Instituut
Hoofdstuk 8: 2 Nephi 4–8


Hoofdstuk 8

2 Nephi 4–8

Inleiding

President Howard W. Hunter heeft ons eraan herinnerd dat ‘het leven een goed aantal uitdagingen kent’, (‘An Anchor to the Souls of Men’, Ensign, oktober 1993, p. 70). Een paar van de grootste uitdagingen, maar ook de grootste vreugden, vinden hun oorsprong in ons gezin. In 2 Nephi 4–5 lezen we dat het gezin van Lehi met buitengewone uitdagingen te maken kreeg — sommige gezinsleden maakten verstandige keuzen die vreugde tot gevolg hadden, terwijl andere het pad van verdriet bleven volgen. We lezen de hartverwarmende ‘psalm van Nephi’, waaruit we leren hoe de Heer ons zwakheden en teleurstellingen kan helpen overwinnen (zie 2 Nephi 4:15–35). Ook zien we wat Nephi en zijn volk deden om ‘een leven van geluk’ te leiden (2 Nephi 5:27). Als we de beginselen in deze hoofdstukken toepassen, kunnen wij ook zo leven dat we ‘een leven van geluk’ gaan leiden. In 2 Nephi 6–8 lezen we een deel van een leerrede van Jakob, de broer van Nephi, die getuigt van de verzoening van Jezus Christus en de vergadering van Israël.

Enkele leerstellingen en beginselen

  • Godsvertrouwen leidt ertoe dat we ons verblijden (zie 2 Nephi 4:15–35).

  • De Heer waarschuwt ons dat we weg moeten blijven bij de goddelozen (zie 2 Nephi 5:5–7).

  • Israël wordt hersteld als het in de Messias gaat geloven (see 2 Nephi 6–8).

Onderwijsideeën

2 Nephi 4:3–9. Lehi adviseert en zegent de kinderen van Laman en Lemuël

Laat een foto zien waarop minstens drie generaties van uw familie staan (bijvoorbeeld een kind, ouder en grootouder). Vraag de cursisten wat voor invloed liefhebbende ouders, grootouders en andere familieleden op kinderen kunnen hebben. Stel de volgende of soortgelijke vragen:

  • Hoe kunnen ouders hun kinderen ten goede beïnvloeden? Hoe kunnen grootouders kinderen ten goede beïnvloeden?

  • Hoe hebben uw familieleden u ten goede beïnvloed?

Leg uit dat 2 Nephi 4 begint met Lehi die raad geeft aan een paar van zijn kleinkinderen. Vraag een cursist 2 Nephi 4:3–9 voor te lezen. Overweeg de volgende vragen ter inleiding van de discussie te stellen:

  • Wat leert Lehi zijn kleinkinderen in vers 4?

  • In welk opvoedkundig beginsel onderwijst Lehi in vers 5? Wat kunnen ouders zoal doen om hun kinderen op te voeden in de weg die zij behoren te gaan?

  • Welke belofte doet Lehi aan de kinderen van Laman en Lemuël in de verzen 7 en 9?

Als onderdeel van deze discussie kunt u een cursist de ervaring van president Henry B. Eyring op pp. 60–61 in het cursistenboek laten voorlezen.

2 Nephi 4:15–35. Godsvertrouwen leidt ertoe dat we ons verblijden

Vraag de cursisten kort iets te zeggen over iemand die zij vertrouwen en uit te leggen waarom ze die persoon vertrouwen.

  • Wat zijn enkele gevolgen van dit vertrouwen?

Laat de cursisten 2 Nephi 4:19–20 lezen om te zien in wie Nephi zijn vertrouwen had gesteld. Leg uit dat ze het resultaat van Nephi’s vertrouwen tegen zullen komen terwijl zij andere verzen in 2 Nephi 4 bespreken.

Laat de cursisten een voorwerp zien dat van grote waarde voor u is. Vertel ze kort over het voorwerp.

  • Hoe kunt u zien dat ik dit voorwerp koester? (Misschien noemen ze de woorden waarmee u het omschrijft, zoals u ermee omgaat, of de manier waarop u ernaar kijkt.)

Vraag de cursisten 2 Nephi 4:15–16 te lezen. Vraag ze te zoeken naar wat voor Nephi van grote waarde was. Stel hun dan enkele of alle van de volgende vragen om een discussie op gang te brengen:

  • Wat had grote waarde voor Nephi? (De Schriften en de ‘de dingen des Heren’.) Waaraan kunt u zien dat hij die zaken koesterde? (Mogelijke antwoorden: dat hij zich in die zaken verlustigde, er voortdurend over nadacht, en ze opschreef voor zijn kinderen.)

  • Wat kunnen we doen om de Schriften en de dingen des Heren te koesteren?

  • Hoe denkt u dat Nephi’s liefde voor de Schriften van invloed was op zijn Godsvertrouwen?

  • Hoe heeft uw liefde voor de Schriften uw Godsvertrouwen beïnvloed?

2 Nephi 4:15–35 wordt soms de psalm van Nephi genoemd. U kunt de cursisten vragen p. 61 in het cursistenboek op te slaan om daar de definitie van het woord psalm te lezen en te vertellen wat ze hebben geleerd.

Leg uit dat we door het zorgvuldig lezen van de psalm van Nephi te weten kunnen komen wat Nephi heeft gedaan om zijn zwakheden en teleurstellingen te boven te komen. Nephi’s woorden kunnen een leidraad voor ons zijn om onze eigen zwakheden en teleurstellingen te boven te komen.

Zet het volgende op het bord, maar zonder de samenvattingen tussen de haakjes:

2 Nephi 4

15–16 (Ik verlustig mij in de woorden van de Heer.)

17–19 Niettemin… (bezorgen mijn zonden mij verdriet.)

19–25 Toch … (weet ik dat God mij heeft gezegend, heeft geleid, en mij heeft vervuld met zijn liefde.)

26–27 Welaan, (…) waarom… (blijf ik zondigen?)

In de verzen 15–27 verwoordt Nephi de hoogte- en dieptepunten in zijn geestelijke gevoelens. Laat de cursisten deze verzen bij toerbeurt voorlezen. Vraag de cursisten na elk stel verzen een samenvatting te geven van Nephi’s gevoelens. Mogelijke samenvattingen staan hierboven tussen haakjes.

Vraag de cursisten 2 Nephi 4:29–35 te lezen om te ontdekken hoe Nephi de kracht vond om zijn moeilijkheden onder ogen te zien.

  • Nephi verklaarde dat hij op de Heer vertrouwde en dat Hij eeuwig op de Heer zou vertrouwen (zie vs. 34). Hoe kunnen we meer geloof ontwikkelen door nu al op de Heer te leren vertrouwen?

Laat de cursisten vertellen hoe zij in het verleden op de Heer hebben vertrouwd en hoe zij als gevolg daarvan zijn gezegend.

2 Nephi 5:5–7. De Heer waarschuwt ons dat we weg moeten blijven bij de goddelozen

Als de plaat Lehi’s gezin verlaat Jeruzalem (bestelnummer 62238 120; evangelieplaat 301) beschikbaar is, toont u die aan uw cursisten. Leg uit wat de plaat uitbeeldt.

Afbeelding
Lehi’s gezin verlaat Jeruzalem

Scott Snow, © 1981 IRI

  • Waarom moest Lehi’s gezin Jeruzalem verlaten?

Vraag de cursisten andere personen of groepen uit de Schriften te noemen die van God het gebod kregen om uit goddeloze plaatsen te vertrekken. De cursisten noemen wellicht de volgende gevallen: Abraham (zie Abraham 1–2), Mozes (zie Exodus 3), en de eerste koning Mosiah (zie Omni 1:12).

Leg uit dat de Heer Nephi en zijn volk kort na de dood van Lehi gebood zich af te scheiden — ditmaal van de goddelozen in hun groep. Vraag een cursist 2 Nephi 5:1–7 voor te lezen.

  • Wat komen we uit deze verzen te weten over het vertrek van Nephi?

Vraag een cursist de antwoorden van de andere cursisten op het bord te zetten. Mogelijke antwoorden:

  • De Heer waarschuwde Nephi.

  • Nephi moest de wildernis in vluchten.

  • Iedereen die mee wilde, ging met hem mee.

  • Wie er met hem meegingen geloofden in de waarschuwingen en openbaringen van God.

  • Zij reisden vele dagen totdat zij een nieuwe plek vonden om zich te vestigen.

Leg uit dat Nephi gevaar had gelopen als hij niet naar de waarschuwing van de Heer had geluisterd om te vluchten. Als wij geen acht slaan op de waarschuwingen van de Heer zal ons sterfelijke leven wellicht geen gevaar lopen, maar ons geestelijke leven wel.

Vraag de cursisten naar de antwoorden op het bord te kijken.

  • Hoe houden die antwoorden verband met onze inspanningen om afstand te nemen van goddeloosheid?

U kunt de antwoorden eventueel op het bord schrijven. Enkele mogelijke antwoorden zijn:

  • De Heer waarschuwde Nephi. De Heer waarschuwt ons vaak voor gevaren.

  • Nephi moest de wildernis in vluchten. Ons is geboden afstand te nemen van goddeloosheid.

  • Hij ging met iedereen die mee wilde. Ons is de raad gegeven om goede vrienden te kiezen die hetzelfde geloven als wij.

  • Wie er met hem meegingen geloofden in de waarschuwingen en openbaringen van God. Ons is de raad gegeven om naar onze ouders, onze leiders en de profeet te luisteren.

  • Zij reisden vele dagen totdat zij een nieuwe plek vonden om zich te vestigen. Het vergt soms heel veel inspanning om te doen wat ons is ingegeven.

Vraag de cursisten in welke mate ze problemen hebben met de volgende zaken: vrienden, feestjes, vrije tijd, werk, school, televisie, films, het internet, muziek, boeken en tijdschriften.

  • Hoe kan het beginsel afstand nemen van goddeloosheid van toepassing zijn op deze problemen?

  • Wat raakten de volgelingen van Laman en Lemuël kwijt toen Nephi zich van hen afscheidde? (Mogelijke antwoorden: priesterschap, heilsverordeningen, openbaring, Schriften, en een profeet.)

  • Wat raken mensen tegenwoordig kwijt als ze zich van de profeet afkeren?

  • Wat zou volgens Helaman 13:14 een ander probleem zijn voor de goddelozen als alle rechtvaardigen een gemeenschap verlaten?

Laat de cursisten tot slot het citaat van ouderling Richard G. Scott op p. 62 in het cursistenboek lezen.

2 Nephi 5:7–18, 26–27. Nephi’s volk leidde een leven van geluk

Vraag de cursisten 2 Nephi 5:7–18, 26–27 te lezen. Vraag ze te letten op zaken die de Nephieten deden of hadden die bijdroegen tot hun geluk. Na de cursisten voldoende tijd te hebben gegeven, vraagt u ze wat ze gevonden hebben.

Vraag een cursist het citaat van president Gordon B. Hinckley op pp. 61–62 in het cursistenboek voor te lezen.

  • Welke beginselen van geluk ziet u in dit citaat?

  • Hoe zouden die ook voor uw leven kunnen gelden?

2 Nephi 6–8. Israël wordt hersteld als ze in de Messias geloven

Deze hoofdstukken bevatten een deel van een leerrede van Jakob, de broer van Nephi, met daarin een aantal profetieën van Jesaja. Maak de cursisten duidelijk dat deze leringen betrekking hebben op ‘het gehele huis Israëls’ (2 Nephi 6:5).

Laat een stel boekensteunen zien. Vraag waarvoor boekensteunen dienen. (Ze houden boeken en andere voorwerpen staande.) Leg uit dat leerkrachten vaak ‘boekensteunen’ gebruiken om een les te geven. De boekensteunen van een les zijn de inleiding en de samenvatting. In 2 Nephi 6–8 onderwijst Jakob in de geschriften van Jesaja. Hij omsluit deze leringen met boekensteunen om ons duidelijk te maken wat hij ons wil leren.

Jakobs inleidende boekensteun staat in 2 Nephi 6. Vraag een cursist 2 Nephi 6:4–5 voor te lezen.

  • Op welke tijdsperioden wilde Jakob ingaan?

  • Waarom waren de leringen van Jesaja volgens Jakob belangrijk voor het volk?

Jakobs samenvattende boekensteun staat in 2 Nephi 9:1–3. Lees deze verzen met de cursisten. Vraag de cursisten waarom Jakob de geschriften van Jesaja behandelde.

  • Hoe kan begrip van deze boekensteunen ons helpen bij het lezen van 2 Nephi 6–8?

Schrijf op het bord Joodse geschiedenis en lotsbestemming en Beginselen van de vergadering van Israël. Leg uit dat de leringen van Jakob in twee categorieën kunnen worden ondergebracht.

Joodse geschiedenis en lotsbestemming

Schrijf de volgende datums en gebeurtenissen, waarvan er sommigen zijn overgenomen uit het chronologisch overzicht op pp. 27–30 in de Gids bij de Schriften, op het bord onder de kop Joodse geschiedenis en lotsbestemming. (U kunt die vóór de les op het bord of een poster schrijven.) Vermeld nog niet de verwijzingen uit het Boek van Mormon die er tussen haakjes achter staan.

Vraag de cursisten 2 Nephi 6:6–11 te lezen en na te gaan welke verzen bij welke gebeurtenis horen. Sommige verzen horen bij meer dan één vermelding. Laat de cursisten de tekstverwijzingen noemen en vraag een van de cursisten om die aan de lijst toe te voegen.

Joodse geschiedenis en lotsbestemming

  • 587 v.C.—Verovering van Jeruzalem (vs. 8)

  • 537 v.C.—Bevel van Kores tot terugkeer van de Joden (vs. 9)

  • n.C. 30–33—Bediening van Jezus Christus (vs. 9)

  • n.C. 33— Kruisiging van Jezus Christus (vs. 9)

  • n.C. 70—Belegering en verovering van Jeruzalem, opmaat tot nog een verstrooiing van de Joden (vss. 10–11)

  • Vraag de cursisten nogmaals 2 Nephi 6:11 te lezen. Wat zal tot de vergadering van het huis van Israël leiden? (Als het tot de kennis van hun Verlosser komt, zal het tot zijn erflanden worden vergaderd. Zie 1 Nephi 15:14–16; 2 Nephi 30:7 voor een uitleg van wat het voor leden van het huis van Israël betekent om hun Verlosser te leren kennen.)

Laat een cursist het resumé van 2 Nephi 7 voorlezen. Leg uit dat dit hoofdstuk Jesaja’s profetie over de bediening en de verzoening van Jezus Christus bevat.

Vraag de cursisten 2 Nephi 7:2, 4–8 te lezen. Vraag ze in deze profetie te letten op zinsneden die een voorafschaduwing zijn van wat de Messias zou zeggen, doen of ervaren. Bespreek hoe deze profetie door de bediening van de Heiland in vervulling is gegaan.

Geef de cursisten de gelegenheid om hun gevoelens te uiten over wat deze verzen over de Heiland zeggen.

Lees 2 Nephi 8:17–23 met de cursisten. Leg uit dat deze verzen over toekomstige gebeurtenissen gaan.

  • Waar zouden de Joden het volgens vers 18 zonder moeten stellen? (Zonder iemand om hen te leiden.)

  • Wat belooft de Heer in de verzen 21–23 voor zijn volk te doen? (Hij belooft hun lijden te nemen — de beker des bevens […], de droesem van de beker [zijner] grimmigheid — en dat op hun vervolgers neer te laten komen.)

Beginselen van de vergadering van Israël

Om de cursisten duidelijk te maken dat 2 Nephi 8 over de vergadering van Israël gaat, vraagt u hun het resumé van het hoofdstuk te lezen. Deel de klas daarna op in twee groepjes. Laat het ene groepje in 2 Nephi 8:1–2, 7–8, 12, 24–25 naar antwoorden op deze vraag zoeken:

  • Hoe kan de raad van de Heer in deze verzen ons helpen om ons onder de vergaderden in de laatste dagen te bevinden?

Laat het andere groepje in 2 Nephi 8:3–6, 11 naar antwoorden op deze vraag zoeken:

  • Hoe kunnen deze beloofde zegeningen ons helpen om in tijden van verleiding getrouw te blijven?

Vraag de cursisten na vier of vijf minuten wat ze hebben gevonden.

  • Wat is het verband tussen zendingswerk en de vergadering van Israël? (Maak de cursisten duidelijk dat zij meewerken aan de vergadering van Israël als zij hun vrienden en dierbaren uitnodigen om kennis te nemen van het evangelie.)

Lees het volgende citaat voor van ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen:

‘Waarom werd Israël verstrooid? (…) Onze Israëlitische voorouders werden verstrooid omdat ze het evangelie verwierpen, het priesterschap onteerden, de kerk verzaakten en het koninkrijk verlieten. Ze werden verstrooid omdat ze zich afkeerden van de Heer, afgoden aanbaden en in alles de heidense naties volgden. Ze werden verstrooid omdat ze het verbond van Abraham verzaakten, de heilige verordeningen met voeten traden en de Heer Jehova verwierpen, die de Heer Jezus is, van wie al hun profeten hadden getuigd. Israël werd verstrooid vanwege afvalligheid. De Heer heeft Israël in zijn toorn, vanwege hun goddeloosheid en opstandigheid, onder de heidenen in alle naties der aarde verstrooid.

‘Wat houdt de vergadering van Israël dan in? De vergadering van Israël bestaat uit het geloven, aanvaarden en naleven van alles wat de Heer zijn uitverkoren volk eens heeft aangeboden. Zij bestaat uit geloof in de Heer Jezus Christus, uit bekering, uit de doop en de gave van de Heilige Geest en uit gehoorzaamheid aan de geboden Gods. Zij bestaat uit geloof in het evangelie, toetreding tot de kerk en het koninkrijk. Zij bestaat uit het ontvangen van het heilige priesterschap, de begiftiging met macht uit de hemel in heilige gebouwen en alle zegeningen van Abraham, Isaak en Jakob door de verordening van het celestiale huwelijk’ (A New Witness for the Articles of Faith [1985], p. 515).

Geef uw getuigenis van de vergadering van Israël, van de mogelijkheid om als lid van zijn kerk tot de Heiland te worden vergaderd en van de mogelijkheid om bij de vergadering van anderen te helpen.