Instituut
Hoofdstuk 27: Alma 17–22


Hoofdstuk 27

Alma 17–22

Inleiding

Ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft ons op het volgende gewezen: ‘Wij zijn dagelijks een zendeling thuis, op school, op werk en in onze leefomgeving. Wat onze leeftijd, ervaring of maatschappelijke positie ook is, we zijn allemaal zendeling’ (Liahona, november 2005, p. 44). De verhalen over Ammon en zijn broeders in Alma 17–22 illustreren vele beginselen die van ons een betere zendeling kunnen maken, zoals de leiding van de Heilige Geest volgen, het goede voorbeeld geven, en geduld oefenen. Door in deze verhalen te onderwijzen, kunt u de cursisten deze beginselen duidelijk maken, zodat ze ze kunnen toepassen.

Enkele leerstellingen en beginselen

Onderwijsideeën

Alma 17–22. Het belang van zendingswerk

Vraag de cursisten aandachtig naar de volgende citaten van hedendaagse profeten te luisteren:

De profeet Joseph Smith heeft verklaard: ‘Na alles wat er is gezegd, is het onze grootste en belangrijkste taak om het evangelie te verkondigen’ (History of the Church, deel 2, p. 478).

President Gordon B. Hinckley (1910–2008) heeft gezegd, ‘Broeders en zusters, (…) ik verzoek u uit te groeien tot een enorm leger met enthousiasme voor dit werk en het grote verlangen de zendelingen te assisteren bij de ontzagwekkende taak die zij hebben om het evangelie naar alle naties, geslachten, talen en volken te brengen’ (‘Find the Lambs, Feed the Sheep’, Ensign, mei 1999, p. 110).

  • Hoe zou u deze twee citaten in het kort samenvatten?

Vraag vóór de les aan een of meerdere cursisten of zij in de les een overzicht willen geven van de belangrijkste gebeurtenissen in Alma 17–22. Vraag ze het kort te houden, ze hoeven slechts de verhaallijn te volgen. Geef ze in overweging om de hoofdstukresumés als leidraad te gebruiken. Leg uit dat de cursisten na hun presentatie op zoek gaan naar beginselen die uit deze gebeurtenissen duidelijk worden en hoe ze een dieper inzicht in die beginselen kunnen krijgen.

Alma 17; 18:1–23. Doeltreffende zendelingen prediken met macht en gezag van God

Zet het volgende op het bord:

Beginselen van zendingswerk

Deel de klas op in vier groepjes. Wijs Alma 17:1–8 toe aan het eerste groepje, Alma 17:9–25 aan het tweede, Alma 17:26–39 en 18:1–9 aan het derde, en Alma 18:10–23 aan het vierde. Laat de cursisten de hun toegewezen passages lezen en zoeken naar beginselen die verband houden met zendingswerk. Leg uit dat als ze klaar zijn met lezen, u hun zal vragen te vertellen welke beginselen ze hebben gevonden.

Als de cursisten klaar zijn, vraagt u hun te vertellen welke beginselen ze hebben gevonden. Zet hun bevindingen op het bord. Enkele mogelijke antwoorden volgen hierna:

Beginselen van zendingswerk

  • De Schriften onderzoeken

  • Vasten en bidden

  • De Geest hebben

  • Gods woord vestigen

  • Geduld hebben

  • Een goed voorbeeld geven

  • Op de Heer vertrouwen

  • Oprecht anderen dienen

  • Hoe helpt elk van deze beginselen iemand om het evangelie doeltreffend uit te dragen?

  • Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we het evangelie, net zoals Ammon en zijn broeders, met macht en gezag kunnen uitleggen?

Als u cursisten in uw klas heeft die door de lessen van de zendelingen lid van de kerk zijn geworden, kunt u ze vragen hoe ze zich voelden toen ze het evangelie leerden kennen.

Alma 18:24–29. Uitgaan van wat we gemeen hebben

Vraag een cursist Alma 18:24–29 voor te lezen.

  • Welke vragen stelde Lamoni toen Ammon hem in het evangelie begon te onderwijzen?

  • Hoe denkt u dat die vragen Ammon de kans boden om zijn boodschap te brengen?

Voor meer inzichten kunt u de cursisten verwijzen naar de afdeling ‘Zoeken naar gemeenschappelijke geloofsaspecten’ op p. 210 in het cursistenboek.

  • Hoe zou u, in een gesprek over God met uw vriend van een ander geloof, uit kunnen gaan van geloofspunten die jullie gemeen hebben? Hoe zou dat uw vriend ten goede komen?

  • Waarover kunt u het nog meer hebben met uw vrienden die een ander geloof aanhangen om de weg vrij te maken voor een gesprek over het evangelie?

Terwijl de cursisten dit bespreken, kunt u ze vragen om het citaat van ouderling M. Russell Ballard op p. 210 in het cursistenboek te lezen. Dit citaat staat ook op de meegeleverde dvd A.

Alma 18:36–39; 22:7–14. Zendelingen onderwijzen in het heilsplan

Vraag de klas te luisteren naar twee cursisten die voorlezen wat Ammon en Aäron aan Lamoni en zijn vader leerden. Voordat de twee cursisten van start gaan, vraagt u de andere mee te lezen in hun Schriften en acht te slaan op leerstellingen waarin Ammon en Aäron onderwezen. Vraag een cursist Alma 18:36–39 voor te lezen. Dat is wat Ammon aan Lamoni onderwees. Vraag de andere cursist Alma 22:12–14 voor te lezen. Dat is wat Ammon aan Lamoni’s vader onderwees.

  • In welke leerstellingen onderwezen Ammon en Aäron?

U kunt de antwoorden van de cursisten eventueel op het bord zetten. Accepteer alle antwoorden en leg daarna nadruk op drie leerstellingen waarin Ammon en Aäron onderwezen: de schepping, de val, en de verzoening van Jezus Christus.

Leg uit dat een korte zinsnede samenvat waarin Ammon en Aäron onderwezen: ‘het plan van de verlossing’ (Alma 22:13).

  • Waarom denkt u dat Ammon en Aäron hun onderwijs met deze zelfde waarheden begonnen?

Vraag een cursist, als onderdeel van deze discussie, het citaat van ouderling Bruce R. McConkie op p. 210 in het cursistenboek voor te lezen.

  • Wat komen we uit deze drie fundamentele leerstellingen over God te weten?

  • Wat komen we over onszelf te weten?

Wellicht zijn er cursisten die tijd nodig hebben om over deze vragen na te denken voordat ze antwoord geven? Wees niet bang voor de stilte die valt, want die zouden de cursisten juist nodig kunnen hebben voordat ze deze waarheden gaan bespreken.

Geef de cursisten een paar minuten de tijd om na te denken over hoe ze door hun kennis van het verlossingsplan dichter tot hun hemelse Vader zijn gekomen. Laat ze weten dat u een paar van hen, als ze de tijd hebben gekregen om dit idee te overdenken, zult vragen om deze vraag te beantwoorden.

Als de tijd om is, vraagt u een paar cursisten naar voren te komen en hun gedachten onder woorden te brengen. Geef daarna uw getuigenis van het verlossingsplan en hoe belangrijk het is om dat aan alle mensen bekend te maken.

Alma 18:40–43; 22:15–18. Onze afhankelijkheid van Christus begrijpen, leidt to bekering

Vraag de cursisten Alma 18:41–21 en 22:15 te lezen.

  • Wat beseften Lamoni en zijn vader dat hen ertoe bracht om hulp te vragen? (Zij werden zich bewust van hun gevallen staat en beseften dat ze Christus’ genade nodig hadden.)

Schrijf Vergeving van uw zonden op het bord.

  • Hoe beseften Lamoni en zijn vader dat zij vergeving van hun zonden nodig hadden?

Leg uit dat Lamoni en zijn vader tijdens het onderwijs van de zendelingen door de Geest werden aangeraakt. Het resultaat was dat zij de zegeningen van het evangelie wilden.

Na de woorden van Ammon tot koning Lamoni te hebben besproken, legt u uit dat Ammons benadering een patroon duidelijk maakt dat door zendelingen bij hun onderwijs in het evangelie gebruikt kan worden:

Hij hield zijn onderwijs eenvoudig (zie Alma 18:24–30).

Hij gaf zijn getuigenis (zie Alma 18:32–35).

Hij onderwees uit de Schriften (zie Alma 18:24–30).

Het maakte het verlangen naar gebed in de onderzoeker wakker (zie Alma 18:40–43).

Laat een cursist Alma 22:15 voorlezen.

  • Wat was de vader van Lamoni bereid af te leggen om het eeuwige leven te ontvangen?

Laat een cursist Alma 22:16 voorlezen.

  • Wat zei Aäron tegen de koning dat hij moest doen om de hoop te krijgen die hij verlangde?

Laat een cursist Alma 22:17 18 voorlezen.

  • Wat was de koning bereid af te leggen om God te kennen en ‘ten laatste dage gered’ te worden?

Neem nota van het verschil tussen (1) waar Lamoni’s vader bereid was afstand van te doen om God te kennen en eeuwig heil te ontvangen en (2) waar hij eerder afstand van had willen doen toen hij het gevoel had dat zijn leven gevaar liep (zie Alma 20:23).

  • Hoe was de daad van koning Lamoni een aanwijzing dat hij zich oprecht bekeerd had?

Laat de cursisten de volgende vragen overdenken:

  • Waar dient u afstand van te doen om terug te kunnen keren naar uw Vader in de hemel?

  • Want kunt u vandaag doen om dichter tot uw hemelse Vader te komen?

Vraag een paar cursisten aan te geven welke belangrijke beginselen voor zendingswerk zij naar aanleiding van de verhalen hebben besproken. Geef uw getuigenis naar eigen inzicht.