken waar je niet heen hoort te gaan’?

Laat de cursisten Helaman 4:23–26 lezen.

  • Wat gebeurt er wanneer mensen een zondig pad inslaan?

  • Welke oplossing wordt er in vers 25 gegeven aan wie zich op het pad van zonde bevinden?

  • Hoe leidt rechtschapenheid zoal tot kracht?

Sluit de les af met het voorlezen van Helaman 4:15. Moedig de cursisten aan hun leven onder de loep te nemen en een koers naar kracht en geluk uit te stippelen.