Instituut
Hoofdstuk 4: 1 Nephi 12–15


Hoofdstuk 4

1 Nephi 12–15

Inleiding

Toen Nephi de interpretatie van het visioen van de boom des levens begreep, kreeg hij een panoramisch visioen van de toekomst. Hij zag het land van belofte waar zijn familie zich zou vestigen. Hij zag perioden van twist, oorlog en zonde, en perioden van rechtvaardigheid en vrede onder zijn nakomelingen en de nakomelingen van Laman en Lemuël. Hij zag de bediening van de Heiland in Amerika. Ook zag hij de grote afval, de herstelling van het evangelie, Satans voortdurende strijd tegen de waarheid, en de centrale rol van Jezus Christus als de Heiland van de wereld. Door Nephi’s visioen te bespreken en te lezen over de uiteindelijke zege van Gods koninkrijk op Satan, kunnen de cursisten geruststelling vinden in de kennis dat de Heer zijn verbonden met zijn heiligen indachtig zal zijn. U kunt ze verzekeren dat God, ondanks de dreigementen van de duivel en zijn volgelingen, de touwtjes in handen heeft en zijn getrouwe volgelingen die aan het werk deelnemen, zal sterken.

Enkele leerstellingen en beginselen

Onderwijsideeën

1 Nephi 13:1–9, 26–29; 14:9–13. De duivel heeft een ‘grote en gruwelijke kerk’ opgericht om ‘de rechte wegen des Heren te verdraaien’

Leg uit dat Nephi een visioen kreeg waarin hij de toekomst van zijn volk en het volk van Laman en Lemuël zag. In dit visioen zag hij ‘de oprichting van een grote kerk’ (1 Nephi 13:4). Laat de cursisten 1 Nephi 13:5–9, 26–29 lezen en zoeken naar de kenmerken van deze kerk. Zet deze kenmerken op het bord (of vraag een cursist dat te doen).

Leg uit dat de zinsneden ‘grote en gruwelijk kerk’ en ‘kerk van de duivel’ niet echt naar een kerk verwijzen. Om de cursisten dit duidelijk te maken, vraagt u hun het citaat van ouderling Bruce R. McConkie op p. 28 in het cursistenboek te lezen.

  • Waarom is het volgens u belangrijk te weten dat Satan zijn krijgsmacht organiseert om ons bij God weg te leiden?

  • De engel vertelde Nephi dat er slechts twee kerken zijn (zie 1 Nephi 14:10). In welk opzichten is dat waar? Hoe kunnen we er zeker van zijn dat we tot de kerk van het Lam Gods behoren?

1 Nephi 13:20–42. De Heer heeft duidelijke en waardevolle waarheden hersteld om ons tot Hem te helpen komen

Vraag de cursisten zich voor te stellen dat ze naar de dokter gaan omdat ze ziek zijn. De dokter doet een onderzoek, stelt vast om welke ziekte het gaat en schrijft een recept voor. Maar de apotheker wijzigt het recept.

  • Hoe zal deze wijziging volgens u van invloed op de genezing zijn?

Vraag de cursisten 1 Nephi 13:20–29 te lezen. Stel daarna de volgende vragen:

  • Hoe lijkt dit relaas op het voorbeeld van de apotheker die wijzigingen aanbrengt in het recept van de dokter?

  • Vers 23 gaat over de Bijbel. Welke woorden in dit vers verwijzen naar de Bijbel?

  • Wat bevatte de Bijbel volgens de verzen 23–25 toen hij oorspronkelijk werd samengesteld?

  • Wie brachten de ingrijpendste wijzigingen in de Bijbel aan? Wat verwijderden zij? Wat waren hun motieven? (Zie de verzen 26–29.)

Vraag de cursisten 1 Nephi 13:34–39 te lezen.

  • Wat moest er noodzakelijk hersteld worden?

  • Naar welke ‘andere boeken’, behalve het Boek van Mormon, kan vers 39 verwijzen?

  • Hoe hebben de waarheden in het Boek van Mormon en andere hedendaagse Schriftuur uw getuigenis beïnvloed?

Vraag de cursisten pp. 30–31 in het cursistenboek op te slaan. Laat ze het citaat van president James E. Faust en de uitleg uit de Gids bij de Schriften lezen over waar we de duidelijke en waardevolle waarheden die in de laatste dagen zijn hersteld kunnen vinden. (Het citaat van president Faust staat ook op de meegeleverde dvd A.)

Vraag een cursist 1 Nephi 13:40–41 voor te lezen.

  • Hoe bevestigt het Boek van Mormon de waarheid van de Bijbel? (Zie ook Mormon 7:8–9.)

  • Wat denkt u dat het betekent dat het Boek van Mormon en de Bijbel ‘beide één [zijn geworden]’?

  • Hoe kunnen we het Boek van Mormon gebruiken om te getuigen van de waarheden in de Bijbel?

1 Nephi 14. Gods koninkrijk zal in de laatste dagen zegevieren

Vraag de cursisten wat ze denken dat een profeet uit het verleden die onze tijd in een visioen ziet, zou zeggen over de geestelijke stand van zaken in onze tijd? Zet hun ideeën beknopt op het bord.

Vraag de cursisten 1 Nephi 14 vluchtig door te nemen om te zien hoe hun antwoorden zich verhouden tot Nephi’s visioen van de laatste dagen. U zult ze wellicht duidelijk moeten maken dat Nephi zowel geestelijke kracht als geestelijke vernietiging en ballingschap omschreef (zie bijvoorbeeld de verzen 7, 14, en 17).

Eerder in het visioen had Nephi de vernietiging van zijn nageslacht gezien. Op dit punt in het visioen zag hij echter de overwinning van het koninkrijk Gods. Laat de cursisten 1 Nephi 14:10–17 lezen.

  • Waar zou de kerk van het Lam Gods zich volgens Nephi’s visioen in de laatste dagen bevinden? Hoe groot zou zij zijn in vergelijking met de wereld als geheel? (Zie vers 12.)

  • Hoe zouden de goddelozen en wereldsgezinden op de kerk van het Lam reageren? (Zie vers 13.)

  • Met welke twee zaken zal de kerk van het Lam ter bescherming bewapend zijn? (Zie vers 14.)

  • Waarom is het belangrijk om te weten dat het werk van God uiteindelijk zal zegevieren?

  • Hoe kan deze kennis Nephi geholpen hebben terwijl hij met tegenspoed en tragedies te kampen had?

1 Nephi 15:1–11. Gebed leidt tot openbaring.

Vraag de cursisten 1 Nephi 15:1–3 voor te lezen en uit te leggen waarom zij denken dat Laman en Lemuël die leringen van hun vader niet begrepen. Zet de antwoorden van de cursisten op het bord.

Vraag een cursist 1 Nephi 15:6–9 voor te lezen. Vraag alle cursisten met ideeën te komen over hoe sommige mensen in deze tijd vergelijkbaar zijn met Laman en Lemuël in hun benadering van God.

U kunt uitleggen dat veel mensen hun leven leiden zonder dat ze in aanmerking willen komen voor goddelijke inspiratie. Veel van die mensen zijn niet goddeloos of opstandig, maar ze willen zich gewoon niet verdiepen in of zich houden aan de wil van de Heer.

Behandel de citaten van de profeet Joseph Smith op p. 32 in het cursistenboek. Stel de cursisten vervolgens de volgende vragen:

  • In welke opzichten was Nephi een voorbeeld van deze beginselen?

  • Wat was het resultaat van Nephi’s verlangen om de dingen Gods te weten?

  • Wat heeft de Heer beloofd ten aanzien van ons vermogen om zijn wegen te leren kennen? (Terwijl de cursisten deze vraag bespreken, kunt u ze sommige of alle van de volgende schriftteksten laten lezen: Jakobus 1:5 ; 1 Nephi 10:19; LV 88:63–64; 121:26–33.)

  • Wat kunnen we, om de wil van God te leren kennen, specifiek doen om meer op Nephi en minder op Laman en Lemuël te lijken?

Lees 1 Nephi 15:10–11 met de cursisten. Laat ze de vier zaken opzoeken die Laman en Lemuël volgens Nephi moesten doen om geestelijk begrip van de Heer te krijgen. (Hun hart niet verstokken, in geloof vragen, geloven dat ze zullen ontvangen, en ijverig de geboden onderhouden.)

  • Hoe kunnen die vier zaken ons helpen om antwoord op onze gebeden te krijgen?

1 Nephi 15:12–20. De Heer is zijn verbonden met het huis van Israël indachtig

Een terugkerend thema in het Boek van Mormon is dat de Heer zijn verbonden met het huis van Israël indachtig is. Israël zal uiteindelijk door de Heiland worden vergaderd en verlost. Geef de cursisten in overweging dat zij overal in het Boek van Mormon op deze waarheid letten. Wellicht wilt u opmerken dat de beeldspraak van de olijfboom in 1 Nephi 15 terugkeert in de allegorie van de olijfboom in Jakob 5.

Welke elementen van Lehi’s leringen in 1 Nephi 15:7 weigerden Laman en Lemuël te begrijpen?

Schrijf olijfboom op het bord. Laat de cursisten 1 Nephi 15:12 lezen en opzoeken wat de olijfboom voorstelt.

  • Wat stelt de olijfboom voor? (Schrijf olijfboom = huis van Israël op het bord.)

  • Hoe was Lehi’s nageslacht ‘van het huis Israëls afgebroken’?

Laat een cursist 1 Nephi 15:13 voorlezen.

  • Wanneer zou het evangelie volgens Nephi tot het nageslacht van Lehi gaan? Wie zou het evangelie aan hen brengen?

Schrijf andere volken op het bord. Leg uit dat deze term verschillende betekenissen heeft. Hij kan betrekking hebben op volken die niet van het huis van Israël zijn, op volken die niet Joods zijn, of op naties zonder het evangelie (zie Gids bij de Schriften, ‘Andere volken’, scriptures.lds.org; zie ook LV 109:60–62). Verwijs de cursisten terug naar 1 Nephi 15:13. In dit vers slaat de term op heiligen der laatste dagen, mensen die ten tijde van de herstelling deel uitmaakten van een ander volk. Behandel de citaten van ouderling Bruce R. McConkie op p. 32 in het cursistenboek.

Vestig de aandacht van de cursisten op de zinsnede ‘het enten van de natuurlijke takken’.

  • Wat betekent het een tak te enten?

Zo nodig legt u uit dat het enten van een boom wil zeggen dat een loot van de ene boom wordt bevestigd op een andere boom. De geënte loot wordt gevoed door de boom en gaat deel uitmaken van de boom.

Zeg dat 1 Nephi 15:14 uitlegt hoe het nageslacht van Lehi wordt geënt op de olijfboom, ofwel het huis van Israël. Vraag de cursisten 1 Nephi 15:14–16 te lezen. Laat de cursisten deze verzen in hun eigen woorden samenvatten. U kunt eventueel de volgende of eendere vragen stellen:

  • Hoe worden mensen ‘geënt’, ofwel vergaderd, wanneer zij ‘tot de kennis van hun Verlosser komen’?

  • Waarom denkt u dat het voor ons belangrijk is om ‘de kenmerkende punten van zijn leer’ te begrijpen?

  • Hoe krijgen wij voeding door ons lidmaatschap in de kerk?

Geef de cursisten de gelegenheid om te vertellen wanneer zij in de kerk zijn ‘geënt’, of wanneer zij iemand hebben geholpen om die zegen te ontvangen.

1 Nephi 15:24. Het woord van God sterkt ons tegen de brandende pijlen van de duivel

Laat de cursisten 1 Nephi 15:24 opslaan en de woorden ‘brandende pijlen’ onderstrepen. Laat ze dit vers vergelijken met Efeziërs 6:16 en Leer en Verbonden 27:17. Laat ze ook een kruisverwijzing maken van die teksten.

  • Met welke ‘brandende pijlen’ worden we nu zoal in de wereld geconfronteerd?

  • Wat zal volgens 1 Nephi 15:24 het resultaat zijn als we bezwijken onder de brandende pijlen van de duivel?

  • Hoe kan het woord van God ons helpen om de brandende pijlen van de boze te weerstaan?

U kunt dit beginsel eventueel samenvatten met het volgende citaat van ouderling Neal A. Maxwell (1926–2004) van het Quorum der Twaalf Apostelen (het citaat staat ook op de meegeleverde dvd B):

‘Ware discipelen [weerstaan] de brandende pijlen van de boze door met de ene hand het brandwerende schild des geloof omhoog te houden en met de andere de roede van ijzer vast te houden (zie Efeziërs 6:16; 1 Nephi 15:24; LV 27:17). Laat er geen twijfel over bestaan; we zullen beide handen nodig hebben!’ (Conference Report, april 1987, p. 87; of Ensign, mei 1987, p. 70).

Bied de cursisten de gelegenheid te vertellen hoe hun geloof en hun begrip van de Schriften hen geholpen heeft om verleiding te weerstaan.

Geef uw getuigenis van het belang van de Schriften en hoe ze ons helpen om de brandende pijlen van Satan te weerstaan.